Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Brede Regeling Combinatiefuncties Rotterdam – Sport |
Citeertitel | Subsidieregeling Brede Regeling Combinatiefuncties Rotterdam – Sport |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-11-2023 | artikel 7 | 31-10-2023 | 2023, nummer 184 | ||
12-12-2019 | 08-11-2023 | Nieuwe regeling | 03-12-2019 | 2019, nummer 170 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 3 december 2019, kenmerk 19MO05950;
gelet op de artikelen 3, derde lid, 4, tweede lid, 5, tweede lid, 6, vierde lid en artikel 12a, eerste, tweede en derde lid van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van jaarlijkse subsidies door het college voor de in artikel 3 en 4 bedoelde activiteiten.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een rechtspersoon met volledige rechtspersoonlijkheid zonder winstoogmerk, die een combinatiefunctionaris in dienst neemt of inhuurt.
De gemeente Rotterdam krijgt vanaf 2008 middelen vanuit het Rijk voor de inzet van combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches. De doelen en afspraken vanuit het Rijk zijn verschillenden keren gewijzigd.
De oorspronkelijke regeling is de Impuls brede scholen, sport en cultuur in 2008. De doelstelling was dat combinatiefunctionarissen moeten bijdragen aan de uitbreiding van de brede scholen met sport- en cultuuraanbod, het versterken van de sportverenigingen, het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen en/of het vertrouwd raken met en beoefenen van kunst en cultuur door de jeugd. De combinatiefunctionaris is hierbij ten minste werkzaam in twee sectoren (sport, onderwijs en cultuur) en in dienst bij een werkgever van één van deze sectoren.
Vanaf 2012 is deze regeling aangepast naar: Brede Impuls Combinatiefuncties. De regeling is verbreed en uitgebreid en verder voortgezet onder de naam Brede impuls combinatiefuncties. Hiermee wil het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) bereiken dat meer mensen kunnen sporten en bewegen in de buurt, dat sportverenigingen versterkt worden en dat er een verbinding wordt gelegd tussen sport en bewegen en andere sectoren zoals het onderwijs, welzijn, kinderopvang, de zorg en het bedrijfsleven. Hierdoor kan er breder worden ingezet dan de combinatie sport en school, waarbij alleen de jeugd werd bereikt.
Vanaf 1 januari 2019 is de Brede Impuls Combinatiefuncties aangepast naar De Brede Regeling Combinatiefuncties. De afspraken over deze regeling zijn opgenomen in de bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties van 19 juni 2018.
Er zijn verschillende veranderingen:
de doelen van de rijksregeling zijn verruimd met in het bijzonder aandacht voor een leven lang inclusief sporten, bewegen en beoefenen van culturele activiteiten voor de (talent)ontwikkeling van de jeugd en jongeren op en rond scholen en voor andere groepen die belemmeringen ervaren bij sport en bewegen, het tot stand brengen en uitbouwen van lokale verbindingen en het duurzaam versterken en innoveren van sport- en beweegaanbieders;
De middelen vanuit het Rijk worden beschikbaar gesteld aan gemeentes, zodat voor elke gemeente lokaal maatwerk mogelijk is en het aansluit bij de bestuurlijke prioriteiten van de gemeente.
De aanpassingen van de rijksregeling, nieuwe bestuurlijke prioriteiten en een evaluatie van de inzet van de combinatiefuncties en buurtsportcoaches in Rotterdam hebben geleid tot de een beleidswijziging op het gebied van het subsidiëren van combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches in Rotterdam. Deze aanpassingen houden in:
het vaststellen van onderhavige subsidieregeling De Brede Regeling Combinatiefuncties Rotterdam – Sport welke de huidige doelstellingen van het Rijk vertaalt naar lokaal (gemeentelijk) niveau. Dit heeft onder andere geleid tot beleidsinhoudelijke wijzigingen op het gebied van de doelgroepen waarop de combinatiefunctionaris zich dient te richten. Op basis van deze regeling kunnen aanvragers die een combinatiefunctionaris in dienst nemen of inhuren in aanmerking komen voor subsidie. De gebruikte werktitels voor deze functie kunnen divers zijn, bijvoorbeeld verenigingsconsulent, sportcoach, buurtsportcoach, sport- en beweegconsulent, etc.;
een deel van het vanuit het Rijk aan de gemeente beschikbare budget wordt uitsluitend beschikbaar gesteld voor een beperkt aantal grote uitvoeringsorganisaties die combinatiefunctionarissen in dienst nemen, dan wel inhuren. Op deze manier kan de gemeente beter sturen op het behalen van haar ambities, zoals opgenomen in de Sportnota. Naast deze gerichte inzet wordt het overige deel van het budget beschikbaar gesteld voor diverse partners in de stad. Hiervoor is deze subsidieregeling opgesteld.
Artikel 1: begripsomschrijvingen
Een combinatiefunctionaris is een professional in dienst bij een werkgever en welke zijn functie uitvoert in het kader van de bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties van 19 juni 2018. In deze bestuurlijke afspraken is opgenomen dat de combinatiefuncties worden ingezet voor de volgende doelstellingen:
Een leven lang inclusief sporten, bewegen en beoefenen van culturele activiteiten mogelijk maken, met inhoudelijke focus (maar niet uitsluitend) op:
Inzetten op groepen mensen die belemmeringen ervaren bij het georganiseerde/formele en niet-georganiseerde/non-formele sporten en bewegen en beoefenen van culturele activiteiten, die te maken hebben met iemands leeftijd of levensfase, gender, fysieke of mentale gezondheid, etnische/sociale achtergrond, seksuele geaardheid, financiële situatie of sociale positie.
De gemeente Rotterdam vindt het belangrijk dat iedereen moet kunnen sporten en bewegen op zijn of haar niveau. Dit is niet vanzelfsprekend voor iedere Rotterdammer. Er zijn groepen Rotterdammers die achterblijven in de sport- en beweegdeelname. De combinatiefunctionarissen zetten zich in om deze groepen Rotterdammers in beweging te krijgen. In dit artikel wordt specifiek benoemd om welke groepen Rotterdammers dit gaat en waar de activiteiten van combinatiefunctionaris zich op richten.
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten, die bijdragen aan het duurzaam in beweging krijgen of het duurzaam aan het sporten krijgen van Rotterdammers die achterblijven in sport- en beweegdeelname en in aanvulling hierop het in beweging houden van deze Rotterdammers.
Deze activiteiten kunnen bijvoorbeeld zijn: het begeleiden van mensen naar sport- en beweegaanbod, het organiseren van activiteiten waarbij mensen kennismaken met het sport- en beweegaanbod en hier duurzaam gaan sporten en bewegen of het opstarten van een nieuwe activiteit die na de opstart door de combinatiefunctionaris blijft bestaan zonder inzet van de combinatiefunctionaris. Het is ook mogelijk innovatieve projecten op te starten om de groepen Rotterdammers naar sport en bewegen toe te leiden.
Het duurzaam sporten of bewegen houdt in dat de Rotterdammer regelmatig sport of beweegt:
minimaal 2 x per maand gedurende 9 maanden of langer.
Het kan voorkomen dat Rotterdammers worden toegeleid en gaan deelnemen aan ongeorganiseerd sporten. Dit wil zeggen dat zij niet lid worden van een vereniging of commerciële sportaanbieder, maar dat zij aansluiten bij een wandelgroep of met een groep een ruimte of sportveld huren om hier wekelijks te sporten en te bewegen. Deze vorm van sporten of bewegen wordt niet georganiseerd door een derde partij. Het in beweging houden van deze Rotterdammers is een aanvulling op het toeleiden van de Rotterdammer naar dit in sport- en beweegaanbod. Bijvoorbeeld het op incidentele basis contact hebben met de groep en hen waar nodig ondersteunen om te blijven bewegen.
De groep ouderen en kwetsbare volwassenen met een afstand tot bewegen is een moeilijk te definiëren groep. Het gaat om volwassenen en ouderen (65+) waarvoor het niet vanzelfsprekend is dat zij sporten en bewegen als gevolg van de leeftijd of levensfase, gender, fysieke of mentale gezondheid, etnische/sociale achtergrond, seksuele geaardheid, financiële situatie of sociale positie. Bijvoorbeeld volwassenen met een klein sociaal netwerk of eenzaamheid, het ontbreken van een startkwalificatie (diploma havo, vwo, mbo-niveau 2 of hoger), een laag inkomen, volwassenen in de bijstand of met schulden, statushouders, volwassenen met gezondheidsproblemen, obesitas.
Er wordt geen subsidie verstrekt aan een natuurlijk persoon, ZZP’er, eenmanszaak of commerciële organisatie.
Het staat de subsidieaanvrager vrij om de combinatiefunctionaris in dienst te nemen op basis van een contract (al dan niet tijdelijk) of om de combinatiefunctionaris in te huren voor het uitvoeren van de activiteiten.
Artikel 5: Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
De subsidie dient uitsluitend ter dekking van de loonkosten van de combinatiefunctionaris. Het is geen bijdrage in de structurele organisatiekosten van de aanvragende organisatie(s). Indirecte kosten zoals reiskosten, huisvestingskosten, kosten van de aanschaf van sportmateriaal en kledingkosten zijn uitgesloten.
De subsidie is niet bestemd voor het bekostigen van reguliere werkzaamheden van een sport- en beweegaanbieder zoals het aanbieden van structureel sport- en beweegaanbod, deelname aan het bestuur van een vereniging, de uitvoering van de functie van een verenigingsmanager, ledenwerving, etc.
Artikel 6: Hoogte van de subsidie
Vanuit de rijksregeling geldt een normbedrag van € 50.000 per fte op jaarbasis. Dit normbedrag wordt aangehouden binnen de gemeente. De gemeente ontvangt middelen van het Rijk om 40% van het normbedrag te financieren. Dit is € 20.000 per fte en wordt beschikbaar gesteld door middel van deze subsidieregeling.
Van de aanvragende organisatie wordt per fte cofinanciering verwacht voor de resterende 60% van het normbedrag. Dit is € 30.000. Deze cofinanciering kan een eigen bijdrage of een externe bijdrage zijn. Dit bedrag dient opgenomen te zijn in de begroting bij de aanvraag.
Als de subsidie van de loonkosten voor een deeltijdfunctie is bestemd, worden de bedragen en daarmee ook de subsidie verlaagd naar rato van de deeltijdfunctie.
In plaats 1 fte wordt er subsidie aangevraagd voor 0,7 fte op jaarbasis. Het normbedrag voor 0,7 fte is € 35.000,- (0,7 x € 50.000,-).
Het maximale subsidiebedrag per 0,7 fte is € 14.000,- (0,7 x € 20.000,-).
De cofinanciering is € 21.000,- (0,7 x € 35.000,-).
Het uitgangspunt is, is dat de combinatiefunctionaris werkzaam is op een uitvoerend niveau. Dit komt overeen met de volgende opleidingsniveaus:
Mbo-niveau 3/4: De functionaris op mbo-niveau 3/4 heeft een uitvoerende rol. Hij/zij verzorgt de praktische uitvoering van de activiteiten in de wijk of hij/zij draagt zorg voor een passende inhoud van het uit te voeren project (of projecten), passend bij de sectoren en de mensen waar hij/zij mee en voor werkt.
Indien de subsidieaanvrager een combinatiefunctionaris inzet met een hoger opleidingsniveau en/of hogere loonkosten, dienen deze extra kosten door de aanvrager zelf gefinancierd te worden.
Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt per jaar een subsidieplafond van € 506.800,-. Dit komt overeen met 25,34 fte.
Artikel 8: Wijze van verdeling
Het uitgangspunt is, is dat bij de verdeling van de subsidie de kwaliteit van de inzet van de combinatiefunctionaris voorop staat. Daarom worden de subsidies beoordeeld op verschillende onderdelen. Per onderdeel is een maximaal puntenaantal te behalen. Hieronder wordt toegelicht waar per onderdeel naar wordt gekeken.
Bij het beoordelen van de mate waarop de activiteiten bijdragen aan het duurzaam in beweging krijgen of het duurzaam aan het sporten krijgen van Rotterdammers die achterblijven in sport- en beweegdeelname wordt rekening gehouden met de volgende aspecten:
Bij het beoordelen van de mate waarin de activiteiten aansluiten op de behoefte van de Rotterdammers wordt er rekening gehouden met de volgende aspecten:
Bij de beoordeling van de mate van samenwerking met sport en beweegaanbieders wordt er rekening gehouden met:
Bij de beoordeling van de mate waarin de activiteiten aanvullend zijn op het bestaande aanbod wordt er rekening gehouden met de huidige aanwezige activiteiten in een wijk of gebied en of de inzet van de combinatie-functionaris anders of aanvullend is. Er dient voorkomen te worden dat de inzet of activiteiten van de combinatiefunctionaris concurrerend zijn met de inzet of activiteiten van andere organisaties in een wijk of gebied.
De combinatiefunctionaris dient een bijdrage te leveren aan lokale opgaven anders dan het stimuleren van sporten en bewegen. Hierbij wordt sporten en bewegen als middel in gezet voor bijvoorbeeld het bevorderen van de participatie, het versterken van de leefbaarheid in de stad of het verbeteren van welzijn of gezondheid. Om dit te bereiken is samenwerking met en duurzame verbindingen tussen sport- en beweegaanbieders, onderwijs, bso/kinderopvang, welzijn, zorg, gezondheid, bedrijven en andere partijen in de wijk van belang.
Bij de beoordeling hiervan wordt er rekening gehouden met:
Bij de rangschikking van de aanvragen wordt eerst gekeken naar de kwaliteit van de aanvraag op basis van het totaal aantal gescoorde punten. Daarnaast wordt er rekening gehouden met evenredige spreiding over doelgroepen als bedoeld in artikel 4, tweede lid onder a (artikel 3, tweede lid) en een evenredige spreiding over de stad.
Om te voorkomen dat het merendeel van de combinatiefunctionarissen worden ingezet op één van de vier doelgroepen of dat de inzet van de combinatiefunctionaris geconcentreerd is in één gebied in Rotterdam, wordt er rekening gehouden met de spreiding over de doelgroepen en over de gebieden. Bijvoorbeeld: er zijn drie subsidieaanvragen ontvangen voor een combinatiefunctionaris die zich inzet voor kinderen tot 6 jaar in Kralingen en één aanvraag voor deze groep in Feijenoord. Eerst worden de aanvragen beoordeeld en gerangschikt naar het puntenaantal. Vervolgens wordt er gekeken naar de spreiding over de gebieden. Hierdoor is het mogelijk dat als er meer fte wordt aangevraagd dan beschikbaar is, de subsidieaanvraag in Feijenoord wordt toegekend, ondanks dat het puntenaantal lager is dan één van de aanvragen in Kralingen en dat één van de aanvragen in Kralingen met de laagste score wordt afgewezen.
Informatie en cijfers over Rotterdam en de inwoners van Rotterdam vindt u bijvoorbeeld op:
Rotterdam in Cijfers: https://rotterdam.buurtmonitor.nl/. Op deze site staat informatie (feiten en cijfers) over verschillende beleidsthema’s. De informatie is beschikbaar op gemeenteniveau, op gebiedsniveau of op buurtniveau.
De Wijkprofielen van Rotterdam: https://wijkprofiel.rotterdam.nl/nl/2018/rotterdam. Het Wijkprofiel is de thermometer voor de stad en laat zien hoe de 14 gebieden en 71 wijken ervoor staan op sociaal en fysiek gebied en qua veiligheid.
U kunt ook informatie opvragen bij de sportregisseurs van het Sportbedrijf Rotterdam over de samenstelling van inwoners in een wijk en welk sport- en beweegaanbod in een wijk aanwezig is.
Artikel 10: Beoordeling van de aanvraag
Het college laat zich adviseren door Stichting Rotterdam Sportsupport en Sportbedrijf Rotterdam B.V. over de mate waarin de subsidieaanvraag voldoet aan artikel 4 en artikel 9. Beide partijen hebben kennis over de Rotterdammer, het sport- en beweegaanbod en de ontwikkelingen in Rotterdam met betrekking tot sport en bewegen.
Dit advies wordt meegenomen in de uiteindelijke boordeling van de aanvragen. Het college neemt het besluit over het wel of niet subsidiëren van de aanvrager.
Aanvragers maken gebruik van het aanvraagformulier dat op de website van de gemeente beschikbaar is gesteld.
Naast het ingevulde aanvraagformulier levert de aanvrager ook een begroting aan van alle kosten die met de combinatiefunctionaris samenhangen inclusief de cofinanciering en een functiebeschrijving van de combinatiefunctionaris.
Een functieomschrijving is een eenduidige beschrijving van het takenpakket van de medewerker. Hierin is minimaal opgenomen:
Als voor het aantal aangevraagde fte meerdere combinatiefunctionarissen worden ingezet met een andere functie of functieprofiel, levert de subsidieaanvrager voor de verschillende functies de verschillende functieprofielen aan.
Het budget voor deze subsidieregeling bestaat uit middelen die vanuit het Rijk beschikbaar worden gesteld aan de gemeente. Het Rijk monitort jaarlijks de voortgang en de inzet van de combinatiefunctionarissen met een aantal indicatoren. Het gevraagde overzicht met prestatieafspraken en bereikte prestaties is niet bestemd om de subsidie te verantwoorden, maar voor de verantwoording van de gemeente aan het Rijk.
Instellingen, die een subsidie van gemeente Rotterdam ontvangen, mogen alleen met vrijwilligers werken die een geldige Verklaring Omtrent Gedrag hebben. Zo'n verklaring (de VOG) wordt afgegeven via de gemeente waarin de vrijwilliger woont.
De regeling is ervoor om jeugdigen en kwetsbare personen te beschermen. Als een subsidieaanvrager vindt dat een VOG niet nodig is kan in de subsidieaanvraag om een ontheffing gevraag worden. Dit moet dan wel met goede redenen zijn. Dit kan bijvoorbeeld als het soort vrijwilligerswerk geen risico's met zich meebrengt. Denk bijvoorbeeld het bezorgen van een wijkkrantje voor een evenement. De accounthouder neemt daarover een beslissing. De accounthouder is degene die boven in de brief van de beschikking staat genoemd.
De subsidieaanvrager draagt bij aan de versterking van de competenties van de combinatiefunctionaris, bijvoorbeeld door middel van coaching of deelname aan netwerkbijeenkomsten voor de combinatiefunctionarissen.
Rotterdam zet zich in voor een gezonde medemens en tracht dit doel onder meer te bereiken door een gezonde omgeving te creëren die bijdraagt aan een gezonde leefstijl.
Door met partijen een gezamenlijke beweging in gang te zetten en onze krachten te bundelen wordt ernaar gestreefd dat zoveel mogelijk Rotterdammers worden gestimuleerd tot een gezonde keuze van eten en drinken.
Binnen de rol van combinatie functionaris is er sprake van een voorbeeldfunctie. Het eigen gedrag en het uitstralen van de juiste boodschap tijdens zijn/haar werkzaamheden zijn van belang bij bewustwording van een gezonde leefstijl bij participanten.
Voor meer informatie verwijzen wij u naar het nationaal Preventieakkoord, het Rotterdams Preventieakkoord, de Alliantie Kindermarketing, richtlijnen gezonde eetomgeving van Jongeren Op Gezond Gewicht en het Voedingscentrum voor informatie over gezonde voeding en een inspiratielijst.
Vanuit de rijksregeling zijn er middelen beschikbaar gesteld voor de inzet van combinatiefunctionarissen. Dit is vastgelegd in de bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties van 19 juni 2018. De huidige bestuurlijke afspraken hebben een looptijd van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2022.
Dit gemeenteblad 2019, nummer 170, is uitgegeven op 5 december 2019 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)