Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Velsen

Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVelsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2020
CiteertitelVerordening watertoeristenbelasting 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202001-01-2021Nieuwe regeling

07-11-2019

gmb-2019-302704

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2020

De raad van de gemeente Velsen,

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2019.

Gelet op artikel 224 van de Gemeentewet

Besluit

Vast te stellen de verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2020

Artikel 1 Definities

De verordening verstaat onder:

-etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 10.00 uur;

-lengte: de lengte over alles;

-maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;

-particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep

gelegenheid biedt tot verblijf;

-seizoen: het tijdvak van 1 april tot en met 31 oktober;

-schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt;

-vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere

recreatieve doeleinden;

-vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college

Van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter

Anker leggen van een vaartuig en die ter beschikking wordt gesteld voor een

Zelfde vaartuig gedurende een periode van tenminste een maand;

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam watertoeristenbelasting wordt een directe belasting geheven voor het houden van

verblijf op vaartuigen, die aanwezig zijn in wateren binnen de gemeente tegen een vergoeding in

welke vorm dan ook, door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de

basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 door het

ter beschikking stellen van ligplaatsen of vaartuigen.

2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf

houdt als bedoeld in artikel 2.

3. Als er geen persoon is aan te wijzen, die gelegenheid biedt tot verblijf, is belastingplichtig:

- de schipper

- de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig, of

- degene die werkelijk verblijf houdt aan boord van een vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

1. door degenen die verblijf houden aan boord van:

a. een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt voor verpleging of verzorging van

zieken, van gebrekkigen, van huipbehoevenden of van bejaarden;

b. kano's, roei- en voigboten;

c. motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;

d. een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke

watergebied bevindt;

2. waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en

invordering van toeristenbelasting;

3. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet

2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c,d,f,g,h, van

voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als

bedoeld in artikel 2 van de Verordening , onder verantwoordelijkheid van het Centraal

Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal verblijven in het belastingtijdvak. Het aantal verblijven

wordt gesteld op de som van het aantal etmalen dat elke in artikel 2 bedoelde persoon verblijf heeft

gehouden. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol

etmaal gerekend.

Artikel 6 Belastingtarief

De belasting bedraagt per persoon per etmaal € 1,50.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van belastingheffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden

betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand

volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede

twee maanden later.

2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet

1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is

het eerste lid van overeenkomstige toepassing voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd

met de vaststelling van de aanslag.

3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde

termijnen.

Artikel 10 Verblijfregister c.q. kwitantieblok

1. De belastingplichtige is verplicht, gehouden per belastingtijdvak een verblijfregister bij te

houden.

2. Het verblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie tegen vergoeding gelegenheid tot

V erblijf wordt geboden tenminste de volgende gegevens:

naam, leeftijd en woonplaats;

datum van aankomst en vertrek;

het aantal etmalen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.

Artikel 11 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal

na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te

melden aan de door het college van burgemeester en wethouders daartoe aangewezen

gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Overgangsrecht

De "Verordening watertoeristenbelasting 2019", vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2018,

wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de

heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die

datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

1. De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening watertoeristenbelasting 2020”.

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 november 2019.

De raad van de gemeente Velsen,

De griffier, De voorzitter,

R.B. Palstra F.C. Dales