Organisatie | Woerden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de raad van Woerden houdende regels voor de maatschappelijke ondersteuning (Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Woerden 2020) |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Woerden 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen.
artikel 147 van de Gemeentewet
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-05-2023 | art.8 | 20-04-2023 | |||
01-01-2023 | 02-05-2023 | art. 8 | 13-10-2022 | ||
01-01-2021 | 01-01-2023 | art. 9 | 26-11-2020 | ||
02-05-2020 | 16-03-2020 | 01-01-2021 | 2 extra bepalingen ivm coronavirus | 23-04-2020 | |
01-01-2020 | 02-05-2020 | Nieuwe regeling | 04-12-2019 |
De raad van de gemeente Woerden;
gelezen het voorstel d.d. 29 oktober 2019 van:
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;
Gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.4a, 2.1.4b, 2.1.6, en 2.6.6 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en artikel 147 van de Gemeentewet
de “Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Woerden 2020” vast te stellen.
In verband met het coronavirus is het volgende - geldend vanaf 16 maart 2020 - besloten:
1. Dat, bij hoge uitzondering een tijdelijke wijziging van de handelwijze, zoals beschreven onder 2 voor wat betreft de eis van ondertekening van de aanvraag/ondersteuningsplan door de aanvrager wordt geaccepteerd zodat de aanvraag in behandeling kan worden genomen;
2. Dat, indien ondertekening van het ondersteuningsplan niet mogelijk is, eerste als ondertekening wordt geaccepteerd een akkoord per e-mail, en als dat onmogelijk is, een telefonisch akkoord op de aanvraag/ het ondersteuningsplan als ondertekening wordt geaccepteerd, waarbij geldt dat het telefonisch akkoord per ommegaande schriftelijk aan de aanvrager wordt bevestigd in de beschikking, dan wel per brief.
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
gemeenschappelijke ruimte: gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorende tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van de cliënt of waar deze zijn hoofdverblijf heeft vanaf de toegang tot het woongebouw te bereiken. Hieronder begrepen ruimten voor gemeenschappelijk gebruik zoals een keuken of recreatieruimte;
maatwerkvoorziening: een op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang. Een maatwerkvoorziening wordt verstrekt door het college of door de cliënt zelf betrokken door middel van een pgb;
Artikel 2 Melding behoefte aan maatschappelijke ondersteuning
Het college bevestigt de ontvangst van een melding schriftelijk en wijst de cliënt op de mogelijkheid gebruik te maken van gratis cliëntondersteuning en op de mogelijkheid om gedurende zeven dagen na de melding een persoonlijk plan als bedoeld in artikel 2.3.2, tweede lid, van de wet te overhandigen. Als de cliënt daarom verzoekt, zorgt het college voor ondersteuning bij het opstellen van een persoonlijk plan.
Artikel 3 Vooronderzoek en indienen persoonlijk plan
Voor het gesprek verschaft de cliënt het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college en de cliënt voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De cliënt verstrekt in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Artikel 4 Onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren
Het college onderzoekt in samenspraak met de degene door of namens wie de melding is gedaan en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers dan wel zijn vertegenwoordiger en desgewenst familie, zo spoedig, doch uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van de melding. Het doel van het gesprek is in beeld brengen wat de cliënt wil bereiken ter vergroting van diens zelfredzaamheid, participatie en overige (leer)ambities in het kader van de wet. Om te beoordelen of de cliënt zijn doelen zelf, dan wel met hulp van derden dan wel met (tijdelijke) ondersteuning van het college kan bereiken, komen de volgende onderdelen in het gesprek aan de orde:
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals opgenomen in het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of te voorkomen dat hij een beroep moet doen op een maatwerkvoorziening;
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen of door samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te voorzien in de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning;
Het college geeft de cliënt dan wel diens vertegenwoordiger een verslag – al dan niet in de vorm van een ondersteuningsplan - van de uitkomsten van het onderzoek. Opmerkingen of latere aanvullingen van de cliënt worden aan het verslag dan wel/- ondersteuningsplan toegevoegd.
Artikel 8 Criteria voor een maatwerkvoorziening
Het college neemt het ondersteuningsplan, dan wel het verslag van het gesprek als bedoeld in artikel 4 van deze verordening, als uitgangspunt voor de beoordeling van een aanvraag om een (tijdelijke) maatwerkvoorziening die dient om het doel van de cliënt te bereiken ter vergroting van diens zelfredzaamheid, participatie en overige (leer)ambities in het kader van de wet.
Een cliënt komt in aanmerking voor een (tijdelijke) maatwerkvoorziening:
ter ondersteuning en bevordering van zijn zelfredzaamheid of participatie, voor zover hij dit naar het oordeel van het college nog niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg, hulp van andere personen uit zijn sociaal netwerk of hulp van informele organisaties dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan bewerkstelligen.
Een cliënt met psychische of psychosociale problemen en een cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg, hulp van andere personen uit zijn sociaal netwerk of hulp van informele organisaties dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 4 bedoelde onderzoek, en in lijn met het ondersteuningsplan, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid, participatie, het zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving blijven en het realiseren van een situatie waarin hij in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Een maatwerkvoorziening kan kortdurend worden verleend als de cliënt of de persoon die tot de leefeenheid behoort in staat is zich (nieuwe) vaardigheden eigen te maken. De maatwerkvoorziening is dan gericht op ontwikkeling, waaronder toeleiding naar algemene voorzieningen of voorliggende voorzieningen kan worden verstaan.
waarbij, voor zover van toepassing, rekening is gehouden met de in het derde lid gestelde voorwaarden betreffende het tarief onder welke de cliënt de mogelijkheid heeft om de betreffende diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen te betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk;
4. De hoogte van een pgb wordt als volgt vastgesteld:
Onverminderd de weigeringsgronden van de wet wordt geen maatwerkvoorziening verstrekt:
voor zover de aanvraag betrekking heeft op een maatwerkvoorziening die aan cliënt al eerder is verstrekt in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling en de normale afschrijvingstermijn van de maatwerkvoorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte maatwerkvoorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen, of tenzij cliënt geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten;
Geen woonvoorziening wordt verstrekt:
voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft, zoals trapliften, automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte;
Artikel 12 Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen en pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Artikel 13 Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogte dertien weken als er ten aanzien van de persoon aan wie het pgb is verstrekt een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 8.1.4, eerste lid, onder a, d of e, van de wet.
Artikel 15 Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en pgb’s
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Artikel 17 Verhouding prijs en kwaliteit levering maatwerkvoorziening door derden
Het college kan het eerste lid, onderdeel b, buiten beschouwing laten indien bij de inschrijving aan de derde de eis wordt gesteld een reële prijs voor de dienst te hanteren die gebaseerd is op hetgeen gesteld is in het tweede en derde lid. Daarover legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad.
Artikel 19 Jaarlijkse waardering mantelzorgers
Het college bepaalt bij nadere regeling waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat.
Artikel 20 Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen
Het college bepaalt bij nadere regeling, en in overeenstemming met het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, aan welke personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen, die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming kan worden verstrekt ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.
Artikel 22 Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval (de vertegenwoordigers van) degenen aan wie een maatwerkvoorziening of een pgb is versterkt, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.