Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning Leudal 2020 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning Leudal 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | Wijziging | 14-12-2021 | |||
01-01-2020 | 01-01-2022 | Nieuwe regeling | 05-11-2019 |
De raad van de gemeente Leudal;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2019, nr. 2017-91;
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, derde en zevende lid, 2.1.5, 2.1.6, 2.3.6 en 2.6.6 eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), en artikel 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;
dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven;
dat van burgers verwacht mag worden dat zij elkaar daarin naar vermogen bijstaan;
dat burgers die zelf, dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen en participeren;
dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 Wmo 2015 met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
vast te stellen de Verordening maatschappelijke ondersteuning Leudal 2020.
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
beschermd wonen: betreft een maatwerkvoorziening bestaande uit de volgende kenmerken:
wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving; en,
Het college merkt een door cliënt ondertekend en bij het college ingediend onderzoeksverslag aan als aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.5 Wmo 2015.
Artikel 4 Criteria voor een maatwerkvoorziening
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening als hij voldoet aan de criteria van artikel 2.3.5, derde en vierde lid, Wmo 2015 en voor zover op grond van het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2 Wmo 2015, blijkt dat de daarin genoemde mogelijkheden vanuit eigen kracht onvoldoende een oplossing bieden tot zelfredzaamheid en participatie.
Geen woonvoorziening wordt verstrekt:
voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft, anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte;
De hoogte van een pgb wordt vastgesteld op basis van een voorziening in natura die gelijkwaardig kan worden geacht aan de ondersteuning zoals bedoeld in artikel 2.3.6, tweede lid onder c, Wmo 2015 en waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede voorzieningen, van derden te betrekken.
De hoogte van het pgb voor rolstoelen, hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen bedraagt in ieder geval niet meer dan de huur-, dan wel aanschafprijs van de adequaat goedkoopste bijdrage, waaronder gerekend onderhoud, reparatie en verzekering zoals die door het college aan de aanbieder verschuldigd is.
Indien het pgb wordt aangewend om diensten in te kopen, hanteert het college de volgende categorieën aan hulpverleners en ondersteuners:
een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in dit artikel; en
Regels en voorwaarden met betrekking tot aanwending pgb
Onmiddellijk na de voltooiing van de aanpassingswerkzaamheden in het kader van de maatwerkvoorziening in de vorm van woonvoorzieningen, doch uiterlijk binnen 12 maanden na het besluit tot toekenning, verklaart de cliënt schriftelijk aan het college middels een gereedmelding dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.
Regels voor pgb: beschermd wonen
Artikel 7 Bijdrage in de kosten
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening ten behoeve van een woonvoorziening voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Eigen bijdrage winteropvang, acute opvang.
Vanwege de complexiteit van de zorgvraag van sommige inwoners kan het college besluiten tot verlengd en verdiepend onderzoek naar de zorgvraag en het organiseren van een passende oplossing. Het gaat hierbij om personen (met of zonder kinderen) uit de regio Noord- en Midden Limburg die verblijven in de acute opvang;
Het is de opvanginstelling toegestaan personen (met of zonder kinderen) die verblijven in de acute opvang een vergoeding te vragen voor verstrekte maaltijden. De hoogte van deze vergoeding is gelijk aan die het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD) berekent als gemiddelde voedingskosten.
Artikel 8 Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van deze eisen door periodieke overleggen met de aanbieders, een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek als bedoeld in artikel 2.5.1, eerste lid, Wmo 2015, en het zo nodig in overleg met de cliënt ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen.
Artikel 10 Voorkomen en bestrijden van misbruik of oneigenlijk gebruik
Indien het college een beslissing heeft herzien of ingetrokken of herzien op grond van het bepaalde in artikel 2.3.10, eerste lid onder a, Wmo 2015 vordert het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, de geldswaarde van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening terug.
Artikel 11 Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, Wmo 2015.
Artikel 12 Onderzoek naar kwaliteit en recht- en doelmatigheid maatwerkvoorzieningen
Het college onderzoekt periodiek, al dan niet steekproefsgewijs, het gebruik van maatwerkvoorzieningen met het oog op de beoordeling van de kwaliteit, en recht- en doelmatigheid daarvan.
Artikel 14 Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden
Artikel 17 Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college stelt ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.