Organisatie | Ommen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening Gecertificeerde Instellingen Regio IJsselland 2020-2022 |
Citeertitel | Subsidieverordening Gecertificeerde Instellingen Regio IJsselland 2020 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Subsidieverordening Gecertificeerde Instellingen Regio IJsselland 2020 2022 |
Externe bijlagen | aanvraagformulier subsidie vastellingsformulier subsidie |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2019 | Subsidieverordening Gecertificeerde Instellingen Regio IJsselland 2020 2022 | 31-10-2019 | 13068 |
Subsidieverordening Gecertificeerde Instellingen Regio IJsselland 2020 2022
Burgemeester en wethouders van de gemeente Ommen,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 oktober 2019
Overwegende dat op grond van bovengenoemde artikelen het college nadere regels kan stellen;
vast te stellen de Subsidieverordening Gecertificeerde Instellingen Regio IJsselland 2020-2022.
Dit besluit treedt in werking op 1 november 2019.
In deze verordening wordt verstaan onder:
c. geregistreerde jeugdhulpaanbieder: jeugdhulpaanbieder die in een gesloten accommodatie opname en verblijf biedt aan jeugdigen voor wie een machtiging als bedoeld in artikel 6.1.2, 6.1.3 of 6.1.4 Jeugdwet is afgegeven, opgenomen in een openbaar register, welke registratie is bekend gemaakt in de Staatscourant;
RSJ IJsselland: gemeenschappelijke regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Regionaal Serviceteam Jeugd IJsselland met als deelnemende gemeenten: Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Ommen, Olst-Wijhe, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle
g. Woonplaatsbeginsel: het beginsel zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.
Het college is bevoegd te besluiten op aanvragen om subsidies krachtens deze verordening.
Subsidie kan worden verstrekt voor de activiteiten die zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze subsidieverordening ten behoeve van de jeugdigen die conform het woonplaatsbeginsel onder verantwoordelijkheid vallen van één van de deelnemende gemeenten van het RSJ IJsselland , voor zover deze op grond van de Jeugdwet verplicht door een gecertificeerde instelling moeten worden uitgevoerd.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor zover het maatregelen betreft die zijn opgelegd na inwerkingtreding van deze verordening of waarvan de uitvoering na inwerkingtreding van deze verordening is overgenomen van een andere gecertificeerde instelling.
Subsidie wordt uitsluitend verleend aan gecertificeerde instellingen.
Artikel 5. Maximaal aantal subsidieontvangers
Maximaal 3 gecertificeerde instellingen kunnen een subsidie ontvangen. Er worden ten aanzien van deze subsidie 3 categorieën gecertificeerde instellingen onderscheiden. Per categorie wordt aan 1 gecertificeerde instelling subsidie verstrekt.
Dit betreft de volgende categorieën:
Dit betreft het uitvoeren van activiteiten ten behoeve van de (wettelijke) taken ten aanzien van jeugdbescherming en jeugdreclassering in de deelnemende gemeenten van het RSJ IJsselland , voor zover niet (in hoofdzaak) uitgevoerd ten behoeve van jeugdigen zoals beschreven in categorie 2 en categorie 3, te weten:
De doelgroep van deze categorie omvat:
Dit betreft het uitvoeren van activiteiten ten behoeve van de (wettelijke) taken ten aanzien van jeugdbescherming en jeugdreclassering deelnemende gemeenten van het RSJ IJsselland, voor zover (in hoofdzaak) uitgevoerd ten behoeve van ouders en/of jeugdigen met een lichamelijke of geestelijke beperking of chronische ziekten, te weten:
De doelgroep van deze categorie omvat:
a. Ondertoezichtstelling (OTS) < 1 jaar.
b. Ondertoezichtstelling (OTS) > 1 jaar.
c. Voorlopige Ondertoezichtstelling (VOTS).
d. Ontheffing/Ontzetting uit ouderlijk gezag (Voogdij) en Spoedeisende maatregelen/voorlopige voogdij (Vovo).
e. Jeugdreclassering (JR) Regulier traject.
f. Jeugdreclassering (JR) Extra maatregel.
g. Intensieve Trajectbegeleiding Harde Kern (ITB Harde Kern).
h. Intensieve Trajectbegeleiding Criminaliteit in Relatie tot de Integratie van Etnische Minderheden (ITB Criem).
i. Gedragsbeïnvloedende Maatregel (GBM).
j. Dubbele maatregel (samenloop).
De doelgroep van deze categorie omvat:
• Jeugdigen met een IQ 70 - 85 met ernstige bijkomende problematiek.
• Jeugdigen met een verstandelijke beperking IQ < 70.
• Jeugdigen met een lichamelijke beperking, die als gevolg daarvan blijvende hindernissen ondervinden in hun ontwikkeling naar zelfstandigheid.
• Jeugdigen met een zintuiglijke beperking: slechthorend/doof, slechtziend/blind.
• Meervoudig Complex Gehandicapte Jeugdigen (M.C.G.).
• Jeugdigen in de leeftijd van nul tot zes jaar met een verhoogd medisch risico op een blijvende beperking.
• Jeugdigen met een ernstig lichamelijke, chronische of progressieve ziekte. Te denken valt aan een stofwisselingsziekte, aids, cystic fybrose, leukemie.
• Jeugdigen van wie de ouders een beperking hebben, waardoor specialistische hulp noodzakelijk is.
Dit betreft het uitvoeren van activiteiten ten behoeve van de (wettelijke) taken ten aanzien van jeugdbescherming en jeugdreclassering deelnemende gemeenten van het RSJ IJsselland, voor zover (in hoofdzaak) uitgevoerd ten behoeve van jeugdigen zonder vaste woon- of verblijfplaats, met een bepaalde culturele en/of godsdienstige achtergrond, complexe gezinssystemen en als vangnetorganisatie als de uitvoering bij van de maatregel op inhoudelijke of juridische gronden vastloopt bij de op dat moment uitvoerende gecertificeerde instelling te weten:
De doelgroep van deze categorie omvat:
Alle gezinnen, als vangnetorganisatie als huidige hulpverlening vastloopt.
Subsidie wordt verleend voor een tijdvak van drie kalenderjaren, te weten van 2020 tot en met 2022.
Artikel 7. Meerjarige subsidieverlening
De subsidie voor meerdere kalenderjaren wordt, indien deze ten laste komt van een nog niet vastgestelde of goedgekeurde begroting, slechts verleend onder de voorwaarde als bedoeld in artikel 4:34 van de Algemene wet bestuursrecht.
De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd. Voor het eerst voor het jaar 2020. De indexatie voor het desbetreffende jaar (jaar t) wordt berekend op basis van het door de Nederlandse Zorg Autoriteit gepubliceerde prijsindexcijfer voor personele kosten en voor materiele kosten voor jaar t-1. Als peildatum geldt 1 september jaar t-1. Als wegingsfactor voor de personele en materiele component wordt de verhouding van respectievelijk 83% en 17% gehanteerd.
Er wordt een voorschot verstrekt op de verleende subsidie. In het besluit tot subsidieverlening, worden de termijnen van de voorschotten bepaald.
Artikel 10. Kennisgeving en prognose
Het college zorgt voor een tijdige, adequate en duidelijke bekendmaking van onderhavige subsidieverordening, zodat alle gecertificeerde instellingen hiervan kennis kunnen nemen en een afweging kunnen maken om al dan niet een aanvraag te doen.
Artikel 11. Indieningstermijn aanvraag subsidieverlening
1. Aanvragen om subsidieverlening kunnen worden ingediend vóór 1 november van het jaar dat voorafgaat aan het tijdvak waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
2. Aanvragen of aanvullingen van aanvragen die na 1 november worden ontvangen, worden geweigerd.
Artikel 12. Indieningsvereisten
Het college beslist met in achtneming van het bepaalde in artikel 7 uiterlijk 30 november van het jaar voorafgaand aan het subsidietijdvak op de ingediende aanvragen.
Artikel 14. Overige voorwaarden voor subsidie
Subsidie wordt uitsluitend verleend wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Artikel 15. Intrekkingsgronden
Een subsidie kan worden ingetrokken wanneer:
a.het aan de subsidieontvanger afgegeven certificaat als bedoeld in artikel 3.4 van de Jeugdwet niet wordt verlengd, wordt geschorst of wordt ingetrokken;
b.naar het oordeel van het college aannemelijk is dat niet meer wordt voldaan of niet meer zal worden voldaan aan de voorwaarden als genoemd in artikel 21 en artikel 22;
Artikel 16. Rangschikking aanvragen
Het maken van een keuze tussen twee of meer aanvragen die gelijk zijn gerangschikt vindt plaats door middel van het afnemen van een interview van de gelijk gerangschikte aanvragers aan de hand van een casus. Hierbij zijn de volgende aandachtspunten van belang:
a.het samenwerken met de lokale toegang;
b.eigen kracht van het gezinssysteem;
c.het inpassen van lokale algemene voorzieningen;
Van deze interviews worden verslagen gemaakt, waarin de waardering van bovengenoemde punten wordt gemotiveerd.
Artikel 17. Beoordelingscriteria
Het college rangschikt de aanvragen in de situatie als bedoeld in artikel 16 eerste lid, aan de hand van de volgende criteria:
1. a. de mate waarin de aanvrager borgt dat bij de uitvoering van de activiteiten wordt aangesloten bij de in de deelnemende gemeenten van het RSJ IJsselland gebruikelijke werkwijzen en methoden met betrekking tot de toeleiding naar, advisering over, bepaling van en het inzetten van jeugdhulp (zowel vrij-toegankelijke als niet vrij-toegankelijke jeugdhulp);
b.de mate waarin de aanvrager borgt dat wordt gewerkt volgens de doelstellingen die zijn opgenomen in het Visiedocument van de deelnemende gemeenten van het RSJ IJsselland:
c. de wijze waarop de aanvrager anticipeert en medewerking verleent aan de jaarlijks vast te stellen ontwikkelagenda, specifiek gericht op het gedwongen kader;
d. de mate waarin de aanvrager zich inspant dat een passende bijdrage wordt geleverd aan het streven van de Regio IJsselland om de intensiviteit en de duur van de maatregelen terug te dringen;
e. de kwaliteit van het beleid van de aanvrager ten aanzien van het begeleiden van jeugdigen naar zelfstandigheid waarover zij moeten beschikken wanneer zij de leeftijd van 18 jaar bereiken;
c. de wijze waarop de aanvrager anticipeert en medewerking verleent aan de jaarlijks vast te stellen ontwikkelagenda, specifiek gericht op het gedwongen kader;
d. de mate waarin de aanvrager zich inspant dat een passende bijdrage wordt geleverd aan het streven van de Regio IJsselland om de intensiviteit en de duur van de maatregelen terug te dringen;
e. de kwaliteit van het beleid van de aanvrager ten aanzien van het begeleiden van jeugdigen naar zelfstandigheid waarover zij moeten beschikken wanneer zij de leeftijd van 18 jaar bereiken;
De subsidieontvanger is verplicht om zich te houden aan het vastgestelde communicatieprotocol inclusief het escalatiemodel bij calamiteiten en crisis. De meest actuele versie is te vinden op de website van het RSJ IJsselland; https://www.rsj-ijsselland.nl/Escalatiemodel/
Artikel 20. Voortgangsrapportages en -gesprekken
De subsidieontvanger is verplicht:
per kwartaal van ieder kalenderjaar een voortgangsrapportage in te dienen. De voortgangsrapportage bevat per gemeente in ieder geval:
a. Financieel administratieve kengetallen:
i. aantal cliënten instroom, doorstroom en uitstroom, totaal en per gemeente;
ii. effectiviteit van de maatregel (succesvol beëindigd; herhaald beroep), duur van de maatregel; totaal en per gemeente;
iii. reden beëindiging, leeftijd (categorieën);
iv. uitnutting van de subsidie, inclusief een prognose tot eind van het jaar;
vi. cliënttevredenheid (volgens eigen meting);
Per kwartaal een voortgangsgesprek te voeren met de subsidieverlener aan de hand van de voortgangsrapportages.
Artikel 21. Verwijzing voor jeugdhulp
1. In overleg met de gemeentelijke toegang kan de subsidieontvanger jeugdhulp inzetten, waarbij verwijzing geschiedt met in achtneming van de in die gemeente gehanteerde toeleiding naar jeugdhulp en de hieronder genoemde principeafspraken. Hierbij neemt de subsidieontvanger het Administratieprotocol jeugdhulp Regio IJsselland voor het jaar 2019 en verder in acht, voor zover dat op hem van toepassing is.
2. De subsidieontvanger is verplicht zich te houden aan de hieronder genoemde principeafspraken:
a. Het hanteren van de volgende principe afspraken bij toewijzing van zorg:
De subsidieontvanger is verplicht gedurende het subsidietijdvak:
de inzet van een medewerker van de gecertificeerde instelling af te stemmen met de lokale toegang en ervoor zorg te dragen dat de medewerker zelf voor de start, tijdens en tijdig bij afsluiting van de jeugdreclassering of uitvoering van de kinderbeschermingsmaatregel afstemt met de lokale toegang, zodat een warme overdracht mogelijk is;
binnen tien werkdagen (of zo snel mogelijk nadat bekend is) nadat de rechter de maatregel heeft opgelegd, aan de gemeente waar de jeugdige woonplaats (conform het woonplaatsbeginsel) heeft via VECOZO te melden dat een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering wordt uitgevoerd door de subsidieontvanger en binnen tien werkdagen via VECOZO te melden dat de maatregel dan wel reclassering is beëindigd. Deze berichten vinden plaats op basis van BSN, op individueel cliëntniveau;
zolang de mailfaciliteit van VECOZO nog niet beschikbaar is, dient subsidieontvanger te beschikken over programmatuur waarmee beveiligde communicatie per e-mail kan plaatsvinden. Deze programmatuur moet gebruikt worden bij het uitwisselen van informatie tussen de subsidieontvanger en gemeente, anders dan het uitwisselen berichten zoals bedoeld onder 12;
Artikel 23. Indieningstermijn en beslistermijn vaststelling subsidie
Het college beslist na ontvangst binnen 6 maanden op een aanvraag om subsidievaststelling.
Artikel 24. Indieningsvereisten vaststelling subsidie
De aanvraag tot subsidievaststelling (waarbij gebruik gemaakt wordt van het vastgestelde aanvraagformulier subsidievaststelling zoals toegevoegd als bijlage 3), moet voor wat betreft de financiële productieverantwoording en de inhoudelijke verantwoording vóór 1 maart na afloop van het kalenderjaar en voor wat betreft de controleverklaring op de productieverantwoording vóór 1 april na afloop van het subsidiejaar bij het college binnen te zijn. Hierbij dient rekening te worden houden met het Algemeen Accountantsprotocol Financiële productieverantwoording Wmo en Jeugdwet.
Het college kan in bijzondere gevallen het bepaalde in deze verordening ten gunste van belanghebbenden buiten toepassing laten of daarvan afwijken, indien strikte toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 26. Evaluatie subsidieverordening
Het RSJ IJsselland evalueert periodiek de werking van deze subsidieverordening en kan daarbij voorstellen tot aanpassingen doen.
1. Deze verordening treedt na bekendmaking in werking op 1 november 2019.
2. De Subsidieverordening Jeugdhulp, vastgesteld op 17 december 2015 en in werking getreden op 1 januari 2016, wordt ingetrokken.
Artikel 28. Overgangsbepalingen