Organisatie | Lansingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent wijkverbod (Beleidsregels Wijkverbod Lansingerland 2019) |
Citeertitel | Beleidsregels Wijkverbod Lansingerland 2019 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels Wijkverbod Lansingerland juni 2017.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-11-2019 | nieuwe regeling | 16-07-2019 |
De burgemeester van Lansingerland;
het gedrag van genoemde personen zich als volgt laat kenschetsen: samenscholing, intimiderend groepsgedrag, handel in drugs, openlijk drankgebruik, geweldpleging, doelloos ophouden in portieken van woningen en/of winkels, belemmering van vrije doorgang, schreeuwen, urineren, onvoorspelbare agressiviteit en/of het anderszins lastigvallen van burgers;
De burgemeester kan bij de hierna te noemen strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen binnen de gemeentegrenzen een wijkverbod op grond van artikel 2:78 van de Algemene Plaatselijke Verordening Lansingerland 2019 (APV) opleggen.
Een wijkverbod geldt voor het gebied waarbinnen de in het eerste lid genoemde gedraging heeft plaatsgevonden. Indien de gedraging heeft plaatsgevonden tijdens een B- of C-evenement legt de burgemeester een verbod op, waarbij voor het gebied aansluiting wordt gezocht bij het evenemententerrein, dan wel het gebied waar het evenement plaatsvindt.
Voordat een wijkverbod wordt opgelegd ontvangt een persoon die zich voor de eerste keer schuldig heeft gemaakt aan een gedraging genoemd in het eerste lid een schriftelijke waarschuwing. In deze waarschuwing staat het beleid ten aanzien van het wijkverbod uitgelegd. De waarschuwing wordt één keer gegeven en geldt binnen de gehele gemeente Lansingerland voor de duur van 6 maanden.
Indien ten aanzien van een persoon voor de eerste maal binnen 6 maanden na de waarschuwing, een gedraging genoemd in het eerste lid wordt geconstateerd, wordt een verbod opgelegd om zich gedurende 72 uur te bevinden op een in het verbod aangewezen gebied. Bij overtreding van een wijkverbod wordt een proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 2:78, eerste lid, van de APV.
Aan een persoon die zich binnen 6 maanden na het opleggen van een wijkverbod in hetzelfde gebied voor de tweede maal schuldig maakt aan een gedraging genoemd in het eerste lid, wordt conform het bepaalde in artikel 2:78, tweede lid, van de APV een verbod opgelegd om zich gedurende het in artikel 6 genoemde tijdvak te bevinden in het in het verbod genoemde gebied, waar of in de nabijheid waarvan de genoemde gedragingen hebben plaatsgevonden. Bij overtreding van een wijkverbod wordt een proces-verbaal op grond van artikel 2:78, tweede lid, van de APV, opgemaakt.
De in het derde, vierde en vijfde lid beschreven procedure geldt niet als de gedraging zich voordoet bij een evenement. In dat geval kan de burgemeester direct een wijkverbod opleggen, zonder dat een persoon eerst wordt gewaarschuwd. Er moet dan sprake zijn van een ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde tijdens dit evenement. Voor een evenement wordt een verbod opgelegd voor de buurt(en) waarin het evenemententerrein is gelegen, dan wel waar het evenement plaatsvindt gedurende de duur van het evenement met een maximum van 3 dagen.
Artikel 2 Procedure wijkverbod
Een besluit tot oplegging van een wijkverbod wordt in persoon aan de betrokkene uitgereikt of aan de betrokkene toegezonden. De gedragingen waarop het wijkverbod is gebaseerd, worden meegedeeld en schriftelijk vastgelegd in een proces-verbaal, alsmede voor welk tijdvak en gebied het wijkverbod geldt en een eventueel ingediende zienswijze. Tevens wordt een kaart uitgedeeld van het gebied waarop het verbod betrekking heeft.
Indien de betrokkene kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, wordt in het besluit tot oplegging van het wijkverbod een looproute opgenomen. Het is de betrokkene in dat geval slechts toegestaan om de desbetreffende locatie via de aangegeven looproute te bereiken. Betrokkene toont zelf aan dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden. Deze belangen liggen doorgaans in de persoonlijke sfeer, zoals wonen, werken, onderwijs, bezoek aan een (huis)arts, advocaat of hulpverleningsinstantie.
Artikel 6 Duur van het wijkverbod
Een B-evenement is een evenement met een verhoogd risico, waarbij sprake is van een verhoogde impact op de omgeving en/of gevolgen voor verkeer en tevens extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist. Een C-evenement is een risicovol evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de omgeving/regio en/of gevolgen voor verkeer en tevens extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist. Ten aanzien van B- en C-evenementen geldt onderstaande kolom:
De burgemeester kan, afhankelijk van de veiligheidssituatie op de locatie, de strafbare feiten die de overlastgever heeft gepleegd en de termijn waarbinnen deze feiten zijn gepleegd, ervoor kiezen om de overlastgever aan te pakken op grond van artikel 172a Gemeentewet. Er dient sprake te zijn van herhaaldelijk overlastgevend dan wel ordeverstorend gedrag binnen een termijn van 13 maanden.