Organisatie | Eersel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Eersel 2010 |
Citeertitel | Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Eersel 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-07-2010 | 09-10-2015 | Aanpassen geurnormen | 10-06-2010 De Hint 21-07-2010 | Onbekend |
De raad van de gemeente Eersel,
gelet op artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij
gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 april 2010;
gelet op de door hem bij besluit van 10 juni 2010 vastgestelde gebiedsvisie als bedoeld in artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij
vast te stellen de Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Eersel 2010.
In deze verordening wordt verstaan onder:veehouderij inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren.Wetde Wet geurhinder en veehouderij.
Als gebied(en) als bedoeld in artikel 6 van de Wet wordt/worden aangewezen het volgende gebied/de volgende gebieden:
A . Plangebieden voor woningbouw en industrieterrein Het gebied dat de plangebieden voor woningbouw en industrieterrein omsluit en dat nader aangegeven is op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart.
Artikel 3 Andere waarden voor de geurbelasting of afstanden
In gebied A als omschreven in artikel 2 van deze verordening, geldt de volgende andere waarde. Op grond van artikel 6, lid 1 van de Wet en in afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op de voor geur- gevoelige objecten: 7 ouE/m3.
In de bebouwde kommen van de gemeente Eersel, geldt de volgende andere waarde. Op grond van artikel 6, lid 3 van de Wet en in afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld, en een geurgevoelig object ten minste 50 meter voorzover dit betrekking heeft op bedrijven met maximaal 56 stuks dieren waarvoor vaste afstanden gelden.