Organisatie | Hellevoetsluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten 2020 |
Citeertitel | heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten 2020 |
geen
onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 07-11-2019 |
De raad der gemeente Hellevoetsluis;
gehoord de commissie algemene zaken en middelen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 september 2019; nummer:07-11-19/05;
gelet op artikel 229, eerste lid aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;
vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten 2020.
Voor de omschrijving van de in deze verordening gehanteerde begrippen is Hoofdstuk I van de Beheersverordening begraafplaatsen Hellevoetsluis 2011 van toepassing.
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen van de gemeente Hellevoetsluis en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1, sub f, g en h, van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1, sub f, g en h, van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1, sub f, g en h, van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,--.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1, sub f, g en h, van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Tarieventabel 2020 behorende bij de Verordening lijkbezorgingrechten Hellevoetsluis 2020
Hoofdstuk 1 Uitgifte van graven, begraven en bijzetten