Organisatie | Katwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de raad van de gemeente Katwijk van 26 september 2019 tot vaststelling van de Financiële Verordening 2019 |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Katwijk 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 212 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-11-2019 | 26-09-2019 | Nieuwe regeling | 26-09-2019 | 1419475 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Componentenmethode: de verschillende onderdelen van een actief worden afzonderlijk geactiveerd als deze als belangrijke bestanddelen van elkaar zijn te onderscheiden. Deze bestanddelen moeten dan ook verschillen in gebruiksduur of verwacht gebruikspatroon. Toepassing van deze benadering houdt in dat deze dan ook afzonderlijk worden afgeschreven;
Overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt;
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Het college is bevoegd over de gehele post onvoorzien te beschikken als de uitgave onvermijdbaar, onuitstelbaar en niet te voorzien was bij de begrotingssamenstelling, er geen andere dekkingsalternatieven mogelijk zijn, en de uitgaaf een eenmalig karakter heeft of de uitgaaf een structureel karakter heeft waarvoor in het begrotingsjaar geen dekking voorhanden is, terwijl in de jaren daarna wel dekking kan worden gevonden. De raad wordt hierover achteraf geïnformeerd in de bestuursrapportages.
Artikel 4. Autorisatie investeringskredieten
Verwachte kredietoverschrijdingen met meer dan € 100.000 en niet geraamde investeringen worden vooraf door de raad geautoriseerd via een afzonderlijk voorstel (met begrotingswijziging) of tezamen met de overige overschrijdingen in de eerstvolgende bestuursrapportage van het begrotingsjaar aan de raad ter autorisatie voorgelegd.
Artikel 5. Bestuursrapportages
Het college informeert de raad door middel van bestuursrapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste drie maanden en over de eerste negen maanden van het lopende boekjaar en doet voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten en het bijstellen van het beleid.
Het college besluit niet over het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties, over het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen en over omvangrijke meerjarige verplichtingen met aanmerkelijke risico’s dan nadat de raad is hierover is geïnformeerd en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 9. Waardering, activeren, afschrijving en rente vaste activa
Op vaste activa wordt lineair afgeschreven (vast percentage van de aanschafwaarde gedurende de termijn van afschrijving) - tenzij in bijzondere gevallen in een raadsvoorstel hiervan wordt afgeweken - met ingang van 1 januari van het boekjaar volgend op het jaar waarop minimaal 90% van de investering is gerealiseerd.
Artikel 12. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en dienstendie worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rentekosten van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Bij de directe kosten worden de voorzieningen betrokken voor de noodzakelijke vervanging van de betreffende activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de afvalstoffen-heffing en rioolheffing, waarmee kosten in rekening worden gebracht voor verrichte prestaties, wordt ook de compensabele BTW en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken. Bovendien wordt per heffing 40% van de kosten van het schoonhouden van straten toegerekend.
Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die:
kunnen worden toegerekend aan activiteiten die geheel of deels worden bekostigd met een specifieke uitkering of subsidie, binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en in de desbetreffende verantwoordingen over de besteding toegerekend aan die activiteiten, volgens een methodiek op basis van personeelsformatie (uren) per activiteit;
aan de kostprijs van rechten en heffingen worden toegerekend en aan goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in lid a en lid b betreffen, berekend op een consistente wijze van toerekening van een aandeel in de totale overheadkosten op basis van de geraamde directe kosten;
kunnen worden toegerekend aan grondexploitaties, zelfrealisatieprojecten met kostenverhaal op grond van de WRO en investeringen bedrijfsgebouwen, GWW-werken, gronden en terreinen binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en in de desbetreffende verantwoordingen over de besteding toegerekend aan die activiteiten, volgens een methodiek op basis van personeelsformatie (uren) per activiteit.
Voor de toerekening van de overheadkosten over urenbesteding van intern personeel op grondexploitaties, zelfrealisatieprojecten met kostenverhaal op grond van de WRO en investeringen bedrijfsgebouwen, GWW-werken, gronden en terreinen wordt jaarlijks in de begroting een opslagpercentage bepaald. Bij inzet van extern personeel bedraagt dit 50% van dit opslagpercentage.
De percentages van de omslagrente voor de toerekening van rentekosten aan de in gebruik zijnde materiële vaste activa en grondexploitaties worden jaarlijks met de kaderbrief of kadernota vastgesteld.
Het percentage van de omslagrente voor materiële vaste activa wordt bepaald uit het saldo van de externe rentelasten en baten dat aan de taakvelden wordt toegerekend uitgedrukt in een percentage van de totale vaste activa. De gehanteerde omslagrente mag maximaal een half procent afwijken van de berekende omslagrente;
Het percentage van de omslagrente voor grondexploitaties wordt bepaald op basis van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente, naar verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen. De gehanteerde omslagrente mag maximaal een half procent afwijken van de berekende omslagrente.
Artikel 13. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de levering van de desbetreffende goederen, diensten of werken wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal, leningen of garanties door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Artikel 14. Vaststelling hoogte belastingen, rechten en heffingen
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, heffingen en rechten.
Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a, van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de 4 jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Artikel 23. Aanbesteding en inkoop
Het college draagt zorg voor en legt in hun besluit “Inkoop en aanbestedingsbeleid” de interne regels voor de inkoop en aanbesteding van leveringen, werken en diensten vast. De regels waarborgen, dat wordt gehandeld in overeenstemming met de Europese en nationale (aanbestedings) wet- en regelgeving.
Afschrijvingstabel behorend bij de Financiële Verordening 2019