Organisatie | Reusel-De Mierden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel toepassing artikel 50, lid 3 Woningwet in verband met voorbereidingsbesluit buitengebied |
Citeertitel | Beleidsregel toepassing artikel 50, lid 3 Woningwet in verband met voorbereidingsbesluit buitengebied |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
geen
Woningwet, art. 50, lid 3
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-03-2010 | 22-12-2010 | nieuwe regeling | 09-03-2010 D'n Uitkijk, 12-03-2010 | B&W 10-92 |
Op 24 februari 2010 heeft de gemeenteraad op grond van artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening besloten te verklaren dat een herziening van het bestemmingsplan wordt voorbereid voor het hele buitengebied van de gemeente. De begrenzing van het buitengebied valt samen met de begrenzing van het bestemmingsplan “Buitengebied 2009”.
Het voorbereidingsbesluit is in werking getreden met ingang van 8 maart 2010.
Het vervalt binnen een jaar na vaststelling, tenzij binnen die termijn een ontwerpbestemmingsplan ter visie is gelegd.
Het doel van deze beleidsregel is aan te geven hoe ons college ter uitvoering van het voorbereidingsbesluit van 24 februari 2010 wil omgaan met bouwaanvragen, die op of na 8 maart 2010 zijn ingediend en waarvan de locaties zijn gelegen in het buitengebied. De raad gaf immers aan gewenste ontwikkelingen niet te willen frustreren.
Voor inwoners ontstaat hierdoor ook meer duidelijkheid.
Voor alle bouwaanvragen en verzoeken om ontheffing of wijziging geldt vanaf 8 maart 2010 een aanhoudingsplicht. Dat wil zeggen dat besluitvorming over een aanvraag of verzoek wordt opgeschort. Deze aanhoudingsplicht geldt niet alleen voor intensieve veehouderijen, maar voor alle aanvragen en verzoeken die gedaan worden en betrekking hebben op het buitengebied. De aanhoudingsplicht geldt in principe voor een jaar. Als er sprake is van een gewenste ontwikkeling kan ons college met toepassing van artikel 50, lid 3 Woningwet door middel van het opheffen van de aanhoudingsplicht toch vergunning of medewerking aan een verzoek verlenen. Voor niet gewenste ontwikkelingen blijft de aanhoudingsplicht gelden.
De wens van de raad is om ongewenste ontwikkelingen betreffende de intensieve veehouderij te voorkomen. De raad is van mening, dat er nog veel onduidelijkheid is over de gevolgen van de inrichting van het Landbouwontwikkelingsgebied Hulsel-Bladel (LOG). Denk hierbij aan aspecten als volksgezondheid, verkeersveiligheid, landschappelijke inpassing, economie en luchtkwaliteit en meer algemeen leefbaarheid. Agrarische bouwblokken in een verwevingsgebied, maar ook in het LOG zouden een omvang mogen hebben van maximaal 1,5 hectaren en/of tot maximaal 1,5 hectaren benut mogen worden. Daarbij is een uitzondering gemaakt voor uitbreiding in het kader van eisen van dierwelzijn. Voor het overige wordt verwezen naar de overwegingen in het voorbereidingsbesluit; dit kunt u vinden op de website van de gemeente.
Wat verstaan we onder een intensieve veehouderij?
In het bestemmingsplan “Buitengebied 2009” is in artikel 1 “Begripsbepalingen” onder 10 een intensieve veehouderij omschreven:
een niet grondgebonden agrarisch bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend gericht is op het houden van vee (mestvee, fokzeugen, mestvarkens), pluimvee of pelsdieren.
Met inachtneming van het voorgaande hebben wij de volgende beleidsregel en handelwijze vastgesteld:
Is er sprake van een bouwaanvraag, verzoek om ontheffing of verzoek om wijziging die betrekking heeft op of verband houdt met een intensieve veehouderij dan houden wij de beslissing op die aanvragen of verzoeken aan en maken wij geen gebruik van artikel 50, lid 3 Woningwet, tenzij het betreft:
Een bouwaanvrage of verzoek, waarbij het gaat om het realiseren bij bestaande bedrijven van luchtwassers, opslag en verwerking van eigen mest op bedrijfsniveau, sleuf- en voersilo’s, overeenkomstig de regels van het bestemmingsplan “Buitengebied 2009”, ook als hierbij de oppervlakte van de bestemming Bedrijf-Agrarisch (agrarisch bouwblok) 1,5 hectaren overschrijdt.
Hier wordt alleen gesproken over de toepassing van artikel 50, lid 3 Woningwet. Bouwaanvragen en andere verzoeken in het kader van het bestemmingsplan moeten natuurlijk ook nog getoetst worden aan allerlei andere wet- en regelgeving. Denk daarbij ook aan ingediende meldingen en verzoeken op grond van de Wet milieubeheer.
Betekenis uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Het vorenstaande geldt nietzolang de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State nog geen uitspraak heeft gedaan op de ingediende verzoeken om voorlopige voorziening in verband met het bestemmingsplan “Buitengebied 2009”. Die verzoeken hebben immers een schorsende werking op het bestemmingsplan. Tot die uitspraak (circa eind april 2010) mag op geen enkele bouwaanvraag een besluit worden genomen.