Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Drents Overijsselse Delta

Besluit van het algemeen bestuur van het Waterschap Drent Overijsselse Delta houdende regels omtrent reglement van orde (Reglement van orde algemeen bestuur Waterschap Drents Overijsselse Delta 2019)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Drents Overijsselse Delta
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingBesluit van het algemeen bestuur van het Waterschap Drent Overijsselse Delta houdende regels omtrent reglement van orde (Reglement van orde algemeen bestuur Waterschap Drents Overijsselse Delta 2019)
CiteertitelReglement van orde algemeen bestuur Waterschap Drents Overijsselse Delta 2019
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Reglement van orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden van het algemeen bestuur.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Waterschapswet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-11-2019nieuwe regeling

22-10-2019

wsb-2019-12049

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het algemeen bestuur van het Waterschap Drent Overijsselse Delta houdende regels omtrent reglement van orde (Reglement van orde algemeen bestuur Waterschap Drents Overijsselse Delta 2019)

Het algemeen bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta;

 

Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 27 augustus 2019;

 

 

Gelet op het bepaalde in de Waterschapswet en artikel 8 van het Reglement voor het Waterschap Drents Overijsselse Delta

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen

 

 

het Reglement van orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden van het algemeen bestuur van Waterschap Drents Overijsselse Delta 2019:

 

Hoofdstuk 1 Het lidmaatschap van het algemeen bestuur

Artikel 1 Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging

  • 1.

    Bij benoeming van nieuwe leden van het algemeen bestuur, stelt het algemeen bestuur op voordracht van de voorzitter een commissie in bestaande uit drie leden uit het algemeen bestuur, die de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden en het proces verbaal van de verkiezingen onderzoekt.

    De commissie wordt bijgestaan door de secretaris of een door hem aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    De commissie brengt van haar onderzoek verslag uit aan het algemeen bestuur en doet daarbij een voorstel voor een besluit. De commissie maakt melding van een eventueel minderheidsstandpunt.

  • 3.

    Het algemeen bestuur beslist direct over de toelating, tenzij wegens onvolledigheid of onduidelijkheid van de stukken tot verdaging wordt besloten.

  • 4.

    Na een verkiezing als bedoeld in de Kieswet roept de voorzitter de toegelaten leden op om in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in de nieuwe samenstelling de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5.

    In geval van tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuw benoemd lid op voor de vergadering van het algemeen bestuur waarin over diens toelating wordt beslist, om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

Hoofdstuk 2 Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur

Artikel 2 Benoeming leden dagelijks bestuur

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt, met inachtneming van het bepaalde in de Waterschapswet en het Reglement voor het Waterschap Drents Overijsselse Delta, voor de duur van de lopende bestuursperiode het aantal zetels totaal voor het dagelijks bestuur en de tijdsbestedingsnorm van de leden van het dat bestuur vast.

  • 2.

    De naam van een kandidaat of namen van kandidaten worden uiterlijk 10 dagen voorafgaand aan de benoemingsvergadering gemeld aan de voorzitter.

  • 3.

    Het zittende dagelijks bestuur blijft aan totdat het algemeen bestuur minstens de helft van hun opvolgers heeft benoemd. Dagelijks bestuursleden die niet in het nieuwe algemeen bestuur zijn gekozen, maken daar geen deel van uit na de verkiezingen.

  • 4.

    De uiterste datum voor het benoemen van een nieuw dagelijks bestuur bedraagt drie maanden na de start van de zittingsperiode van het nieuwe algemeen bestuur.

  • 5.

    Indien er binnen die termijn geen nieuw dagelijks bestuur wordt gevormd neemt de voorzitter de taken van het dagelijks bestuur waar.

  • 6.

    In opdracht van de voorzitter wordt voorafgaand aan de benoemingsvergadering ten behoeve van de leden van het algemeen bestuur een risicoanalyse integriteit uitgevoerd. De voorzitter deelt de namen van de kandidaten en het eindconclusie van de analyse mee aan het algemeen bestuur.

  • 7.

    Bij de benoeming van een lid van het dagelijks bestuur van buiten de kring van het algemeen bestuur wordt overeenkomstig artikel 1, eerste lid, een commissie ingesteld welke onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Waterschapswet. De werkwijze van deze commissie is overeenkomstige artikel 1, tweede t/m het vijfde lid.

  • 8.

    De benoeming van de leden van het dagelijks bestuur vindt plaats na het afleggen van de eed of de verklaring en belofte bedoeld in artikel 1, vierde lid.

Artikel 3 Stemming en verkozenverklaring

  • 1.

    Indien er meer kandidaten zijn dan te vervullen plaatsen vindt stemming plaats.

  • 2.

    Bij de verkiezing van de leden van het dagelijks bestuur vindt eerst de stemming plaats voor de in de wet vastgestelde zetel ten behoeve van de categorieën ongebouwd, natuurterreinen en bedrijven gezamenlijk, en vervolgens voor de overige zetels.

  • 3.

    Indien er evenveel kandidaten zijn als te vervullen plaatsen verklaart de voorzitter, als daarmee voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 40 Waterschapswet, de desbetreffende kandidaat of kandidaten verkozen.

Hoofdstuk 3 Fracties en fractievolgers

Artikel 4 Fracties

  • 1.

    Het lid c.q. de leden van het algemeen bestuur die door het stembureau op dezelfde kandidatenlijst zijn geplaatst, alsmede het lid c.q. de leden die door dezelfde organisatie zijn benoemd overeenkomstig artikel 14, eerste t/m derde lid van de Waterschapswet, worden bij aanvang van de zitting van het algemeen bestuur als één fractie beschouwd.

  • 2.

    De fractie doet mededeling aan de dijkgraaf wie als fractievoorzitter is aangewezen.

    Zolang er geen voorzitter is benoemd, worden de lijsttrekkers geacht voorzitter te zijn, en voor de categorieën ongebouwd, bedrijven en natuurterreinen de oudste in leeftijd.

  • 3.

    Indien:

    • -

      één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden;

    • -

      twee of meer fracties als één fractie gaan optreden;

    • -

      één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie;

    wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de dijkgraaf.

  • 4.

    Met de in lid 3 beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur na de mededeling daarvan.

Artikel 5 Fractievolgers

  • 1.

    Elke fractie kan één fractievolger aanwijzen.

  • 2.

    Als fractievolger kunnen worden aangewezen:

    • a.

      personen die bij de laatste verkiezingen op de kandidatenlijst hebben gestaan;

    • b.

      personen die zijn voorgedragen door de Vereniging van bos en natuureigenaren, de Kamer van Koophandel of LTO Noord.

  • 3.

    Fractievolgers worden benoemd door de dijkgraaf op voordracht van de fractie.

  • 4.

    Alvorens hun functie uit te oefenen

    • a.

      leggen fractievolgers in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af:

      "Ik zweer (verklaar) dat ik, om als fractievolger te worden aangewezen, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, aan iemand enige gift of gunst heb gedaan of beloofd.

      Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk van iemand enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

      Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als fractievolger naar eer en geweten zal vervullen.

      Zo waarlijk helpe mij God almachtig (Dat verklaar en beloof ik)".

    • b.

      ondertekenen fractievolgers de gedragscode van het waterschap en melden zij hun nevenfuncties.

  • 5.

    Functies als genoemd in artikel 31, eerste lid, van de Waterschapswet, zijn onverenigbaar met het fractievolgerschap. Fractievolgers dienen zich te onthouden van werkzaamheden als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van de Waterschapswet.

Hoofdstuk 4 Fractievoorzittersoverleg

Artikel 6 Fractievoorzittersoverleg

  • 1.

    Het fractievoorzittersoverleg bestaat uit de fractievoorzitters en wordt voorgezeten door de dijkgraaf.

  • 2.

    De vergaderingen van het fractievoorzittersoverleg zijn besloten.

  • 3.

    Het fractievoorzittersoverleg

    • a.

      bespreekt onder meer de agenda's van Deltabijeenkomsten en vergaderingen van het plenaire algemeen bestuur en de wijze waarop agendapunten worden geagendeerd voor deze gremia;

    • b.

      bewaakt de bestuurlijke agenda voor de wat langere termijn;

    • c.

      evalueert het functioneren van het algemeen bestuur.

Hoofdstuk 5 Deltabijeenkomsten

Artikel 7 Deltabijeenkomsten

  • 1.

    Een Deltabijeenkomst is een informatieve of opiniërende vergadering van het algemeen bestuur.

  • 2.

    De Deltabijeenkomsten zijn openbaar. Het bepaalde in artikel 23 over besloten vergaderen en artikel 24 over geheimhouding is van overeenkomstige toepassing op Deltabijeenkomsten.

  • 3.

    Een Deltabijeenkomst wordt voorgezeten door de dijkgraaf.

  • 4.

    Naast de leden van het algemeen bestuur kunnen ook fractievolgers deelnemen aan een Deltabijeenkomst.

Hoofdstuk 6 De commissies

Artikel 8 Commissies algemeen

  • 1.

    Het algemeen bestuur kan ad hoc commissies van advies instellen om zich te laten adviseren omtrent complexe aangelegenheden.

  • 2.

    In een commissie kunnen zowel leden van het algemeen bestuur, fractievolgers als externe leden worden benoemd.

Artikel 9 De Auditcommissie

  • 1.

    De Auditcommissie is een vaste adviescommissie van het algemeen bestuur en heeft de volgende taken:

    • a.

      adviseert het algemeen bestuur over aanbesteding van de accountant;

    • b.

      voert periodiek afstemmingsoverleg met de accountant;

    • c.

      bespreekt het verslag van bevindingen van de jaarrekening met de accountant;

    • d.

      rapporteert over bovengenoemde zaken aan het algemeen bestuur.

  • 2.

    De vergaderingen van de Auditcommissie zijn besloten.

  • 3.

    Het algemeen bestuur benoemt maximaal vijf leden in de Auditcommissie die afkomstig zijn uit het algemeen bestuur of die fractievolger zijn.

  • 4.

    Het lidmaatschap van de Auditcommissie eindigt in ieder geval bij het einde van de zittingsperiode van het algemeen bestuur.

  • 5.

    De commissie wijst uit haar midden een commissievoorzitter en een plaatsvervangend commissievoorzitter aan.

  • 6.

    Het lid van het dagelijks bestuur dat portefeuillehouder Financiën is, is aanwezig bij de vergaderingen van de Auditcommisie.

Hoofdstuk 7 Plenaire Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijd van vergaderingen, voorbereiding

Artikel 10 Vergaderfrequentie

  • 1.

    Het algemeen bestuur vergadert zo vaak plenair als het daartoe besluit.

  • 2.

    Indien de dijkgraaf, het dagelijks bestuur of tenminste vijf leden van het algemeen bestuur, schriftelijk en met opgave van redenen, om een vergadering verzoekt/ verzoeken wordt deze binnen 14 dagen belegd.

Artikel 11 Oproep, agenda en voorstellen

  • 1.

    De dijkgraaf zendt, spoedeisende gevallen uitgezonderd, uiterlijk tien dagen voor de vergadering de leden een uitnodiging met agenda en bijbehorende voorstellen toe.

  • 2.

    De dijkgraaf kan, na het verzenden van de oproep, zonodig een aanvullende agenda doen uitgaan. De daarop vermelde voorstellen worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk twee dagen voor aanvang van de vergadering aan de leden toegezonden.

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken

Stukken waarvoor geheimhouding is opgelegd kunnen ter inzage worden gelegd in plaats van toegezonden te worden.

 

Paragraaf 2 Vergaderorde

Artikel 13 Vergaderquorum

  • 1.

    De dijkgraaf opent de vergadering op het vastgestelde tijdstip, indien meer dan de helft van het aantal leden van het algemeen bestuur aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde vergadertijdstip niet meer dan de helft van het aantal leden van het algemeen bestuur aanwezig is, belegt de dijkgraaf binnen uiterlijk twee weken een nieuwe vergadering.

Artikel 14 Besluitenlijst en videoverslaglegging

  • 1.

    De secretaris draagt zorg voor het opmaken van een besluitenlijst en actielijst.

  • 2.

    De concept-besluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, gelijktijdig met de oproep en de voorstellen toegezonden aan de leden.

  • 3.

    De dijkgraaf, de leden en de secretaris hebben het recht een voorstel tot verandering te doen indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is.

  • 4.

    De door het algemeen bestuur vastgestelde besluitenlijst wordt door de dijkgraaf en de secretaris ondertekend.

  • 5.

    Van de plenaire vergaderingen van het algemeen bestuur worden beeldopnamen gemaakt. Deze opnamen worden tijdens en na afloop van de vergadering via internet beschikbaar gesteld.

Artikel 15 Ingekomen stukken en mededelingen

  • 1.

    Bij het algemeen bestuur ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur, worden zo spoedig mogelijk ter kennis van het algemeen bestuur gebracht.

  • 2.

    Het algemeen bestuur stelt, op voorstel van het dagelijks bestuur, de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

Artikel 16 Beslissing

Na de beraadslaging, wordt over het - eventueel geamendeerde- voorstel een eindbeslissing genomen.

 

Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen

Artikel 17 Begin bij hoofdelijke stemming

Indien over enig onderwerp hoofdelijk moet worden gestemd, deelt de dijkgraaf mee bij welk lid van het algemeen bestuur de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe worden de leden op een genummerde lijst geplaatst in alfabetische volgorde. Bij loting wordt een volgnummer van deze lijst aangewezen. Bij het daar genoemde lid begint de stemming Deze geschiedt vervolgens naar de volgorde van de alfabetische lijst. Indien het lid dat bij het gelote volgnummer staat niet aanwezig is, begint de stemming bij het daaropvolgende lid dat wel aanwezig is. Deze volgorde blijft de gehele vergadering gehandhaafd.

Artikel 18 Algemene bepalingen over stemming

  • 1.

    Na het sluiten van de beraadslaging vraagt de dijkgraaf of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd, stelt de dijkgraaf vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2.

    Na het sluiten van de beraadslaging en voordat het algemeen bestuur tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag te motiveren. Deze motivering kan ook betrekking hebben op de reden waarom het lid zich op grond van aritkel 38a van de Waterschapswet van stemming moet onthouden.

  • 3.

    Stemming vindt plaats bij handopsteking, tenzij de dijkgraaf of tenminste één lid hoofdelijke stemming verlangt.

  • 4.

    Bij hoofdelijke stemming roept de dijkgraaf of de secretaris de leden van het algemeen bestuur bij hun naam op om hun stem uit te brengen. De stemming verloopt volgens de volgorde die overeenkomstig artikel 17 is bepaald.

  • 5.

    Bij hoofdelijke stemming zijn alle aanwezige leden verplicht hun stem uit te brengen, met uitzondering van hen die zich op grond van de Waterschapswet van stemming moeten onthouden.

  • 6.

    De leden brengen hun stem uit door enkel het woord 'voor' of 'tegen' uit te spreken.

  • 7.

    Indien bij hoofdelijke stemming een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan hij deze vergissing herstellen voordat het volgende lid heeft gestemd. Merkt het lid zijn vergissing later op, dan kan hij nadat de dijkgraaf de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, aantekening vragen dat hij zich heeft vergist. Dit heeft geen gevolgen voor de uitslag van de stemming.

  • 8.

    Indien de stemmen staken in een vergadering die niet voltallig is, wordt het nemen van een besluit uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen worden heropend.

  • 9.

    Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een volgende vergadering als bedoeld in het vorige lid, wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

  • 10.

    Voor de toepassing van lid 8 en 9 wordt onder een voltallige vergadering verstaan een vergadering waarin alle leden van het algemeen bestuur een stem hebben uitgebracht, met uitzondering van de leden die zich op grond de Waterschapswet van stemming hebben onthouden.

  • 11.

    De dijkgraaf deelt na afloop van de stemming de uitslag mee, met vermelding van het aantal stemmen voor en tegen. Hij doet vervolgens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 19 Stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Indien op een voorstel een amendement is ingediend, wordt eerst over het amendement gestemd.

  • 2.

    Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en daarna over het amendement zoals dat dan luidt.

  • 3.

    Indien meer amendementen of subamendementen op het voorstel zijn ingediend, bepaalt de dijkgraaf de volgorde van stemming hierover, waarbij de regel geldt dat het meest verstrekkende subamendement of amendement het eerst in stemming wordt gebracht.

  • 4.

    Indien op een voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel en vervolgens over de motie gestemd, tenzij het algemeen bestuur anders beslist.

Artikel 20 Stemming over personen

De stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen is geheim en geschiedt middels stembriefjes.

Hoofdstuk 8 Rechten van leden

Artikel 21 Amendementen

  • 1.

    Onder amendement wordt verstaan een voorstel tot wijziging van een voorstel of verordening, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;

  • 2.

    Ieder in de vergadering aanwezig lid kan, tot het sluiten van de beraadslaging, amendementen indienen op het voorstel dat aan de orde is.

  • 3.

    Ieder in de vergadering aanwezig lid kan op een ingediend (sub)amendement een subamendement indienen.

  • 4.

    Elk (sub)amendement moet, om in behandeling te worden genomen, schriftelijk bij de dijkgraaf worden ingediend, tenzij de dijkgraaf oordeelt dat, gezien het eenvoudige karakter van het voorgestelde, met mondelinge indiening kan worden volstaan.

Artikel 22 Moties

  • 1.

    Onder motie wordt verstaan een korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel of verzoek wordt uitgesproken.

  • 2.

    Ieder in de vergadering aanwezig lid kan schriftelijk een motie indienen bij de dijkgraaf.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een onderwerp c.q. voorstel dat op de agenda voorkomt, vindt plaats tegelijkertijd met de beraadslaging over dat onderwerp c.q. voorstel.

  • 4.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp, vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld, tenzij de dijkgraaf of het algemeen bestuur anders besluit.

Artikel 23 Voorstellen van orde

  • 1.

    De dijkgraaf, de secretaris en de leden van het algemeen bestuur kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist het algemeen bestuur onmiddellijk.

Artikel 24 Initiatiefvoorstellen

Ieder lid van het algemeen bestuur kan een initiatiefvoorstel indienen.

Hoofdstuk 9 Besloten vergadering en geheimhouding

Artikel 25 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van toepassing voor zover deze niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 26 Geheimhouding

  • 1.

    Voor de afloop van de besloten vergadering beslist het algemeen bestuur met inachtneming van artikel 37, derde en vierde lid van de Waterschapswet, of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.

  • 2.

    De geheimhouding wordt zowel door hen die bij de behandeling tegenwoordig waren, als door hen die op andere wijze van het behandelde of de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat het algemeen bestuur haar opheft.

Hoofdstuk 10 Spreekrecht

Artikel 27  

  • 1.

    Burgers hebben de gelegenheid tijdens een plenaire openbare vergadering of een Deltabijeenkomst het woord te voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor aanvang van de vergadering bij de secretaris, onder vermelding van zijn naam en het punt waarover hij het woord wil voeren. De inspreker is te zien en horen op de beeldopname als bedoeld in artikel 14.

  • 3.

    Elke spreker krijgt maximaal 5 minuten het woord.

  • 4.

    De dijkgraaf bepaalt de volgorde van de sprekers.

Hoofdstuk 11 Voorzieningen en vergoedingen

Artikel 28 Voorzieningen en vergoedingen fractievolgers

  • 1.

    Een fractievolger ontvangt op declaratiebasis een vergoeding van reis- en verblijfskosten voor

    • a.

      het bijwonen van Deltabijeenkomsten, bijeenkomsten van de Auditcommissie of andere door het waterschap geïnitieerde bijeenkomsten;

    • b.

      de reis- en verblijfskosten voor het bijwonen van bijeenkomsten van de fractie.

  • 2.

    Tevens wordt op declaratiebasis een vaste vergoeding verstrekt per bijgewoonde Deltabijeenkomst of bijeenkomst van de Auditcommissie, met een maximum van één bijeenkomst per dag. De hoogte van de vaste vergoeding is gelijk aan de vergoeding voor commissieleden als bedoeld in artikel 4.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 3.

    Voor wat betreft de hoogte van de vergoedingen voor reis- en verblijfskosten zijn de regelingen zoals deze gelden voor leden van het algemeen bestuur van overeenkomstige toepassing op fractievolgers.

  • 4.

    Leden van het algemeen bestuur en fractievolgers krijgen een tablet van het waterschap in bruikleen. Deze is voorzien van een vergaderapplicatie.

Artikel 29 Vergoeding fractiekosten

  • 1.

    Leden van het algemeen bestuur krijgen kosten, gemaakt voor het functioneren van de fractie, op declaratiebasis vergoed.

  • 2.

    De secretaris draagt na afloop van ieder kalenderjaar zorg voor een overzicht van de gedeclareerde kosten dat besproken wordt in de Auditcommissie. De Auditcommissie informeert het algemeen bestuur over haar bevindingen.

  • 3.

    De jaarlijks maximaal te declareren kosten bedragen per fractie € 1.250, te verhogen met een bedrag van € 250 per bestuurslid van die fractie. Genoemde bedragen worden elk kalenderjaar aangepast aan de hand van de consumentenprijsindex.

  • 4.

    De volgende kosten worden in ieder geval niet aangemerkt als kosten voor het functioneren van de fractie:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen, anders dan ter vergoeding van diensten of goederen, geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven die dienen bestreden te worden uit de bezoldiging die de individuele leden ingevolge de Waterschapswet toekomen dan wel uit onkostenvergoedingen die voor individuele bestuursleden beschikbaar zijn;

    • e.

      opleidingen voor bestuursleden, anders dan opleidingen in het kader van de ontwikkeling van het functioneren van de fracties als geheel;

    • f.

      uitgaven voor representatieve doeleinden.

Hoofdstuk 12 Slotbepalingen

Artikel 30 Uitleg reglement

In de gevallen waarin het reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist het algemeen bestuur op voorstel van de dijkgraaf.

Artikel 31 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Het Reglement van orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden van het algemeen bestuur, vastgesteld op 28 juni 2016 en het Reglement toelating/beëdiging AB en benoeming DB, vastgesteld op 29 januari 2019, worden ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan.

  • 3.

    Dit reglement kan worden aangehaald als ‘Reglement van orde algemeen bestuur Waterschap Drents Overijsselse Delta 2019’.

Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van Waterschap Drents Overijsselse Delta in de openbare vergadering van 22 oktober 2019.

Het algemeen bestuur

secretaris,

waarnemend dijkgraaf,

TOELICHTING BIJ HET REGLEMENT VAN ORDE VOOR HET ALGEMEEN BESTUUR

Algemeen

Het Reglement voor het Waterschap Drents Overijsselse Delta schrijft voor dat het algemeen bestuur een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vaststelt (art. 8). De bepalingen in het reglement zijn aanvullend op de wettelijke bepalingen. Die zijn hier niet herhaald.

 

Bij het vaststellen van dit reglement is het volgende overwogen.

Wettelijk ligt vast dat besluitvorming door het algemeen bestuur plaatsvindt in plenaire, openbare vergaderingen. Bij sommige thema’s is het gewenst om daar aan voorafgaand afzonderlijk aandacht te besteden aan informatieverstrekking (beeldvorming) en opinievorming (oordeelsvorming). Om die aspecten voldoende aandacht te kunnen geven is het gewenst om voor sommige onderwerpen aparte bijeenkomsten te hebben in de vorm van Deltabijeenkomsten. Deze bijeenkomsten zijn alle in principe openbaar. Om de agendavorming voor te bereiden en te evalueren is het gewenst een periodiek fractievoorzittersoverleg te hebben. Voor meer financiele thema’s is een Auditcommissie gewenst. Verder is het voor de continuïteit en beperking van de werkdruk gewenst om fractievolgers in te kunnen schakelen.

 

Gekozen is om één regeling op te stellen voor alle werkzaamheden van het algemeen bestuur en niet te werken met afzonderlijke verordening per overlegvorm. Elke overlegvorm wordt in een apart hoofdstuk beschreven.

Voor het fractievoorzittersoverleg en de Deltabijeenkomsten is alleen een regeling op hoofdlijnen opgenomen. Dit biedt ruimte om te experimenten en de vorm van de vergadering af te stemmen op de geagendeerde onderwerpen. Voor de plenaire, openbare vergaderingen zijn uitgebreidere bepalingen opgenomen.

In zijn algemeenheid is voor een bondig reglement gekozen. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet zal een voorstel vergezeld gaan van een voorstel van het dagelijks bestuur omtrent de te volgen procedure. Deze werkwijze biedt de mogelijkheid om een procedure te volgen die tegemoetkomt aan de kenmerken van een voorstel, zonder dat daarvoor een uitvoerig reglement nodig is.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 t/m 3

Deze artikelen regelen de procedure die gevolg wordt bij toelatinig en beediging van nieuwe leden van het algemeen bestuur en bij benoeming van de leden van het dagelijks bestuur. Deze situaties komen met name aan de orde in de periode rondom het aantreden van een nieuw bestuur, maar kunnen ook tussentijds spelen.

 

Artikel 4

De Waterschapswet kent het begrip 'fractie' niet, maar spreekt in artikel 14 over 'categorieën van belanghebbenden'. In dit reglement wordt de term fractie gebruikt omdat die aansluit bij de terminologie die gebruikelijk is in de algemene democratie.

Het lid/de leden die op dezelfde lijst zijn verkozen, worden beschouwd als één fractie, evenals de leden die zijn benoemd door LTO, respectievelijk Kamer van Koophandel, respectievelijk de Vereniging van Bos- en Natuureigenaren.

De aanwijzing van een fractievoorzitter is wenselijk uit praktisch oogpunt en ook nodig, onder meer om te bepalen wie deelnemen aan het fractievoorzittersoverleg.

De leden van het bestuur zijn benoemd op persoonlijke titel. Een gekozen bestuurslid kan tussentijds veranderen van fractie of zelfstandig een nieuwe fractie vormen. Een wijziging binnen een fractie, zonder dat er een nieuwe bestuurder wordt aangesteld, wordt door de persoon/personen die dit aangaat gemeld bij de dijkgraaf. De nieuwe situatie is van kracht met ingang van de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur na de wijziging.

 

Artikel 5

Fractievolgers ondersteunen de fractie, maar zijn geen lid van het algemeen bestuur. In de praktijk zijn het vaak ook de opvolgers in het geval een lid van het algemeen bestuur tussentijds vertrekt. Artikel 4 bepaalt dat fractievolgers deel kunnen nemen aan Deltabijeenkomsten en daar dus ook het woord kunnen voeren. De vergoeding voor fractievolgers is geregeld in artikel 28. Fractievolgers kunnen reiskosten declareren voor het bijwonen van alle door het waterschap geïnitieerde bijeenkomsten en voor fractievergaderingen. Aanspraak op presentiegeld bestaat (alleen) voor het bijwonen van Deltabijeenkomsten (inclusief excursies die onder die noemer worden georganiseerd) en voor bijeenkomsten van de Auditcommissie. Voor het bijwonen van andere bijeenkomsten, zoals vergaderingen van het algemeen bestuur, inloopmomenten voor technische vragen, introductiebijeenkomsten etc. bestaat geen aanspraak op presentiegeld.

De bepaling dat fractievolgers de eed of gelofte afleggen geldt alleen voor fractievolgers die aangewezen worden na de inwerkingtreding van dit reglement.

 

Artikel 6 tot en met 9

De bepalingen ten aanzien van het fractievoorzittersoverleg en de Deltabijeenkomsten zijn minder gedetailleerd dan die voor plenaire, openbare vergaderingen. Op die wijze is er ruimte om de vorm van de vergadering af te stemmen op de onderwerpen die op de agenda komen. De wijze waarop externen bij de bespreking worden betrokken is daarbij een belangrijk aandachtspunt. In artikel 27 is bepaald dat burgers in ieder geval inspreekrecht hebben, maar dat sluit actievere betrokkenheid niet uit. De wijze van behandeling van onderwerpen zal vooraf duidelijk moeten worden gemaakt aan deelnemers van het overleg en externen.

Deltabijeenkomsten zullen in de regel informerend zijn, maar in sommige gevallen opiniërend. Dit wordt in de agenda aangegeven. Bij opiniërende Deltabijeenkomsten zal een beperkt verslag (op hoofdlijnen) worden gemaakt.

 

Artikel 11

Toezending van stukken gebeurt in beginsel digitaal. Bij geheime stukken als bedoeld in artikel 37 Waterschapswet kan er voor worden gekozen deze niet te verspreiden maar alleen op het waterschapskantoor ter inzage te leggen. Ook als geheime stukken worden toegezonden, zijn hierop de bepalingen ten aanzien van geheimhouding (zie ook artikel 26 van dit reglement) van toepassing.

 

Artikel 13

Voor de vergadering moet het vereiste quorum van minimaal de helft plus één aanwezig zijn. Wanneer dat niet het geval is, kan de vergadering niet worden geopend. Ingevolge artikel 38b, tweede lid onder b van de Waterschapswet kan in zo'n geval in een volgende vergadering besluitvorming plaatsvinden zonder quorum. Deze vergadering kan uiteraard niet op dezelfde dag worden belegd, maar het ligt voor de hand dat dijkgraaf in zo'n geval binnen afzienbare tijd een nieuwe vergadering belegt.

 

Artikel 15

Ingekomen stukken zijn in ieder geval alle schriftelijke of digitale documenten die zijn geadresseerd aan het algemeen bestuur. Stukken waarvan niet duidelijk is aan welk bestuur deze zijn gericht, worden afgedaan door het dagelijks bestuur, tenzij het dagelijks bestuur besluit deze voor te leggen aan het algemeen bestuur.

 

Artikel 18

Stemming vindt alleen plaats indien de dijkgraaf of tenminste één lid daarom verzoekt. Ook zonder stemming hebben leden het recht een stemverklaring af te leggen of aantekening te vragen dat zij geacht worden tegen te hebben gestemd.

In geval van hoofdelijke stemming moeten alle leden hun stem uitbrengen, tenzij zich op grond van artikel 38a Waterschapswet van stemming moeten onthouden. Een lid van het algemeen bestuur dient in zijn vertegenwoordigende rol duidelijk te zijn voor de burger en kan zich dus niet zonder reden van stemming onthouden.

 

Artikel 21

Door het recht van amendement kan het algemeen bestuur inhoud geven aan zijn sturende en regelgevende bevoegdheden. Het indienen van een amendement gebeurt in beginsel schriftelijk, wat onverlet laat dat ook mondeling aanpassingen voorgesteld kunnen worden. Dit betreft dan veelal kleinere tekstsuggesties die zich naar hun aard eenvoudig mondeling laten behandelen.

 

Artikel 22

Een motie is, anders dan het (sub)amendement zoals geregeld in artikel 21, niet direct gericht op rechtsgevolg. Het dagelijks bestuur kan een motie naast zich neerleggen.

 

Artikel 27

Inspraak op de ingekomen stukken is een mogelijkheid voor burgers om een stuk op de agenda te krijgen bij het algemeen bestuur. Nadat een inspreker zijn betoog heeft afgerond, stelt de dijkgraaf de vergadering in de gelegenheid vragen te stellen aan de inspreker, met de bedoeling om eventuele onduidelijkheden toegelicht te krijgen. Er is geen mogelijkheid om met de inspreker in discussie te gaan. Omdat van de vergadering beeldopnamen worden gemaakt, zal ook de inspreker hierop te zien en te horen zijn.

 

Artikel 28

Het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers regelt de vergoeding voor commissieleden die niet tevens lid zijn van het algemeen bestuur. Deze vergoeding is hier van toepassing verklaard op fractievolgers die een Deltabijeenkomst bijwonen.

 

Artikel 29

Bestuursleden ontvangen vergoedingen voor de persoonlijke onkosten die ze maken bij de uitoefening van hun bestuurslidmaatschap. Daarnaast zijn er ook onkosten die die gemaakt worden in fractieverband. Bijvoorbeeld kosten voor een website of voor fractiebijeenomsten die los staan van het voorbereiden van AB-vergaderingen. Daarom is in artikel 27 een vergoeding voor deze zogenaamde fractiekosten in het leden geroepen. In dit artikel wordt aangegeven welke kosten (niet) kunnen worden gedeclareerd. De fracties leggen verantwoording af doordat jaarlijks een overzicht van de declaraties aan de Auditcommissie wordt overgelegd.