Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hollands Kroon

Hollands Kroon verordening afvalstoffenheffing 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHollands Kroon
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHollands Kroon verordening afvalstoffenheffing 2020
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBelastingverordeningen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 216 van de Gemeentewet
  2. https://wetten.overheid.nl/BWBR0003245/2019-01-01/
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2020Verordening afvalstoffenheffing

07-11-2019

gmb-2019-294835

Z-247669

Tekst van de regeling

Intitulé

Hollands Kroon verordening afvalstoffenheffing 2020

De gemeenteraad van Hollands Kroon

 

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer en artikel 216 van de Gemeentewet

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2019

 

Besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2020.

 

 

 

Artikel 1 - Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’ : gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 - Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 - Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 - Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen Nota tarieven.

Artikel 5 - Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 - Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 - Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing wanneer de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    Belastingaanslagen beneden € 10,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde bedragen belastingen aangemerkt als één belastingbedrag.

  • 6.

    Mutaties gedurende het jaar betreffende de omvang van het huishouden leiden niet tot aanpassing van de belastingschuld door de gemeente.

Artikel 8 - Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt ;

  • 1.

    zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2.

    In afwijking op lid 3 sub 1 van dit artikel moet in geval het totale aanslagbedrag, van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, kleiner is dan € 80,00 of meer bedraagt dan € 2.000,00, de aanslag in twee gelijke bedragen worden betaald, conform lid 1 van dit artikel.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 – Kwijtschelding

Voor de aanslag voor het beschikken over een extra grijze container wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 - Overgangsrecht

De 'Verordening afvalstoffenheffing 2017’ vastgesteld op 29 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 - Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 12 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing 2020’.

 

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 november 2019.

De raad voornoemd,

Griffier

…………………….,

Voorzitter

…………………..