Organisatie | Krimpenerwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Cliëntenraad Participatiewet 2020 |
Citeertitel | Verordening Cliëntenraad Participatiewet 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De Verordening Cliëntenraad Participatiewet regelt in combinatie met de Verordening Adviesraad Sociaal Domein Krimpenerwaard 2015 de cliëntenparticipatie zoals bedoeld in artikel 47 van de Participatiewet. In de adviesraad Sociaal Domein is een zetel voor een afgevaardigde van de cliëntenraad Participatiewet gereserveerd. Deze verordening regelt de wijze waarop deze zetel wordt ingevuld en hoe cliënten zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet worden betrokken bij de uitvoering van de wet.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | Nieuwe regeling | 10-12-2019 | ZK19004168/ 19-0018802 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
De personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet worden bij de uitvoering van deze wet betrokken door een cliëntenraad met inspraak in de adviesraad Sociaal Domein. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college. De cliëntenraad of het college kunnen kandidaten voordragen.
Op voordracht van de cliëntenraad benoemt het college een onafhankelijke voorzitter die maatschappelijk betrokken is, maar die geen functie heeft op bestuurlijk, beleid- of managementniveau in een politieke partij of een betaalde functie bij een organisatie die direct belang heeft bij de dienstverlening aan de doelgroepen of de gemeente. De voorzitter wordt benoemd voor een termijn van 3 jaar en kan eenmalig worden herbenoemd voor een termijn van 3 jaar.
Hoofdstuk 2 Taken en bevoegdheden van de gemeente, het college, de cliëntenraad en de ambtelijk secretaris
Artikel 4 Ondersteuning cliëntenraad
Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de cliëntenraad. Hiertoe:
Artikel 8 Vergoeding aan de voorzitter en de leden
De onder lid 2 benoemde vergoeding die wordt verstrekt aan een lid die behoort tot de doelgroep van de Participatiewet (artikel 7 lid 1 van de Participatiewet) geldt er een maximalisering tot de hoogte van de vergoeding die, op grond van artikel 7 van de Regeling Participatiewet, mag worden vrijgelaten voor het verrichten van vrijwilligerswerk van ten hoogste de in artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, genoemde gezamenlijke waarden per maand en per kalenderjaar.
Artikel 9 Overgangsbepaling zittingsduur
De leden die op het moment waarop deze verordening in werking treedt zitting hebben in de cliëntenraad ingesteld bij de Verordening Cliëntenraad Participatiewet 2015, behouden hun lidmaatschap van de cliëntenraad op grond van deze verordening voor de termijn van maximaal drie jaar na inwerkingtreding van deze verordening.
Jaarlijks wordt tussen de cliëntenraad en afdelingshoofd Sociale Zaken van de gemeente geëvalueerd of de gekozen opzet van de cliëntenparticipatie voldoet. De cliëntenraad brengt verslag uit van deze evaluatie aan de gemeenteraad.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op 10 december 2019.
de griffier, dr. M-L van Muijen
de voorzitter, mr. R.S. Cazemier
Met deze verordening wordt, in combinatie met de verordening Adviesraad Sociaal Domein, uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken bij de ontwikkeling van het gemeentelijk beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:
als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdeel b, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdeel b, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;
Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. Het college hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.
Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.
Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college. Het college zal een afgewezen voordracht moeten motiveren.
Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de cliëntenraad een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste ld, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in de cliëntenraad is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De doelstelling van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid en het bevorderen van de eerbiediging van hun inherente waardigheid (zie het Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2007, nummer 169).
Een goed functionerende cliëntenraad vraagt een grote inzet van haar leden. Wanneer leden deze inzet niet kunnen leveren heeft dit invloed op het functioneren van de gehele cliëntenraad. Het is de taak van de voorzitter om de inzet van de leden te bewaken. De ambtelijk secretaris, zie artikel 4 onder c van deze verordening, verzorgt met de voorzitter de agendering. De voorzitter wordt benoemd voor een termijn van drie jaar en kan worden herbenoemd voor eenzelfde termijn van drie jaar. Er is voor maximering gekozen om zo op passende wijze vernieuwing in het voorzitterschap te bevorderen.
In het zesde lid wordt gesproken over de zittingstermijn van de cliëntenraad. Deze is eenmalig drie jaar. Ook hier is gekozen voor een maximering van de zittingsduur zodat daarmee vernieuwing in de samenstelling van de cliëntenraad wordt bevorderd.
Dit lid regelt dat de leden van de cliëntenraad zelf verantwoordelijk zijn voor het tijdig werven van nieuwe leden voor afloop van de zittingsperiode. Het is van belang dat de overdracht tijdig en zorgvuldig plaatsvindt, zodat een nieuw lid vlot en goed geïnformeerd de taken kan overnemen.
De afdeling Communicatie kan helpen bij het opstellen van vacatureteksten, het inrichten van een eigen pagina op de website en andere communicatiemiddelen, zoals bijvoorbeeld een informatieve flyer. De vacatures kunnen daarnaast in Het Kontakt worden geplaatst, maar ook via de maandelijkse digitale nieuwsbrief van Sociale Zaken worden verspreid. Een flyer kan worden uitgereikt aan (nieuwe) cliënten.
De cliëntenraad maakt een rooster van aftreden om zoveel mogelijk te voorkomen dat veel leden tegelijk aftreden en om zo de continuïteit te waarborgen.
Artikel 3 Taken van het gemeentebestuur
Het gemeentebestuur zal over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college advies vragen aan de adviesraad Sociaal Domein. De cliëntenraad levert een afvaardiging aan de adviesraad Sociaal Domein.
Het wordt belangrijk geacht dat de cliëntenraad tijdig wordt betrokken bij de totstandkoming van beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid op die wijze mogelijk is. Daarom is in het eerste lid bepaald dat het college ervoor zorgt dat de cliëntenraad wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling. Hiertoe verstrekt het college voorafgaand aan elk jaar de beleidsagenda aan de cliëntenraad.
Artikel 4 Ondersteuning cliëntenraad
Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat de cliëntenraad wordt gefacilieerd. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de cliëntenraad.
Artikel 5 Taken en bevoegdheden van de cliëntenraad
De cliëntenraad is bevoegd gevraagd en ongevraagd aanbevelingen te geven over het beleid, waarbij het accent ligt op de gevolgen voor de uitvoering. Is het in begrijpelijke taal verwoord, is het praktisch uitvoerbaar, ontstaan er geen tegenstrijdigheden in de uitvoering e.d. zijn vragen die daarbij gesteld kunnen worden. Het college neemt de aanbevelingen mee bij de beleidsontwikkelingen. De aanbevelingen worden gericht aan de betreffende beleidsafdeling en dienen in acht te worden genomen bij de beleidsontwikkeling. De cliëntenraad heeft geen adviesrecht. Dit recht is bij de adviesraad Sociaal Domein gelegd. De cliëntenraad heeft inspraak in de adviesraad Sociaal Domein.
Dit artikel regelt tevens uitdrukkelijk dat de cliëntenraad geen bevoegdheid heeft in individuele- en uitvoeringsvraagstukken.
Artikel 6 Taken van de ambtelijk secretaris
De ambtelijk secretaris vormt de ambtelijke schakel tussen de gemeenteraad en het college en de cliëntenraad. Hij zal erop moeten toezien dat alle partijen informatie tijdig ontvangen of verstrekken, zodat alle partijen hun taak effectief kunnen vervullen.
Het budget is, na reservering van de kosten voor de ambtelijk ondersteuning en presentiegelden, ter vrije besteding van de cliëntenraad. Ten laste hiervan kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering van de cliëntenraad als geheel, maar ook van de individuele leden, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten (tweede lid). Deze kosten kunnen uitsluitend ten laste van het budget worden gebracht indien deze zijn beoordeeld en goedgekeurd door het college. Het ligt voor de hand dat het college dit beoordeelt voordat de kosten worden gemaakt. De cliëntenraad zal daarom vooraf om goedkeuring moeten vragen.
Artikel 8 Vergoeding aan de voorzitter en de leden
De leden van de cliëntenraad kunnen gebruik maken van de presentiegeld-regeling. De hoogte van dit bedrag wordt bepaald aan de hand van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
De leden komen in aanmerking voor de vastgestelde vergoeding op basis van het bovengenoemde rechtspositiebesluit. De voorzitter komt in aanmerking voor een vergoeding van 200% van deze vastgestelde vergoeding. Deze regeling is conform dezelfde presentiegeld-regeling die van kracht is voor de adviesraad Sociaal Domein.
Voor cliënten van de afdeling Sociale Zaken geldt er een maximalisering tot de hoogte van de vergoeding die, op grond van artikel 7 van de Regeling Participatiewet, mag worden vrijgelaten voor het verrichten van vrijwilligerswerk van ten hoogste de in artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, genoemde gezamenlijke waarden per maand en per kalenderjaar. Voor 2019 is dit ten hoogste € 170,- per maand en € 1.700,- per kalenderjaar. Hiermee wordt voorkomen dat vergoedingen worden verstrekt die op de uitkering weer in mindering moeten worden gebracht. De vrijlating voor vrijwilligers geldt niet voor jongeren tot 27 jaar (artikel 31 lid 5 van de Participatiewet). Voor hen komen, op basis van declaratie, alleen de daadwerkelijke kosten voor vergoeding in aanmerking.
De presentiegeldregeling geldt uitdrukkelijk voor de vergaderingen van de cliëntenraad. Andere door de cliëntenraad georganiseerde activiteiten, zoals achterbanraadpleging, of het bijwonen van congressen vallen hier niet onder.
Artikel 9 Overgangsbepaling zittingsduur
Dit artikel bepaalt dat bij inwerking treden van deze verordening de leden die op dat moment zitting hebben in de cliëntenraad, nog voor maximaal drie jaar aanblijven.
Om ervoor te zorgen dat er over drie jaar opnieuw een voltallige cliëntenraad is, is het van belang dat de cliëntenraad conform artikel 2 lid 8 een rooster van aftreden opstelt, zodat tijdig wordt voorzien in de vernieuwing van de samenstelling van de cliëntenraad.