Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Capelle aan den IJssel

Regeling Organieke Functiewaardering gemeente Capelle aan den IJssel 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Capelle aan den IJssel
Officiële naam regelingRegeling Organieke Functiewaardering gemeente Capelle aan den IJssel 2005
CiteertitelRegeling Organieke Functiewaardering gemeente Capelle aan den IJssel 2005
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerppersoneel en organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-01-2008wijziging art. 1 onder e.

08-01-2008

IJsselpost, 22-10-2008

onbekend
08-01-200801-09-2009wijziging art. 1 onder e.

08-01-2008

IJsselpost, 22-10-2008

onbekend
08-01-200801-01-2009wijziging art. 1 onder e.

08-01-2008

IJsselpost, 22-10-2008

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling Organieke Functiewaardering gemeente Capelle aan den IJssel 2005

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

Gelet op de overeenstemming in de vergadering van de commissie Georganiseerd Overleg;

Gelet op artikel 3:1 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende

Regeling Organieke Functiewaardering gemeente Capelle aan den IJssel 2005

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar:

    • 1.

      de ambtenaar zoals bedoeld in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR) in dienst van de gemeente Capelle aan den IJssel;

    • 2.

      de werknemer met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan;

  • b.

    organieke functie: een taak of groep van taken zoals die binnen het raam van de voor de gemeente geldende regelingen door of namens het college van burgemeester en wethouders is vastgelegd om door een ambtenaar te worden vervuld;

  • c.

    functiebeschrijving: de beschrijving van een organieke functie die door één of meer ambtenaren kan worden vervuld;

  • d.

    organisatiebrede functiebeschrijving: de beschrijving van een samenstel van werkzaamheden dat op verschillende onderdelen binnen de organisatie van toepassing is.

  • e.

    functiedeskundige: de intern of extern deskundige op het gebeid van functiewaardering die is belast met het opstellen van de adviezen inzake functiebeschrijving en functiewaardering;

  • f.

    waarderingsadvies: het advies van de functiedeskundige met betrekking tot de waardering van de functie;

  • g.

    functiebeoordelings- en waarderingscommissie: de commissie als bedoeld in artikelen 5 en 7;

  • h.

    bezwarenadviescommissie: de commissie als bedoeld in artikelen 6 en 8;

  • i.

    conversietabel: de tabel die de koppeling legt tussen de resultaten van de waardering en de schaalindeling.

Artikel 2 Methode van waardering

Het niveau van alle bij de gemeenten voorkomende organieke functies zal worden vastgelegd volgens de methode van functiewaardering die als bijlage 1 bij deze regeling is gevoegd.

Artikel 3 Eerste functiebeschrijving en wijziging in de functiebeschrijvingen

  • 1. Functiebeschrijvingen worden opgemaakt:

    • a.

      voor nieuwe organieke functies die duurzaam moeten worden vervuld;

    • b.

      bij wijziging van de organisatie of wijziging van de taakinhoud van één of meer organieke functies voor alle organieke functies die bij deze wijziging betrokken zijn.

  • 2. Voor de behandeling van de in lid 1 bedoelde nieuwe of aangepaste functiebeschrijvingen zijn alle bepalingen van deze regeling van toepassing.

  • 3. Een nieuwe of aangepaste functiebeschrijving wordt eerst opgemaakt na voorafgaande instemming van de gemeentesecretaris.

Artikel 4 Vaststelling van de functiebeschrijving

  • 1. Het afdelingshoofd stelt in overleg met de P&O-adviseur en de functiedeskundige en desgewenst bijgestaan door de direct leidinggevende voor een functie die niet organisatiebreed is, een conceptfunctiebeschrijving op. Bij de conceptfunctiebeschrijving is gevoegd een overzicht van de organisatiestructuur van de afdeling.

  • 2. Het afdelingshoofd, bijgestaan door de P&O-adviseur en de functiedeskundige, bespreekt de conceptfunctiebeschrijving met de direct leidinggevende.

  • 3. Het afdelingshoofd past naar aanleiding van deze gesprekken zonodig de conceptfunctiebeschrijving aan. Nadat de direct leidinggevende de conceptfunctiebeschrijving voor gezien heeft getekend, wordt de conceptfunctiebeschrijving voor advies voorgelegd aan de functiebeoordelings- en waarderingscommissie.

  • 4. De gemeentesecretaris stelt in overleg met het afdelingshoofd Personeels- en Juridische Zaken organisatiebrede functiebeschrijvingen op.

  • 5. De gemeentesecretaris legt de conceptfunctiebeschrijving voor advies voor aan de functiebeoordelings- en waarderingscommissie.

  • 6. Zo mogelijk in de vergadering van de functiebeoordelings- en waarderingscommissie stelt de gemeentesecretaris, gehoord het advies van de commissie, de functiebeschrijving vast.

Artikel 5 Samenstelling en werkwijze van de functiebeoordelings- en waarderingscommissie

1.De functiebeoordelings- en waarderingscommissie is samengesteld uit:

  • a.

    het hoofd van de afdeling Personeels- en Juridische Zaken, voorzitter;

  • b.

    een lid aan te wijzen door de Ondernemingsraad;

  • c.

    een lid aan te wijzen door de commissie voor Georganiseerd Overleg.

Aan de commissie worden ter ondersteuning toegevoegd de secretaris, zijnde een medewerker van de afdeling Personeels- en Juridische Zaken; de functiedeskundige en, op verzoek van de commissie, het betreffende afdelingshoofd.

  • 2.

    Voor elk lid wordt door de genoemde instanties een plaatsvervangend lid aangewezen.

  • 3.

    De functiebeoordelings- en waarderingscommissie brengt het advies over de functiebeschrijving in een voltallige vergadering uit.

  • 4.

    Bij verschil van inzicht over de juistheid en/of volledigheid van de functiebeschrijving kan het advies van de Ondernemingsraad worden ingewonnen alvorens tot advisering over de functiebeschrijving in de functiebeoordelings- en waarderingscommissie wordt overgegaan.

  • 5.

    De vergaderingen van de functiebeoordelings- en waarderingscommissie zijn niet openbaar. De leden en de secretaris, de functiedeskundige en het afdelingshoofd zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen uit de stukken of de beraadslagingen bekend is geworden.

  • 6.

    De beslissing van de gemeentesecretaris tot vaststelling van de functiebeschrijving wordt zo spoedig mogelijk door of namens de gemeentesecretaris schriftelijk en met redenen omkleed meegedeeld aan de betrokken ambtenaar, het afdelingshoofd en de functiedeskundige.

Artikel 6 Bezwaar tegen de vastgestelde functiebeschrijving

  • 1. Tegen de beslissing tot vaststelling van de functiebeschrijving als bedoeld in artikel 5, lid 6 kan de ambtenaar binnen zes weken na de schriftelijke bekendmaking van de vastgestelde functiebeschrijving bezwaar maken bij het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders legt het bezwaar voor advies voor aan de Personeelkamer van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften als bedoeld in artikel 8. De artikelen 8 en 9 zijn in dat geval zoveel als mogelijk van overeenkomstige toepassing.

  • 2. In geval van een bezwaar als bedoeld in dit artikel bestaat de taak van de Personeelkamer uit:

    • a.

      toetsen of de vastgestelde functiebeschrijving tot stand is gekomen op een correcte wijze conform de procedures vastgelegd in de regeling voor functiewaardering;

    • b.

      toetsen van de inhoud van de vastgestelde functiebeschrijving;

    • c.

      toetsen of de indiener van het bezwaar belanghebbende is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. De Personeelkamer brengt advies uit aan het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders neemt vervolgens een besluit op het bezwaar.

Artikel 7 Het waarderingsadvies en de waardering

  • 1. De functiebeschrijving wordt aan de functiedeskundige ter waardering voorgelegd. De functiedeskundige brengt vervolgens binnen vier weken het waarderingsadvies inclusief het bijbehorende functieniveau uit aan de functiebeoordelings- en waarderingscommissie.

  • 2. De functiebeoordelings- en waarderingscommissie heeft tot taak het uitbrengen van advies over de bij de functiebeschrijving behorende waardering:

    • a.

      de wijze waarop in het waarderingsadvies toepassing is gegeven aan het waarderingssysteem;

    • b.

      de verhouding van het waarderingsadvies tot de waardering van de overige functies in de organisatie.

  • 3. De afdeling Personeels- en Juridische Zaken adviseert desgevraagd het college van burgemeester en wethouders over de conversietabel. Het college van burgemeester en wethouders legt de conversietabel voor overeenstemming voor aan de commissie voor Georganiseerd Overleg. Na verkregen overeenstemming met de commissie voor Georganiseerd Overleg stelt het college van burgemeester en wethouders de conversietabel vast.

  • 4. De beslissing van de gemeentesecretaris tot vaststelling van de waardering wordt zo spoedig mogelijk door of namens de gemeentesecretaris schriftelijk en met redenen omkleed meegedeeld aan de ambtenaar, het afdelingshoofd en de functiedeskundige.

Artikel 8 Bezwaar tegen de vastgestelde functiewaardering

  • 1. Er is een bezwarencommissie gebaseerd op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht waarvan de leden worden benoemd door het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. De samenstelling en de werkwijze van de Personeelkamer van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften is vastgelegd in de Rechtspositieleidraad bij organisatieverandering 2002.

  • 3. De taak van de Personeelkamer van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften bestaat uit:

    • a.

      toetsen of de vastgestelde functiewaardering op een correcte wijze tot stand is gekomen conform de procedures vastgelegd in de regeling voor functiewaardering;

    • b.

      toetsen van de inhoud van de vastgestelde functiewaardering;

    • c.

      toetsen of de indiener van het bezwaar belanghebbende is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 4. Indien de ambtenaar die de functie vervult het niet eens is met de vastgestelde functiewaardering, kan hij dat in een bezwaarschrift kenbaar maken aan het college van burgemeester en wethouders binnen zes weken na de schriftelijke bekendmaking van de vastgestelde functiewaardering.

  • 5. Het college van burgemeester en wethouders legt het bezwaarschrift voor advies voor aan de Personeelkamer van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften. De Personeelkamer stelt de in artikel 7, lid 4 genoemde personen op de hoogte van het bezwaar.

  • 6. De Personeelkamer van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften hoort zowel de indiener van het bezwaarschrift en/of diens raadsman als de gemeentesecretaris. Indien de Personeelkamer dit wenselijk acht en/of op verzoek van de indiener van het bezwaarschrift, hoort zij tevens:

    • -

      de andere ambtenaar die de functie uitvoert dan wel moet uitvoeren;

    • -

      de direct leidinggevende;

    • -

      het afdelingshoofd;

    • -

      een of meer informanten;

    • -

      de functiedeskundige.

  • 7. De Personeelkamer van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften zal de functie in de volle omvang bezien; zij zal zich niet beperken tot het gezichtspunt waartegen bezwaar is ingediend. Indien wordt overwogen te adviseren de waardering voor een niet-bestreden gezichtspunt te verlagen, stelt zij in elk geval de indiener van het bezwaarschrift en de betrokken ambtenaar in de gelegenheid hun zienswijze naar voren te brengen. Tevens stelt zij de indiener van het bezwaarschrift in de gelegenheid het bezwaarschrift in te trekken.

  • 8. De Personeelkamer van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften draagt er zorg voor dat het advies zo tijdig wordt vastgesteld en uitgebracht dat het college van burgemeester en wethouders kan beslissen binnen de termijn bedoeld in artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht. Indien het advies niet unaniem is, wordt ook het minderheidsadvies vermeld.

  • 9. Het college van burgemeester en wethouders kan gemotiveerd van het advies van de Personeelkamer van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften afwijken.

Artikel 9 Vaststelling van de waardering na bezwaar

  • 1. Vaststelling van de waardering na bezwaar vindt plaats bij afzonderlijk besluit van het college van burgemeester en wethouders binnen tien weken na ontvangst van het bezwaarschrift.

  • 2. De termijn wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de indiener is verzocht een verzuim als bedoeld in artikel 6: 6 van de Algemene wet bestuursrecht te herstellen tot de dag waarop het verzuim is hersteld of de daarvoor genoemde termijn ongebruikt is verstreken.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.

  • 4. Verder uitstel is mogelijk voorzover de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad of ermee instemmen.

  • 5. De beslissing als bedoeld in lid 1 wordt aan de indiener van het bezwaarschrift bekendgemaakt en aan de overige in artikel 7, lid 4 genoemd personen medegedeeld met overlegging van het uitgebrachte advies van de Personeelkamer. Eveneens wordt deze beslissing in voorkomende gevallen bekendgemaakt aan de raadsman van de indiener van het bezwaar.

Artikel 10 Slot- en overgangsbepalingen

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling Organieke Functiewaardering gemeente Capelle aan den IJssel 2005.

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders in de geest van deze regeling.

  • 3. Deze regeling treedt in werking op 17 mei 2005 onder gelijktijdige intrekking van de Regeling Organieke Functiewaardering 2002.

  • 4. De onder vigeur van de Procedureregeling functiebeschrijving en -waardering 1992 en de Regeling Organieke Functiewaardering 2002 vastgestelde waarderingen blijven van kracht totdat zij zijn vervangen door waarderingen op de grondslag van deze regeling.

TOELICHTING REGELING ORGANIEKE FUNCTIEWAARDERING GEMEENTE

CAPELLE AAN DEN IJSSEL 2005

Algemeen

Doel van de systematische functiebeschrijving is inzicht te verschaffen in organisatie en taakverdeling, waarbij de nadruk ligt op taakverdeling. Doel van de methodische functiewaardering is om op basis van dit inzicht en met behulp van een functiewaarderingsmethodiek:

  • -

    de niveauverhoudingen binnen de organisatie te bepalen en

  • -

    dit vast te leggen in functieniveaus.

Organieke functies

Uit het bovenstaande komt naar voren dat bij deze vorm van beschrijving en waardering niet wordt uitgegaan van afzonderlijke functies van individuele ambtenaren, maar van een min of meer samenhangend geheel van functies zoals die binnen een organisatorisch verband in relatie tot elkaar te onderkennen zijn.

Deze functies worden organieke functies genoemd. Dat wil echter nog niet zeggen dat de individuele ambtenaar in de dagelijkse praktijk precies doet wat volgens de organieke functie van hem wordt verwacht. De feitelijke werkzaamheden van individuele ambtenaren kunnen in meer of mindere mate afwijken van een organieke functie. Dit verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld:

  • -

    de ambtenaar heeft nog onvoldoende ervaring en (mogelijk) kennis om de organieke functie volledig en in volle omvang te kunnen vervullen. Hij is bezig zich in te werken dan wel extra kennis te vergaren;

  • -

    de ambtenaar heeft zoveel ervaring en extra kennis opgedaan dat hij regelmatig de zwaardere problemen krijgt toegewezen;

  • -

    door duidelijk van elkaar verschillende inhoudelijke inbreng van enkele ambtenaren is er een taakverdeling gegroeid die afwijkt van de oorspronkelijke organieke opzet en nu een duidelijk persoonsgebonden tijdelijk karakter draagt.

In voorkomende gevallen kan door middel van een personeelsbeoordeling en een flexibel beloningsbeleid een adequate oplossing worden gevonden.

Functiebeschrijving

Indien het organisatiebrede functiebeschrijvingen betreft, stelt de gemeentesecretaris in overleg met het hoofd van de afdeling Personeels- en Juridische Zaken de conceptfunctiebeschrijvingen op.

Bij een niet organisatiebrede functiebeschrijving wordt de conceptfunctiebeschrijving opgesteld door het afdelingshoofd in overleg met de P&O-advisieur en de functiedeskundige. Hij legt de conceptfunctiebeschrijving voor aan de direct leidinggevende van de ambtenaar die deze voor gezien tekent. Vervolgens wordt de conceptfunctiebeschrijving, zowel als het een organisatiebrede functiebeschrijving betreft als wanneer er sprake is van een niet organisatiebrede functiebeschrijving, voorgelegd aan de functiebeoordelings- en waarderingscommissie, waarna ter vergadering van deze commissie een vaststelling van de beschrijving plaatsvindt door de gemeentesecretaris.

Bezwaar en beroep tegen organieke functiebeschrijving

Gelet op recente jurisprudentie (TAR 1997, nummers 149 en 172) bestaat tegen het besluit tot vaststelling van de organieke functiebeschrijving op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) beroep open bij de Arrondissementsrechtbank. De wet schrijft voor dat alvorens beroep kan worden ingesteld, eerst bij het bestuursorgaan bezwaar moet zijn ingediend. In de regeling is dan ook een formele bezwarenprocedure opgenomen. De Arrondissementsrechtbank te Zutphen stelt in de aangehaalde uitspraken dat de herschrijving van een functie een besluit is in de zin van de Awb en dat de functievervuller bij de beschrijving hiervan een rechtstreeks belang heeft, omdat de functiebeschrijving bepalend is voor de functiewaardering. De toetsing moet wel terughoudend zijn en dient zich te beperken tot de vraag of de beschrijving op voldoende gronden berust. De waardering van een functie wordt daarentegen gezien als een besluit van algemene strekking waartegen bezwaar en beroep mogelijk is, indien de ambtenaar rechtstreeks in zijn belang is getroffen, aldus de Centrale Raad van Beroep (TAR 12996, nummer 144).

Individuele inschaling

De regeling regelt niet de inschaling van de individuele ambtenaar. Zij heeft uitsluitend betrekking op de functiebeschrijving en de waardering daarvan. Met de beschrijving en de waardering is wel een basis gelegd voor de individuele inschaling, maar deze is hiermee nog niet volledig bepaald. Afhankelijk van onder meer de functievervulling, de leeftijd en de dienstjaren, zal voor iedere ambtenaar afzonderlijk moeten worden bekeken hoe hij moet worden ingeschaald en bezoldigd. Instrumenten hiervoor zijn functioneringsgesprekken, de personeelsbeoordelingen en de richtlijnen van het bezoldigingsbeleid.

Functiewaardering

De waardering van een functiebeschrijving kan op verschillende manieren tot stand komen. In deze gemeente stelt de functiedeskundige van de afdeling Personeels- en Juridische Zaken een waarderingsadvies op. Het waarderingsadvies wordt voorgelegd aan de functiebeoordelings- en waarderingscommissie en ter vergadering van deze commissie wordt door de gemeentesecretaris de waardering van de functie vastgesteld.

Bezwaar tegen functiewaardering

Gelet op de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep van 1996 (TAR 1996, nummer 141 tot en met nummer 144) kan door de betrokken ambtenaar tegen het besluit tot functiewaardering over een organieke functie in beroep worden gegaan nadat bij het bestuursorgaan bezwaar is gemaakt. Als formeel adviesorgaan voor het behandelen van bezwaren fungeert de Personeelkamer van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften van de gemeente Capelle aan den IJssel, die geheel uit externen bestaat.

De bezwarencommissie heeft een drieledige taak:

  • -

    toetsing van de ontvankelijkheid van het bezwaar;

  • -

    beoordeling of de bestreden waardering van de organieke functie conform de procedure op rechtmatige wijze tot stand is gekomen;

  • -

    inhoudelijke beoordeling van de bestreden waardering van de organieke functie. Indien de commissie haar advies voor wat betreft het tweede aspect opmerkingen maakt, is het college van burgemeester en wethouders verplicht terzake een nieuw besluit te nemen, rekening houdende met deze opmerkingen.

Beroep bij de Arrondissementsrechtbank, sector Bestuursrecht, tegen het functiewaarderingsbesluit

Tegen een beslissing op een bezwaar betreffende organieke functiewaardering kan sedert de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep van 1996 (TAR 1996, nummer 36, 141 tot en met 144) binnen zes weken een beroep bij de Arrondissementsrechtbank, sector Bestuursrecht, worden ingesteld. De Centrale Raad van Beroep is namelijk van oordeel dat een besluit betreffende de waardering van een organieke functie een besluit is in de zin van de artikel 7:1 Awb (voor beroep vatbaar) en dat een dergelijke beslissing voldoet aan de definitie van het begrip besluit zoals dat is vastgelegd in artikel 3:1 Awb waartegen op grond van hoofdstuk 8 Awb beroep openstaat. Vervolgens is de Centrale Raad van Beroep van oordeel dat de belangen van de appellant tegen een organieke functiewaardering rechtstreeks bij het besluit zijn betrokken en dat appellant dientengevolge kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, lid 1 Awb. Het gaat sedert deze uitspraken van de Centrale Raad van Beroep niet meer om de mate van betrokkenheid van de functievervuller bij de totstandkoming van de functiebeschrijving, maar om het persoonlijk belang dat de functievervuller volgens de Raad heeft bij de gevolgen van het organieke functiewaarderingsbesluit, namelijk de individuele salarisinpassing. De Raad stelt zich ten aanzien van de gronden voor het beroep op het standpunt dat de rechterlijke toetsing van organieke fucntiewaarderingsbelsuiten terughoudend dient te zijn. Terughoudend in die zin dat de rechter zich naast de overige in aanmerking komende toetsing van het besluit aan geschreven en ongeschreven recht moet beperken tot de vraag of de waardering op voldoende gronden berust, derhalve een marginale toetsing.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Artikel 1 bevat de begripsomschrijvingen die in de regeling worden gebruikt.

Artikel 2

In dit artikel wordt verwezen naar bijlage 1. Deze bijlage bevat het van toepassing zijnde

ODRP-functiewaarderingssysteem versie 2004. Er is gekozen voor een bijlage omdat bij wijziging van het functiewaarderingssysteem de functiewaarderingsregeling op zich niet gewijzigd behoeft te worden.

Artikel 3

Nadrukkelijk wordt in de regeling bepaald wanneer in elk geval een functiebeschrijving moet worden opgemaakt. De in dit artikel genoemde redenen zijn niet uitputtend: derhalve kunnen aanvullingen dan wel correcties hierop worden aangebracht, afhankelijk van de behoefte en de omstandigheden van de organisatie.

Artikel 4

Het uitgangspunt voor de organieke functie is de beschrijving van de te verrichten taken die een min of meer samenhangend geheel vormen binnen de organisatiestructuur, alsmede de daarbij behorende persoonskenmerken en het vereiste opleidings- en ervaringsniveau. De organieke functies worden door de organisatie beschreven en vervolgens toebedeeld aan functionarissen.

In de regeling is een onderscheid gemaakt tussen organisatiebrede en niet-organisatiebrede functiebeschrijvingen. Indien het om organisatiebrede functiebeschrijvingen gaat, is de gemeentesecretaris verantwoordelijk. Zijn er niet-organisatiebrede functiebeschrijvingen aan de orde, is het afdelingshoofd verantwoordelijk is voor de opstelling van de beschrijving. Het afdelingshoofd overlegt met de P&O-adviseur en de functiedeskundige en kan zich daarbij doen bijstaan door de direct leidinggevende.

De gemeentesecretaris of het afdelingshoofd legt de conceptfunctiebeschrijving voor aan de functiebeoordelings- en waarderingscommissie.

Daar waar in dit artikel over ambtenaar wordt gesproken, kan ook worden gelezen de ambtenaren. Bij een herschrijving van een functie kunnen verschillende ambtenaren rechtstreeks in hun belang worden getroffen omdat zij dezelfde functie vervullen. Dit geldt overigens ook voor de andere artikelen van de regeling.

Na vaststelling van de functiebeschrijving wordt deze aangeboden aan de functiedeskundige voor het opstellen van een waarderingsadvies.

Waar in de Regeling Organieke Functiewaardering gemeente Capelle aan den IJssel 2005 wordt gesproken over de gemeentesecretaris wordt in alle gevallen gedoeld op de gemeentesecretaris/algemeen directeur.

Artikel 5

In dit artikel is de samenstelling en de werkwijze van de functiebeoordelings-en waarderingscommissie opgenomen, alsmede de bevoegdheid van de gemeentesecretaris die de vergaderingen van de commissie bijwoont, tot vaststelling van de functiebeschrijving.

Artikel 6

Op grond van de jurisprudentie staat voor de functievervuller bezwaar en vervolgens beroep open tegen de vastgestelde organieke functiebeschrijving. Artikel 6 treft hiervoor de noodzakelijke voorziening. Bezwaren gericht tegen de vastgestelde functiebeschrijving worden voor advies voorgelegd aan de Personeelkamer van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften van de gemeente Capelle aan den IJssel zoals omschreven in artikel 8 van de regeling.

Artikel 7

In artikel 7 is de analyse en de waardering van de functiebeschrijving vastgelegd. Bij deze procedure worden de beschrijvingen gewaardeerd door een intern functiedeskundige van de afdeling Personeels- en Juridische Zaken. Het waarderingsadvies wordt uitgebracht aan de functiebeoordelings- en waarderingscommissie. Ter vergadering van de commissie vindt besluitvorming plaats door de gemeentesecretaris die de vergaderingen van de commissie bijwoont. In lid 4 van dit artikel is vastgelegd dat de afdeling Personeels- en Juridische Zaken het college van burgemeester en wethouders adviseert over de conversietabel.

Artikel 8

Artikel 8 biedt de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de vastgestelde functiewaardering. Hierbij zijn de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht in acht genomen. Als bezwarencommissie fungeert de Personeelkamer van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften. Dit is een externe commissie als bedoeld in artikel 7:13 Awb. Teneinde een zo goed mogelijk inzicht te verkrijgen, volgt onderstaand de integrale tekst van het betreffende artikel.

Artikel 7:13 Awb

  • 1.

    Dit artikel is van toepassing indien ten behoeve van de beslissing op het bezwaar een adviescommissie is ingesteld:

    • a.

      die bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden,

    • b.

      waarvan de voorzitter geen deel uitmaakt en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan en

    • c.

      die voldoet aan eventueel bij wettelijk voorschrift gestelde andere eisen.

  • 2.

    Bij het bericht van ontvangst, bedoeld in artikel 6:14, wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

  • 3.

    Het horen geschiedt door de commissie. De commissie kan het horen opdragen aan de voorzitter of een lid dat geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

  • 4.

    De commissie beslist over de toepassing van artikel 7:4, zesde lid, van artikel 7:7, tweede lid en, voorzover bij wettelijk voorschrift niet anders is bepaald, van artikel 7:3.

  • 5.

    Een vertegenwoordiger van het bestuursorgaan wordt voor het horen uitgenodigd en wordt in de gelegenheid gesteld een toelichting op het standpunt van het bestuursorgaan te geven.

  • 6.

    het advies van de commissie wordt schriftelijk uitgebracht en bevat een verslag van het horen.

  • 7.

    Indien de beslissing op het bezwaar afwijkt van het advies van de commissie wordt in de beslissing de reden voor die afwijking vermeld en wordt het advies met de beslissing meegezonden.

Voor zover nodig wordt er nog op gewezen dat het advies van de bezwarencommissie deugdelijk gemotiveerd moet zijn.

Over inhoudelijke zaken brengt de commissie een advies uit, waarvan het bestuursorgaan gemotiveerd kan afwijken. In de praktijk is regelmatig, naar aanleidingen van opmerkingen in het Georganiseerd Overleg,

de vraag voorgelegd of het inhoudelijke advies niet een bindend karakter heeft. Dit doet naar onze mening afbreuk aan de discretionaire bevoegdheid van het bestuursorgaan en wordt om die reden dan ook ontraden.

Artikel 9

Vaststelling van de waardering na bezwaar vindt bij afzonderlijk besluit van het bestuursorgaan plaats binnen de termijnen die overeenkomstig in de Awb zijn opgenomen. Indien er sprake is van een externe commissie zoals in deze gemeente het geval is, dan geldt een termijn van tien weken. Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan. Verder uitstel is mogelijk voor zover de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad of daarmee instemmen.