Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Zelfstandigen Rotterdam 2020 |
Citeertitel | Beleidsregels Zelfstandigen Rotterdam 2020 |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | Nieuwe regeling | 19-11-2019 | 2019, nummer 172 |
De concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen,
gelezen het voorstel van afdeling C&O, d.d. 8 november 2019 en de daarop uitgebrachte adviezen;
gelet op de artikelen 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht; 53a, zesde lid, Participatiewet, art. 23, derde lid, en 43, tweede lid, Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004, artikel 1.3, tweede lid, Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016 en artikel 3 Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de Algemeen Directeur 2016;
Artikel 3 Beëindiging bedrijf of zelfstandig beroep
Als bij beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep een deel van een lening resteert en deze niet met toepassing van artikel 43, eerste lid, Bbz 2004 onder hypothecair verband is verleend, maakt het college bij niet verwijtbaarheid van de beëindiging het resterende deel van de lening renteloos vanaf de beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep.
Bij Besluit van 18 september 2019 is onder meer het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (verder: Bbz 2004) gewijzigd in verband met verdere uniformering van dit Besluit met de Participatiewet. Daarbij zijn enige verplichtingen uit het Bbz 2004 omgezet in bevoegdheden.
De gemeente krijgt daarbij de vrijheid om zelf het beleid op de betreffende punten in te vullen. Deze regeling vult het beleid op de volgende punten in:
Ten aanzien van het (aanvullende) beleid rondom terugvordering en het Bbz 2004 wordt verwezen naar de Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2017.
In artikel 23, derde lid, Bbz 2004 was de frequentie van het uitvoeren van levensvatbaarheidonderzoeken bij beginnende zelfstandigen bepaald. Door de wijziging van het artikel naar een bevoegdheid is het aan de gemeente te bepalen wanneer en hoe vaak zij een dergelijk onderzoek wil uitvoeren.
In het eerste lid van dit artikel wordt hier invulling aan gegeven. Er is voor gekozen om niet af te wijken van de al bestaande praktijk.
In het tweede lid is aangegeven dat bij het uitvoeren van de levensvatbaarheidsonderzoeken ook de rechtmatigheid van de verstrekte algemene bijstand wordt onderzocht.
In dit artikel wordt aangegeven dat het college gebruik maakt van de nu in artikel 43, derde lid, Bbz 2004 gegeven bevoegdheid om een resterend deel van een lening in de daar geschetste situatie bij een niet verwijtbare beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep renteloos te maken vanaf de datum van beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep.
Datum van inwerkingtreding van de beleidsregels is bepaald op de datum van inwerkingtreding van de wijziging van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.
Dit gemeenteblad 2019, nummer 172, is uitgegeven op 5 december 2019 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)