Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent subsidies voor de aanschaf van uitstootvrije taxi’s (Subsidieverordening voor de aanschaf van uitstootvrije taxi’s in Amsterdam 2019-2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent subsidies voor de aanschaf van uitstootvrije taxi’s (Subsidieverordening voor de aanschaf van uitstootvrije taxi’s in Amsterdam 2019-2021)
CiteertitelSubsidieverordening voor de aanschaf van uitstootvrije taxi’s in Amsterdam 2019-2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling vervalt van rechtswege op 31 december 2021, dan wel eerder indien het subsidieplafond als bedoeld in artikel 7 van deze regeling is bereikt.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-12-2019nieuwe regeling

27-11-2019

gmb-2019-298177

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent subsidies voor de aanschaf van uitstootvrije taxi’s (Subsidieverordening voor de aanschaf van uitstootvrije taxi’s in Amsterdam 2019-2021)

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2019,

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

 

besluit de volgende verordening vast te stellen:

 

Subsidieverordening voor de aanschaf van uitstootvrije taxi’s in Amsterdam 2019-2021

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen

In deze subsidieverordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanschaf: het uitvoering geven aan een koopovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 7:1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), dan wel aan een rechtsgeldige leaseovereenkomst.

  • b.

    ASA 2013: de ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013’.

  • c.

    bedrijfsmatig gebruik: het gebruik van de uitstootvrije taxi(bus) ten behoeve van de primaire bedrijfsactiviteiten die de subsidieontvanger uitvoert.

  • d.

    BW: het Burgerlijk Wetboek.

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam.

  • f.

    concern: een economische eenheid waarin rechtspersonen onder centrale leiding organisatorisch zijn verbonden en waarbij de eenheid is gericht op een duurzame deelneming aan het economisch verkeer.

  • g.

    de-minimisverklaring: de verklaring waarin de aanvrager aangeeft of hij in het lopende en de twee direct voorafgaande belastingjaren reeds de-minimissteun heeft ontvangen, en zo ja, tot welk bedrag. Dit zoals bepaald in de De-minimisverordening.

  • h.

    De-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L 352 van 24.12.2013), met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen daarvan.

  • i.

    DET: datum van eerste toelating.

  • j.

    gebruikt: een uitstootvrije taxi(bus) geldt als gebruikt als: i). het voertuig reeds is geregistreerd voor gebruik op de openbare weg; ii). voor het voertuig reeds een kentekenbewijs is afgegeven; en iii). het voertuig voorafgaand aan de aanschaf eenmaal eerder op naam is gesteld dan wel eerder door een ander is geleased.

  • k.

    lease: zowel financiële lease, waarop de bepalingen van Boek 7, Titel 2b, Afdeling 1 BW van toepassing zijn, als operationele lease, waarop de bepalingen van Boek 7, Titel 4 BW van toepassing zijn.

  • l.

    niet-uitstootvrije motor: motor die is bedoeld voor de primaire aandrijving van het voertuig, zijnde een niet door een tractiebatterij of waterstof brandstofcel aangedreven motor.

  • m.

    nieuw: een uitstootvrije taxi(bus) geldt als nieuw als: i). voor het voertuig niet eerder een kentekenbewijs is afgegeven; en ii). het voertuig niet eerder geregistreerd is geweest om gebruikt te worden op de openbare weg en niet eerder op de openbare weg is gebruikt.

  • n.

    onderneming: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die een economische activiteit uitvoert, ongeacht de rechtsvorm of de wijze van financiering. Met uitzondering van onderdelen van de gemeente Amsterdam vallen hier tevens bestuursorganen onder.

  • o.

    startende taxionderneming: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon, als zodanig in het Handelsregister van de Kamer van koophandel is ingeschreven onder SBI-code 4932, die minder dan zes maanden voor het indienen van de aanvraag tot subsidie economische activiteiten uitvoert ten behoeve van de taxionderneming en niet beschikt over een niet-uitstootvrij taxi(bus).

  • p.

    taxi: een voor het vervoer van personen ontworpen en gebouwd motorvoertuig met ten minste vier wielen van categorie M1 of M2, zoals bedoeld in de richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007, die is ingericht voor het vervoer van personen tegen betaling, zoals bedoeld in de Wet personenvervoer 2000, en die blijkens het afgegeven kentekenbewijs en de inschrijving in het kentekenregister van de RDW een taxi is.

  • q.

    taxibus: een taxibus is een voor het vervoer ontworpen en gebouwd motorvoertuig met ten minste vier wielen die is ingericht voor het vervoer van personen tegen betaling, zoals bedoeld in de Wet personenvervoer 2000, met tenminste 7 zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en die blijkens het afgegeven kentekenbewijs en de inschrijving in het kentekenregister van de RDW een taxi is.

  • r.

    Taxxxipas: het bewijs dat een taxiondernemer met een Taxxxivergunning is aangesloten bij een TTO.

  • s.

    TTO: een in Amsterdam Toegelaten Taxiorganisatie.

  • t.

    uitstootvrije motor: motor die is bedoeld voor de primaire aandrijving van het voertuig door middel van een tractiebatterij of waterstof brandstofcel, zijnde een niet op enig andersoortige wijze aangedreven motor.

  • u.

    uitstootvrije taxi(bus): een equivalent van een taxi(bus) die middels een uitstootvrije motor wordt aangedreven.

Artikel 2 – Toepasselijkheid ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013’

De ASA 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieverordening uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3 – Doel subsidieverordening

Het doel van deze subsidieverordening is om de realisatie van de in het Actieplan Schone Lucht gestelde doelen voor uitstootvrij verkeer in Amsterdam, door de in Amsterdam opererende taxiondernemingen te stimuleren naar een overstap van een niet-uitstootvrij taxivoertuig naar een uitstootvrij taxivoertuig.

Artikel 4 – Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Het college kan een eenmalige subsidie verstrekken voor de aanschaf van een:

    • a.

      nieuwe uitstootvrije taxi(bus), mits deze door de aanvrager aantoonbaar en in voldoende mate als zodanig bedrijfsmatig binnen Amsterdam zal worden gebruikt;

    • b.

      gebruikte uitstootvrije taxi(bus), mits deze door de aanvrager aantoonbaar en in voldoende mate als zodanig bedrijfsmatig binnen Amsterdam zal worden gebruikt.

  • 2.

    Gedurende de looptijd kan op grond van deze subsidieverordening per aanvrager subsidie worden verkregen voor de aanschaf van maximaal vijf uitstootvrije taxivoertuigen. Als de aanvrager tot een concern behoort, geldt dit maximum voor het gehele concern.

Artikel 5 – Subsidiabele kosten

Subsidiabele kosten zijn de investeringskosten verbonden aan de aanschaf van de uitstootvrije taxi(bus).

Artikel 6 – Hoogte van de subsidie

Voor een activiteit als omschreven in artikel 4, eerste lid, van deze subsidieverordening, bedraagt de subsidie voor een aan te schaffen:

  • a.

    uitstootvrije taxi ten hoogste 20% van de aanschafprijs, met een maximum van € 3.000,00;

  • b.

    uitstootvrije taxibus ten hoogste 20% van de aanschafprijs, met een maximum van € 5.000,00.

Artikel 7 – Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, van deze subsidieverordening, bedraagt € 1.000.000,00 gedurende de looptijd van deze subsidieverordening.

Artikel 8 – De aanvrager

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een taxionderneming, als zodanig in het Handelsregister van de Kamer van koophandel ingeschreven onder SBI-code 4932, die:

    • a.

      de aan te schaffen uitstootvrije taxi(bus) gedurende ten minste twee jaar na de aanschaf bedrijfsmatig binnen de gemeente Amsterdam zal gebruiken; én

    • b.

      met de aan te schaffen uitstootvrije taxi(bus) ten minste 8.000 zakelijke kilometers per jaar binnen Amsterdam zal rijden; én

    • c.

      kunnen aantonen dat de 8.000 zakelijke kilometers, op het moment van de subsidieaanvraag, met een niet-uitstootvrije taxi(bus) worden gereden.

  • 2.

    Geen subsidie kan worden aangevraagd door een taxionderneming die de aan te schaffen uitstootvrije taxi(bus) zal gebruiken ter uitvoering van een reeds verleende aanbesteding, opdracht of concessie inzake contractvervoer en/of een in de toekomst door de gemeente Amsterdam te verlenen aanbesteding, opdracht of concessie inzake contractvervoer.

Artikel 9 – Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op het bepaalde in artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij een subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

  • a.

    een koopofferte van een BOVAG-gecertificeerde autodealer of een leasevoorstel van een leasemaatschappij, met betrekking tot de aan te schaffen uitstootvrije taxi(bus); én

  • b.

    indien de aanvrager deel uitmaakt van een concern: een organogram van het concern;

  • c.

    een volledig ingevulde en rechtsgeldig ondertekende de-minimisverklaring; én

  • d.

    documenten waaruit blijkt dat door de aanvrager ten minste 8.000 zakelijke kilometers per jaar binnen Amsterdam gereden wordt, bestaande uit een kopie van de op naam van de aanvrager gestelde Amsterdamse Taxxxipas, dan wel een uitdraai van 3 maanden rittenadministratie van de te vervangen niet-uitstootvrij aangedreven taxi(bus); én

  • e.

    een kentekenbewijs waaruit blijkt dat de aanvrager, op het moment van het aanvragen van de subsidie, minimaal 6 maanden eigenaar is van een niet-uitstootvrij aangedreven taxi(bus).

Artikel 10 – Weigeringsgronden

In aanvulling op het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het college subsidie te verlenen als:

  • a.

    de uitstootvrije taxi(bus) niet voldoet aan de vereisten die aan een vergelijkbare niet-uitstootvrij aangedreven taxi(bus) worden gesteld;

  • b.

    de aanvrager binnen de gemeente reeds contractvervoer verzorgt ter uitvoering van een door of vanwege de gemeente verleende aanbesteding, opdracht of concessie inzake contractvervoer en/of als de aanvrager zich reeds heeft ingeschreven of zal inschrijven op een nieuwe aanbesteding, opdracht of concessie inzake contractvervoer binnen de gemeente;

  • c.

    de subsidiabele activiteit reeds is uitgevoerd voordat de aanvraag om subsidie bij de gemeente is ingediend;

  • d.

    bij de aanvraag voor subsidie een kentekenbewijs van een niet-uitstootvrije taxi(bus) wordt overgelegd, die eerder is aangeleverd voor een aanvraag tot subsidie op grond van onderhavige subsidieverordening;

  • e.

    door de aanvrager geen de-minimisverklaring is overgelegd, dan wel als uit de overgelegde de-minimisverklaring blijkt dat de geldende de-minimisdrempel reeds is overschreden of met de gevraagde subsidie zal worden overschreden;

  • f.

    tegen de aanvrager een bevel uitstaat tot terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun;

  • g.

    de aanvrager voor de subsidiabele activiteit reeds subsidie ontvangt van de gemeente Amsterdam, anders dan op grond van deze subsidieverordening.

Artikel 11 – Aanvullende verplichtingen

In aanvulling op het bepaalde in de artikelen 10 en 11 van de ASA 2013 zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de subsidieontvanger dient de uitstootvrije taxi(bus) binnen een half jaar na dagtekening van de beschikking tot subsidieverlening aan te schaffen; én

  • b.

    de subsidieontvanger dient de aan te schaffen uitstootvrije taxi(bus) in geval van koop of financiële lease vanaf de tenaamstelling ten minste twee jaar in eigendom te houden, of in geval van operationele lease ten minste twee jaar te leasen; én

  • c.

    de subsidieontvanger dient de uitstootvrije taxi(bus) gedurende de hiervoor bedoelde twee jaar in voldoende mate bedrijfsmatig te gebruiken binnen de gemeente Amsterdam, wat ten minste inhoudt dat per jaar 8.000 zakelijke kilometers binnen de gemeente gereden worden; én

  • d.

    de subsidieontvanger dient gedurende twee jaar na aanschaf van de uitstootvrije taxi(bus) de actuele kilometerstand van het betreffende voertuig bij te houden en die op verzoek aan het college te overleggen; én

  • e.

    de subsidieontvanger dient het te vervangen voertuig, zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid en onder e, van deze subsidieverordening, waarvan het kenteken is aangeleverd ten tijde van de aanvraag tot subsidie, binnen 3 maanden na subsidievaststelling van naam te plaatsen.

Artikel 12 – Vaststelling subsidie

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 13 van de ASA 2013, wordt de subsidie van € 5.000,00 en minder vastgesteld nadat de aanvrager daartoe een aanvraag tot subsidievaststelling heeft gedaan.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 15 van de ASA 2013 dient de subsidieontvanger binnen acht maanden na verlening van de subsidie, schriftelijk een aanvraag tot subsidievaststelling in middels het daartoe bestemde aanvraagformulier.

Artikel 13 – Verantwoording en vaststelling van de subsidie

In afwijking van het bepaalde in artikel 14, tweede lid, van de ASA 2013 bevat de aanvraag tot vaststelling:

  • a.

    een kopie van het kentekenbewijs van de uitstootvrije taxi(bus); én

  • b.

    in geval van koop of financial lease: afschriften van de factuur en betaalbewijzen met betrekking tot de uitstootvrije taxi(bus), en in voorkomend geval ook afschriften van de getekende financial leaseovereenkomst en de getekende SEPA-overeenkomst voor automatische incasso; én

  • c.

    in geval van operational lease: afschriften van de getekende operational leaseovereenkomst, de getekende SEPA-overeenkomst voor automatische incasso of betaalbewijzen ten bedrage van ten minste de verleende subsidie en het bewijs van aflevering door leasemaatschappij van de uitstootvrije taxi(bus) met vermelding van afleverdatum en kilometerstand; én

  • d.

    in geval van aanschaf van een gebruikte uitstootvrije taxi(bus): bewijs waaruit blijkt dat de uitstootvrije taxi(bus ) is aangeschaft bij een BOVAG-gecertificeerde autodealer.

Artikel 14 – Inwerkingtreding en looptijd

De subsidieverordening treedt in werking op 1 december 2019. De verordening vervalt van rechtswege op 31 december 2021, dan wel eerder indien het subsidieplafond als bedoeld in artikel 7 van deze verordening is bereikt.

Artikel 15 – Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Subsidieverordening voor de aanschaf van uitstootvrije taxi’s in Amsterdam 2019-2021’.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 27 november 2019.

De plv. voorzitter

Rik Torn

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting

Artikel 1Begripsomschrijvingen

Met dit artikel zijn enkele kernbegrippen uit de subsidieverordening gedefinieerd. Meest spreken de gegeven definities voor zich.

In de definities is aanschaf opgenomen. In geval van koop geldt voor toepassing van deze subsidieverordening het moment van levering (tenaamstelling), zoals bedoeld in artikel 7:9 BW, als moment van aanschaf. In geval van lease wordt het moment van feitelijke in gebruik gave van het uitstootvrije bedrijfsvoertuig door de lessor aan de lessee als moment van aanschaf aangemerkt.

De definitie van taxi is ontleend aan ontleend aan Richtlijn 2007/46/EG, en aan Richtlijn 2002/24/EG en Verordening (EU) Nr. 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad. In de gegeven definitie van uitstootvrije taxi(bus) is opgenomen dat deze een equivalent vormt van een niet-uitstootvrij aangedreven taxi(bus), om te waarborgen dat de uitstootvrije taxi(bus) daadwerkelijk kan worden ingezet als volwaardig alternatief voor een niet-uitstootvrije aangedreven taxi(bus).

De definitie van ‘onderneming’ ontleend aan de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.01.2014). Het begrip ‘concern’ is niet wettelijk bepaald.

Vandaar dat er in deze subsidieverordening een definitie van is opgenomen. De centrale leiding is een kernbegrip bij een concern. In hoeverre hiervan sprake is kan worden bepaald aan de hand van de volgende factoren:

  • de centrale leiding heeft de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van andere ondernemingen;

  • de centrale leiding heeft het recht de meerderheid van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van een andere onderneming te benoemen of te ontslaan; en

  • de centrale leiding heeft een directe of indirecte overheersende invloed.

Nu op grond van deze subsidieverordening onder andere subsidie wordt verstrekt voor de aanschaf van nieuwe uitstootvrije taxivoertuigen, vormt ‘nieuw’ in dezen ook een kernbegrip. Een uitstootvrije taxi(bus) geldt als nieuw als cumulatief wordt voldaan aan twee vereisten: i). voor het voertuig is niet eerder een kentekenbewijs afgegeven; en ii). het voertuig is niet eerder geregistreerd geweest om gebruikt te worden op de openbare weg, noch is het voertuig eerder op de openbare weg gebruikt.

Naast de aanschaf van een nieuwe uitstootvrije taxi(bus), komt ook de aanschaf van een gebruikte uitstootvrije taxi(bus) in aanmerking voor subsidie. Een uitstootvrije taxi(bus) geldt als gebruikt als cumulatief wordt voldaan aan twee vereisten: i). het voertuig reeds is geregistreerd voor gebruik op de openbare weg; ii). voor het voertuig reeds een kentekenbewijs is afgegeven; en iii) het voertuig voorafgaand aan de aanschaf eerder op naam is gesteld ofwel eerder door een ander is geleased.

 

Artikel 2Toepasselijkheid ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013’

De ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013’ kan worden geraadpleegd via: http://www. amsterdam.nl/subsidies.

 

Artikel 3Doel subsidieverordening

In april 2019 is het Actieplan Schone Lucht door het college van B&W vastgesteld. In het Actieplan Schone Lucht is opgenomen dat Amsterdam inzet op uitstootvrij verkeer binnen de ring A10 in 2025 voor zakelijke doelgroepen. Maatregelpakketten met stimulerende, faciliterende en regulerende maatregelen per doelgroep moeten dit bewerkstelligen. Het beleidsdoel van deze subsidieverordening is gekoppeld aan de Agenda Duurzaamheid. De nieuwe subsidieverordening is één onderdeel van het totale maatregelenpakket dat de gemeente inzet richting uitstootvrij verkeer.

Bij uitstootvrij vervoer is de verwachting dat de komende jaren steeds meer voertuigen op de markt komen en dat de aanschafprijs (verder) zal dalen. Het nadeel nu is echter de beperkte actieradius van de voertuigen en de relatief hoge investeringslast. De inzet van de subsidieverordening is gericht om de aanschafprijs van de uitstootvrije taxi(bus) te verlagen voor de doelgroep die dagelijks voor de uitvoering van de primaire bedrijfsactiviteiten veel in Amsterdam rijden.

 

Artikel 4Subsidiabele activiteiten

Lid 1 sub a. en b. – De subsidiabele activiteit in dezen is het aanschaffen (waaronder voor de toepassing van deze subsidieverordening zowel koop als lease wordt begrepen) van zowel een nieuwe als een gebruikte uitstootvrije taxi(bus) voor zakelijk gebruik – d.i. ten minste 8.000 zakelijk kilometers per jaar gedurende minimaal twee jaar – binnen de gemeente Amsterdam. Een taxiondernemer dient de beoogde inzet van de uitstootvrije taxi(bus) binnen Amsterdam aan te tonen (d.i. voldoende aannemelijk te maken) middels het overleggen van objectieve bewijsstukken, zijnde een kopie van zijn Taxxxipas (als bewijs dat hij is aangesloten bij een Amsterdamse TTO) en/of een uitdraai van ten minste 3 maanden rittenadministratie van de te vervangen taxi(bus).

Lid 2 – Met het bepaalde in lid 2 wordt voorkomen dat één aanvrager aanspraak maakt op een te groot deel van het beschikbare subsidiebudget. Per aanvrager kan op grond van deze subsidieverordening niet meer subsidie worden verkregen dan voor de aanschaf van vijf uitstootvrije taxivoertuigen. Als een aanvrager tot een concern behoort geldt dit maximum voor het hele concern. Alzo worden met deze subsidieverordening voornamelijk de kleine taxiondernemers (eenmanszaken, V.O.F.’s) ondersteunt bij hun overstap naar uitstootvrij rijden.

 

Artikel 5Subsidiabele kosten

Als subsidiabele kosten zijn aangemerkt de investeringskosten die verbonden zijn aan de aanschaf van een nieuwe of gebruikte uitstootvrije taxi(bus).

 

Artikel 6Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie bedraagt voor een uitstootvrije taxi ten hoogste 20% van de aanschafprijs, met een maximum van € 3.000,00. Ten aanzien van een uitstootvrije taxibus bedraagt de hoogte van de subsidie 20% van de aanschafprijs, met een maximum van € 5.000,00. Dat een taxivoertuig nieuw of gebruikt is, is niet relevant ten aanzien van de hoogte van de subsidie. De bedragen zijn afwijkend ten opzichte van de subsidie die eerder op grond van de ‘Subsidieregeling aanschaf elektrische taxi voor gebruik in Amsterdam 2019’ verkregen kon worden voor de aanschaf van een elektrische taxi. Recente ontwikkelingen tonen aan dat dat aanschaf van een uitstootvrij taxivoertuig steeds nadrukkelijker de norm wordt, zonder dat daar een financiële stimulans vanuit de overheid voor noodzakelijk is. De gemeente Amsterdam heeft er daarom voor gekozen om de ondersteuning middels subsidie af te bouwen. Daarnaast wordt nu ook de aanschaf van een gebruikte uitstootvrije taxi(bus) gesubsidieerd.

 

Artikel 7Subsidieplafond

In dit artikel is opgenomen dat er een subsidieplafond geldt van € 1.000.000,00. Dit betekent dat er geen subsidie meer kan worden verstrekt als er meer dan € 1.000.000,00 aan subsidies is verstrekt of als de datum van 31 december 2022 is verstreken.

Op grond van artikel 7, eerste lid, van de ASA 2013 zal het beschikbare subsidiebudget worden verdeeld volgens het principe ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt'. Volledige subsidieaanvragen zullen op volgorde van binnenkomst worden beoordeeld.

 

Artikel 8De aanvrager

Lid 1 – Subsidie kan enkel worden aangevraagd door taxiondernemers – als zodanig ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van koophandel (onder SBI-code 4932) – die met de aan te schaffen uitstootvrije taxi(bus) gedurende ten minste twee jaar minimaal 8.000 zakelijke kilometers binnen de gemeente Amsterdam zullen rijden.

Hierop aanvullend dient de te vervangen taxi(bus), niet-uitstootvrij te zijn. Een ondernemer die reeds in een uitstootvrije taxi(bus) rijdt, kan niet nogmaals subsidie aanvragen voor de aanschaf van een nieuwe of gebruikte uitstootvrije taxi(bus). Immers, enkel de transitie van een vervuilende taxi(bus) naar een uitstootvrije taxi(bus) draagt bij aan het doel van deze verordening.

Lid 2 – Zgn. contractvervoerders met als opdrachtgever de gemeente Amsterdam zijn uitgesloten van subsidie op grond van deze subsidieverordening. Nu dergelijke ondernemingen de betreffende aanbesteding, opdracht of concessie verleend hebben gekregen (of in geval van een nieuwe aanbesteding, opdracht of concessie verleend zullen krijgen) onder de voorwaarde dat zij uitstootvrij vervoer (zullen) aanbieden, hoeven zij niet door middel van een aanschafsubsidie gestimuleerd te worden voor uitstootvrije voertuigen te kiezen. Let wel: tenzij anders wordt bepaald – bijvoorbeeld in de aanbestedingsregels –, zal de subsidie niet worden teruggevorderd als de taxionderneming, na het verleend krijgen van subsidie, zich inschrijft op een aanbesteding, opdracht of concessie inzake contractvervoer.

 

Artikel 9Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In dit artikel zijn die gegevens en stukken opgesomd, die noodzakelijk zijn om te kunnen beoordelen of een aanvrager voldoet aan de in artikelen 4 en 8 van deze subsidieverordening gestelde voorwaarden en criteria om in aanmerking te komen voor subsidie. Deze gegevens en stukken dienen door de subsidieaanvrager bij de aanvraag te worden overgelegd.

Van een BOVAG-gecertificeerde autodealer is sprake wanneer deze zich als lid heeft aangesloten bij de BOVAG.

 

Artikel 10Weigeringsgronden

Naast de weigeringsgronden die genoemd zijn in de ASA 2013, zijn in dit artikel aanvullende gronden opgenomen die als basis dienen voor een weigering van de subsidie. Dit betekent dat de subsidieaanvrager niet aan de gestelde voorwaarden en verplichtingen heeft voldaan en de subsidie wordt geweigerd.

Met het bepaalde in sub a. zijn eisen gesteld aan de aan te schaffen uitstootvrije taxi(bus). De uitstootvrije taxi(bus) waarvoor subsidie wordt aangevraagd moet een volwaardig alternatief vormen voor een niet-uitstootvrije variant, en dus voldoen aan alle vereisten die ook aan een zgn. niet-uitstootvrije taxi(bus) worden gesteld.

Zgn. contractvervoerders met als opdrachtgever de gemeente Amsterdam zijn uitgesloten van subsidie op grond van deze subsidieverordening, omdat dergelijke ondernemingen de betreffende verleende aanbesteding, opdracht of concessie verleend hebben gekregen (of in geval van een nieuwe verleende aanbesteding, opdracht of concessie verleend zullen krijgen) onder de voorwaarde dat zij uitstootvrij vervoer (zullen) aanbieden. Zij hoeven dan ook niet door middel van een aanschafsubsidie gestimuleerd te worden voor uitstootvrije voertuigen te kiezen. Hierom is de weigeringsgrond in sub b. opgenomen.

Het bepaalde in sub c. houdt in dat een aanvraag om subsidie op grond van deze subsidieverordening moet worden ingediend vóórdat tot aanschaf van uitstootvrije taxi(bus) wordt overgegaan. Dit omdat de subsidie een stimulerend karakter draagt. Een achteraf ingediende subsidieaanvraag zal worden afgewezen.

In sub d. is bepaald dat het kentekenbewijs van de te vervangen vervuilende taxi(bus) slechts eenmaal mag worden gebruikt en ingediend ten behoeve van de aanvraag van een subsidie.

Het bepaalde in sub e. vloeit voort uit Europese staatssteunregels en is opgenomen om te benadrukken dat aan taxiondernemers enkel subsidie zal worden verstrekt, als die subsidieverstrekking onder de reikwijdte van de De-minimisverordening valt. Ook het bepaalde in sub f. vloeit direct voort uit Europese staatssteunrecht.

Tenslotte is met sub g. bepaald dat bij de aanschaf van een uitstootvrije taxi(bus) ‘stapeling’ van verschillende subsidies van de gemeente Amsterdam niet mogelijk is.

 

Artikel 11Aanvullende verplichtingen

In dit artikel zijn enkele aanvullende verplichtingen opgenomen waaraan de subsidieontvanger moet voldoen. De bevoegdheid tot het vaststellen van deze nadere verplichtingen is gebaseerd op artikel 4:37 Awb. Als niet aan deze verplichtingen wordt voldaan kan dit reden zijn de subsidie te verlagen of in te trekken (artikel 4:48 en 4:49 Awb).

Een eerste verplichting die aan de subsidieverlening is verbonden is dat de subsidieontvanger de uitstootvrije taxi(bus) waarop de subsidie betrekking heeft binnen zes maanden, te rekenen vanaf de datum van de verleningsbeschikking, daadwerkelijk dient aan te schaffen. Wanneer de subsidieontvanger voorziet dat hij het voertuig niet binnen deze termijn kan/zal aanschaffen, is hij op grond van artikel 10, eerste lid, van de ASA 2013 verplicht het college hierover zo spoedig als mogelijk schriftelijk te informeren.

Het bepaalde in sub b. en c. houdt verband met de aan deze subsidieverordening ten grondslag liggende voorwaarde dat enkel taxiondernemers die veel zakelijke kilometers binnen Amsterdam (zullen) rijden voor subsidie in aanmerking komen. De subsidie is immers bedoeld om een verschoning van het taxiwagenpark, en zo verbetering van de luchtkwaliteit (vermindering van uitstoot) binnen Amsterdam te bewerkstelligen.

De verplichting genoemd in sub d. is opgenomen om het werkelijke gebruik van de gesubsidieerde uitstootvrije taxi(bus) tot op zekere hoogte te kunnen monitoren.

Om de effectiviteit van de verordening te kunnen meten is in sub e. als verplichting opgenomen dat de subsidieaanvrager binnen 3 maanden de te vervangen taxi(bus) van naam te plaatsen.

 

Artikel 12Vaststelling subsidie

Lid 1 – Met betrekking tot de vaststelling van de subsidie wordt afgeweken van hetgeen is bepaald in artikel 13 (jo. artikel 17) van de ASA 2013. Uit artikel 13 (jo. artikel 17) van de ASA 2013 vloeit voort dat de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling bij subsidies vanaf € 5.001,00 schriftelijk indient bij het college. De op basis van deze verordening verstrekte subsidies zullen in de meeste gevallen minder € 5.001,00 bedragen. Echter zal er geen sprake zijn van een directe vaststelling zoals opgenomen in artikel 13 van de ASA 2013. Ondanks het feit dat de subsidie minder bedraagt dan € 5.001,00, zal er een aanvraag tot vaststelling moeten worden gedaan.

Lid 2 – Na de subsidieverlening heeft een aanvrager in beginsel zes maanden de tijd om de nieuwe of gebruikte uitstootvrije taxi(bus) daadwerkelijk aan te schaffen. Vervolgens dient de aanvrager binnen twee maanden een aanvraag tot subsidievaststelling bij de gemeente in te dienen. Het opnemen van een maximale termijn van acht maanden te rekenen vanaf de beschikking tot subsidieverlening biedt de gemeente de mogelijkheid om aanvragers tijdig een herinnering te sturen indien zij de verantwoording (aanvraag tot vaststelling) van de aan hen verleende subsidie niet uit zichzelf op tijd bij de gemeente indienen.

 

Artikel 13Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 13 (jo. artikel 17) van de ASA 2013 bepaalt dat subsidies tot en met € 5.000,00 door het college direct moeten worden vastgesteld (en uitbetaald), zonder dat de subsidieontvanger daarvoor nog een verantwoording van de besteding van de subsidiegelden hoeft in te dienen. Artikel 2, derde lid, van de ASA 2013 bepaalt echter dat middels een bijzondere subsidie-verordening hiervan kan worden afgeweken als de aard van de subsidie of het beoogde doel van de te subsidiëren activiteit daartoe noodzaken. Gelet op het potentiële frauderisico dat gepaard gaat met deze subsidie en de hogere uitvoeringskosten die het tegengaan van dat risico met zich meebrengt, wordt een dergelijke afhandelingswijze in dit geval niet wenselijk gevonden. Om die reden wordt afgeweken van de ASA 2013, waardoor alsnog een schriftelijke aanvraag tot vaststelling moet worden ingediend.

Het artikel bepaalt dat de subsidieontvanger moet aantonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn uitgevoerd. Dit volgt ook uit het eerste lid van artikel 4:45 Awb. Daar is geregeld dat bij de aanvraag tot subsidievaststelling moet worden aangetoond dat de activiteiten hebben plaatsgevonden en dat dit ook volgens de aan de subsidie verbonden verplichtingen is gebeurd. Verder is bepaald dat bij de aanvraag tot subsidievaststelling rekening en verantwoording moet worden afgelegd over de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten.

Ten behoeve van de verantwoording en de vaststelling van de subsidieaanvraag dienen door de subsidieontvanger die stukken en gegevens te worden overgelegd die noodzakelijk zijn om te kunnen beoordelen of de subsidie daadwerkelijk is besteed aan het doel waarvoor deze is verleend, in dit geval de aanschaf van een nieuwe of gebruikte uitstootvrije taxi(bus). Daarom is in dezen de verplichting opgenomen om bij de aanvraag tot subsidievaststelling een kopie van het kentekenbewijs van de betreffende uitstootvrije taxi(bus), als ook afschriften van de factuur en betaalbewijzen met betrekking tot het aangeschafte voertuig (in geval van koop of financial lease), dan wel afschriften van de getekende leaseovereenkomst (al dan niet met SEPA-machtiging) en het afleverbewijs (in geval van operational lease) te overleggen.

 

Artikel 14Inwerkingtreding en looptijd

Met dit artikel is bepaald wanneer de verordening in werking treedt, vanaf welk moment subsidie op grond van deze verordening kan worden aangevraagd, en wanneer de verordening eindigt. Bepaald is dat – nadat het raadsbesluit tot vaststelling van deze subsidieverordening op voorgeschreven wijze bekend is gemaakt door publicatie in het Gemeenteblad. De subsidieverordening komt te vervallen op 31 december 2021, dan wel op het moment dat het subsidieplafond als bepaald in artikel 7 is bereikt indien dat moment eerder is dan 31 december 2021.

 

Artikel 15Citeertitel

In dit artikel is de titel opgenomen die gehanteerd moet worden bij de benoeming van deze subsidieverordening.