Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oudewater

Verordening op de heffing en invordering van bruggeld

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOudewater
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van bruggeld
CiteertitelVerordening bruggeld Oudewater 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen is niet compleet, alleen de gegevens van de wijzigingen vanaf 26-12-2007 zijn daarin opgenomen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Gemeentewet, art. 219

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-12-200701-01-2019art. 5

17-12-2007

IJsselbode, 18-12-2007

Raad onbekend Decos 062

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van bruggeld

De raad van de gemeente Oudewater;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op de artikel 149 en 219 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN BRUGGELD

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam bruggeld wordt een recht geheven voor het openen en geopend houden van de bruggen over de Hollandsche IJssel ten behoeve van het doorlaten van een vaartuig.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig ingevolge deze verordening is de kapitein, de schipper, de reder, de gebruiker of de eigenaar van het vaartuig. De belastingplichtigen zijn ieder voor het gehele bedrag van de belastingschuld aansprakelijk; met dien verstande, dat betaling door de één de andere of de anderen van zijn, respectievelijk hun belastingschuld bevrijdt.

Artikel 3 Definitie

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder vaartuigen:alle soorten van drijvende lichamen, welke wegens hun drijfvermogen worden gebezigd dan wel bestemd of geschikt zijn: voor het vervoer te water van personen en/of goederen. 

Artikel 4 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven bij wijze van voldoening op eerste mondelinge aanvrage van de brugwachter.

Artikel 5 Tarief

Het recht bedraagt voor iedere doorvaart van de Hoenkoopsebrug € 4,50 per vaartuig.

Artikel 6 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen

Artikel 7 Vrijstellingen

Het recht wordt niet geheven van:

a. vaartuigen, waarmede beroepshalve gebruik wordt gemaakt van de in artikel 1 genoemde diensten, zulks met uitzondering van vaartuigen, welke dienstbaar zijn aan de recreatie;

b. een klein vaartuig, behorende tot de uitrusting van een vaartuig, waarvoor de brug tegelijkertijd geopend is. 

Artikel 8 Beletten van de verdere doorvaart.

Ingeval van nalatigheid van de belastingschuldigen in de betaling van het recht, is de brugwachter bevoegd de verdere vaart van het vaartuig te doen beletten.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 2

    Op het zelfde tijdstip vervalt de Verordening bruggeld, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 26 januari 1995.

Artikel 10 Citeerartikel

De verordening kan worden aangehaald als “Verordening bruggeld Oudewater 2006”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 maart 2006.

 

De griffier, mevrouw drs. D.E. van der Kamp

De voorzitter, mevrouw M.C.A.A. Ruigrok-Verreijt