Organisatie | Doetinchem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem houdende regels omtrent subsidies VVE Peuteropvang (Uitvoeringsregeling Subsidies VVE Peuteropvang gemeente Doetinchem vanaf 2020) |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Subsidies VVE Peuteropvang gemeente Doetinchem vanaf 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 29-09-2020 | nieuwe regeling | 24-09-2019 |
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Doetinchem gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Doetinchem,
overwegende dat het noodzakelijk en wettelijk is om regels te stellen voor de kwaliteit van en de tegemoetkoming in de kosten van VVE-peuteropvang;
teneinde te bereiken dat peuters gelijke ontwikkelkansen geboden krijgen door het verbeteren van de kwaliteit, het bereik en de toegankelijkheid van VVE-peuteropvang in de gemeente;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Deze subsidieregeling is van toepassing op subsidies voor het uitvoeren van VVE-peuteropvang in Doetinchem. Het doel van deze subsidieregeling is het faciliteren van deelname van alle peuters in de leeftijd van 2,5 jaar tot 4 jaar aan peuteropvang met voorschoolse educatie en voor de doelgroep peuters van 2 jaar tot 4 jaar, door het subsidiëren van het gebruik van een kwalitatief hoogwaardig VVE aanbod.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
Het college kan aan de houder van een VVE geregistreerd peuteropvang subsidie verlenen voor de uitvoering VVE peuteropvang.
De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet bij de uitvoering aan de volgende verplichtingen:
Hoofdstuk 2 Hoogte subsidiebedrag en ouderbijdrage
Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage voor de VVE-peuteropvang. Hierin onderscheiden we twee type ouders. De ouder die recht heeft op kinderopvangtoeslag en de ouder die geen recht heeft op kinderopvangtoeslag. Deze groep wordt gecompenseerd door de gemeentelijke regeling. De opbouw is als volgt:
Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en met een kind met een VVE-indicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 8 uren per week (320 uur per jaar) een inkomensafhankelijke bijdrage. Voor overige uren voorschoolse educatie, tot totaal maximaal van 8 uur extra per week (320 uur per jaar), wordt in overeenstemming met gemeentelijk beleid geen ouderbijdrage in rekening gebracht;
Ouders met recht op kinderopvangtoeslag en met een kind met een VVE-indicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 8 uren per week (320 uur per jaar) het fiscaal maximum aan de aanbieder. Voor overige uren voorschoolse educatie, tot totaal maximaal van 8 uur extra per week (320 uur per jaar), wordt in overeenstemming met gemeentelijk beleid geen ouderbijdrage in rekening gebracht;
De gemeente werkt met de “ouderbijdragetabel” van de belastingdienst voor de door de houders vast te stellen ouderbijdrage voor niet kinderopvang toeslag ouders. Het inkomen wordt door de houder bepaald op basis van het verzamelinkomen over het voorgaande kalenderjaar. Dit inkomen wordt bepaald aan de hand van de door ouders te overleggen Inkomensverklaring.
Hoofdstuk 3 Procedure voor het indienen van aanvraag en beslistermijn
Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een houder van een kindercentrum, waar een kind woonachtig in Doetinchem gebruik van maakt.
Artikel 10 Aanvraag voorschoolse voorzieningen
Peuteropvang aanbieders kunnen een aanvraag voor subsidie voor VVE peuteropvang indienen middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier. In de aanvraag geeft de houder het verwachte aantal peuters aan. Van het aangevraagde jaarbedrag wordt 75% per kwartaal middels een voorschot uitgekeerd.
Bij deze aanvraag voegen zij voor VVE-peuteropvang het format inhoudelijk jaarplan toe. In dit inhoudelijk jaarplan wordt beschreven hoe in het subsidie(aanvraag)jaar wordt gewerkt/gewerkt gaat worden aan de subsidiedoelen zoals ook de samenwerking met het basisonderwijs aangaande de doorgaande lijn en warme overdracht van doelgroep peuters.
Artikel 11 Weigerings- en intrekkingsgronden
In aanvulling op artikel 8 van de ASV 2013 en artikel 4:48 Awb kan het college weigeren subsidie te verlenen dan wel te besluiten om de subsidie in te trekken, indien de aanvrager niet voldoet aan de eisen van deze regeling, in het bijzonder aan de voorwaarden genoemd in artikel 4.
Artikel 13 Vaststelling van de subsidiebedrag
Het definitieve subsidiebedrag wordt na afloop van de subsidieperiode, op basis van de gegevens uit de aangeleverde verantwoording door subsidieaanvrager, vastgesteld door het college. De vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplekken, het gehanteerde tarief en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen. Dit heeft een terugvordering tot gevolg als houder minder bezette peuterplekken heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd. Het aantal uur waarvoor subsidie wordt toegekend is gemaximeerd op de aantallen genoemd in artikel 7.