Organisatie | Loon op Zand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand houdende regels omtrent Beleid Toeristische Objectbewegwijzering |
Citeertitel | Beleid Toeristische Objectbewegwijzering |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-11-2019 | nieuwe regeling | 17-09-2019 |
De landelijke regelgeving is gericht op de ANWB bewegwijzering op bijvoorbeeld snelwegen. In dit beleid is de provinciale regelgeving (CROW richtlijnen) een belangrijk kader. In paragraaf 3.4 wordt dit verder uitgelegd.
Objectverwijzing is de verwijzing naar objecten en bestemmingen op lokaal niveau. Het gaat om verwijzing naar voorzieningen voor de eigen inwoners en naar toeristische objecten. Onder voorzieningen voor eigen inwoners worden objecten als politiebureau, ziekenhuis en gemeentehuis verstaan. Toeristische objecten zijn bijvoorbeeld attracties, campings en hotels. In Nederland hebben we regelgeving voor bewegwijzering op drie niveaus: landelijke regelgeving, provinciale regelgeving en lokale regelgeving.
De gemeente Loon op Zand profileert zich als een toeristisch recreatieve gemeente. Er komen dan ook regelmatig bezoekers naar de gemeente die er onbekend zijn. Bewegwijzering draagt er niet alleen toe bij dat men comfortabel en veilig de weg kan vinden, het functioneert ook als visitekaartje en is een belangrijk middel om Loon op Zand op de kaart te zetten als toeristische gemeente. De bewegwijzering is dus een mooie kans om de uitstraling als toeristische gemeente te vergroten.
In samenwerking met Stichting Ondernemend Loon op Zand (SOL) en de Lokaal Toeristische Adviesraad (LTA) hebben we het Economisch Programma Loon op Zand 2016-2020 opgesteld. Dit is op 16 februari 2017 vastgesteld door de gemeenteraad. De toeristische bewegwijzering is binnen het EP een belangrijk actiepunt.
Daarnaast wordt de objectbewegwijzering in het coalitieakkoord 2018-2022: “samen bouwen aan een duurzame toekomst” ook als speerpunt benoemd.
Ten slotte blijken de beoordelingscriteria voor de huidige objectverwijzing voor autoverkeer in de praktijk niet goed aan te sluiten bij de wensen van gebruikers en ondernemers. Dit bleek ook uit de Verkeersvisie (2017). Vandaar dat we het beleid en de daarbij opgestelde beoordelingscriteria herzien. Op deze manier spelen we in op de wensen en behoeftes van ondernemers uit de gemeente en verbeteren we ook het ‘visitekaartje’ van de gemeente Loon op Zand voor zowel de toeristen als inwoners.
Bewegwijzering fietsers en wandelaars
Het huidige beleid is voornamelijk gericht op autoverkeer. De bordjes bevinden zich voornamelijk op de hoofdwegen. Op dit moment is er nog geen objectbewegwijzering speciaal voor langzaam verkeer. Als aanvulling op het wandel- en fietsroutenetwerk, willen we nieuwe objectbewegwijzering gaan opzetten voor deze doelgroep. De verbinding tussen de Efteling, verblijfsaccommodaties en de centra van de kernen is hierbij een speerpunt. Daarnaast is uitstraling en extra beleving ook belangrijk.
In het beleid maken we daarmee dus onderscheid tussen de objectbewegwijzering voor autoverkeer en de nieuwe objectbewegwijzering voor fietsers en wandelaars (langzaam verkeer). De selectiecriteria voor de objectbewegwijzering voor maatschappelijke voorzieningen (de blauwe strokenborden) blijft ongewijzigd en wordt overgenomen in het nieuwe beleid.
Samenvattend geven de volgende argumenten het belang aan van een goede objectbewegwijzering:
Met het nieuwe beleid willen we de gemeente Loon op Zand op de kaart zetten als toeristische gemeente, toeristische objecten beter vindbaar maken en fietsen en wandelen stimuleren bij zowel bezoekers als eigen inwoners. Daarbij blijft de verkeersveiligheid een belangrijke randvoorwaarde.
In het beleid willen we ook onderzoeken welke kansen er liggen op het gebied van nieuwe (digitale) ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen kunnen mogelijkheden bieden om de objectbewegwijzering zo actueel en betrouwbaar mogelijk te houden.
De bestaande verordeningen en beleidsnota’s die de kaders vormen voor het nieuw op te stellen beleid voor de bewegwijzering zijn de Verkeersvisie 2017, het Economisch Programma Loon op Zand 2016-2020 en de richtlijn bewegwijzering (publicatie 322) van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW).
In 2017 is een verkeersvisie opgesteld. De verkeersvisie is het resultaat van een interactief proces. Bij de start is de gemeenteraad betrokken door te vragen naar hun oordeel over de huidige situatie en naar de wensen voor de toekomst. Daarna is in een enquête hetzelfde aan de inwoners van Loon op Zand gevraagd. Daarop aansluitend hebben er twee sessies met vertegenwoordigers van belangengroepen en –organisaties (dorpsraden, winkeliers en ondernemers, hulpdiensten, gehandicaptenraad, enz.) plaatsgevonden. Uit de Verkeersvisie is naar voren gekomen dat het verbeteren van de bewegwijzering wenselijk is. Dit beleid is daarmee uitvoering van de Verkeersvisie.
3.2 ECONOMISCH PROGRAMMA LOON OP ZAND 2016-2020
In samenwerking met Stichting Ondernemend Loon op Zand (SOL) en de Lokaal Toeristische Adviesraad (LTA) hebben we het Economisch Programma Loon op Zand 2016-2020 opgesteld.
In het Economisch Programma wordt het volgende aangegeven over (object)bewegwijzering:
“We willen een betere aansluiting van de verblijfsrecreatie bij (onder meer) de Efteling naar de dorpscentra en andersom.”
“We gaan de bewegwijzering optimaliseren in en rond het dorp Loon op Zand, de kern Kaatsheuvel en rondom De Efteling.”
De visie uit het Economisch Programma is vertaald in de doelstelling van dit beleid.
In het coalitieakkoord 2018-2022: “samen bouwen aan een duurzame toekomst” wordt de (toeristische) objectbewegwijzering als speerpunt benoemd. Het is een praktische vorm om toeristische initiatieven in de gemeente met elkaar te verbinden. Met een goede bewegwijzering verminderen we daarnaast het zoekverkeer en maken we onze dorpskernen goed vindbaar voor bezoekers die op een van de parken of campings (of B&B ‘s) verblijven. Dit geldt voor zowel bezoekers die met de auto als met de fiets of te voet komen.
De naam CROW is oorspronkelijk een afkorting van Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek. Die naam dekte de lading niet meer toen de organisatie steeds meer een kennisplatform werd. Daarom is het CROW niet langer een afkorting, maar een eigennaam.
In deze publicatie van het CROW komen het aanduidingenbeleid, de bewegwijzeringssystematiek, de basisprincipes van bewegwijzering, het bordontwerp en de configuratie van de bewegwijzering aan bod. Met figuren wordt duidelijk gemaakt waar en hoe de verschillende borden geplaatst moeten worden.
De belangrijkste verschillen ten opzichte van zijn voorgangers: de nieuwe bewijzeringssystematiek en de nieuwe pijlconfiguratie. In dit beleid gebruiken we de CROW richtlijnen als kader maar gemotiveerd afwijken mag.
In de afgelopen jaren hebben verschillende ondernemers en organisaties uit de gemeente signalen afgegeven dat er behoefte is aan nieuw beleid voor de objectbewegwijzering en een nieuwe vorm van bewegwijzering. Met een analyse krijgen we een duidelijk beeld van de huidige situatie, kansen en knelpunten en nieuwe trends & ontwikkelingen. Vervolgens kijken we hoe buurgemeentes de objectbewegwijzering aanpakken en welk bewegwijzeringssysteem de F261 (snelfietsroute) gebruikt. Om het overzicht te bewaren hebben we de analyse verdeeld in twee delen: de interne analyse (bijlage A) en de externe analyse (bijlage B).
Voor de kansen en knelpunten hebben we o.a. de input van de bijeenkomst op 18 september 2018 gebruikt. In bijlage C staat het verslag van de bijeenkomst. Ook hebben we de input vanuit diverse gesprekken met ander interne en externe stakeholders gebruikt.
Hieronder worden de uitgangspunten van het huidige beleid en de conclusie van de analyse weergegeven. De rest van de analyse staat in de bijlagen.
Een van de vervolgstappen bij het opstellen van het beleid in 2011 was de keuze voor een routesysteem. Destijds werden twee varianten voor een systeem van objectbewegwijzering beschreven: de individuele verwijzing en de objectroute-verwijzing.
Alle geselecteerde objecten worden tot aan de objectlocatie bewegwijzerd. In principe wordt voor elk object een apart verwijsbord gebruikt, dat desgewenst wordt gecombineerd met verwijsborden voor andere objecten.
Objecten worden niet vanaf het startpunt naar elk individueel object verwezen, maar er wordt een verzameling van objecten bewegwijzerd. Verwijzing naar een individueel object vindt pas plaats op de desbetreffende aftakking(en) van de bewegwijzerde route. Een parkeerroute is hiervan een voorbeeld.
In het beleid is gekozen voor een combinatie van beide.
In de huidige situatie worden de onderstaande objecten opgenomen in de objectbewegwijzering:
In de huidige situatie worden conform het beleid van 2010 restaurants, bistro’s en dergelijke niet opgenomen in de objectbewegwijzering, omdat dit leidt tot teveel borden en daarmee een verhoogde kans op onveilige verkeerssituaties. Er zijn wel algemene verwijzingsborden naar de restaurants in het centrum van Kaatsheuvel. Daarnaast worden de volgende objecten ook niet opgenomen in de objectbewegwijzering:
De Efteling heeft door haar hoge bezoekersaantallen een grote invloed op de bereikbaarheid van onze gemeente. Het is daarom van groot belang dat de bewegwijzering naar de Efteling klopt. De wisselstroken en de nieuwe zuidelijke ontsluiting waar nu onderzoek naar gedaan wordt moeten daar bijvoorbeeld ook al een rol in vervullen. Vanwege de hoge bezoekersaantallen hebben we met de Efteling maatwerkafspraken gemaakt op het gebied van bewegwijzering.
De gemeente heeft de objectbewegwijzering uitbesteed aan REVIS verkeerstechniek. Zij behandelen de aanvragen voor toeristische bewegwijzering en zorgen voor de plaatsing. Een aanvraag wordt echter wel door de gemeente getoetst aan het beleid alvorens een aanvraag door REVIS wordt goedgekeurd. De kosten voor het plaatsen van het bord of de borden zijn voor de ondernemer zelf. Hiervoor wordt een contract gesloten tussen de ondernemer en REVIS. Op dit moment is het nog niet goed gecommuniceerd waar een ondernemer een aanvraag kan doen.
Op basis van de analyse (bijlage A + B) kunnen we de volgende conclusies trekken:
In de gemeente Loon op Zand hebben we gekozen voor twee soorten toeristische objectbewegwijzering. De bewegwijzering voor autoverkeer en bewegwijzering voor langzaam verkeer. Hieronder wordt het verschil toegelicht en de bijhorende conclusies.
De automobilist snel en veilig op de juiste bestemming krijgen.
Fietsers en wandelaars stimuleren om de grote iconen (Efteling, Loonse en Drunense Duinen en Huis ter Heide), de rijksmonumenten en de dorpscentra te bezoeken. Dit doen we op een eenduidige manier die bij de gemeente Loon op Zand past.
*De grote parkeerterreinen in de gemeente Loon op Zand zijn: parkeerterrein bij de Wetering, de Looijershof, de Werft, Jumbo en Natuurpoort van Loon.
We hebben geconcludeerd dat de informatieborden met plattegrond niet meer actueel zijn. Daarnaast is de opmaak niet meer naar wens en gaan we locatie van de borden evalueren.
Op het gebied van digitale bewegwijzering zijn er tegenwoordig een heleboel mogelijkheden en technieken. Dit is volop in ontwikkeling en elke dag wordt de techniek een stukje beter (en goedkoper). We kunnen concluderen dat digitale bewegwijzering een aantrekkelijke aanvulling kan zijn op de statische bewegwijzering en in de toekomst zelfs een goede vervanger. Daarnaast is het multifunctioneel, actueel en betrouwbaar. Een voorbeeld van een innovatie op dit gebied is de ‘’Wayfinder’. De Wayfinder is een intelligent systeem dat zich aanpast aan de steeds veranderende situaties in een stad. (Zie bijlage B voor meer informatie).
We hebben onderzocht of de Wayfinder past bij de wensen op het gebied van bewegwijzering voor langzaam verkeer. We constateren dat er veel voordelen aan zitten en dat digitale bewegwijzering de toekomst is. Echter moet het systeem op dit moment nog ondersteund worden met een basis bewegwijzering en dat ontbreekt (op het gebied van langzaam verkeer) nog in onze gemeente. Dat moet dus eerst in orde zijn.
5. BELEIDSREGELS TOERISTISCHE OBJECTBEWEGWIJZERING AUTOVERKEER
Objectbewegwijzering is geen doel op zich, maar een middel om mensen te helpen hun weg te vinden. Objectbewegwijzering zal niet in alle gevallen nodig zijn. Steden en dorpen kunnen zo compact zijn dat men nooit lang zal hoeven zoeken. De keuze om hiertoe over te gaan, hangt af van verschillende factoren. Allereerst moet het nut van objectbewegwijzering aanwijsbaar zijn. Daarnaast moet de maatregel passen in het beleid.
Voor inwoners van een stad of dorp is objectbewegwijzering normaal gesproken niet noodzakelijk. Voor bezoekers die de gemeente, of bepaalde delen daarvan, niet goed kennen kan het een zeer nuttige functie vervullen.
We concluderen het onderstaande over objectbewegwijzering. Het heeft alleen zin als:
Stads- en dorpsplattegronden lossen het oriëntatieprobleem slechts voor een deel op. Een objectbewegwijzeringsysteem is hierop een logisch vervolg, mits het aansluit op de behoefte en verwachtingen van de bezoekers. Het is gebleken dat dit het geval is.
Concreet is het van belang dat weggebruikers gemakkelijk, veilig en comfortabel hun weg kunnen vinden. Onderweg moet het systeem herkenbaar en moeiteloos te volgen zijn. Dit stelt eisen aan de kwaliteit en de uitvoering van het bewegwijzeringsysteem.
Belangrijke randvoorwaarden zijn de kwaliteit van het systeem en de kwaliteit van de route waarlangs de bewegwijzering is geplaatst. Een ondoordacht, incompleet of slecht uitgevoerd bewegwijzeringplan kost wel geld, maar heeft nauwelijks een functie. Het is goed te bedenken dat ook bij de besluitvorming over objectbewegwijzering geldt: beter niet dan slecht.
Hieronder worden een vijftal groepen objecten besproken die voor onbekende bezoekers van belang kunnen zijn. Elke groep heeft zijn eigen bezoekerskenmerken welke relevant zijn voor het op te zetten objectbewegwijzeringsysteem.
Bezoeken aan dienstverlenende instellingen vinden impulsief, op afspraak of na een gebeurtenis plaats. Men moet er vanaf iedere locatie vrij snel kunnen komen. Bezoek aan dienstverlenende instellingen vindt voor het overgrote deel plaats tijdens kantooruren. Aangenomen mag worden dat overgrote deel van de bezoekers de weg weet; slechts een klein gedeelte is onbekend. Er kunnen zakelijke belangen in het geding zijn. Dienstverlenende instellingen, die voor verwijzing in aanmerking komen zijn onder meer: het gemeentehuis, bibliotheken, onderwijsinstellingen, begraafplaatsen en het toeristische informatiepunt.
Culturele instellingen zoals musea en andere podia bepalen vaak het gezicht van de gemeente tegenover onbekende bezoekers. Musea trekken voornamelijk toeristisch ingestelde bezoekers. Musea zijn in de regel overdag geopend. Culturele centra trekken vooral bezoekers uit de eigen kern en haar directe omgeving. Het merendeel kent de route. Bezoek vindt meestal ‘s avonds plaats. In onze gemeente is dat bijvoorbeeld Theater Het Klavier en het museum de jaren 1940 – 1945/ De jaren Nederlands Indië.
Bezoekers van cultuurhistorische objecten zijn bijna altijd toeristen. Vaak komen zij te voet van andere objecten, een parkeerterrein, een bushalte of van een bus- of treinstation. Het bezoek vindt overdag plaats. Ook belanden er mensen bij toeval, onder meer als gevolg van "toeristisch rondlopen". Een goed voorbeeld uit onze gemeente is Het Witte Kasteel.
De meest voorkomende recreatieve objecten zijn campings, kampeerboerderijen, sportcomplexen, zwembaden / recreatieplassen en parken. Met uitzondering van de parken komen de bezoekers steeds gericht naar zo’n object toe en zoeken de kortste weg. Voor sportcomplexen en zwembaden geldt dat een beperkt deel van de bezoekers de locatie niet kent. Bij recreatieplassen kan dit anders liggen als er bij de recreatieplas ook evenementen worden georganiseerd. Parken worden vaak aangedaan door bezoekers die vanaf andere objecten komen lopen.
Nadat alle eventueel te bewegwijzeren objecten zijn geïnventariseerd, moet er een selectie worden gemaakt. Een goed bewegwijzeringsysteem vormt steeds een compromis tussen het dienen van zoveel mogelijk mensen en de leesbaarheid. Daarnaast beïnvloedt het aantal borden de verkeersveiligheid.
Het bewegwijzeren van recreatieve objecten draagt bij aan de uitstraling van Loon op Zand als toeristisch recreatieve gemeente.
Bij de selectie spelen (naast de richtlijnen van de CROW) de volgende gegevens een belangrijke rol:
*Het college kan gemotiveerd afwijken van de bovenstaande criteria.
Gebiedsverwijzing boven individuele objectbewegwijzering
Uit de analyse is gebleken dat algemene gebiedsverwijzing aan te bevelen is boven gedetailleerde verwijzing. Dit willen we gaan toepassen door bijvoorbeeld een centrum bord te plaatsen. Samen met onze partner REVIS verkeerstechniek bepalen welke soort objecten/gebieden hiervoor in aanmerking komen en op welke manier dit gebeurd.
De horecagelegenheden, verblijfsaccommodaties en streekproducten verkooppunten die zich buiten het aangewezen centrumgebied bevinden, en dus moeilijker vindbaar zijn voor toeristen, zijn een uitzondering en willen we wel opnemen in de bewegwijzering. Op de kaartjes hieronder is te zien wat we onder centrumgebied verstaan.
Afkomstig uit ‘Structuurvisie Loon op Zand 2030’.
Afkomstig uit ‘Structuurvisie Loon op Zand 2030’.
In vergelijking met de andere dorpskernen is De Moer lastiger te bereiken. Daarom willen we de objecten in De Moer (die in aanmerkingen komen volgens de tabel in paragraaf 5.4) allemaal bewegwijzeren.
In overleg met de ondernemer kan er voor gekozen worden om met meerdere iconen te werken. Denk aan een restaurant én midgetgolf. Er zijn maximaal drie iconen toegestaan.
Objecten die niet worden opgenomen
Voor de objecten die niet (meer) worden opgenomen bestaan reeds alternatieven om toch de ligging van hun object kenbaar te maken. Voorbeelden van alternatieven zijn de gemeente plattegronden en de narrowcasting.
In deze paragraaf staat een overzicht van alle verschillende typen objecten binnen de gemeente Loon op Zand. Aan de hand van de CROW richtlijnen (publicatie 322), de lokale situatie en de selectiecriteria is aangegeven of dit type object wel of niet gewenst is om op te nemen in de objectbewegwijzering. Op de lijst is met verschillende kleuren aangegeven of dit type wordt opgenomen in het systeem van objectbewegwijzering. Hieronder staat de legenda waar te zien is welke kleur wat betekent.
In de lijst staan meer typen dat de gemeente Loon op Zand rijk is. Door nu al over die typen een besluit te nemen, wordt ingespeeld op eventuele toekomstige situaties.
6. BELEIDSREGELS TOERISTISCHE OBJECTBEWEGWIJZERING LANGZAAM VERKEER
In paragraaf 4.2 staat het doel van de bewegwijzering voor langzaam verkeer en de conclusies n.a.v. de analyse. Op basis hiervan is het doel verder uitgewerkt en zijn randvoorwaarden opgesteld waar aan de nieuwe bewegwijzering moet voldoen. De bewegwijzering voor langzaam verkeer willen we in 2019 gerealiseerd hebben.
De objectbewegwijzering voor langzaam verkeer heeft als doel om:
*De grote parkeerterreinen in de gemeente Loon op Zand zijn: parkeerterrein bij de Wetering, de Looijershof, de Werft, Jumbo en Natuurpoort van Loon.
Bij het bedenken van het routesysteem en de uitstraling van de objectbewegwijzering voor langzaam verkeer moet rekening gehouden worden met de onderstaande randvoorwaarden:
7. VERVOLGSTAPPEN NA VASTSTELLING
Naar aanleiding van het nieuwe beleid is het onderstaande actieprogramma opgesteld. Hierin staan de acties opgesomd die we in de komende periode gaan uitvoeren. De acties zijn onderverdeeld in: objectbewegwijzering voor autoverkeer, objectbewegwijzering voor langzaam verkeer en overig. Per actiepunt wordt een kort plan van aanpak weergegeven.
7.1 VAN BLAUWE NAAR BRUINE BORDEN
Stap 1: De inventarisatie van de huidige situatie
De uitvoering van de objectbewegwijzering wordt gedaan door Revis Verkeerstechniek. Zij hebben in beeld gebracht hoeveel borden we op dit moment in onze gemeente hebben en hoeveel er nog vervangen moeten worden door bruine borden.
Totaal aantal blauwe borden die vervangen moeten worden: 25
Geschatte prijs om de borden te vervangen: € 1.625.
De eerste stap is al deels doorlopen.
Stap 2: De inventarisatie n.a.v. het nieuwe beleid
De volgende vragen moeten beantwoord worden:
Stap 3: Huidige bewegwijzeringsplannen
De volgende vragen moeten beantwoord worden:
In gesprekken met de ondernemers moet dit duidelijk worden.
Stap 4: Opdracht geven om blauwe borden te vervangen
Als we in beeld hebben gebracht om hoeveel borden het gaat en hoeveel het in totaal gaat kosten kunnen we Revis Verkeerstechniek opdracht geven om de borden te vervangen en de routeplannen aan te passen.
7.2 PLATTEGROND-/ INFORMATIEBORDEN
Uit de analyse is gebleken dat er behoefte is om de huidige informatieborden (met plattegrond) aan te pakken qua inhoud en lay-out. Dit is uitbesteed aan een bedrijf t/m 2025. Om te komen tot een beslissing over de informatieborden moeten we de onderstaande stappen doorlopen.
Stap 1: Inventarisatie huidige situatie en wensen
Waar staan de informatieborden nu? Missen we nog locaties? Een belangrijke locatie die we op dit moment missen is het Anton Pieckplein in Kaatsheuvel. De vraag is of het informatiebord daar terug moet komen of bijvoorbeeld bij de parkeerplaats van de Werft. Ook moeten we nadenken over de inhoud. Wat moet er op het informatiebord komen en wat niet? Voldoen de huidige informatieborden nog aan de wensen van de inwoners, bezoekers en ondernemers? Wat vinden we van de huidige lay-out?
Stap 2: Aanpassen huidige borden
Als we weten wat we anders willen en waar we extra informatieborden willen plaatsen, gaan we een offerte opvragen bij RBL en laten we dit uitvoeren.
Stap 3: Mogelijkheden onderzoeken voor extra plattegronden bij verblijfsaccommodaties en grote iconen
Als aanvulling op de nieuwe objectbewegwijzering voor langzaam verkeer kunnen we kiezen voor een gedetailleerde plattegrond zonder advertenties. Als hier behoefte aan is, moeten we eerst bepalen waar de plattegronden moeten komen (verblijfsaccommodaties en bij grote iconen).
Nadat we alle mogelijke opties hebben onderzocht moeten we kiezen welke richting we op willen en met welke organisatie we dit willen uitvoeren. Hieronder staat een voorbeeld van een andere vorm van informatievoorziening.
Voorbeeld Way-finding Paleis Het Loo, Apeldoorn (Folkersma routing en sign)
7.3 BEWEGWIJZERING VOOR LANGZAAM VERKEER
In het beleid staat het doel van de objectbewegwijzering voor langzaam verkeer. Daarnaast staan er ook een aantal ideeën, aanbevelingen en uitgangspunten in. Hieronder staat welke stappen we moeten ondernemen om de nieuwe objectbewegwijzering voor wandelaars en fietsers te realiseren.
Stap 1: Routestructuur bepalen
De gemeente heeft het doel en een aantal randvoorwaarden opgesteld waar de nieuwe toeristische objectbewegwijzering voor langzaam verkeer aan moet voldoen. Met behulp van o.a. ondernemers, de Fietsersbond en de vrijwilligers van het wandelroutenetwerk moeten we de routestructuur bepalen.
Stap 2: Opstellen opdracht ontwikkeling concepten
Als duidelijk is wat de routestructuur is, wordt een opdracht gegeven aan een (ontwerp)bureau om een concept uit te werken voor de uitstraling van de borden en/of fysieke markeringen.
Stap 3: Toetsen van het concept
Voldoet het concept aan alle behoeftes, richtlijnen en randvoorwaarden? Moet er nog wat aangepast worden? Hoeveel kost het? Deze vragen beantwoorden we in samenwerking met de betrokken stakeholders.
In de afgelopen jaren hebben verschillende ondernemers en organisaties uit de gemeente signalen afgegeven dat er behoefte is aan nieuw beleid voor de objectbewegwijzering en een nieuwe vorm van bewegwijzering. Met een analyse krijgen we een duidelijk beeld van de huidige situatie, kansen en knelpunten en nieuwe trends & ontwikkelingen. Vervolgens kijken we hoe buurgemeentes de objectbewegwijzering aanpakken en welk bewegwijzeringssysteem de F261 (snelfietsroute) gebruikt.
Om het overzicht te bewaren hebben we de analyse verdeeld in twee delen: de interne analyse en de externe analyse. De externe analyse is te vinden in bijlage B.
De huidige situatie staat in paragraaf 4.1. Hieronder staat een lijst met toeristische objecten die momenteel verwezen worden:
Gemeentelijke objecten die momenteel verwezen worden
Volgens de huidige landelijke richtlijnen worden toeristische objecten met een bruin bord verwezen. In de afgelopen jaren zijn de blauwe borden die aan vervanging toe waren, meteen vervangen door een bruin bord. Dat betekent dat nog niet alle borden de juiste kleur hebben. Op dit moment zouden de borden van ’t Moertje, De Kommer, De Suikerberg, De Klokkenweide, Joremeinshoeve, Duinlust en Droomgaard nog vervangen moeten worden door bruine borden. Als we de bestaande borden gaan vervangen moeten nieuwe werkafspraken worden gemaakt met REVIS verkeerstechniek en moeten de huidige routeplannen geëvalueerd worden met de ondernemers.
Voor de kansen en knelpunten hebben we o.a. de input van de bijeenkomst op 18 september 2018 gebruikt. Hier hebben we bijvoorbeeld de tips en tops benoemd van het huidige beleid, wat wel en niet bewegwijzerd moet worden en hebben we gekeken wat een toerist nu écht moet zien in onze gemeente. In bijlage C staat het verslag van de bijeenkomst. Ook hebben we de input vanuit diverse gesprekken met ander interne en externe stakeholders gebruikt.
Inspiratiebijeenkomst ‘Bewegwijzering in de gemeente Loon op Zand’
Op 18 september 2018 heeft de gemeente met een divers gezelschap gebrainstormd over de bewegwijzering in de gemeente Loon op Zand. Alle toeristische deelsectoren waren aanwezig: van verblijfsaccommodaties tot horeca en gebiedscommissies. Ook vrijwilligers van Fietsersbond de Langstraat en Veilig Verkeer Nederland waren aanwezig. De brainstorm was verdeeld in drie fases:
In vier groepen hebben we een aantal vragen beantwoord:
We hebben de kansen onderverdeeld in 8 categorieën:
Het is belangrijk dat dorpscentra beter vindbaar zijn voor toeristen vanuit de verblijfaccommodaties. De nieuwe bewegwijzering kan hier een mooie rol in vervullen. Daarnaast kunnen goede plattegronden in en bij de centra ook meehelpen. Het is dan wel van belang dat ze op logische plekken staan met parkeerruimte. Denk aan een informatiebord bij de Werft waar ook veel geparkeerd wordt.
Het wandel- en fietsroutenetwerk
Met de knooppunten van het wandel- en fietsroutenetwerk kunnen bezoekers hun eigen route samenstellen. Logischerwijs is het van belang dat de nieuwe recreatieve bewegwijzering aansluit bij het netwerk.
Er is behoefte aan een duidelijke parkeerroute. De bezoeker moet weten waar hij zijn auto kwijt kan en voor hoe lang. Parkeren bij een centrale plek (zoals bij de Werft) heeft daarbij de voorkeur. Dat geeft rust in de rest van de dorpscentra. Vanaf de parkeerterreinen moeten bezoekers naar het centrum begeleidt worden met bewegwijzering en een informatiebord/plattegrond. Op dit niveau kan je horecazaken eventueel wel opnemen in de bewegwijzering want sommige bezoekers kunnen daar specifiek voor komen en zij kunnen op hun gemak de bewegwijzering bestuderen.
Over het algemeen was iedereen het erover eens dat de hoeveelheid borden invloed heeft op de verkeersveiligheid. Het is daarom kansrijk om te kijken waar je het beste generiek kan bewegwijzeren (bijvoorbeeld een horeca of parkeerroute) en waar je individueel gaat verwijzen. Het is ook nog een mogelijkheid om groepjes borden achter elkaar te plaatsen.
Bij de objectbewegwijzering staat de bezoeker/toerist centraal. Als men immers al weet waar hij of zij moet zijn dan is bewegwijzering niet van toepassing. Voor de uitvoering van dit beleid willen we in het voorjaar van 2019 een enquête uitzetten bij verblijfsaccommodaties en fietsverhuurders. Op die manier kunnen we inspelen op de wensen en behoeftes van de toerist wat betreft uitstraling, route enzovoorts.
De regionale aansluiting moet goed zijn. Wellicht is het een kans om regionaal in de Langstraat aan te sluiten. Daarnaast moeten we de samenwerking zoeken met het Regionaal Bureau voor Toerisme (in oprichting).
Een onderdeel van de regionale aansluiting is de snelfietsroute die door onze gemeente komt. Het is belangrijk en ook logisch om hierbij aan te sluiten. De snelfietsroute is op dit moment aan het testen met verschillende soorten bewegwijzering. Denk bijvoorbeeld aan gekleurde lijnen i.p.v. borden en een metrosysteem. In paragraaf 4.5 wordt dieper ingegaan op de snelfietsroute en hoe we daarbij kunnen aansluiten.
Zie bijlage B voor de ontwikkelingen op gebied van digitale bewegwijzering.
Het belangrijkste knelpunt is de mogelijkheid dat er te veel bewegwijzering komt en dat bepaalde objecten dubbel worden vernoemd. Het is belangrijk dat we hier de balans in opzoeken.
In deze bijlage staat de externe analyse bestaande uit: relevante trends & ontwikkelingen, specifieke ontwikkelingen op het gebied van digitale bewegwijzering, onderzoek naar het beleid van buurgemeentes en de ontwikkelingen rondom de F261 (snelfietsroute).
In dit hoofdstuk staan relevante trends & ontwikkelingen die relevant zijn voor de onderbouwing en uitvoering van dit beleid.
Senioren zullen in de toekomst langer mobiel blijven en zullen vooral ook meer gaan reizen door bijvoorbeeld de e-bike maar ook steeds veiliger wordende auto's die een groot deel van de rijtaak overnemen. Ouderen verplaatsen zich vooral sociaal recreatief maar blijven wel een belangrijke risicogroep als het om verkeersveiligheid gaat.
De meeste recente cijfers zijn van 2015, gepubliceerd in 2016. Op dit moment wordt weer een groot onderzoek gehouden meldt belangenorganisatie Wandelnet.
Buitenrecreatie is het nieuwe sporten De laatste 15 jaar is individueel sporten veel populairder geworden. Steeds vaker wordt gekozen voor buitenrecreatie zoals wandelen en fietsen boven een officiële sport. Ook functional fitness wint terrein. Hardlopen met een spel element is ook niet meer weg te denken (voorbeeld: Pokémon Go).
Gelijk met de opmars van de technologisering zie je een tegenbeweging om juist los te komen van het altijd verbonden zijn om meer te genieten van het moment en echt contact. (wandelnet.nl, 2018)
Nieuwe generaties zijn minder op zoek naar het vergaren van bezittingen. Het hebben van een auto of hoge functie is minder belangrijk. De ervaring, het beleven en maatschappelijk bijdragen zijn populairder geworden. Reizen en ervaringen opdoen is een manier om onszelf te ontwikkelen, we willen de wereld ontdekken en daarmee onszelf. (wandelnet.nl, 2018)Georganiseerd wandelen groeit als koolDe wandelaar wordt volop ontdekt door evenementenorganisatoren. Je ziet veel nieuwe, eerste edities, van wandelevenementen opkomen. Onder meer zoeken organisatoren naar bijzondere natuur. (wandelnet.nl, 2018)
Speciale recreatieve bewegwijzering
Gemeentes gaan steeds creatiever om met hun bewegwijzering. In het Zeeuws-Vlaamse kustgebied hebben ze bijvoorbeeld vijf verschillende R-routes gemaakt. Elke route gaat langs verschillende toeristische attracties en verblijfsaccommodaties.
Op het gebied van digitale bewegwijzering zijn er tegenwoordig een heleboel mogelijkheden en technieken. Dit is volop in ontwikkeling en elke dag wordt de techniek een stukje beter (en goedkoper). In dit hoofdstuk gaan we daar dieper op in.
De Wayfinder is een intelligent systeem dat zich aanpast aan de steeds veranderende situaties in een stad. Is een weg opengebroken of heeft het systeem een vertraging gesignaleerd op een route? Geen probeem. De dynamische borden stellen de snelste omleidingsroute voor. De informatie die op de Wayfinder verschijnt, kan doorlopend aangepast worden. Dit laatste is ook handig bij evenementen. (Zie bijlage B voor meer informatie).
De Wayfinder kan optioneel uitgebreid worden met aanvullende functionaliteiten, zoals Wi-Fi, cameraobservatie (met gezichtsherkenning), een geluidsmeter of een module die de luchtkwaliteit meet. Meer informatie: www.wayfinderinternational.com.
We hebben onderzocht of de Wayfinder past bij de wensen op het gebied van bewegwijzering voor langzaam verkeer. We constateren dat er veel voordelen aan zitten en dat digitale bewegwijzering de toekomst is. Echter moet het systeem op dit moment nog ondersteund worden met een basis bewegwijzering en dat ontbreekt (op het gebied van langzaam verkeer) nog in onze gemeente. Dat moet dus eerst in orde zijn.
Het gebruik van navigatiesystemen in auto’s is de afgelopen jaren flink gegroeid en zal ook de komende jaren verder groeien. Zowel bewegwijzering als navigatiesystemen hebben als doel de gebruiker te leiden naar de gewenste bestemming.
De gewenste route is echter niet vanzelfsprekend de snelste of kortste route. Navigatiesystemen dienen een individueel doel en verwijzen altijd via de snelste of kortste route. Deze systemen kunnen daardoor een beleidsmatig ongewenste route adviseren. Navigatiesystemen verminderen daarentegen wel het zoekgedrag. Ook ervaart men minder stress bij het gebruik van navigatie apparatuur.
Tegenwoordig komen er steeds meer varianten maar het makkelijkste is om dit in drie soorten te onderscheiden:
Een groot gedeelte van de auto’s heeft een ingebouwd navigatiesysteem. Hoe ouder de auto, hoe lastiger het is om het systeem up-to-date te houden. Kaarten raken in de praktijk verouderd.
Als je auto geen ingebouwd navigatiesysteem heeft, is er een mobiel systeem die aan de ruit of dashboard bevestigd kan worden. Tegenwoordig kun je hier steeds meer op zien: van parkeerterreinen tot hotels.
De smartphone als navigatiesysteem
Het gebruik van een smartphone is niet meer weg te denken. Ook niet meer in de auto. Iedereen heeft er altijd wel eentje op zak, dus waarom zou je het ook niet als navigatiesysteem gebruiken? Je hebt verschillende apps waarvan de bekendste Google Maps is. We kunnen de mogelijkheden onderzoeken om in te spelen op deze ontwikkeling en andere digitale ontwikkelingen omtrent toeristische bewegwijzering.
Samenvattend maken navigatiesystemen de bewegwijzering langs de weg voorlopig nog niet overbodig. Door de verschillende doelen (belangen) van bewegwijzering en navigatiesystemen is het één niet zonder meer vervangbaar door het andere. Het één sluit ook het andere niet uit, beide systemen kunnen gewoon naast elkaar bestaan.
Tegenwoordig is overal wel een applicatie voor bedacht. Dit biedt vooral kansen voor de bewegwijzering van wandelaars en fietsers. Afgezien van het gebruik van een navigatiesysteem is het gebruik van een smartphone in de auto niet verstandig en niet bevorderlijk voor de verkeersveiligheid.
De mogelijkheden voor een bewegwijzering applicatie voor de hele gemeente kan kansrijk zijn om te onderzoeken. De informatievoorziening van de bestaande informatiezuil en een applicatie kunnen elkaar versterken, mits het op een goede manier uitgevoerd wordt. Een voorbeeld van een applicatie die als inspiratie gebruikt kan worden is de AMC (Amsterdam Medisch Centrum) Navigatie app.
Narrowcasting is het uitzenden van informatie op moderne beeldschermen. In tegenstelling tot broadcasting is narrowcasting gericht op een specifieke doelgroep op een specifieke plaats. Het succes van narrowcasting is afhankelijk van de inhoud, presentatie en gebruiksvriendelijkheid. Ook bij bewegwijzering kan narrowcasting een grote rol spelen. Denk aan een interactief welkom bord en de mogelijkheid om meer informatie te geven dan alleen bewegwijzering (bijvoorbeeld een evenementenkalender). Op dit moment hebben we in de gemeente Loon op Zand al een narrowcastingsysteem. Deze is op dit moment gericht op toeristische informatie zoals de evenementenkalender en gemeentelijke informatie zoals wegwerkzaamheden. Dit systeem biedt ook kansen voor ondernemers die niet in aanmerking komen voor bewegwijzering
Om inspiratie en kennis op te doen hebben we gekeken naar een aantal buurgemeentes: Tilburg en Heusden en Waalwijk. Daarnaast hebben we ook in de gemeente Houten een kijkje genomen. Per gemeente hebben we gekeken naar beleid en uitvoering.
De gemeente Tilburg heeft tot op heden geen vastgesteld beleid met betrekking tot de bewegwijzering. In het concept beleid wat zij op dit moment aan het opstellen zijn hanteren ze de onderstaande uitgangspunten.
De borden dienen uniform te zijn qua vormgeving, afmetingen, iconen, lettertype en kleurstelling. Dit verhoogt de herkenbaarheid en zorgt voor een rustiger straatbeeld.
De informatie dient duidelijk leesbaar te zijn. Dit betekent dat de letters voldoende groot moeten zijn, er een goede contrastwerking dient te zijn en dat de borden ook bij duisternis moeten opvallen. Volgens de richtlijnen van het CROW is de leesbaarheid voor de weggebruiken nog goed met een "zuil" met ten hoogste 8 vermeldingen.
De aanduidingen op de bewegwijzering dienen voor een ieder begrijpelijk te zijn. Dit kan op twee manieren worden bewerkstelligd: enerzijds moeten de objecten zo worden omschreven dat de betekenis direct helder is, anderzijds kan gewerkt worden met algemeen geaccepteerde symbolen. Hierbij is de voorkeur voor korte krachtige, en dus, snel leesbare benamingen.
Een object of voorziening dient te worden bewegwijzerd via de meest ideale (en zo mogelijk snelste) route, rekening houdend met verkeersveiligheid. Dit betekent dat verkeer zo veel mogelijk langs gebiedsontsluitingen wordt geleid. Indien van toepassing wordt vervolgens via de erftoegangsweg(en) de meest geschikte route naar de bestemming bewegwijzerd. Indien mogelijk worden gevoelige locaties, zoals basisscholen vermeden. De verwijzing naar een eenmaal in de bewegwijzering opgenomen voorziening dient te worden voortgezet totdat het betreffende doel is bereikt.
Het aantal wegwijzers dient zo veel mogelijk te worden geminimaliseerd, zeker op kruispunten. Bij een te groot aantal is het aanbod aan informatie voor de weggebruiker niet meer op te nemen en verliest de bewegwijzering zijn waarde. Tevens komt de verkeersveiligheid onder druk te staan.
Uitgangspunt is de methodiek van grofmazige gebiedsverwijzing te prefereren boven een gedetailleerde objectbewegwijzering. Dit betekent dat er bij voorkeur wordt verwezen naar een winkelgebied, bedrijventerrein of sportcomplex in plaats van naar een individuele winkel of sportvereniging.
Commerciële instellingen buiten de bebouwde kom, in het niet stedelijk gebied
Wegwijzers voor lokale objecten, zoals stadswinkel of milieustraat, de utilitaire objecten, worden uitgevoerd in blauw-wit met zwarte letters.
Verwijzingen naar toeristische-recreatieve voorzieningen worden vanwege de herkenbaarheid uitgevoerd in een kleurstelling die afwijkt van de verwijzing naar lokale utilitaire voorzieningen. Hier wordt een witte tekst gebruikt op een bruine ondergrond. In de CROW-richtlijnen is voor deze kleur gekozen vanwege de internationale afstemming.
Voor de bewegwijzering van objecten en voorzieningen is een groot aantal symbolen ontwikkeld. Veel van deze symbolen worden internationaal gebruikt.
De opschriften worden conform CROW uitgevoerd in het lettertype ANWB-Uu. Dit lettertype combineert goede leesbaarheid met een gunstig ruimtebeslag. Bij te lange opschriften wordt de tekst over twee tekstregels verdeeld.
Op de borden wordt retro reflecterend materiaal toegepast. Buiten de bebouwde kom wordt minimaal klasse-II materiaal gebruikt, binnen de bebouwde kom klasse III materiaal.
In de binnenstad van Tilburg staan informatiepalen. De schermen op de palen hebben twee kanten. Aan de ene kant staat een plattegrond van de binnenstad en aan de andere kant vind je het wandelroutenetwerk van Tilburg. Het bovenste gedeelte van de schermen is dynamisch waardoor er steeds nieuwe informatie op kan verschijnen; zoals de evenementen van Tilburg Trakteert. Deze informatie wordt beheerd door VVV Tilburg. De informatiepalen zijn bij alle parkeergarages, musea, de Piushaven en de voor- en achterkant van het Centraal Station zijn ze te vinden. De details op de paal zijn in de kleur van het gebied waar de paal staat. Zo heeft de dynamische bewegwijzering op bijvoorbeeld het Stadhuisplein rode details en die bij het station juist oranje.
De gemeente Heusden heeft de object- en toeristische bewegwijzering geregeld in het beleidsplan straatmeubilair.
Wat wordt er verstaan onder een toeristisch-recreatieve voorziening?
Toeristisch-recreatieve objecten kunnen worden ingedeeld in:
Objecten met een (inter)nationaal of bovenlokaal karakter worden geïntegreerd in de algemene utilitaire (ANWB) bewegwijzering. De toeristisch-recreatieve voorzieningen met een lokaal karakter kunnen aangeduid worden door objectwegwijzers.
Voor verwijzing komen de onderstaande objecten in aanmerking:
verblijfsaccommodaties (hotels en (mini)campings). Kosten: Eenmalig (bij introductie van verwijzingssysteem) voor rekening van de gemeente. Daarna voor rekening aanvrager. Bed & Breakfast accommodaties worden niet opgenomen in het verwijzingssysteem vanwege de kleinschaligheid en sterk wisselend karakter.
In de vesting en bij “parels” langs regionale en landelijke fietsroutes zijn informatiepanelen geplaatst. Op deze panelen staat informatie over het gebied of bouwwerk.
Enkele panelen zijn geschonken door derden (zoals bijv. Rabobank, Waterschap). Het merendeel van de panelen is eigendom van de gemeente. Met name deze laatste panelen verkeren in een slechte staat van onderhoud (slecht leesbaar en niet actueel).
De panelen waar de gemeente Heusden eigenaar van is verkeren in een slechte staat van onderhoud (slecht leesbaar en niet actueel). De informatiepanelen in de vesting en bij “parels” langs regionale en landelijke fietsroutes willen ze daarom actualiseren en vervangen. Hierbij wordt de mogelijkheid onderzocht om naast de informatie op het paneel te werken met QR-codes.
Een QR-code is een tweedimensionale streepjescode die gebruikt wordt voor het aanbieden van een URL. De URL wordt hierbij gecodeerd tot een QR-code, die wordt afgedrukt op een informatiepaneel. De gebruiker richt zijn cameratelefoon op de QR-code, en neemt hiervan een foto. De code wordt door een QR-lezer in de telefoon omgezet in een URL, waarna in de webbrowser van de telefoon de bijbehorende website wordt getoond.
De gemeente Waalwijk heeft tot op heden geen beleid met betrekking tot de toeristische bewegwijzering. Er is echter wel behoefte aan. Op dit moment is de bewegwijzering een beetje chaotisch met alle verschillende soorten borden die er zijn.
Voor de bewegwijzering voor het uitgaande verkeer wordt het principe van de ‘ringweg’ toegepast. Het verkeer met externe bestemmingen wordt zo snel mogelijk naar de dichtstbijzijnde stroomwegen verwezen. Voor de bewegwijzering van het verkeer dat Waalwijk inkomt worden de volgende principes toegepast:
De parkeerverwijzing loopt voor het externe verkeer via de bewegwijzering (bestemming Centrum). In verband met de benutting van de parkeerterreinen (bijvoorbeeld aan de Taxiandriaweg) heeft het de voorkeur om de parkeerverwijzing dynamisch te maken naar de grote parkeerterreinen. Dan kan ook rekening worden gehouden met het (tijdelijk) wegvallen van parkeerterreinen (bijvoorbeeld in verband met de markt). Gezien de beperkte omvang van Waalwijk en de technologische ontwikkelingen is het waarschijnlijker efficiënter om in te zetten op het opnemen van beschikbaarheidsinformatie in parkeerappsen de bewegwijzering rond het centrum uit te voeren in de vorm van vaste verwijzing naar de grote parkeerterreinen (bijvoorbeeld verwijzen naar P-centrum Taxandriaweg, P-centrum Unnaplein). Dit is mede een financiële afweging op basis van de economische afschrijvingstermijnen van een dynamisch parkeerverwijzingssysteem dat op straat wordt geplaatst.
We hebben ook gekeken naar een gemeente buiten Noord-Brabant. Houten is een echte fietsstad waar de bewegwijzering recent is aangepast.
In Houten had men de gebruikelijke ANWB-borden voor fietsers. Hierop waren aangegeven:
In 2013 werd besloten om het ANWB-systeem te actualiseren. Dit was nodig om Houten-Zuid in het systeem op te nemen, en omdat sommige routes niet meer logisch waren. De gelegenheid werd aangegrepen om opnieuw na te denken over routes, bestemmingen en ‘vanggebieden’ (van waaruit geeft men een bepaalde bestemming weer?). De uitkomst van diverse discussies was: hoe kan je als fietser een wijk in Houten te vinden. De onderstaande problemen moesten opgelost worden:
Aan het nieuwe route systeem genaamd ‘Fietsnet’ werden de onderstaande eisen verbonden:
Eisen aan de fysieke markering waren:
Om de structuur van het netwerk duidelijk te maken moeten op voldoende plekken kaarten van het hele net aanwezig zijn, in ieder geval in alle kasten waar de gewone kaarten van Houten hangen. Het systeem kan uiteraard ondersteund worden door de gemeentegids, door folders bij de transferia, of door een app, maar men moet er toch van uit gaan dat de gebruikers geen kaart op zak hebben.
Het project is gestart in 2009, en er is een aanzienlijke hoeveelheid tijd besteed aan het inventariseren van bestaande ANWB-wegwijzers en discussies over de beste routes, bestemmingen en kaartontwerp. Alle stickers zijn geplakt door vrijwilligers van de Fietsersbond. De gemeente heeft de borden en de stickers bekostigd, en de kaartboren gemonteerd.
Het plakken van een sticker op een lichtmast kost gemiddeld 5 minuten (inclusief schoonmaken). Een route van 4 km heeft ongeveer 100 stickers, dus de installatie van een route kost ca. 8 uur. Leden van de Fietsersbond onderhouden de routes, en vervangen beschadigde stickers.
De Fietsnetborden (kaarten) kosten ca. € 50,- per stuk, aan het plaatsen van de borden (ongeveer 30 stuks) is ca. € 4.500 uitgegeven. De stickers kosten bij elkaar ca. € 2.750 (voor ~2000 stickers).
Definitieve routekaart van Fietsnet Houten
De ervaringen met Fietsnet zijn nog niet systematisch onderzocht, er is wel een kleine enquête gehouden. Hier onder kort een samenvatting:
Fietsnet in de openbare ruimte
Toepassing op de gemeente Loon op Zand
De combinatie van het metrosysteem van Fietsnet bieden mooie kansen. Het systeem sluit ook aan op de snelfietsroute (zie volgende paragraaf). Daarnaast verbind dit systeem de hele gemeente Houten met elkaar en dat is een van de speerpunten van de nieuwe bewegwijzering die we als gemeente Loon op Zand voor ogen hebben. Qua uitvoering en uitstraling kan gezocht worden naar extra beleving, het vertellen van ons verhaal en markeringen in de openbare ruimte. In paragraaf 4.2 staat de algehele conclusie van de analyse.
Tussen Tilburg – Loon op Zand – Waalwijk komt een prettige, snelle fietsverbinding; een snelfietsroute. Deze snelfietsroute (F261) of Hart van Brabantroute wordt breder dan een standaardfietspad, met duidelijke rode markering en voorrang op het andere verkeer. De route van Station Tilburg tot bedrijventerrein Haven van Waalwijk is 18,6 kilometer lang. Op 13 september 2018 heeft een grote groep belangstellenden de bewegwijzering van de F261 getest.
Steeds meer mensen stappen vaker op de fiets om naar hun werk te gaan. Fietsen is goed voor het milieu en voor de gezondheid. Bovendien hebben de fietsers geen last van file- en parkeerproblemen. De snelfietsroute F261 is een veilige en snelle verbinding voor woon-werkverkeer die ook aansluit aan op de toeristische fietsroutes. De fietsverbinding langs de N261 wordt een prettige route met brede fietspaden en zoveel mogelijk voorrang voor fietsers. Op de bijna 19 kilometer lange route komen de fietsers zo min mogelijk verkeerslichten of andere obstakels tegen.
Een nieuwe manier van bewegwijzeren: Wayfinding
Mensen hebben zo hun redenen te gaan fietsen, en bepaalde routes te gaan gebruiken. Die redenen moet je leren kennen om goede bewegwijzering te ontwikkelen. Bij de ontwikkeling van de snelfietsroute moeten ze rekening houden met verschillende soorten gebruikers:
Even inzoomen op de recreanten
Het bureau Mijksenaar heeft o.a. onderzoek gedaan naar de beweegredenen van recreanten:
Onvoorspelbaar, soms onbekend met de omgeving/regio, behoefte aan goede bewegwijzering nieuwsgierig, meestal niet alleen | |
Mooie omgeving/veel te zien, faciliteiten, Points of Interest | |
Het bureau Mijksenaar heeft twee concepten ontworpen, die zij aan het testen zijn. De concepten zijn op 13 september 2018 getest door een grote groep belanghebbenden en worden o.a. ook uitgeprobeerd in de virtuele werkelijkheid (met een fietssimulator).
Concept 1: dichtbij de richtlijnen ANWB en CROW
Concept 2: Snel. Specifiek ontwikkeld voor snelfietsroutes
Vanaf november 2017 zijn testen uitgevoerd en is er verder onderzoek gedaan naar het concept van de snelfietsroute. Een van de onderdelen was de bewegwijzering. Dit hebben ze op verschillende manieren onderzocht en getest, van een VR test tot een online enquête.
Zoals hierboven uitgelegd, waren er een aantal verschillende varianten in de bewegwijzering. Naast het concept snel en het concept plus hebben ze ook een aantal grondmarkeringen getest:
De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek zijn:
Het gebruik van kleur, vorm, contrast en aanvullende herkenbare logo’s en/of nummers op de bewegwijzering spelen een belangrijke rol in de verbeterde beoordeling, zichtbaarheid en herkenbaarheid van de bewegwijzering. Binnen de beide concepten worden de vooraankondigingsborden en routevervolgborden als beste beoordeeld, waarbij de locatie, bordhoogte en zichtbaarheid een belangrijke rol spelen bij die beoordeling.
Toegepaste alternatieve (groene) belijning op snelfietsroutes vergroot de totale beleving (rijcomfort, wegbeeld, wayfinding en veiligheid) van fietsers op die route. Aanvullend onderzoek is gewenst om het effect op langere segmenten/gehele route te kunnen toetsen. Hierbij dient de nadruk te liggen op wayfinding, herkenbaarheid en veiligheid.