Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Aalten

SUBSIDIEREGELING OPVANG VOORSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE AALTEN 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAalten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSUBSIDIEREGELING OPVANG VOORSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE AALTEN 2020
CiteertitelSubsidieregeling opvang voorschoolse educatie gemeente Aalten 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpOnderwijs en kinderopvang

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Subsidieregeling voorschoolse educatie opvang gemeente Aalten 2018

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 165 van de Wet op het primair onderwijs
  2. artikel 166 van de Wet op het primair onderwijs
  3. artikel 167 van de Wet op het primair onderwijs
  4. artikel 168 van de Wet op het primair onderwijs

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2020nieuwe regeling

29-10-2019

gmb-2019-276319

Tekst van de regeling

Intitulé

SUBSIDIEREGELING OPVANG VOORSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE AALTEN 2020

 

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Aalten;

 

overwegende dat het gewenst is dat:

  • Peuters een goede start maken in het basisonderwijs waardoor zij hun talenten optimaal kunnen ontwikkelen en waardoor onderwijs achterstanden zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen.

 

  • Een doelgroepkind vroegtijdig gesignaleerd wordt;

 

  • Aan een doelgroepkind gedurende de leeftijd van 2 tot 4 jaar tot het tijdstip waarop ze kunnen deelnemen aan het basisonderwijs een erkend vve programma wordt aangeboden dat gericht is op het gestructureerd en samenhangend stimuleren van de ontwikkeling op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

 

  • Financiële drempels voor ouders van doelgroepkinderen om deel te nemen aan voorschoolse educatie worden weggenomen;

 

  • Hierbij ook rekening gehouden moet worden met de door de wettelijke harmonisatie gecreëerde mogelijkheid voor ouders om onder voorwaarden voor de financiering van deze voorschoolse educatie opvang een beroep te doen op kinderopvangtoeslag;

 

gelet op de artikelen 165 tot en met 170 van de Wet op het primair onderwijs;

de Jeugdwet;

de Wet Kinderopvang;

de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang;

het Besluit basisvoorwaarden Kwaliteit Voorschoolse Educatie;

het Besluit basisvoorwaarden Kwaliteit Voorschoolse Educatie in verband met aanscherping van de kwaliteitseisen van beroepskrachten voorschoolse educatie.

 

rekening houdende met:

Het bepaalde in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Gemeente Aalten 2015.

 

Besluit:

 

vast te stellen de Subsidieregeling opvang voorschoolse educatie gemeente Aalten 2020.

 

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvragende organisatie/aanbieder: het in de gemeente Aalten gevestigde kindercentrum dat peuteropvang aanbiedt, waarbij het voor het deel van de door de gemeente met subsidie te compenseren ouderbijdrage optreedt namens de ouder(s);

  • b.

    Doelgroepkind: een kind in de leeftijd van 2 – 4 jaar dat woonachtig is in de gemeente Aalten en aan de doelgroepdefinitie voldoet, te weten:

    • a.

      Kinderen van wie de ontwikkeling (dreigt) te stagneren door sociaal-emotionele problemen of door problemen van psychosociale aard;

    • b.

      Kinderen die een achterstand hebben in de taalontwikkeling;

    • c.

      Kinderen van wie een evenwichtige ontwikkeling in algemene zin gevaar loopt door het ontbreken van effectieve ontwikkelingsstimulansen.

  • Het consultatiebureau indiceert of er sprake is van een doelgroepkind.

  • c.

    Kinderdagopvang: een kindercentrum waar bedrijfsmatig of anders dan om niet dagopvang gedurende één of meerdere dagdelen per week plaats vindt voor kinderen vanaf nul jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.

  • d.

    Reguliere Peuteropvang: een (programmatisch) aanbod van een geregistreerd kindercentrum voor voorschoolse opvang voor peuters van 2 tot 4 jaar van maximaal 8 uur per week, verdeeld over minstens 2 dagdelen, gedurende 40 weken per jaar of maximaal 7 uur per week, verdeeld over minstens 2 dagdelen, gedurende 46 weken per jaar, niet zijnde uren opvang die vallen onder de voorschoolse educatie voor doelgroep peuters.

  • e.

    Peuter: in de gemeente Aalten (in de Basisregistratie Personen BRP) ingeschreven kind van 2 tot 4 jaar of maximaal het moment waarop het kind het basisonderwijs gaat volgen.

  • f.

    VVE Peutergroep: een groep van kinderen van 2 jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. Deze kinderen zijn 14 uur per week, verdeeld over 4 dagdelen per week en 46 weken per jaar, of 16 uur per week, verdeeld over 4 dagdelen per week en 40 weken per jaar in de peuter- of kinderopvang, waarbij het doel is de sociale creatieve, educatieve ontplooiing (waaronder taalontwikkeling) en de motorische ontwikkeling van het kind in nauw overleg met de ouder/opvoeder te bevorderen.

  • g.

    Dagdeel VVE peuteropvang: opvang in een peutergroep van aaneensluitend maximaal 4 uur.

  • h.

    Voorschoolse educatie: activiteiten voor een peutergroep op basis van een erkend vve programma waarmee op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling en die verzorgd worden door een organisatie die werkt met peutergroepen.

  • i.

    Kwaliteitskader voorschoolse educatie voor vve locaties in de gemeente Aalten: Wettelijke en aanvullende gemeentelijke eisen waaraan een vve locatie die een aanbod voorschoolse educatie verzorgt in de gemeente Aalten en een beroep doet op vve subsidie moet voldoen.

  • j.

    Kinderopvangtoeslag: de gedeeltelijke tegemoetkoming van de belastingdienst/rijk voor ouders in de kosten voor de in het landelijk register kinderopvang geregistreerde kinderopvang.

  • k.

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang: register waarin kinderopvangvoorzieningen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen.

  • l.

    Ouderbijdrage: de inkomensafhankelijke eigen bijdrage van de ouder(s), overeenkomstig de landelijke kinderopvangtoeslagtabel, toegepast op de maximale uurprijs voor dagopvang overeenkomstig het door het ministerie vastgestelde maximale normtarief kinderopvang danwel op de algemeen (voor de gehele kinderdagopvang) door de instelling in rekening gebrachte uurprijs, indien deze lager is.

  • m.

    Kinderopvangtoeslagtabel: bijlage 1 van artikel 6 van het Besluit kinderopvangtoeslag en eventuele opvolgende tabellen (zie bijlage voor het 1e jaar 2020).

  • n.

    Maximale kostprijs opvanguur voorschoolse educatie: Voor 2020 wordt dit uurtarief vastgesteld op €10,88. Jaarlijks wordt dit bedrag gelijkmatig geïndexeerd met de procentuele verhoging van het maximale uurtarief volgens de kinderopvangtoeslagtabel.

  • o.

    Ouderverklaring: een door de ouder(s) ondertekende verklaring, voorzien van bewijsstukken waaruit blijkt dat geen aanspraak kan worden gemaakt op kinderopvangtoeslag.

  • p.

    Algemene subsidieverordening: Algemene subsidieverordening gemeente Aalten 2015 of eventuele nieuwere versies.

 

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt ten behoeve van:

  • a.

    het aanbieden van voorschoolse educatie aan doelgroepkinderen in de leeftijd van 2 jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs via een erkend vve programma dat gericht is op het gestructureerd en samenhangend stimuleren van de ontwikkeling op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • b.

    het wegnemen van financiële drempels voor ouders van doelgroepkinderen om deel te nemen aan voorschoolse educatie.

 

Artikel 3 Organisaties die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die zich bezig houden met het aanbieden van voorschoolse educatie, gericht op kinderen woonachtig in de gemeente Aalten, en VE geregistreerd staan in het LRK, die de subsidie namens de daarvoor in aanmerking komende ouders aanvragen. De organisaties moeten zich conformeren aan de afspraken zoals vastgelegd in het kwaliteitskader voorschoolse educatie gemeente Aalten.

 

Artikel 4 Voorwaarden

  • 1.

    De subsidie wordt alleen verstrekt voor deelname van de door de JGZ geïndiceerde doelgroepkinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar of tot het moment dat het kind naar het basisonderwijs gaat en die woonachtig zijn in de gemeente Aalten;

  • 2.

    De subsidie wordt alleen verstrekt voor de wekelijkse deelname aan voorschoolse educatie door een doelgroepkind.

  • 3.

    De aanvragende organisatie moet voldoen aan de vereisten in de Wet Kinderopvang en de daarop gebaseerde van kracht zijnde AMvB’s en ministeriële regelingen.

  • 4.

    De aanvragende organisatie moet VE geregistreerd staan in het LRK.

 

Artikel 5 Berekening van de subsidie en de ouderbijdrage

  • 1.

    Aan organisaties die VE geregistreerd staan in het LRK wordt een subsidie verstrekt voor de wekelijkse deelname aan voorschoolse educatie door een doelgroepkind voor minimaal 14 uur per week over 46 weken per periode van 12 maanden of minimaal 16 uur per week over 40 weken per periode van 12 maanden verdeeld over 4 dagdelen per week;

  • 2.

    Het subsidiabele bedrag per uur is gelijk aan de door de gemeente jaarlijks vastgestelde kostprijs per uur voor Voorschoolse educatie, waarop de volgens deze regeling te heffen ouderbijdrage (in- of exclusief kinderopvangtoeslag) in mindering wordt gebracht.

  • 3.

    De hoogte van de door de aanvragende organisatie te ontvangen subsidie wordt gebaseerd op het werkelijk aantal uren dat voorschoolse educatie wordt afgenomen tot het in lid 1 genoemde maximum, vermenigvuldigd met de jaarlijks van gemeentewege vastgestelde kostprijs voorschoolse educatie per opvanguur en waarop in mindering is gebracht :

  • a.

    Indien ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag:

  • De bijdrage uit kinderopvangtoeslag op grond van het verzamelinkomen overeenkomstig de van toepassing zijnde kinderopvangtoeslagtabel en het door het ministerie vastgestelde maximale uurtarief over de eerste 7 uur per week (bij 46 weken opvang per jaar) respectievelijk de eerste 8 uur per week (bij 40 weken opvang per jaar);

  • vermeerderd met de te betalen eigen bijdrage op grond van het verzamelinkomen overeenkomstig de van toepassing zijnde kinderopvangtoeslagtabel en het door het ministerie vastgestelde maximale uurtarief over de eerste 7 uur per week (bij 46 weken opvang per jaar) respectievelijk de eerste 8 uur per week (bij 40 weken opvang per jaar).

  • a.

    Indien ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

  • de te betalen eigen bijdrage op grond van het verzamelinkomen overeenkomstig de van toepassing zijnde kinderopvangtoeslagtabel en het door het ministerie vastgestelde maximale uurtarief over de eerste 7 uur per week (bij 46 weken opvang per jaar) respectievelijk de eerste 8 uur per week (bij 40 weken opvang per jaar).

  • 4.

    Voor de uren voorschoolse educatie boven op de eerste

  • a.

    7 uur tot maximaal 14 uur over maximaal 46 weken per jaar,

  • b.

    8 uur tot maximaal 16 uur per week over 40 weken per jaar,

  • zijn ouders geen ouderbijdrage verschuldigd. Daarover kan dan ook geen kinderopvangtoeslag worden aangevraagd.

 

Artikel 6 Bepalingen aanvraagprocedure

  • 1.

    In afwijking van de algemene subsidieverordening dient de aanvragende organisatie per het eind van ieder half jaar de subsidieaanvraag in op basis waarvan eventuele bevoorschotting kan worden afgerekend;

  • 2.

    Er wordt indien van toepassing gebruik gemaakt van een door de gemeente vastgesteld aanvraagformulier;

  • 3.

    De subsidieaanvraag vermeldt de initialen en geboortedatum van de doelgroepkinderen die gebruik hebben gemaakt van deze regeling, de periode en het totaal aantal subsidiabele uren waarover dit het geval is geweest;

  • 4.

    Vooraf aan de start van de opvang is een overeenkomst opgesteld en ondertekend door de aanvragen organisatie en de ouder(s);

  • 5.

    Indien ouder(s) geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, dienen zij de hiervoor opgestelde ouderverklaring volledig ingevuld te overhandigen aan de kinderopvangorganisatie waarvan zij de peuteropvang afnemen.

  • 6.

    De ouder(s) betalen de ouderbijdrage voor voorschoolse educatie aan de aanvragende organisatie. De aanvragende organisatie int de ouderbijdrage en is zelf verantwoordelijk voor een eventueel debiteurenverlies;

  • 7.

    De ouder(s) blijven te allen tijde zelf verantwoordelijk voor betaling van de kosten voor het deel van de afgenomen uren voorschoolse educatie dat het maximum aantal uren overstijgt, dat niet voor een gemeentelijke subsidie in aanmerking komt;

  • 8.

    De aanbieder is verantwoordelijk voor het jaarlijks schriftelijk toetsen en vaststellen van de hoogte van de ouderbijdrage aan de hand van:

  • De aan aanbieder overlegde meest recente inkomensverklaring van ouder(s);

  • De landelijke geldende kinderopvangtoeslagtabel;

  • 9.

    Als een ouder geen of niet tijdig de inkomensgegevens aan de aanbieder aanlevert wordt deze aangemerkt als vallend onder de hoogste inkomenscategorie;

  • 10.

    Indien het inkomen van de ouder(s) gedurende de plaatsingsperiode van een doelgroepkind verandert, zodanig dat het van invloed is op de hoogte van de tegemoetkoming, moeten de ouder(s) de aanbieder daarvan op de hoogte stellen. De aanbieder stelt daarna zo spoedig mogelijk de gewijzigde ouderbijdrage vast;

  • 11.

    De aanvragende organisatie dient aan te kunnen tonen dat de ouder(s) waarvan de kinderen worden opgevangen voldoen aan de inkomensnorm bij deze subsidie. De eindverantwoordelijkheid voor het aanleveren van de meest recente juiste gegevens ligt bij de ouder(s).

  • 12.

    Onterecht verkregen subsidie kan, na ingebrekestelling, op de ouder(s) worden verhaald.

 

Artikel 7 Doelgebonden verplichtingen

Tenminste voor de doelgroepkinderen waarvoor de gemeente op basis van deze regeling een tegemoetkoming verstrekt, zorgt de organisatie die de opvang biedt in elk geval, na toestemming van de ouder(s) voor een warme overdracht van de doelgroeppeuter naar de basisschool.

 

Artikel 8 Controle

  • 1.

    Onverlet hetgeen elders is bepaald is het college bevoegd om steekproefsgewijs onderzoek te doen om te beoordelen of de tegemoetkoming voldoet aan deze regeling. De aanvragende organisatie werkt hier onvoorwaardelijk aan mee en stelt de daarvoor in haar eigen administratie opgenomen bewijsstukken ter beschikking c.q. ter inzage.

  • 2.

    Aanvragende organisatie werkt mee aan door of namens de rijksoverheid of de gemeente in te stellen onderzoek, dat is gericht op het verkrijgen van gegevens voor het beleid van rijk en gemeente.

 

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 10 Slotbepalingen

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2020.

Tenzij expliciet vermeld zijn op deze subsidieregeling de bepalingen van de algemene subsidieverordening van toepassing

Deze regeling kan aangehaald worden als “Subsidieregeling opvang voorschoolse educatie gemeente Aalten 2020”

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten d.d. 28 oktober 2019

De secretaris, A.J.M.Gildhuis

De burgemeester, A.B. Stapelkamp