| Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning | |
| Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | |
| | |
Hoofdstuk 2 Beoordeling conceptaanvraag / verklaring of besluit omgevingsvergunningvrije activiteit | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag vanaf het moment van indienen: | |
2.2.1 | tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of c, van de Wabo (Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een op basis van een conceptaanvraag uitgewerkt plan in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges, indien de aanvrager en locatie hetzelfde zijn, met deze leges verrekend): | € 157,00 |
2.2.2 | tot het afgeven van een schriftelijke verklaring dat een bepaalde activiteit omgevingsvergunningvrij is: | € 157,00 |
2.2.3 | dat resulteert in een besluit, dat voor de gevraagde activiteit geen omgevingsvergunning is vereist | € 157,00 |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning vanaf het moment van indienen voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | 2,569% |
| van de bouwkosten als bedoeld in artikel 2.1.1.2 met een minimum van | € 249,00 |
| en een maximum van | € 750.000,00 |
| | |
| Extra welstandstoets | |
2.3.1.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: | € - |
| | |
| Verplicht advies agrarische commissie | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: | € 340,00 |
| Achteraf ingediende aanvraag | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in deze titel bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: | 10% |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een minimum van | € 56,65 |
| en een maximum van | € 1.133,00 |
| Anders dan via het Omgevingsloket online (OLO) ingediende aanvraag | |
2.3.1.5 | Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag niet wordt ingediend via het omgevingsloket online | € 89,00 |
| Aanlegactiviteiten | |
2.3.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 372,00 |
| Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | |
2.3.3 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking ): | € 218,00 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking en tijdelijke afwijking): | |
| indien de bouwkosten niet meer dan € 100.000,- bedragen, bedraagt het tarief | € 217,00 |
| indien de bouwkosten meer dan € 100.000 bedragen, bedraagt het tarief | € 4.837,00 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | |
| indien de bouwkosten niet meer dan € 100.000,- bedragen, bedraagt het tarief | € 4.837,00 |
| indien de bouwkosten meer dan € 100.000 bedragen, bedraagt het tarief | € 15.040,00 |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 218,00 |
2.3.3.5 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 372,00 |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 372,00 |
2.3.3.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 218,00 |
| | |
| Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | |
2.3.4 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, evenals indien er wel sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, maar hiervoor op grond van het bepaalde in artikel 2 of 3 van het Besluit omgevingsrecht geen vergunning vereist is: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 218,00 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking en tijdelijke afwijking): | |
| indien de bruto-oppervlakte niet meer dan 1.500 m2 bedraagt: | € 217,00 |
| indien de bruto-oppervlakte meer dan 1.500 m2 bedraagt: | € 4.837,00 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 15.040,00 |
| indien van gemeentewege een ruimtelijke onderbouwing dient te worden opgesteld (exclusief uit te voeren onderzoeken) wordt het legesbedrag verhoogd met: | € 11.635,00 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 218,00 |
2.3.4.5 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 372,00 |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 372,00 |
2.3.4.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 218,00 |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten | € 276,00 |
| Dit bedrag wordt als volgt verhoogd voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 | |
| 0 tot en met 100 m² met een vast bedrag van | € 276,00 |
| 101 tot en met 500 m² met een vast bedrag van | € 132,55 |
| vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van | € 1,46 |
| 501 tot en met 1000 m² met een vast bedrag van | € 424,80 |
| vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van | € 0,87 |
| 1001 tot en met 1500 m² met een vast bedrag van | € 606,05 |
| vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van | € 0,67 |
| 1501 tot en met 2500 m² met een vast bedrag van | € 1.068,25 |
| vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van | € 0,36 |
| meer dan 2500 m² met een vast bedrag van | € 1.375,25 |
| vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van | € 0,24 |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 10 van de Erfgoedverordening 2014, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | € 0,00 |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 0,00 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 10 van de Erfgoedverordening 2014, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 0,00 |
| | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 204,00 |
| | |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | |
| gereserveerd | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 371,00 |
2.3.10 | Kappen | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen en doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale bomenverordening of artikel 3 van de Bomenverordening 2011, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 37,00 |
| | |
2.3.10.a | Handelsreclame | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.10a.1 | indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder h, van de Wabo: | € 125,00 |
2.3.10a.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame aan de onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd, bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder i, van de Wabo: | € 125,00 |
| | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | |
| gereserveerd | |
| | |
2.3.12 | Natura 2000-gebied activiteiten | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 217,00 |
| | |
2.3.13 | Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) | |
2.3.13.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 217,00 |
2.3.14 | Andere activiteiten | |
2.3.14.1 | Gereserveerd | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft. | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | |
| | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport | |
| Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 261,00 |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € 432,00 |
| | |
2.3.17 | Advies | |
| | |
2.3.17 | Advies | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: | € 217,00 |
2.3.17.2.1 | Adviescommissie m.e.r. | |
| Indien een wettelijk voorschrift een advies van de commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) voorschrijft en wordt afgegeven of indien een vrijwillig advies wenselijk is en wordt afgegeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien deze begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.17.2.2 | Indien van gemeentewege een milieueffectenrapportage dient te worden opgesteld (exclusief de uit te voeren onderzoeken) bedraagt het tarief: | € 3.762,00 |
| | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 1.225,00 |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 1.225,00 |
| | |
Hoofdstuk 4 Vermindering | |
| gereserveerd | |
| | |
Hoofdstuk 5 teruggaaf | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor een activiteit | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.5 of 2.3.7, intrekt nadat deze is ingediend bij de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | |
2.5.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het indienen ervan | 75% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | |
2.5.1.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in indienen ervan | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | |
2.5.1.3 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in indienen ervan | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
2.5.1.4 | De leges voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.5 of 2.3.7 worden verrekend met de leges van een eerdere ingetrokken aanvraag van een omgevingsvergunning, indien de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn en de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is. De nieuwe aanvraag dient te worden ingediend binnen twaalf maanden na de intrekking. | |
| | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor een activiteit | |
2.5.2.1 | Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.5 of 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat met uitzondering van het bepaalde onder 2.5.2.B aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | 25% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
| | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor een activiteit | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.5 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 25% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | |
2.5.3.3 | De leges voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.5 of 2.3.7 worden verrekend met de leges van een eerdere weigering van een omgevingsvergunning, indien de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn en de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is. De nieuwe aanvraag dient te worden ingediend binnen twaalf maanden na de weigering. | |
| | |
2.5.4 | Teruggaaf als gevolg van het niet behandelen van een aanvraag omgevingsvergunning voor een activiteit | |
2.5.4.1 | Als de gemeente een aanvraag om omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.5 of 2.3.7, niet behandelt op grond van artikel 4:5 Awb, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 75% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
2.5.4.2 | De leges voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.5 of 2.3.7 worden verrekend met de leges van een eerdere niet behandelde aanvraag om een omgevingsvergunning, indien de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn en de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is. De nieuwe aanvraag dient te worden ingediend binnen twaalf maanden na de het buiten behandeling laten van de eerdere aanvraag. | |
| | |
2.5.5 | Teruggaaf als gevolg van het van rechtswege verlenen van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | |
| Indien de gevraagde vergunning niet binnen de daarvoor wettelijk gestelde termijn wordt verleend (vergunning van rechtswege), bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
2.5.6 | Minimumbedrag voor teruggaaf | |
| Het minimumbedrag voor teruggaaf is | € 55,00 |
| Bedragen hieronder komen niet voor teruggaaf in aanmerking | |
2.5.7 | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen | |
| Van de leges verschuldigd op grond van onderdeel 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. | |
| | |
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning | |
2.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: | € 0,00 |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | |
2.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: | € 125,00 |
| | |
Hoofdstuk 8 Herziening of wijziging van een bestemmingsplan | | |
| (Partiële) herziening/ wijziging/ uitwerking bestemmingsplan | |
2.8.1 | Het tarief voor een beoordeling door het college van een principeverzoek in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen herziening, wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan in procedure zal worden gebracht bedraagt: | € 1.986,00 |
| Indien op het verzoek positief wordt besloten en hier een gevolg aan wordt gegeven, worden de daarvoor geheven leges, indien locatie en gevraagde ontwikkeling hetzelfde zijn, met deze leges verrekend. | |
| | |
| Bestemmingsplan | |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag/verzoek tot herziening, wijziging of uitwerking tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid en/of artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening: | € 16.270,00 |
2.8.3 | Indien van gemeentewege een herziening, wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan dient te worden opgesteld (exclusief uit te voeren onderzoeken) wordt het legesbedrag verhoogd met: | € 15.230,00 |
| | |
2.8.4 | teruggaaf | |
2.8.4.1 | Als een aanvrager zijn aanvraag om herziening, wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan als bedoeld in onderdeel 2.8.2 intrekt, nadat deze is ingediend bij de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | |
| indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het indienen ervan | 100% |
| van de verschuldigde leges als bedoeld in artikel 2.8.2. | |
| indien de aanvraag wordt ingetrokken na de termijn van 4 weken na het indienen ervan | 25% |
| van de verschuldigde leges als bedoeld in artikel 2.8.2. | |
2.8.4.2 | Indien een aanvraag/verzoek tot herziening, wijziging of uitwerking tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid en/of artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges als bedoeld in artikel 2.8.2. De teruggaaf bedraagt: | 25% |
Hoofdstuk 9 Sloopmelding | |
| Vervallen | |
| | |
Hoofdstuk 10 Overig/administratief | |
2.10.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.1.1 (bouwactiviteit) waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 2.5.8, 2.5.14, 2.5.28 en 2.5.29 van de Bouwverordening wordt het berekende bedrag, onverkort het bepaalde in 2.3.1, verhoogd met: | € 218,00 |
2.10.2 | Indien de aanvraag in de zin van subonderdelen 2.8.2 en 2.8.3 (bestemmingsplan) of de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.1. (bouwactiviteit) of 2.3.3.2 (buitenplanse kleine afwijking en tijdelijke afwijking) of 2.3.3.3 (buitenplanse afwijking bij bouwactiviteit), waarbij uitsluitend ten behoeve van die aanvraag tevens een procedure tot vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder moet worden toegepast, wordt het berekende bedrag, onverkort het bepaalde in voornoemde subonderdelen, verhoogd met: | € 1.861,00 |
2.10.3 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.1.1 (bouwactiviteit), waarvoor een bouwveiligheidsplan als bedoeld in artikel 2.7 lid a van de Ministeriële regeling omgevingsrecht door de aanvrager ingediend moet worden, wordt het berekende bedrag, onverkort het bepaalde in 2.3.1, verhoogd met: | € 253,00 |
2.10.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende vergunning of ontheffing als bedoeld in titel 2 van deze tarieventabel | € 125,00 |
2.10.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: | € 125,00 |