Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening hondenbelasting 2020 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
Geen
artikel 226 van de Gemeentewet
1. Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Tribuut 2020
2. Beleidsregels ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen Tribuut 2016
3. Incassoreglement Tribuut 2018
4. Leidraad invordering gemeentelijke belastingen Tribuut 2017
5. Beleidsregels van Tribuut voor het aanwijzen van een belastingplichtige of belanghebbende 2016
6. Beleidsregels fiscaal bestuurlijke boeten Tribuut 2016
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 01-01-2022 | nieuwe regeling | 14-11-2019 | 103683 |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 103683 d.d. 7 oktober 2019;
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
Vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2020.
Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van honden binnen de gemeente.
Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring geven van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
De belasting wordt niet geheven voor honden:
waarvan de houder woonachtig is in het gebied dat is gelegen buiten de bebouwde komgrenzen als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994.
Tarieven behorend bij deze verordening zijn opgenomen in de bijbehorende Tarieventabel gemeente Epe voor belastingen, heffingen en rechten.
De belasting wordt bij wege van aanslag dan wel door middel van een elektronische kennisgeving geheven.
In afwijking van artikel 237, eerste lid, van de Gemeentewet geschiedt het uitnodigen tot het doen van aangifte door het uitreiken of toezenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan.
In afwijking van artikel 237, tweede lid, van de Gemeentewet wordt aangifte gedaan door het op de in de aangiftebrief aangegeven wijze inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of bescheiden.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,- maar minder dan € 10.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
De 'Verordening hondenbelasting 2019' van 8 november 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Toelichting Verordening hondenbelasting 2020
De gemeente Epe hanteert als uitgangspunt de modelverordening van de VNG. Op onderdelen wijkt Epe af. Voor de toelichting wordt verwezen naar de modeltoelichting van de VNG zoals die onder meer te vinden is op www.modelverordeningen.nl. De afwijkingen zijn hieronder toegelicht.
Er is een vrijstelling voor honden die worden gehouden buiten de bebouwde kom als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet. Dit hangt samen met het feit dat de hondenbelasting in Epe als bestemmingsheffing is vormgegeven, waarbij alleen binnen de bebouwde kom voorzieningen zijn getroffen ten behoeve van hondenbezitters.
De VNG-modelbepaling over blindengeleidehonden en assistentiehonden sluit niet uit dat meerdere honden van dezelfde belastingplichtige in de vrijstelling zouden kunnen delen. In Epe is aanvullend geregeld dat per belastingplichtige slechts één hond voor deze vrijstelling in aanmerking kan komen.
Hierin is de mogelijkheid om te heffen door middel van een elektronisch bericht geregeld. Indien mensen een hond aanschaffen, kunnen ze deze via internet (met DigiD) aanmelden. Dat is feitelijke een vrijwillige aangifte. Tot nu toe leidt zo’n digitale aangifte alsnog tot het versturen van een aanslagbiljet. Het kan efficiënter werken indien direct bij de aangifte aangegeven wordt wat er aan hondenbelasting betaald moet worden en mensen dat ook direct kunnen betalen. Op dit moment is deze mogelijkheid er technisch nog niet, maar de verordening is hiermee daarop voorbereid.
Wettelijke uitgangspunt voor de aangifte is dat er een aangiftebiljet wordt verstuurd. Het bestuur van Tribuut belastingsamenwerking kan daarvoor de modellen vaststellen. Om flexibel te kunnen opereren is gekozen voor een algemenere bepaling die aansluit bij hoe de rijksbelastingdienst werkt. Daarmee wordt het bovendien mogelijk om aangifte digitaal te doen c.q. te verlangen dat dit digitaal gebeurt. De Gemeentewet biedt daartoe de mogelijkheid, mits dit in de belastingverordening is geregeld. Het VNG-model kent deze bepaling niet.
In de gemeente Epe geldt, conform de harmonisatie van betaaltermijnen binnen Tribuut belastingsamenwerking, de mogelijkheid om in één termijn te betalen. Daarnaast bestaat onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om via automatische incasso in maximaal 10 maandelijkse termijnen de belasting te voldoen. Het VNG-model gaat uit van betalen in twee termijnen, zonder automatische incassomogelijkheid. Daarnaast is voorgesorteerd op de mogelijkheid om in de toekomst direct bij de elektronische aangifte ook betaling te verlangen. Dit blijkt uit het afwijkende derde lid.
De hondenbelasting wordt met ingang van 2022 afgeschaft. De verwachting is dat er zich geen tariefswijziging of wijziging van de verordening hondenbelasting voor die tijd zullen voordoen. Daarom is direct voorzien in de intrekking van deze verordening per 1-1-2022. Zoals te doen gebruikelijk blijft de verordening ook daarna nog geldig voor de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Dat maakt het mogelijk om bijvoorbeeld belastingen ook na die datum nog te innen, op te leggen (als blijkt dat dat ten onrechte achterwege is gelaten) of te verminderen indien daartoe aanleiding bestaat.