Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waalwijk

VERORDENING MARKTGELDEN 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaalwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVERORDENING MARKTGELDEN 2020
CiteertitelVerordening marktgelden 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpVerordening marktgelden 2020

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Wettelijke grondslag is artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202001-01-2021'nieuwe regeling'

07-11-2019

gmb-2019-281832

2019/046

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING MARKTGELDEN 2020

De raad van de gemeente Waalwijk heeft het voorstel over de belastingverordeningen 2020 van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2019 gelezen en stelt, gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet de volgende verordening vast:

“Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2020”

Artikel 1 Begripsomschrijvingen 

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    standplaats: een door het college aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • b.

    vergunninghouder: ieder aan wie door of vanwege het college een vergunning is afgegeven om gedurende een markt een standplaats in te nemen;

  • c.

    meeloper: een ieder die met toestemming van de marktmeester een standplaats inneemt, zonder dat aan hem terzake daarvan een vergunning is verleend, waaronder mede worden begrepen standwerkers;

  • d.

    dagplaats: een standplaats, die per marktdag ter beschikking wordt gesteld zonder dat hiervoor een vergunning is verleend;

  • e.

    vaste plaats: een standplaats, die tot wederopzegging ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • f.

    maand: een kalendermaand;

  • g.

    kwartaal: een kalenderkwartaal.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor:

  • a.

    het verlenen van een vergunning voor het innemen van een standplaats op voor de openbare dienst bestemde en door het college als marktterrein aan te wijzen plaatsen;

  • b.

    het innemen van een standplaats op voor de openbare dienst bestemde en door het college als marktterrein aan te wijzen plaatsen zonder dat hiervoor vergunning is verleend.

Artikel 3 Belastingplicht 

Het recht wordt geheven van de vergunninghouder, dan wel van degene die voor zichzelf of voor anderen de betreffende standplaats inneemt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    Het recht, als bedoeld in artikel 2, bedraagt voor iedere standplaats, met:

  • a.

    een ingenomen breedte van 4 meter of minder voor:

  • een dagplaats: € 6,00 per dag; (2019: € 5,90)

  • een vaste plaats: € 62,80 per kwartaal; (2019: € 61,55)

  • b.

    een ingenomen breedte van meer dan 4 meter voor:

  • een dagplaats: € 6,00 per dag (2019: 5,90) vermeerderd met € 1,35 voor elke meter of gedeelte daarvan boven de lengte van 4 meter; (2019: € 1, 30)

  • een vaste plaats: € 62,80 per kwartaal, vermeerderd met € 15,70 voor elke meter lengte of gedeelte daarvan boven 4 meter. (2019: € 61,55 / € 15,40)

  • 2.

    De ingenomen breedte van een standplaats, als bedoeld in het eerste lid, wordt gemeten langs de zijde waaraan de verkoop van de goederen of waren plaatsvindt, als welke zijde wordt aangemerkt de zijde waaraan zich het winkelend publiek pleegt te bevinden.

  • 3.

    De op basis van dit artikel berekende belasting wordt voor iedere vergunninghouder en meeloper op de weekmarkt in Waalwijk maandelijks verhoogd met een vast bedrag per standplaats vermeerderd met een variabel bedrag per strekkende meter breedte van de kraam (2019: € 5,40 / € 0,30). De hoogte van dit bedrag wordt periodiek vastgesteld door de markt- en feestcommissie.

Artikel 5 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven door middel van toezending of uitreiking van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, of andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1.

    Voor dagplaatsen is het belastingtijdvak gelijk aan een marktdag.

  • 2.

    Voor vaste plaatsen is het belastingtijdvak gelijk aan een kalenderkwartaal.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De rechten die verschuldigd zijn voor:

  • a.

    een dagplaats, zijn verschuldigd bij de aanvang van het gebruik van de standplaats;

  • b.

    een vaste plaats, zijn verschuldigd bij de aanvang van het kwartaal of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht;

  • 2.

    Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van een kwartaal wordt voor dat kwartaal het recht, vermeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, punt 2 of onderdeel b, punt 2, berekend over zoveel derde gedeelten als er in dat kwartaal, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven. Een gedeelte van een maand wordt daarbij voor een volle maand gerekend;

  • 3.

    Indien de belastingplicht eindigt in de loop van een kwartaal bestaat aanspraak op ontheffing van het in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, punt 2 of onderdeel b, punt 2, vermelde recht voor zoveel derde gedeelten als er in dat kwartaal, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, nog volle maanden overblijven.

  • 4.

    Geen aanspraak op teruggave bestaat wanneer de vergunninghouder om welke reden dan ook de standplaats waarvoor de vergunning is afgegeven gedurende de looptijd van de vergunning niet inneemt.

Artikel 8 Termijnen van betaling

De rechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5:

a. wordt uitgereikt, op het moment van uitreiken van die kennisgeving;

b. wordt toegezonden, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend. De aanslag of factuur moet dus altijd betaald worden.

Artikel 10 Aanvullende regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de marktgelden. Dit zijn besluiten van het college waarin deze verordening verder wordt uitgewerkt. Wanneer deze besluiten zijn genomen zijn ze terug te vinden op de websites wetten.overheid.nl en www.waalwijk.nl.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening marktgelden 2019’ van 8 november 2018 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2020, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening marktgelden 2020”.

  

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 november 2019.

  

DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK

 

de griffier, de voorzitter,

G.H. Kocken, drs. A.M.P. Kleijngeld