Organisatie | Westervoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westervoort houdende regels omtrent de rechtspositie raads- en commissieleden (Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Westervoort 2019) |
Citeertitel | Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Westervoort 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Westervoort 2014.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Artikel 9 van deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-12-2019 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 09-12-2019 | Z/19/057639 |
De raad van de gemeente Westervoort;
gelezen het voorstel van de griffier; gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers; gezien het advies van de Commissie Ruimte, Bestuur en Financiën
Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Westervoort 2019
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 2. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 3. Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden
De vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.1.1 en 3.1.6 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt maandelijks uitbetaald.
Artikel 4. Toelage raadslid onderzoekscommissie
Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 247,64 per maand.
Artikel 6. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden
Een raadslid wordt eenmaal per jaar een bedrag toegekend ter hoogte van het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden voor één maand, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarmee het raadslid voorzieningen kan treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.
De kosten voor cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 8. Informatie- en communicatievoorzieningen raadsleden
Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor leden van een commissie ingesteld op grond van artikel 82,83 of 84 van de Gemeentewet
Artikel 10. Betaling vaste vergoedingen
De betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers vindt maandelijks plaats, waarbij wordt uitgegaan van een vaste vergoeding per maand, gebaseerd op een gemiddeld aantal zittingen van 8 per jaar. Deze vaste maandelijkse vergoeding bedraagt 67% van het bedrag vermeld in artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
Artikel 15. Intrekking oude verordening
De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Westervoort 2014 wordt ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Westervoort, 9 december 2019,
De griffier,
De voorzitter,
In de wet en nadere regelgeving zijn alle van belang zijnde onderwerpen geregeld betreffende de rechtspositie van gemeentelijke politieke ambtsdragers. In de Gemeentewet is aangegeven dat de nadere invulling van de rechtspositie van raads- en commissieleden alsmede de financiële voorzieningen moet worden geregeld bij of krachtens de wet (AMvB en ministeriële regeling). Deze nadere regeling is vastgelegd in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. In de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers zijn de (onkosten)vergoedingen nader uitgewerkt.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 2. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
In het kader van de werkkostenregeling op grond van artikel 31 Wet op de Loonbelasting 1964 zijn een aantal vergoedingen in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de verordening aangewezen als eindheffingsbestanddeel. De gemeente draagt in dat geval de loonbelasting, waardoor de vergoeding belastingvrij (netto) aan de politieke ambtsdrager kan worden overgemaakt. Anders worden deze door de Belastingdienst als loon gezien en moet hierover bij de politieke ambtsdragers loonbelasting worden ingehouden. In het kader van de werkkostenregeling kan in de financiële administratie worden aangegeven of een verstrekking of vergoeding onder de gerichte vrijstellingen, intermediaire kosten of onder de nihil-waarderingen valt.
Gemeenten mogen daarnaast een verstrekking of vergoeding in de vrije ruimte - tot 1,2% fiscale loonsom - onderbrengen zonder fiscale consequenties. Indien de grens van 1,2% wordt overschreden, zal de gemeente 80% eindheffing moeten betalen.
Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 3. Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden
De hoogte van de raadsvergoeding is verplichtend bepaald op een vast bedrag per inwonersklasse. Vanaf de dag van beëdiging hebben de raadsleden recht op de vergoedingen die verbonden zijn aan hun functie. Wat betreft de vergoeding voor de werkzaamheden is dit geregeld in artikel 3.1.1, eerste lid. De gemeenteraad kan op grond van het vierde lid van artikel 3.1.1 bij verordening bepalen dat een deel van de vergoeding voor de werkzaamheden wordt uitbetaald als presentiegeld. Het gaat om maximaal 20% van de vergoeding. In een dergelijke verordening mag geen onderscheid worden gemaakt tussen de raadsleden: een presentievergoeding geldt dan voor alle raadsleden. Deze bepaling kan bijvoorbeeld worden benut bij spookleden. Spookleden zijn volksvertegenwoordigers die wel zijn gekozen, maar die niet of nauwelijks aanwezig zijn bij de vergaderingen of activiteiten van de desbetreffende gemeenteraad. In de gemeente Westervoort is er voor gekozen geen gebruik te maken van de mogelijkheid om een deel van de vergoeding als presentiegeld aan te merken. Het raadslid kan de vergoeding niet weigeren en de gemeente is verplicht de raadsvergoeding aan het raadslid over te maken op zijn of haar bankrekeningnummer. Het raadslid mag zelf (een deel) van de raadsvergoeding afdragen aan de politieke partij, maar is in beginsel juridisch niet verplicht mee te werken aan een overdracht van (een deel) van zijn of haar raadsvergoeding. Een akte van cessie waarbij de raadsvergoeding direct aan een politieke groepering wordt overgemaakt is juridisch niet toegestaan. De reden hiervoor is dat het raadslid een onafhankelijke positie heeft en niet financieel afhankelijk mag zijn van de politieke groepering.
Artikel 4. Toelage raadslid onderzoekscommissie
Dit artikel betreft de toelagen voor de raadsleden die lid zijn van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a lid 3 Gemeentewet, een zogenaamde ‘zware commissies’. De vaststelling dat er sprake is van een dergelijke bijzondere commissie, met deze financiële gevolgen, moet bij verordening plaatsvinden. Daarbij moet gemotiveerd worden dat het lidmaatschap van deze commissies duidelijk meerwerk is naast het reguliere lidmaatschap van de gemeenteraad. Het is mogelijk om ook voor het lidmaatschap van de vertrouwenscommissie een extra vergoeding toe te kennen van €120,- per maand. Hier is in de gemeente Westervoort niet voor gekozen.
Artikel 5. Reis- en verblijfkosten raadsleden voor reizen buiten de gemeente
Ingevolge artikel 96, in samenhang met artikel 97, van de Gemeentewet kunnen kosten voor (dienst)reizen buiten het grondgebied van de gemeente alleen op basis van een verordening van de gemeenteraad worden vergoed. In deze bepaling is bij verordening geregeld dat raads- en commissieleden een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente kunnen krijgen ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur. Onder reizen “buiten de gemeentegrenzen” kunnen ook de buitenlandse dienstreizen worden geschaard. De naar redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten voor dienstreizen in het buitenland, die door of vanwege de gemeente zijn georganiseerd komen ook voor vergoeding in aanmerking. De vergoeding voor noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten is niet nader ingevuld en is een lokale aangelegenheid per gemeente. Omdat in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers verder geen eigen vergoedingsregeling is opgenomen, kan aansluiting worden gezocht bij de vergoedingsregelingen voor wethouders. De reiskosten van en naar het gemeentehuis in Duiven komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Artikel 6. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden
Raadsleden zijn vaak een significant deel van de werkweek voor de gemeenteraad bezig en kunnen daardoor vaak in hun hoofdfunctie minder pensioen opbouwen. Raadsleden hebben bovendien niet allemaal een hoofdfunctie in loondienst. In artikelen 3.1.9 is daarom de grondslag gecreëerd om bij verordening te bepalen dat de raadsleden een bedrag per jaar ontvangen ter hoogte van één maandbedrag van hun vergoeding voor de werkzaamheden, waarmee zij voorzieningen kunnen treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.
Voor raads- en commissieleden is expliciet bepaald dat de kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde functionele scholing, zoals deelname aan congressen en opleidingen, ten laste kunnen worden gebracht van de gemeente. Partijpolitieke scholing komt niet voor vergoeding door de gemeente in aanmerking. De inhoud van de scholing is bepalend of deze al dan niet partijpolitiek georiënteerd is. Wanneer scholing verzorgd wordt door een politieke partij betekent dat niet automatisch dat die scholing partijpolitiek georiënteerd is.
Om in aanmerking te komen voor vergoeding van de scholingskosten, moet gemotiveerd worden dat het gaat om functiegerichte scholing. Scholing is functiegericht als zij beoogt de voor de functie benodigde vakkennis en vaardigheden te verwerven dan wel actueel te houden. Scholing is partijpolitiek georiënteerd als zij geheel of gedeeltelijk tot doel heeft betrokkene op te leiden in het gedachtegoed van de desbetreffende partij.
In de gemeente Westervoort is er voor gekozen niet-partijpolitieke scholing zoveel mogelijk zelf te (laten) verzorgen. De kosten daarvoor komen ten laste van de gemeente en worden door de raad in de begroting vastgelegd.
Artikel 8. Informatie- en communicatievoorzieningen raadsleden
Het college van burgemeester en wethouders stelt ten laste van de gemeente aan een raadslid, wethouder of de burgemeester voor de duur van de uitoefening van zijn functie de noodzakelijke informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking. Ook commissieleden en fractieassistenten kunnen aanspraak maken op ICT-middelen op grond van art. 3.4.4 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Onder informatie- en communicatievoorzieningen wordt ook verstaan een smartphone, een computer en de daarbij behorende (internet)abonnementen. Er mag slechts één computer verstrekt worden. Geadviseerd wordt te verstrekken op basis van een bruikleenovereenkomst. Een computer is een desktop, laptop, tablet- of minicomputer. Een smartphone is niet te kwalificeren als computer.
In de gemeente Westervoort is er voor gekozen een ipad ter beschikking te stellen aan alle raads- en commissieleden en fractieassistenten.
Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor leden van een commissie ingesteld op grond van artikel 82,83 of 84 van de Gemeentewet
Artikel 9. Vergoeding commissieleden
De hoogte van de vergoeding voor leden van gemeentelijke commissies, die zijn ingesteld op basis van artikel 82, 83 en 84 van de Gemeentewet zijn imperatief bepaald op een vast bedrag per inwonersklasse voor elke bijgewoonde vergadering van de commissie.
Artikel 10. Betaling vaste vergoedingen
Commissieleden zijn voor de gemeenteraad van essentieel belang bij de zorgvuldige voorbereiding van de besluiten die door de raad worden genomen. Het werk van commissieleden is niet beperkt tot aanwezigheid bij de commissievergaderingen.
Op grond van het Rechtspositiebesluit politiek ambtsdragers ontvangen commissieleden een vast vergoeding per vergadering. Om de administratieve werklast te verlagen en continuïteit in de inkomsten van commissieleden te borgen is gekozen voor een vaste vergoeding per maand.
Artikel 11. Verhoging vergoeding commissieleden i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak
In bepaalde gevallen, zoals bij bijzondere deskundigheid en/of zwaarte van de taak in de commissie, is het mogelijk om een hoger bedrag aan vergoeding per vergadering toe te kennen dan bepaald in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het kan bijvoorbeeld gaan om een raadscommissie met een bijzondere opdracht die een hogere belasting kent voor één of meerdere commissieleden. Door het verordeningsvereiste kan op lokaal niveau een algemene en politieke afweging worden gemaakt.
Artikel 12 Overeenkomstige toepassing
Voor commissieleden gelden dezelfde bepalingen als voor raadsleden staan uitgewerkt in artikel 5, 7 en 8.
Hoofdstuk 4 Vergoedingen voor fractieassistenten
Artikel 13 Overeenkomstige toepassing
Voor fractieassistenten gelden dezelfde bepalingen als voor raadsleden staan uitgewerkt in artikel 5, 7 en 8.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
Artikel 14. Rechtstreekse facturering bij de gemeente
Het Rechtspositiebesluit en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers regelen wanneer de vergoedingen en onkosten betaald moeten worden aan raads- en commissieleden. Daar waar geen expliciete termijn is genoemd, kunnen deze artikelen uitkomst bieden. De betaling van onkosten kan worden voorgeschoten uit eigen middelen, later gedeclareerd worden of de factuur wordt rechtstreeks naar de gemeente verstuurd. Hierbij gaat de voorkeur uit naar rechtstreeks facturering bij de gemeente. Het verdient aanbeveling dat het college een formulier vaststelt waarmee raads- en commissieleden gemaakte onkosten kunnen verantwoorden. Raads- en commissieleden declareren in beginsel hun kosten bij de griffier.