Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tynaarlo

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Tynaarlo 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTynaarlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Tynaarlo 2019
CiteertitelVerordening gemeentelijke begraafplaatsen Tynaarlo 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpBegraafplaatsverordening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 33 van de Wet op de lijkbezorging
  2. artikel 147 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

n.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-11-2019Nieuwe regeling

11-06-2019

gmb-2019-280384

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Tynaarlo 2019

De raad van de gemeente Tynaarlo;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 april 2019

 

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 33 van de Wet op de Lijkbezorging

 

 

B E S L U I T:

 

Vast te stellen het volgende:

 

 

 

Algemeen

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: een terrein waar overledene begraven, bijgezet of verstrooid worden:

    • de gemeentelijke begraafplaats ‘Eelde’, Kerkhoflaan in Eelde;

    • de gemeentelijke begraafplaats ‘De Duinen’, Vosbergerlaan in Eelde;

    • de gemeentelijke begraafplaats ‘De Walakker’, Annerweg 61 in Zuidlaren;

    • de gemeentelijke begraafplaats ‘Oude Coevorderweg’ in Zuidlaren;

    • de gemeentelijke begraafplaats ‘De Eswal’ in Vries;

  • b.

    particulier graf: een graf, al dan niet ingericht met een betonnen of gemetselde ruimte, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of het doen verstrooien van as;

  • c.

    particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen begraven en begraven houden van een lijk van een levenloos geboren kind, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus met of zonder urn of het doen verstrooien van as van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • d.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer en waarvan het college rechthebbende is. Een algemeen graf wordt alleen uitgegeven voor een begrafenis van gemeentewege.

  • e.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van overledenen;

  • f.

    urnenmuur: een muur waarin urnennissen zijn uitgespaard, voor het doen bijzetten van asbusen met of zonder urn, bevattende de as van overledenen;

  • g.

    particuliere urnennis: een nis in een urnenmuur waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het gebruikersrecht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van overledenen;

  • h.

    urnentuin: een gedeelte van de begraafplaats bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een particulier urnengraf;

  • i.

    asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • j.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • k.

    verstrooiingsveld: een permanent daartoe bestemde plaats op een gemeentelijke begraafplaats waarop as wordt verstrooid;

  • l.

    gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • m.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • n.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • o.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tynaarlo;

  • p.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven en begraven houden of het doen bijzetten in een particulier graf, een particulier kindergraf, een particulier urnengraf of een particuliere urnennis;

  • q.

    gebruiker: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend;

  • r.

    grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college van de gemeente Tynaarlo een grafrecht of het gebruik wordt verleend;

  • s.

    grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf, particulier kindergraf of het uitsluitend recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf of particuliere urnennis.

  • t.

    gebruik: het gebruik van een algemeen graf.

 

Artikel 2 Begrippen particulier graf en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘particulier graf’ mede verstaan: particulier dubbelgraf, particulier etagegraf, particulier kindergraf, particulier urnengraf, particuliere urnennis.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘algemeen graf’ alleen verstaan: algemeen graf.

 

Artikel 3 Bestemming

  • 1.

    De onder artikel 1, lid a, genoemde begraafplaatsen zijn bestemd voor:

    • het begraven en begraven houden van lijken;

    • het begraven en begraven houden, bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

    • het verstrooien van as van personen.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen omtrent de bestemming van de begraafplaats, waarbij de regels kunnen verschillen per begraafplaats en voor de te onderscheiden vakken en rijen.

 

Artikel 4 Register en nummering

  • 1.

    De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.

  • 2.

    Het college draagt er zorg voor dat er van de begraafplaats een gewaarmerkte plattegrondtekening wordt aangehouden waarop de indeling en de grafnummering van de begraafplaats is aangegeven.

  • 3.

    De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven.

  • 4.

    Van het in het eerste lid bedoelde register kunnen uitsluitend rechthebbenden en gebruikers, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde leges, een uittreksel ten aanzien van hun graf of nis verkrijgen.

 

Openstelling van de begraafplaats

 

Artikel 5 Openstelling

  • 1.

    De begraafplaats is voor eenieder dagelijks toegankelijk met dien verstande dat de toegang tot en het verblijf op de begraafplaats is verboden voor kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar, zonder meerderjarige geleide.

  • 2.

    De openstelling van de begraafplaatsen worden door het college bij nadere regels vastgesteld. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek is geopend, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

  • 4.

    Het college kan de toegangen of delen van de begraafplaats tijdelijk sluiten.

 

Artikel 6 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    Het begraven van stoffelijke resten vindt plaats op:

    • werkdagen van 9:00 uur tot 15:00 uur;

    • zaterdag van 9:00 uur tot 13:00 uur.

  • Het bezorgen van as vindt plaats op:

    • werkdagen van 09:00 uur tot 16:00 uur

    • zaterdag van 09:00 uur tot 13:00 uur

  • 2.

    Op zondagen en op algemeen erkende feest- en gedenkdagen vinden geen begravingen, bijzettingen of bezorgingen van as plaats.

  • 3.

    Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld.

  • 4.

    Op hetzelfde tijdstip mag op de begraafplaats niet meer dan één begrafenis, asbus bijzetting of as verstrooiing plaatsvinden.

  • 5.

    Het college kan in bijzondere gevallen van de dagen, tijden en bepalingen in dit artikel afwijken.

 

Ordemaatregelen

 

Artikel 7 Verboden

  • 1.

    Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      zich op hinderlijke wijze te gedragen;

    • b.

      te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;

    • c.

      op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • d.

      zonder noodzaak op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

    • e.

      de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of te verontreinigen;

    • f.

      dieren mee te nemen, met uitzondering van een aangelijnde hond en een hond ter begeleiding van een blinde, mits de uitwerpselen opgeruimd en afgevoerd worden;

    • g.

      dieren te begraven;

    • h.

      te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen;

    • i.

      zich toegang tot de begraafplaats te verschaffen anders dan via de daarvoor bestemde ingangen;

    • j.

      iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene.

  • 2.

    Het is verboden op de begraafplaats:

  • a.

    rij- of voertuigen, met uitzondering van invalidenwagens, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;

  • b.

    met motorrijtuigen sneller dan 10 km per uur te rijden.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van de verboden, zoals genoemd in lid 2 onder punt a, van dit artikel.

 

Artikel 8 Ordehandhaving

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    Degenen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen. Ter handhaving van de orde op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats worden ontzegd.

  • 3.

    Het is steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van of namens de beheerder, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten.

  • 4.

    In verband met werkzaamheden op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats of een deel van de begraafplaats worden ontzegd.

 

Artikel 9 Plechtigheden

Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten met toestemming van de beheerder gebeuren en dienen vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

 

Indeling begraafplaats en onderscheid graven

 

Artikel 10 Uitgifte en indeling graven

  • 1.

    Graven worden voor directe begraving uitgegeven en aansluitend op- of tussen de reeds uitgegeven graven.

  • 2.

    De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt door de beheerder.

  • 3.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in lid 1 en 2.

  • 4.

    Het college behoudt zich het recht voor om bij nader vast te stellen regels de indeling van de begraafplaats, de bestemming van de grafvelden en het onderscheid in graven vast te stellen en te wijzigen.

 

Artikel 11 Soorten graven en aantal overledenen

  • 1.

    Op de begraafplaatsen in Eelde, Zuidlaren en Vries kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven;

    • b.

      particuliere kindergraven;

    • c.

      particuliere urnengraven;

    • d.

      particuliere urnennissen.

    • e.

      particuliere gedenkplaatsen

    • f.

      algemene graven.

  • 2.

    Het college stelt nadere regels voor het aantal overledenen en asbussen dat in de in dit artikel genoemde graven mag worden begraven of bijgezet.

 

Artikel 12 Termijn particulier graven

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 jaar het recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is aangevraagd.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende, mits gedaan binnen twee jaren voor het verstrijken van de lopende termijn, verlengd, doch telkens niet langer dan vijf, tien, vijftien of twintig jaren.

  • 3.

    De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 20, lid 1, bedoelde personen.

  • 4.

    Een uitsluitend recht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de voorwaarden en de beperkingen van deze verordening.

  • 5.

    Een recht als bedoeld in lid 1, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 20, lid 1.

  • 6.

    Het in lid 1 bedoelde uitsluitend recht wordt door het college schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Rechthebbenden kunnen, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde leges, een duplicaatakte verkrijgen.

 

Artikel 13 Termijnen algemene graven

  • 1.

    Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de termijn, op schriftelijk verzoek en op kosten van de gebruiker, in een nieuw particulier graf volgens de bepalingen van deze verordening worden herbegraven.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde gebruik wordt door het college schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Gebruikers kunnen, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde kosten, een duplicaat-akte verkrijgen.

  • 3.

    In een algemeen graf kan geen grafkelder geplaatst worden.

  • 4.

    Op een algemeen graf kan geen monument geplaatst of een graftuin worden ingericht.

 

Artikel 14 Grafkelders

  • 1.

    Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf toestemming verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder, die enkel van beton is gemaakt. De grafkelder moet geplaatst worden door een erkende steenhouwerij.

  • 2.

    Het zelf stichten van een grafkelder is niet mogelijk.

  • 3.

    Degene die in een grafkelder wil doen begraven is verplicht op zijn kosten deze kelder voor de begrafenis te laten openen en na het begraven terstond te laten sluiten.

  • 4.

    Het openen van een grafkelder, anders dan tot het daarin opnemen van overledenen en in dat geval eerder dan twee uren tevoren, is verboden, tenzij de beheerder van de begraafplaats hiervoor toestemming heeft verleend.

  • 5.

    Indien de rechthebbende zijn verplichtingen ten aanzien van het sluiten niet nakomt, geschiedt sluiting op zijn kosten van gemeentewege.

  • 6.

    De grafkelder valt bij een afstandsverklaring terug aan de gemeente. De grafkelder wordt dus niet terug aangeboden aan de rechthebbende.

 

Vereisten voor begraving of bijzetting

 

Artikel 15 Kennisgeving begraven, urnenbijzetting en asbezorging

  • 1.

    De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk drie werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, urnen bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, vóór 12.00 uur kennis aan de administratief medewerker, team gemeentewerken. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.

  • 2.

    Indien de burgemeester verlof heeft verleend om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3.

    Bij de in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde kennisgeving dient het verlof tot begraving of de bezorging van as dan wel een ander wettelijk daarmee gelijkgesteld document te worden overgelegd.

 

Artikel 16 Openen en sluiten van het graf

Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder.

 

Artikel 17 Te overleggen documenten

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as, niet door de rechthebbende in een bestaand particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

 

Artikel 18 Begraving

  • 1.

    De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 door de beheerder.

  • 2.

    Tot de begraving of bijzetting wordt overgegaan:

    • a.

      indien is voldaan aan de in artikel 15 en 17 opgenomen vereisten;

    • b.

      indien, voor zover het de begraving van een stoffelijk overschot betreft, het personeel van de begraafplaats de overeenkomst tussen de identiteit van het stoffelijk overschot en het registratienummer vermeld op de kist, hetzij een ander lijkomhulsel, met inbegrip van een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloos geborene bevat, ter vaststelling kenbaar heeft gemaakt.

 

Artikel 19 Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1.

    Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechterlijke verordeningen, privaatrechterlijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit, staan op de ‘witte lijst’ van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB).

  • 2.

    Rechthebbenden of gebruikers zijn verplicht bij het verzoek tot het verlof tot begraven het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.

  • 3.

    Het is niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van het lijk belemmeren of voorkomen en / of vervuilend zijn.

 

Grafrechten

 

Artikel 20 Overdracht

  • 1.

    Een grafrecht van een particulier graf en het gebruik van een algemeen graf kan worden overgedragen door overlegging aan het college van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger respectievelijk de gebruiker en de betrokken opvolgende gebruiker getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger of opvolgende gebruiker is de echtgenoot, echtgenote of geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende of de gebruiker ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende van een particulier graf kan het grafrecht van een graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, echtgenote, geregistreerde partner of andere levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe bij het college wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn kan het college het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

  • 5.

    Over elke overdracht of overboeking zijn de daarvoor vastgestelde kosten verschuldigd.

 

Artikel 21 Verlenging grafrechten bestaand graf

  • 1.

    Begraving in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn zodat de resterende periode minimaal de wettelijke minimum grafrusttermijn na deze begraving omvat.

  • 2.

    De verlenging wordt aangevraagd door de rechthebbende.

  • 3.

    Een eventueel volgende verlenging geschiedt overeenkomstig het bepaalde in artikel12, lid 2.

 

Artikel 22 Onderhoudsbijdrage rechthebbenden graven van onbepaalde tijd

  • 1.

    Bij overschrijving van het grafrecht van graven van onbepaalde tijd is aan het grafrecht de verplichting tot het betalen van de onderhoudsbijdrage verbonden.

  • 2.

    Wanneer de onderhoudsbijdrage niet meer wordt betaald vervalt het grafrecht aan de gemeente Tynaarlo

 

Artikel 23 Afstand doen graf

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het grafrecht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

 

Artikel 24 Vervallen grafrechten

  • 1.

    Het grafrecht vervalt:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2.

    Het college verklaart het grafrecht als vervallen:

    • a.

      indien de betaling van het grafrecht ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 20, lid 2, gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (van een deel van) de betaalde rechten.

  • 4.

    Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en / of beplanting kan gedurende één maand voor het vervallen van het grafrecht door de rechthebbende van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht en na verloop van de genoemde gebruiksperiode kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden. Het op het graf aanwezige gedenkteken en de beplanting zal na het vervallen van het grafrecht door of namens het college worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

 

Gedenktekens en grafbeplantingen

 

Artikel 25 Vereisten grafbedekking

  • 1.

    Het is verboden om zonder vergunning van het college een gedenkteken of andere voorwerpen op graven of een plaat ter afsluiting van een urnennis te plaatsen of te verwijderen.

  • 2.

    Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen, alsmede het aanbrengen of onderhoud van beplantingen kan het college nadere regels vast stellen.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4.

    Het college zal de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels conform het uitvoeringsbesluit;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 5.

    Het (doen) plaatsen of aanbrengen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of beplantingen op particuliere graven geschiedt door of namens de rechthebbende.

  • 6.

    Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen of vernieuwen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of afsluitplaten, of van heesters of andere beplantingen, komen voor rekening van de rechthebbende.

 

Artikel 26 Onderhoud gemeente

In de nadere regels wordt dit onderhoud omschreven.

 

Artikel 27 Onderhoud en herstel rechthebbende

  • 1.

    Dit artikel is van toepassing voor zover dit onderhoud niet bij de houder van de begraafplaats berust.

  • 2.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking op het graf behoorlijk te herstellen in het belang van het uiterlijk aanzien van de begraafplaats en ter voorkoming van gevaar dat nalatigheid hierin voor derden oplevert.

  • 3.

    Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te herstellen, zal het college de hiervoor in aanmerking komende beplanting, voorwerpen of zo nodig het gedenkteken doen verwijderen.

  • 4.

    De verwijdering van de grafbeplanting of het gedenkteken, zoals bedoeld is in dit artikel, vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de gebruiker schriftelijk is ingelicht over de toestand van het gedenkteken en / of de grafbeplanting.

  • 5.

    Verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

 

Artikel 28 Aansprakelijkheid

  • 1.

    De in artikel 25 bedoelde gedenktekens of beplantingen worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende te zijn aangebracht.

  • 2.

    Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.

  • 3.

    De rechthebbende is verplicht de, door welke omstandigheden ook, daaraan toegebrachte schade op eerste aanschrijven te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt.

  • 4.

    Indien binnen 3 maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld.

 

Artikel 29 Tijdelijke verwijdering

  • 1.

    Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een particulier graf geschiedt namens de rechthebbende en is voor rekening en risico van de rechthebbende.

  • 2.

    Een rechthebbende is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op kosten van de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaats en het tijdelijk opslaan van overtollige grond, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

 

Ruimen van graven

 

Artikel 30 Ruiming graf

  • 1.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf zal worden geruimd schriftelijk aan de rechthebbende of gebruiker bekend gemaakt.

  • 2.

    De bij de ruiming van een graf aanwezige overblijfselen van lijken en/of asbussen, worden respectievelijk begraven en verstrooid op een door het college aangewezen gedeelte van de begraafplaats.

  • 3.

    De rechthebbende op een particulier graf of particulier kindergraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen te verzamelen voor herbegraving in een ander graf.

  • 4.

    De gebruiker van een algemeen graf kan gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen te verzamelen voor herbegraving elders.

  • 5.

    Ruiming en herbegraving zoals bedoeld in lid 3, 4 en 5 zal niet eerder plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale wettelijke grafrusttermijn van de laatst in gebruik genomen begraaflaag.

  • 6.

    De kosten welke gemoeid zijn met de werkzaamheden genoemd onder lid 3, 4 en 5 van dit artikel, komen voor rekening van de rechthebbende of gebruiker van het betreffende graf.

 

Artikel 31 Bevoegdheden

  • 1.

    Het openen, sluiten en ruimen van graven, alsmede het opgraven en het opnieuw begraven van stoffelijke resten, dan wel van een asbus, al dan niet met urn, in een ander graf op de begraafplaats geschiedt uitsluitend door de daartoe door het college aangewezen personen.

  • 2.

    Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

  • 3.

    Indien door een ondeugdelijk geworden constructie van een grafmonument naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van het grafmonument, kan het college direct maatregelen treffen.

 

Historische graven en opvallende grafbedekking

 

Artikel 32 Historische graven

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan, onderzoekt het college of er graven zijn, die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

  • 4.

    Het college kan nadere regels stellen voor de in het eerste lid genoemde grafbedekkingen.

 

Overige bepalingen

 

Artikel 33 Rechten en plichten

Door vestiging van een grafrecht of het gebruik van een grafruimte onderwerpt een rechthebbende of een gebruiker zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld.

 

Artikel 34 Strafbepalingen

  • 1.

    Hij die handelt in strijd met artikel 5 lid 1 en 3, artikel 7 lid 1 en 2 en artikel 8 lid 3 wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.

  • 2.

    Overtreding van artikel 5 lid 1 en 3, artikel 7 lid 1 en 2 en artikel 8 lid 3 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 35 Beslissingsbevoegdheid

In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.

 

Artikel 36 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening gemeentelijke begraafplaatsen Tynaarlo 2019’.

 

Artikel 37 Inwerkingtreding

  • 1.

    De ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Tynaarlo’ vastgesteld op 20 november 2015 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking een dag na bekendmaking.

 

Artikel 38 Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de voorgaande verordeningen gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van een vorige verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3.

    Aanwijsbesluiten en nadere regels gebaseerd op de voorgaande verordening gelden als besluiten en nadere regels genomen krachtens deze verordening.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vries, 11 juni 2019

De raad voornoemd

drs. M.J.F.J. Thijsen, voorzitter

P. Koekoek, griffier