Organisatie | Tiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tiel houdende regels omtrent de heffing en invordering van parkeerbelastingen (Verordening Parkeerbelastingen 2020) |
Citeertitel | Verordening Parkeerbelastingen 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Parkeerbelastingen 2019.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-11-2019 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 13-11-2019 | Regelgevingregister 2019, nr. 1.19 / Raadsbesluit 13-11-2019 |
Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang dan wel afloop van het parkeren in werking stellen van parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer, dan wel indien op het betreffende parkeerterrein de verschuldigde belasting wordt vastgesteld volgens het systeem van het Kentekenparkeren.
Indien wordt geparkeerd op parkeerapparatuurplaatsen is geen parkeerbelasting verschuldigd indien een Europese gehandicaptenparkeerkaart van buitenaf duidelijk leesbaar achter de voorruit van het motorvoertuig is aangebracht, met dien verstande dat wel parkeerbelasting is verschuldigd op parkeerterreinen, waarop het Kentekenparkeren, zoals omschreven in artikel 1, lid i, van deze verordening, van toepassing is.
Artikel 8 Termijnen van betaling
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren; op een met één of meerdere slagbomen ingericht parkeerterrein, dan wel op een parkeerterrein, waarop het systeem van Kentekenparkeren van toepassing is, dient de belasting bij afloop van het parkeren te worden betaald.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschied door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.
Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 64,50.
Bijlage 1 Tarieventabel Parkeerbelastingen 2020
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur bedraagt bij parkeerapparatuur, geschikt voor een parkeertijd van maximaal:
45 minuten, € 2,80 per uur in de volgende straten:
Damstraat, Gasthuisstraat, Hoogeinde, Oliemolenwal en Vleesstraat
60 minuten, € 2,80 per uur in het Molenstraatje
90 minuten, € 2,80 per uur in de volgende straten:
Achterweg, Ambtmanstraat, Andreashage, Binnenmolenstraat, 1e Bleekveldstraat, Kalverbos, Kromme Elleboog, St. Walburg, St. Walburgbinnensingel, St. Walburgkerkpad, Westluidensestraat, Zoutkeetstraatje.
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur bedraagt bij parkeerapparatuur, geschikt voor een onbeperkte parkeertijd, € 1,50 per uur op de volgende parkeerterreinen:
Burgemeester Hasselmanplein, Poort van Santwijck, Het Taluud, Oude Haven, Veemarkt en Waalkade/Veerweg en in de parkeergarage Westluidense Poort aan de Rechtbankstraat.
De tarieven zoals genoemd in de onderdelen 1 en 2 zijn verschuldigd op maandag tot en met zaterdag van 08:00 uur tot 18:00 uur en op donderdagavond van 18.00 uur tot 21.00 uur.
Van 18:00 uur tot 22:00 uur bedraagt het tarief voor parkeergarage Westluidense Poort € 0,90 per uur.
In parkeergarage Westluidense Poort is er vanaf 17.00 uur een avondkaart beschikbaar voor parkeren van 17.00 uur tot 22.00 uur. Deze kaart dient vooraf afgerekend te worden, het tarief bedraagt € 3,50 per avondkaart.
Het tarief voor het verlenen van een bedrijfsvergunning voor de schil, als bedoeld in artikel 1 onder letter k van de vigerende Parkeerverordening, alsmede de terreinen aan de Konijnenwal, het Burg. Hasselmanplein, de Brugstraat en het Taluud, als bedoeld in artikel 3.3.c van de vigerende Parkeerverordening (categorie III) bedraagt per jaar € 270,55
Het tarief voor een bezoekerspas (boekje met 10 kraskaarten) als bedoeld in artikel 3.3.g van de vigerende Parkeerverordening (categorie VII, bezoekers in de schil), alsmede voor een bezoekerspas (10 bezoekerskraskaart), bestemd voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen bedraagt € 11,25
De bezoekerskraskaarten gelden niet voor de terreinen Oude Haven, Poort van Santwijck en de parkeergarage Westluidense Poort.
Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 3, lid 4 van de verordening in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de parkeerbelasting verminderd voor zoveel volle kalendermaanden als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Behoort bij het raadsbesluit van 13 november 2019