Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zederik

Verordening watertoeristenbelasting 1998

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZederik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening watertoeristenbelasting 1998
CiteertitelVerordening watertoeristenbelasting 1998
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De historie bij "Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen" is mogelijk niet compleet.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 224

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200701-01-2017art. 8

18-12-2006

Het Kontakt, 21-12-2006

-1.714 ZED/95

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening watertoeristenbelasting 1998

Geconsolideerde tekst van de regelingOnderwerp:Vaststelling verordening watertoeristenbelasting1998.De raad van de gemeente Zederik;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 februari 1998;gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;gelet op het positieve advies van Commissie IV d.d. 5 maart 1998;b e s l u i t :vast te stellen de: Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting1998.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatievedoeleinden;

  • b.

    lengte: de lengte over alles;

  • c.

    vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het collegevan burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggenvan een zelfde vaartuig gedurende een periode van tenminste een maand;

  • d.

    etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 21.00 uur;

  • e.

    maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;

  • f.

    seizoen: het tijdvak van 16 april tot en met 16 oktober;

  • g.

    kapitein: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens deaanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordtbetaald door personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevensvan de gemeente zijn ingeschreven, wordt onder de naam watertoeristenbelasting eendirekte belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld inartikel 2 aan hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter beschikking staandevaartuigen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake vanwiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtigde kapitein, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig als in artikel 2 bedoelddan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degenen die verblijf houden aan boord van:a. een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;b. kano's, roei- en volgboten;c.motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;d. een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijk watergebied bevindt;

  • 2.

    waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing eninvordering van toeristenbelasting;

  • 3.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Vreemdelingenwet2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h,van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheidals bedoeld in artikel 2, van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van hetCentraal Orgaan Opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat verblijf is gehouden. Voor detoepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaalgerekend.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Ter zake van vaartuigen met een vaste ligplaats wordt, indien een belastingplichtigeals bedoeld in artikel 3, eerste lid, is aangewezen:

    • a.

      het aantal personen dat verblijf heeft gehouden, bepaald op:drie, bij een vaartuig met een lengte van ten hoogste 8 meter;vier, bij een vaartuig met een lengte van meer dan 8, doch ten hoogste 12 meter;vijf, bij een vaartuig met een lengte van meer dan 12 meter;

    • b.

      het aantal etmalen dat door de onder a bedoelde personen verblijf is gehoudenbepaald op 24.

  • 2.

    Het aantal vaartuigen als bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld op hetgemiddelde van een viertal tellingen, waarbij in elk van de maanden april, juni,augustus en oktober één telling valt, op door het college van burgemeester enwethouders te bepalen data.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bijde aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijkeaantal etmalen dat verblijf is gehouden, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het opde voet van artikel 6 berekende aantal.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde verzoek kan desgewenst per ligplaats worden gedaan.

Artikel 8 Belastingtarief

De belasting bedraagt per persoon per etmaal € 0,00.

Artikel 9 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het seizoen.

Artikel 10 Wijze van belastingheffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoegelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingtijdvak minder dan tien zal ofheeft belopen.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekkingtot de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.

Artikel 13 Nieuw Artikel

  • 1.

    De voorlopige aanslag wordt ingevorderd in één termijn, vervallende op de laatstedag van de tweede maand volgende op die welke in de dagtekening van hetaanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    De overige aanslagen worden ingevorderd in één termijn, vervallende op de laatstedag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet isvermeld.

Artikel 14 Kwijtschelding

Bij de invordering van de watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 15 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor deeerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijfverschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester enwethouders aangewezen gemeente-ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid,onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening watertoeristenbelasting 1997" van 23 december 1996, nadiengewijzigd op 27 oktober 1997, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lidgenoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij vantoepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van debekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 1998.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening watertoeristenbelasting1998".

Aldus vastgesteld in de openbare vergaderingvan de raad van de gemeente Zederik,gehouden op 30 maart 1998.De secretaris,                             De voorzitter,