Organisatie | Reimerswaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang 2020 gemeente Reimerswaal |
Citeertitel | Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang 2020 gemeente Reimerswaal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | Handhaving Kinderopvang |
Geen
artikel 1.72 van de Wet kinderopvang
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | nieuwe regeling | 26-11-2019 | D19.003270 |
Deze beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving naar aanleiding van het niet naleven van voorschriften van de bij of krachtens de Wet kinderopvang gestelde regelgeving. De beleidsregels zijn van toepassing op alle gastouderbureaus, voorzieningen voor kinderopvang en gastouderopvang in de gemeente Reimerswaal.
1. De kwaliteitseisen waar aan voldaan moet worden, staan genoemd in de Wet kinderopvang en alle aanverwante regelgeving. Ze worden tevens expliciet in het door te toezichthouder opgestelde inspectierapport genoemd.
2. In deze beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Reimerswaal wordt uitgegaan van deze kwaliteitseisen.
3. In het afwegingsoverzicht dat als bijlage aan deze beleidsregels is toegevoegd, worden voor de prioritering en de hoogte van de bestuurlijke boete per domein de kwaliteitseisen geclusterd weergegeven en voorzien van een hersteltermijn.
Hoofdstuk 2 Herstellend traject
1. Indien gebleken is dat een houder van een kindercentrum, een gastouderbureau of een voorziening voor gastouderopvang niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en alle daaruit vloeiende regelgeving, start het college in beginsel een herstellend traject. Dit traject is gericht op beëindiging van de overtreding(en) en voorkoming van herhaling van de overtreding(en).
2. Bij het uitvoeren van het herstellend traject hanteert het college de volgende stappen:
b) Last onder dwangsom/last onder bestuursdwang
d) Verwijdering uit het Landelijk Register Kinderopvang
3. Indien de aard van de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college besluiten om een bepaalde stap of bepaalde stappen in het herstellende traject over te slaan dan wel meerdere keren toe te passen.
4. De duur van de hersteltermijn is afhankelijk van de prioriteit die is toegekend aan de kwaliteitseis zoals afgeleid kan worden uit het afwegingsoverzicht dat als bijlage is toegevoegd.
5. Bij het opleggen van een aanwijzing geldt de volgende hersteltermijn:
a) Prioriteit hoog: maximaal twee weken voor het herstel van overtredingen van beleidsvoering en administratieve veiligheid, gezondheid of pedagogisch welbevinden van de kinderen in de dagelijkse opvangpraktijk.
b) Prioriteit gemiddeld: maximaal twee maanden voor herstel of wijziging van beleidsvoering en administratieve vereisten die redelijkerwijs moeten leiden tot verantwoorde kinderopvang.
c) Prioriteit laag: maximaal zes maanden voor herstel van andere overtredingen die geen directe gevolgen hebben voor de veilige en gezonde omgeving van de kinderen.
Artikel 5 Intrekken toestemming exploitatie
Indien niet (langer) wordt voldaan aan de definities van de Wet kinderopvang voor wat betreft de te registreren voorzieningen (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang) zal de registratie worden verwijderd uit het Landelijk Register Kinderopvang.
Hoofdstuk 3 Bestraffend traject
Artikel 6 Gebruik bevoegdheid opleggen bestuurlijke boete
1. Het college legt een bestuurlijke boete op bij:
a) Overtredingen met de prioriteit ‘’hoog’’ zoals opgenomen in het afwegingsoverzicht in
b) Overtredingen van een norm zoals genoemd in het afwegingsoverzicht onder ‘’overige overtredingen’’;
2. Bij overtredingen met een prioriteit ‘’laag’’ of ‘’gemiddeld’’ zoals opgenomen in het
Artikel 7 Hoogte bestuurlijke boete
1. Bij de berekening van de bestuurlijke boete, als bedoeld in artikel 1.72, eerste lid van de Wet kinderopvang, wordt voor alle overtredingen het boetebedrag dat is neergelegd in het afwegingsoverzicht als uitgangspunt gehanteerd.
2. In afwijking van het vorige lid, geldt voor voorzieningen voor gastouderopvang als uitgangspunt dat het boetebedrag zoals neergelegd in het afwegingsoverzicht met 0,5 kan worden vermenigvuldigd.
Bij de vaststelling van de boete wordt uitgegaan van:
a) 1,5 maal het onder artikel 7 bepaalde boetebedrag indien een door een bestuurlijke boete te handhaven overtreding plaatsvindt binnen een periode van twee jaar nadat een eerdere overtreding van dezelfde wettelijke norm heeft plaatsgevonden;
b) 2 maal onder het artikel 7 bepaalde boetebedrag indien er sprake is van een derde of volgende overtreding van dezelfde wettelijke norm binnen een periode van twee jaar nadat de daaraan voorafgaande overtreding zich heeft voorgedaan.
1. Het college kan besluiten om de bestuurlijke boete te matigen, indien de belanghebbende aannemelijk maakt dat op grond van:
- de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan of
- de omstandigheden waarin de overtreder verkeert,
boeteoplegging volgens deze beleidsregels handhaving onevenredig is.
2. Van een situatie als bedoeld in het vorige lid kan in beginsel slechts sprake zijn, indien sprake is van bijzondere omstandigheden waarin bij de vaststelling van deze beleidsregels niet is voorzien.
De totale bij boetebeschikking op te leggen boete bestaat, ingeval er sprake is van meerdere overtredingen, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.
1. Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang
2. Deze beleidsregels vervangen de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang zoals vastgesteld op 15 januari 2014.
3. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2020.
Deze beleidsregel zijn vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal in haar vergadering van 26 november 2019.
De houder voldoet aan de eisen gesteld aan veilige en gezonde kinderopvang5. | ||||||
De houder voldoet aan de eisen mbt stabiliteit (GO: groepsgrootte). | ||||||
2 Voor alle op te leggen lasten onder dwangsom geldt dat de uiteindelijk hoogte van het bedrag berekend wordt op de wijze zoals opgenomen in het handhavingsbeleid.
3 Overtreding van art. 1.45 en 1.46 Wko is een misdrijf conform art. 1 lid 2 Wet op de economische delicten. College zal eerst aangifte
hiervan doen bij het OM, indien het OM aangeeft niet te vervolgen of de bestraffing aan het college over te laten, volgt oplegging van een boete maximaal gelijk aan de boete zoals genoemd in de Wet op de economische delicten.
4 Betreft een preventieve last onder dwangsom
5 Met uitzondering van handelen conform beleid, dat valt onder “houder zorgt ervoor dat conform het beleid gehandeld wordt”
De houder van het gastouderbureau voert aantoonbaar de kassiersfunctie en de verplicht gestelde gesprekken uit. | |||
De houder gebruikt een VE programma dat voldoet aan de eisen |