Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Nota Bodembeheer Gemeente Amsterdam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota Bodembeheer Gemeente Amsterdam
CiteertitelNota Bodembeheer Gemeente Amsterdam
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 44 van het Besluit bodemkwaliteit
  2. artikel 108 van de Gemeentewet
  3. artikel 147, tweede lid, van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, bijlage 1, 2, 2a, 3, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14

09-11-2023

gmb-2023-496543

16-11-202201-01-2024aanhef, hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, bijlage 1, 2, 3, 3A, 4, 5, 6A, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14

01-11-2022

gmb-2022-499071

11-12-201916-11-2022nieuwe regeling

07-11-2019

gmb-2019-299620

nr. 277/1832

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota Bodembeheer Gemeente Amsterdam

De gemeenteraad van Amsterdam

 

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 10 september 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1832);

Gelet op:

  • -

    artikel 44 van het Besluit Bodemkwaliteit;

  • -

    artikel 108, jo. artikel 147, lid 2 van de Gemeentewet,

 

Besluit:

 

  • 1)

    Tot vaststelling van het Amsterdamse bodembeleid zoals verwoord in de Nota Bodembeheer en het intrekken van de op 10 december 2013 vastgestelde Nota. De belangrijkste wijzigingen in de Nota Bodembeheer zijn:

    • a.

      De geactualiseerde bodemkwaliteitskaart;

    • b.

      Uitbreiding beheergebied bodemkwaliteitskaart door samenwerking met buurgemeenten;

    • c.

      Lood: Verbeteren communicatie over lood, onderzoek naar lood in kinderspeelplaatsen, aangepaste normering en toetsing bij nieuwbouw;

    • d.

      Toevoeging Bodemfunctie ‘wonen met siertuin’;

  • 2)

    Kennis te nemen van de zienswijzen en de nota van beantwoording. De zienswijzen hebben geleid tot tekstuele verbeteringen en een toezegging van de gemeente dat de bodemkwaliteitskaart sneller dan wettelijk noodzakelijk opnieuw wordt herzien.

Nota Bodembeheer Gemeente Amsterdam

Beleidskader voor grondverzet en bodemsanering

 

Voorwoord  

[vervallen]

 

Samenvatting  

[vervallen]

 

1 Inleiding

[vervallen]

2 Het Amsterdamse bodembeleid

[vervallen]

3 Wanneer moet bodemonderzoek gedaan worden?

[vervallen]

 

 

4 Toepassen van grond en bagger

 

[vervallen]

5 Saneringsaanpak, projectmatige ontgraving en herschikken

[vervallen]

6 Situatie beheergebied en gemeentelijke grondbalans

[vervallen]

7 Werkwijze opstellen bodemkwaliteitskaart

[vervallen]

 

Opstellen van een bodemfunctiekaart

Bij het opstellen van de bodemfunctiekaart is zoveel mogelijk gekeken naar het huidige bodemgebruik in (deel)gebieden. (Deel)gebieden zijn bijvoorbeeld een buurt, wijk of ander aaneengesloten gebied, niet een afzonderlijk perceel. Het overheersende gebruik van de bodem bepaalt de functie van zo’n gebied. Wordt er zowel gewoond als gewerkt en is geen van deze functies overheersend, dan is de meest gevoelige functie (in dit geval wonen) bepalend. Een uitzondering is gemaakt voor boerenerven in landelijk Noord, die een substantieel deel uitmaken van het landelijk gebied. Daarom is besloten de erven apart weer te geven als functie Wonen.

 

Gevoelige gebieden

Sommige gebieden in de kaart hebben de functie ‘Landbouw/natuur’ vanwege de kwetsbaarheid voor bodemverontreiniging. Niet alleen landelijk gebied of natuur als zodanig gelden als gevoelig gebied, maar ook andere gebieden waar bodemverontreiniging al snel risico’s kan opleveren voor mensen, dieren of gewassen. Denk bijvoorbeeld aan volkstuin- en schooltuincomplexen en ecologisch waardevolle plekken. Volgens het generiek beleid dient aan te brengen (of te hergebruiken) grond op de gevoelige bodemfunctie Landbouw/natuur altijd aan de Achtergrondwaarde te voldoen. De bestaande bodemkwaliteit in deze gebieden voldoet in de meeste gevallen aan die Achtergrondwaarde, dus die eis heeft geen ingrijpende gevolgen voor het lokale grondverzet. De betreffende gebieden zijn weergegeven in Bijlage 2A.

 

De functieklassen Wonen en Industrie

Er is voor gekozen om alle gebieden met woondoeleinden in te delen in de functieklasse Wonen, ook al hebben mensen er soms nauwelijks direct bodemcontact (bijvoorbeeld appartementen zonder tuin). Stadsparken en sportvelden vallen vanwege hun recreatieve betekenis ook onder Wonen, behalve als ze ecologisch waardevol zijn, of onderdeel uitmaken van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS), tegenwoordig Natuurnetwerk Nederland (NNN) genoemd. In dat geval vallen ze onder Landbouw/natuur.

Bedrijventerreinen, rijkswegen, provinciale- en hoofdverkeerswegen en de bodem onder spoorwegen of rangeerterreinen (inclusief bermen) zijn ingedeeld onder de functieklasse Industrie. Overige infrastructuur staat, vanwege het beperkte detailniveau van de bodemfunctiekaart, niet op de kaart ingetekend, maar valt eveneens onder Industrie.

 

De bodemkwaliteitskaart

 

Op de bodemkwaliteitskaart staat een aantal zones (gebieden) ingetekend. Een zone staat voor een bepaalde gemiddelde bodemkwaliteit in dat gebied, met een (gemiddeld) gehalte aan gemeten stoffen. Deze zonering van gebieden zegt dus iets over de globale kwaliteit van de lokaal bestaande c.q. ‘ontvangende bodem’.

 

De bodemkwaliteitskaart is eigenlijk een verzameling van kaarten:

  • De bodemkwaliteitskaart, met de bodemkwaliteitsklassen van de ontvangende bodem (gebaseerd op het gemiddelde gehalte in een zone);

  • De ontgravingskaart, met de bodemkwaliteitsklassen bij ontgraven (gebaseerd op de P80-waarde 18 in een zone)

  • De toepassingskaart, waarop de bodemfunctie en bodemkwaliteit samen de toepassingseis in het gebied bepalen.

 

Bodemkwaliteitszones en dieptetrajecten

De bodemkwaliteitskaart van Amsterdam heeft 7 zones, die zijn gebaseerd op bodemkwaliteit en ophooggeschiedenis. De bodemkwaliteit in een zone stelt bepaalde eisen aan het grondverzet op een locatie en aan de kwaliteit van de grond die erop mag worden aangebracht. Die ‘toepassingseisen’ zijn mede afhankelijk van de lokale bodemfunctie. Binnen één bodemkwaliteitszone liggen soms meerdere bodemfuncties, die elk een ander beschermingsniveau vereisen - een eigen toepassingseis hebben. De 7 zones staan beschreven in Tabel 2.2. Zie voor de zonekaart en bodemkwaliteitskaart resp. Bijlage 3A en 3B.

 

Belangrijke observatie is dat de zones 4, 5, 6 en 7 in de kaart allemaal een gemiddelde bodemkwaliteit hebben die boven de norm voor Industrie ligt. Waarom zijn die zones dan niet samengevoegd in één zone? De indeling in zones is gemaakt vanwege een hoog gehalte aan bepaalde stoffen in de bodem. Samenvoegen van zones zou bijvoorbeeld betekenen dat een hoog gemiddelde aan stof X in zone 4 zou worden ‘weggemiddeld’ met de wellicht lagere gehalten van X in de zones 5, 6 en 7. Dat zou lokaal een vertekend beeld opleveren van de feitelijke situatie.

 

De bodemkwaliteitskaart is een kaart met drie kaartlagen of ‘dieptetrajecten’:

  • Kaart van de toplaag (0-0,5 meter beneden maaiveld);

  • Kaart van de diepere bodemlaag (0,5-2,0 meter beneden maaiveld);

  • Kaart van het oorspronkelijk maaiveld onder de ophooglaag (meestal > 2,0 meter beneden maaiveld).

De kaart (dieptetraject) oorspronkelijkmaaiveld geldt ook voor gebieden die nooit zijn opgehoogd. Heeft een gebied een ophooglaag dikker dan 2 meter, dan geldt vanaf 2 meter het dieptetraject oorspronkelijk maaiveld. Over het algemeen is dat dieptetraject schoner dan de ophooglaag.

 

Ontgravings- en toepassingskaart

De zogeheten ‘ontgravingskaart’ geeft een beeld van de kwaliteit van vrijkomende grond bij ontgraven (Bijlage 3C, 3 dieptetrajecten). Die kwaliteit wordt op basis van de P80-waarde bepaald en is dus betrouwbaarder dan een gemiddelde kwaliteit. Vervolgens geeft de ‘toepassingskaart’ aan welke kwaliteit grond in een bepaalde zone mag worden toegepast (Bijlage 3D).

 

Wat valt niet onder de bodemkwaliteitskaart?

De bodemkwaliteitskaart doet alleen een uitspraak over de ‘diffuse’ bodemkwaliteit. De kaart zegt dus iets over de algemene gemiddelde kwaliteit van een zone, op basis van het (historisch) gebruik van de bodem en gedane ophogingen (zoals de oudstedelijke ophooglaag). De kaart geeft dus geen informatie over lokale puntbronnen van verontreiniging en verdachte locaties. Voorafgaand aan het gebruik van de bodemkwaliteitskaart moet altijd een ‘puntbronnencheck’ worden uitgevoerd. Zie ook par. 3.2.

 

Voor verdachte gebieden - en dus geen onderdeel van de bodemkwaliteitskaart - moet bij ontgraven eerst de kwaliteit van de grond worden onderzocht. Ook bij het toepassen van grond in deze gebieden moet eerst een bodemonderzoek van de ontvangende bodem worden gedaan. Op de ontgravingskaart (Bijlage 3C) staan de grijze gebieden voor deelgebieden waarin eerst bodemonderzoek moet worden gedaan voordat die grond elders mag worden toegepast. Bij graafwerk binnen saneringslocaties moet het ontgraven en toepassen van grond passen binnen het saneringsplan, de BUS-melding of de nazorgbeschikking.

 

Gegevensverzameling en –verwerking

 

Selecteren beschikbare gegevens

Voor de nieuwe bodemkwaliteitskaart zijn bodemgegevens gebruikt uit het bodeminformatiesysteem Nazca. De laatste jaren zijn vooral de gegevens met een onderzoeksdatum van na 1 januari 2016 toegevoegd. Voor het opstellen van de bodemkwaliteitskaart zijn de volgende typen bodemonderzoeken, geselecteerd:

 

  • Onderzoeken die niet als aanleiding hebben: een calamiteit, vermoeden van- of melding van verontreiniging;

  • Onderzoeken van de volgende typen: Avr (aanvullend), Brf (brief), Fax, Indicatief onderzoek, Nul- of eindsituatieonderzoek, Oriënterend onderzoek, Verkennend onderzoek.

 

(Meng)monsters met locatiespecifieke verontreinigingen (zoals bijvoorbeeld minerale olie bij tankstations) zijn niet meegenomen, evenals verontreinigingen veroorzaakt door bodemvreemd materiaal (sintels, slakken en dergelijke). Ook gegevens van vóór 2016 zijn meestal niet meegenomen, omdat ze geen betrouwbaar beeld meer geven. Slechts op enkele plekken waarvan geen nieuwere bodemgegevens bestaan en waar geen bouwactiviteiten hebben plaatsgevonden, zijn nog oude gegevens gebruikt. Het gaat om bijvoorbeeld de Oostelijke Eilanden, de Noorderbegraafplaats, de Wilmkebreekpolder, de Noorder IJplas en de kinderboerderij aan het Overbrakerpad.

 

Dataset bodemkwaliteitskaart

Uit bovenstaande selectie van bodemonderzoeken zijn de (meng)monsters verzameld voor de berekeningen die aan de bodemkwaliteitskaart ten grondslag liggen. Het totaal aan onderzoeksgegevens (de zogeheten ‘dataset’) is ingevoerd in een GIS-programma (QGIS) en gelinkt aan de zones uit de voorgaande bodemkwaliteitskaart. De (meng)monsters zijn daarbij toegedeeld aan de drie (in paragraaf 7.4 beschreven) bodemlagen: de laag van 0 tot 0,5 m-mv, de laag van 0,5 tot 1,0 m-mv, de laag van 1,0 tot 2,0 m-mv en de laag dieper dan 2,0 m-mv.

De statistische berekeningen (gemiddelden, percentielwaarden) staan vermeld in Bijlage 4. De bodemkwaliteits-kaart en statistische kentallen van de openbare weg staan in Bijlage 5.

 

Vergelijking met de voorgaande bodemkwaliteitskaart

Na analyse van de geactualiseerde dataset (met gegevens van de laatste vijf jaar) moest worden geconcludeerd dat sommige gebieden tegenwoordig in een sterker verontreinigde kwaliteitsklasse vallen dan in de vorige bodemkwaliteitskaart. Een groot deel van Zuidoost is van zone 1 naar zone 2 gegaan. In Noord vallen delen van Tuindorp-Oostzaan nu in zone 7 (eerst 3). Een deel van West en de Watergraafsmeer is van 2 naar 3 verschoven. Nieuw in de kaart van 2022 is Weesp, sinds april 2022 onderdeel van de gemeente Amsterdam. Het grootste deel van Weesp, het landelijk gebied, is schoon en valt in de kwaliteitsklasse Landbouw/natuur (zone 1). De jongere woonwijken vallen in zone 2 en het oude centrum is sterk verontreinigd en valt in zone 5. De boerenerven vallen in zone 3.

 

Definitieve gebiedsindeling

 

De bevindingen uit par. 7.5 hebben ertoe geleid om de indeling in zones aan te passen, omdat voor sommige gebieden de bodemkwaliteit is veranderd ten opzichte van de gegevens in 2019. De nieuwe zone-indeling is gebaseerd op de huidige bodemkwaliteit, waarbij deelgebieden met een gelijke kwaliteit en bodemopbouw zijn samengevoegd. Gebieden die voldoen aan de Achtergrondwaarde zijn ingedeeld in zone 1. In onderstaande Tabel 7.1 staat de definitieve zone-indeling van de bodemkwaliteitskaart 2022.

 

Tabel 7.1Definitieve zone-indeling BKK 2022

Zone

Bodemkwaliteitsklasse bovengrond 2022

Toelichting

1

Landbouw/natuur

Naoorlogse en jonge woonwijken, volkstuinparken, polders Osdorp, havengebied Westpoort, landelijk gebied Weesp

2

Wonen

Naoorlogse woonwijken, volkstuinparken en delen landelijk gebied (Noord) en Zuidoost

3

Industrie

Vooroorlogse woonwijken Noord, Bos en Lommer, de Baarsjes, Sloterdijk, lint-bebouwing Osdorp en Weesp, Rivierenbuurt, Watergraafsmeer

4

>Interventiewaarde

Grachtengordel, oude binnenstad, Oostelijke Eilanden en Kadijken

5

>Interventiewaarde

Oude industriegebieden langs de IJ-oevers (oa NDSM-terrein), sportpark de Schinkel, oude dorpskern en industriegebied Weesp

6

Industrie

Oud-West, Oud-Zuid, de Pijp, Oost, Schinkel- en Hoofddorppleinbuurt, Nieuwendammerham en Schellingwoude, gebied Jollenpad

7

>Interventiewaarde

Brettenzone, delen Kadoelen, delen Overhoeks

A openbare weg

Landouw/natuur

Naoorlogse wijken Nieuw-West, Buitenveldert,Zuidoost, IJburg, delen Noord, Watergraafsmeer en Weesp

B openbare weg

Wonen

West, Oud-Zuid, naoorlogse gebieden Noord, Oostzanerwerf, delen Oost en Watergraafsmeer, Driemond

C openbare weg

Industrie

Vooroorlogse wijken Noord, Oud-Zuid, de Pijp, Westpoort, landelijk gebied Weesp

D openbare weg

Industrie

Grachtengordel en oude binnenstad, Oud-West, Staatsliedenbuurt, deel Nieuwendam, IJ-oevers, deel Kadoelen, landelijk Noord, Brettenzone, Sloten, oude kern Weesp

 

8 Meldingsprocedures ontgraven, transport en toepassen van grond

[vervallen]

9 Bodeminformatie en procedures

[vervallen]

10 Toezicht en handhaving

[vervallen]

 

11 Terminologie

[vervallen]

Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd

in zijn vergadering op 7 november 2019.

De plv. voorzitter

Rik Torn

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Bijlage 1 Risico’s gebiedsspecifiek beleid

[vervallen]

Bijlage 2 De bodemfunctiekaart

[vervallen]

Bijlage 3 De bodemkwaliteitskaart

[vervallen]

Bijlage 3A t/m 3D Kaarten BKK

 

3A Zonekaart

3B Bodemkwaliteitskaart op basis van gemiddelde per zone (3 dieptetrajecten)

3C Ontgravingskaart op basis van 80-percentielwaarde (3 dieptetrajecten)

3D Toepassingskaart (alle lagen)

 

Bijlage 4 Berekende statistische kentallen

 

De berekening van de heterogeniteitsindex is (P95-P5)/(I-landbouw/natuur)

 

 

Bijlage 5 Bodemkwaliteitskaart van de openbare weg

 

Bijlage 5A Berekende statistische kentallen van de openbare weg

 

 

Toelichting:

De bodemkwaliteitskaart van de openbare weg is op dezelfde manier samengesteld als de ‘gewone’ bodemkwaliteitskaart. Echter de zone-indeling is anders bepaald, gezien het feit dat criteria als functie en bodemopbouw hier niet gelden. De bodem onder de openbare weg is op een andere manier opgebouwd, met onder andere een funderingslaag en een laag goed verdichtbaar zand. Wegen zijn vaak veel later aangelegd dan de periode waarin de wijk is opgebouwd. De bodemonderzoeken laten zien dat de bodemkwaliteit in veel straten schoner is dan in de omringende percelen. Ook is te zien dat de gemiddelde kwaliteit in oudere wijken slechter is dan in nieuwere wijken, ophooggeschiedenis is daarom zeker een criterium. De aangetroffen verontreinigingsgraad en ophooggeschiedenis zijn als belangrijkste criteria gebruikt voor het indelen van de kaart van Amsterdam in bodemkwaliteitszones.

Uit de berekeningen en toetsing blijkt dat de openbare wegen van Amsterdam in vier verschillende zones onderverdeeld kunnen worden, namelijk een zone met grond die gemiddeld voldoet aan de kwaliteitsklasse landbouw/natuur (zone A), een zone die voldoet aan kwaliteitsklasse wonen (zone B) en twee zones die voldoen aan de kwaliteitsklasse industrie (zones C en D). De zones C en D verschillen van elkaar op meerdere vlakken. Zone C betreft de vooroorlogse wijken in Noord, Oud-Zuid, de Pijp, Westpoort en het landelijk gebied van Weesp. Hier valt de grond in de kwaliteitsklasse industrie, maar de kwaliteit is qua verontreiniging redelijk homogeen. De laag vanaf 2 m-mv voldoet aan kwaliteitsklasse wonen.

Zone D betreft de grachtengordel en oude binnenstad en de oudere vooroorlogse wijken in de rest van de stad. Maar ook landelijk Noord, de Brettenzone, Sloten en de oude kern van Weesp vallen onder zone D. Alle lagen vallen in kwaliteitsklasse industrie. De zone is qua verontreiniging erg heterogeen, er is schone grond aanwezig, maar ook op veel plaatsen sterk verontreinigde grond.

Bijlage 6 Achtergronden toepassen baggerspecie

[vervallen]

Bijlage 7 Toepassen chloridehoudende grond

[vervallen]

Bijlage 8 Asbest

[vervallen]

Bijlage 9 Natuurwaardenkaart (versie 2016)

[vervallen]

Bijlage 10 Kaart met vooroorlogse en naoorlogse gebieden

[vervallen]

Bijlage 11 Arseen in grondwater

[vervallen]

Bijlage 12 Folder “Let op Lood!”

[vervallen]

Bijlage 13 Meldingen tijdens uitvoeringsperiode sanering

[vervallen]

Bijlage 14 Gebruik van de bodemkwaliteitskaart bij CROW400

[vervallen]


18

De P80-waarde (of 80-percentielwaarde) is de waarde waarbij 80% van de waarnemingen een waarde vertoont die onder die waarde ligt. De P80-waarde geeft een betrouwbaarder beeld van de bodemkwaliteit op een locatie dan alleen het gemiddelde van de waarnemingen. Daardoor treedt bij ontgraven minder snel ongewenste vermenging van schone en minder schone grond op.