Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening reinigingsheffingen Maastricht 2020
CiteertitelVerordening reinigingsheffingen Maastricht 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

regeling vervangt de Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2019

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 15.33, eerste lid, van de Wet milieubeheer
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202001-07-2020nieuwe regeling

12-11-2019

gmb-2019-295668

133-2019

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2020

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASTRICHT,

 

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 8 oktober 2019, organisatieonderdeel BCC-Concernzaken, no.2019.29478;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

BESLUIT VAST TE STELLEN DE VOLGENDE VERORDENING:

 

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Maastricht 2020

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

 

 

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

 

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

  • b.

    Grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

 

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

 

 

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieven tabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt

 

Artikel 5 Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a,c,d, en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de onroerende zaak, welke durzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

 

Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieven tabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieven tabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 7 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1. van de tarieven tabel wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieven tabel wordt geheven bij wege van gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijkse verschuldigde afvalstoffenheffing

  • 1.

    De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieven tabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieven tabel is verschuldigd bij het aanbieden van het huishoudelijk afval.

     

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld voor de niet jaarlijks geheven afvalstoffenheffing

De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieven tabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

 

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald:

    • a.

      Bij niet-automatische incasso:

      in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

    • b.

      Bij automatische incasso:

      in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en maximaal tien bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later

  • 3.

    De afvalstoffenheffing moet worden betaald in geval de kennisgeving bedoeld in artikel 7, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan.

  • 4.

    De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

 

 

Artikel 12 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn.

 

Artikel 13 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

 

Artikel 14 Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

 

Artikel 15 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven ter zake van het inzamelen van bedrijfsafval bij onroerende zaken waarvan de gemeente of een van haar instellingen gebruiker is.

 

Artikel 16 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieven tabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieven tabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 17 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 18 Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 2.1. van de tarieven tabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2.2 van de tarieven tabel wordt geheven bij wege van gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 19 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De rechten, bedoeld in hoofdstuk 2.1 van de tarieven tabel, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

  • 5.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 2.2. van de tarieven tabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

 

Artikel 20 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald:

    • a.

      Bij niet-automatische incasso:

      in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

    • b.

      Bij automatische incasso:

      in zoveel gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 3.

    De reinigingsrechten moeten worden betaald in geval de kennisgeving bedoeld in artikel 16, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving.

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

 

 

Artikel 21 Kwijtschelding

De regelgeving inzake de kwijtschelding is vastgelegd in de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen.

 

Artikel 22 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2019’ van 13 november 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2020’.

 

 

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 12 november 2019.

 

De Griffier,

J. Goossens.

 

 

De Voorzitter,

J.M. Penn-te Strake.

 

 

Tarieventabel

behorende bij de “Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2020”.

 

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn exclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

 

Hoofdstuk 1.1Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

 

 

Bedrag 2019 in €

Bedrag 2020 in €

1.1.1.

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

273,31

299,03

1.1.2

Indien het huishoudelijk afval wordt gestort in een stortkoker of container niet voorzien van toegangsregulatie, bedraagt de belasting per perceel per belastingjaar

334,27

365,72

1.1.3

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.1.1 en 1.1.2, bedraagt de belasting voor het ter beschikking stellen van een gemeentelijke restafvalzak

 

 

 

Van 50 liter

0,96

0,98

 

Van 25 liter

0,56

0,57

1.1.4

Indien het huishoudelijk afval wordt gestort in een ondergrondse container voorzien van toegangsregulatie, geldt per tik het tarief voor een gemeentelijke restafvalzak van 50 liter

0,96

0,98

 

Hoofdstuk 1.2 overige maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

 

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 van deze tarieven tabel bedraagt de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats (brenglocatie) zonder weegvoorziening

Hoeveelheid

 

Bedrag 2019 in €

Bedrag 2020 in €

Elektronische apparatuur (afgedankte)

onbeperkt

 

0

0

Wit en gekleurd glas

onbeperkt

 

0

0

Vlakglas, schoon

onbeperkt

 

0

0

Metaal

onbeperkt

 

0

0

Textiel

onbeperkt

 

0

0

Papier en karton

onbeperkt

 

0

0

PMD (plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons)

onbeperkt

 

0

0

Grof tuinafval (plantaardig afval afkomstig van onderhoud van de tuin, wat qua afmetingen niet in de GFT-container past)

Max 2 m³ per bezoek

 

0

0

Frituurvet

onbeperkt

 

0

0

Klein Chemisch Afval (accu’s, batterijen, etc.)

onbeperkt

 

0

0

Afgewerkte olie

Max 5 liter

 

0

0

Asbest, verpakt in stevig, luchtdicht, dubbel naad-overlappend plastic van minimaal 0,2 mm dikte.

Max 15 m2

 

0

0

Oud gereedschap

(“Gered Gereedschap” zamelt oud gereedschap in en schenkt dit aan derde wereldlanden www.geredgereedschap.nl).

onbeperkt

 

0

0

Banden (auto, motor en scooter) met of zonder velg

 

Maximaal 4 per keer

 

0

0

Harde kunststoffen zoals plastic tuinmeubelen, plastic speelgoed, etc. (dat niet vervuild is met stof, hout, ijzer, etc.)

onbeperkt

 

0

0

Gasflessen

Max. 2 per bezoek

 

0

0

Matrassen;

Matrassen schoon en droog te worden aangeboden. Matrassen niet schoon of niet droog worden geaccepteerd als grof huishoudelijk afval

Max. 2 per bezoek

 

0

0

Polystyreen

Max. 1 m3 per bezoek

 

0

0

Gips, niet vervuild (met tegels of hout vervuild gips aanbieden bij een erkend verwerkingsbedrijf)

Max. 2 m3 per bezoek

 

0

0

Huishoudelijk afval in gemeentelijke restzak

Zak 25 liter

(max 3,5 kg)

0

0

 

Zak 50 liter

(max 7 kg)

0

0

Huishoudelijk afval in andere zak dan gemeentelijke restzak (aantal zakken niet beperkt)

Zak 50 liter

(max. 7 kg)

1,25

1,25

 

Zak 100 liter

(max. 14 kg)

2,50

2,50

Grof huishoudelijk afval (aangeboden bij een ander milieupark dan milieupark ‘Het Rondeel’)

Max 2m³ per bezoek

0,25m³

6,25

7,10

 

 

0,50m³

12,50

14,20

 

 

1,00m³

25,00

28,40

 

 

1,50m³

37,50

42,60

 

 

2,00m³

50,00

56,80

C-hout: Geïmpregneerd hout, hout dat verontreinigd is door bijvoorbeeld dakleer, plastic, stof, etc., rot of beschimmeld hout, hout dat plaatmateriaal of ijzeren delen bevat anders dan schroeven of spijkers, bielzen, tuinschuttingen

Max 2m³

0,25m³

3,75

8,10

 

 

0,50m³

7,50

16,20

 

 

1,00m³

15,00

32,40

 

 

1,50m³

22,50

48,60

 

 

2,00m³

30,00

64,80

Dakleer (aangeboden bij een ander milieupark dan milieupark ‘Het Rondeel’)

Max 0,5 m³

Van 0 tot 0,25 m³

6,25

6,25

 

 

Vanaf 0,25 t/m 0,50 m³

12,50

12,50

Houtafval (A- en B-hout)

A-hout: schoon en onbehandeld hout.

B-hout: geverfd en gelakt hout, zoals plaatmaterialen

Max 2m³

1e keer

gratis

gratis

 

 

2e keer

gratis

gratis

 

 

3e en volgende keer

 

 

 

 

Van 0 t/m 0,25 m3

3,75

3,75

 

 

Vanaf 0,25 t/m 0,5 m3

7,50

7,50

 

 

Vanaf 0,5 t/m 1 m3

15,00

15,00

 

 

Vanaf 1 t/m 1,5 m3

22,50

22,50

 

 

Vanaf 1,5 t/m 2,0 m3

30,00

30,00

Gemengd steenachtig materiaal: niet vervuild met bv. Mergel, Gips, tegels en dergelijke. Vervuild materiaal aanbieden bij erkende verwerker

Max 2 m³ per bezoek

Van 0 t/m 0,25 m3

2,50

2,50

 

 

Vanaf 0,25 t/m 0,5 m3

5,00

5,00

 

 

Vanaf 0,5 t/m 1 m3

10,00

10,00

 

 

Vanaf 1 t/m 1,5 m3

15,00

15,00

 

 

Vanaf 1,5 t/m 2,0 m3

20,00

20,00

Schone grond

(vervuilde grond aanbieden bij een erkende verwerker)

Max 2 m³ per bezoek

Van 0 t/m 0,25 m3

2,50

2,50

 

 

Vanaf 0,25 t/m 0,5 m3

5,00

5,00

 

 

Vanaf 0,5 t/m 1 m3

10,00

10,00

 

 

Vanaf 1 t/m 1,5 m3

15,00

15,00

 

 

Vanaf 1,5 t/m 2,0 m3

20,00

20,00

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 van deze tarieven tabel bedraagt de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats (brenglocatie) met een weegvoorziening:

Hoeveelheid

 

Bedrag 2019 in €

Bedrag 2020 in €

Grof huishoudelijk afval, niet gescheiden in afzonderlijke componenten

Per kg

 

0,16

0,19

Dakleer

Per kg

 

0,07

0,08

Houtafval (A-Hout): Schoon en onbehandeld hout

Max 2m³

 

1e keer

gratis

gratis

 

 

2e keer

gratis

gratis

 

 

Per kg

0,08

0,07

Houtafval (B-Hout): geverfd en gelakt hout zoals bv. plaatmaterialen

Max 2m³

 

1e keer

gratis

gratis

 

 

2e keer

gratis

gratis

 

 

Per kg

0,08

0,07

Houtafval (C-Hout): geïmpregneerd hout; hout dat verontreinigd is door bijv. dakleer, plastic, stof, etc.; rot of beschimmeld hout; hout dat plaatmateriaal of ijzeren delen bevat anders dan schroeven of spijkers; bielzen; tuinschuttingen.

Per kg

 

0,06

0,11

Puin

Per kg

 

0,02

0,02

Grond

Per kg

 

0,01

0,01

Restafval

Per kg

 

0,19

0,16

Op verzoek ophalen van grof huishoudelijk afval (GHA) aan huis, max. 2 m3 per keer

Ophaalkosten

inclusief 0,5 uur van een belader en chauffeur

-

26,14

 

Extra tijd

Indien beladen langer duurt dan 0,5 uur, per 0,5 uur

-

26,14

 

Verwerkings-kosten

Starttarief voor de eerste 0 tot 100 kg,

-

19,00

 

Extra bij meer dan 100 kg

per staffel van 5 kg

-

0,95

Op verzoek ophalen van grote elektrische en elektronische apparaten

samen met GHA

toeslag voor 1 of meer apparaten uit één huishouden

-

35,89

 

niet samen met GHA

voor 1 of meer apparaten uit één huishouden

-

35,89

 

 

Hoofdstuk 2. Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten

 

 

Bedrag 2019 in €

Bedrag 2020 in €

2.1

De rechten bedragen per perceel belastingjaar

 

273,31

excl. BTW

299,03

excl. BTW

2.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het ter beschikking stellen van een afvalzak

 

 

 

Van 50 liter

0,96

0,98

 

Van 25 liter

0,56

0,57

 

 

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 12 november 2019.

 

De Griffier,

J. Goossens.

 

De Voorzitter,

J.M. Penn-te Strake.