Organisatie | Vervoerregio Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam houdende regels omtrent gemandateerde handhavingsbevoegdheden op basis van de Wet lokaal spoor (Beleidsregels ter zake van gemandateerde handhavingsbevoegdheden Wet lokaal spoor Vervoerregio Amsterdam) |
Citeertitel | Beleidsregels ter zake van gemandateerde handhavingsbevoegdheden Wet lokaal spoor Vervoerregio Amsterdam |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2019 | 01-12-2020 | nieuwe regeling | 14-11-2019 |
Deze beleidsregels zijn van toepassing op de uitoefening van de bevoegdheden door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam (het college) zoals gemandateerd bij besluit van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam (het dagelijks bestuur) d.d. 10 oktober 2019 (Mandaatbesluit).
Artikel 5 Zelf uitoefenen/intrekken gemandateerde bevoegdheid
Het dagelijks bestuur kan van de bevoegdheden zoals genoemd in het eerste lid gebruik maken bijvoorbeeld indien het van mening is dat het college de naleving van de verplichtingen uit de Wet lokaal spoor niet adequaat handhaaft, het college deze beleidsregels bij herhaling schendt of indien de mandatering ondoelmatig blijkt. Het dagelijks bestuur neemt hierbij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht.