Organisatie | Oegstgeest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent reglement van orde (Reglement van orde voor vergaderingen van de gemeenteraad en de commissies Oegstgeest 2019) |
Citeertitel | Reglement van orde voor vergaderingen van de gemeenteraad en de commissies Oegstgeest 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad en de commissies van de gemeente Oegstgeest 2016.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-11-2019 | nieuwe regeling | 29-10-2019 |
De gemeenteraad van Oegstgeest;
gelezen het voorstel van het presidium;
gelet op de artikelen 16 en 82, lid 1 van de Gemeentewet
besluit Het nieuwe Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad en de commissies Oegstgeest 2019 vast te stellen en het huidige Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad en de commissies van de gemeente Oegstgeest 2016 in te trekken.
HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 – Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
Raadsfractie: leden van de raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij aanvang van de zitting als één raadsfractie beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één raadslid verkozen, dan wordt dit raadslid als een afzonderlijke raadsfractie beschouwd;
Commissielid: vertegenwoordiger van een in de raad vertegenwoordigde groepering die de raadsleden van die groepering ondersteunt bij hun werkzaamheden bijvoorbeeld door deelname aan commissies. Een commissielid is een meerderjarige ingezetene van de gemeente Oegstgeest en wordt door de raad benoemd op voordracht van een fractie. Voorheen werd deze functie aangeduid met de term steunfractielid;
Het presidium wordt gekozen uit de raad voor de duur van de raadsperiode. Iedere fractie kan één lid voordragen. Het lidmaatschap en plaatsvervangend-lidmaatschap rouleert trapsgewijs. Om het half jaar wordt één lid plaatsvervangend lid en vice versa. Wanneer een lid of plaatsvervangend lid tussentijds zijn lidmaatschap opzegt, kan de desbetreffende fractie een ander lid kandideren. Het presidium is het dagelijks bestuur van de raad.
Het presidium kan het college verzoeken de gemeentesecretaris in raadsvergaderingen, commissies en vergaderingen van het presidium aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslaging als bedoeld in dit reglement.
Artikel 6 – Vergaderdata raadsvergaderingen en commissievergaderingen
De vergaderingen van de raadscommissies starten om 20.00 uur -tenzij anders wordt bepaald- en vinden plaats in de raadzaal of trouwzaal van het gemeentehuis. De raadsvergaderingen eindigen om uiterlijk 23.00 uur. De commissies eindigen om uiterlijk 23.30 uur. Indien op dat tijdstip een agendapunt in behandeling is, wordt de beraadslaging en besluitvorming daarover zo spoedig mogelijk afgerond. Aansluitend inventariseert de voorzitter over welke nog niet behandelde agendapunten de aanwezige leden het woord wensen te voeren. Agendapunten waarover geen enkel aanwezig lid het woord wenst te voeren, worden vervolgens, bij hamerslag van de voorzitter, als hamerstuk aangemerkt. De agendapunten ten aanzien waarvan een of meer van de aanwezige leden te kennen hebben gegeven het woord te willen voeren, worden aangehouden tot een volgende commissievergadering, tenzij de commissie terstond een andere datum voor de beraadslaging en besluitvorming over de overgebleven agendapunten vaststelt of andere gronden zich daartegen verzetten.
HOOFDSTUK II. RAADSVERGADERING
Paragraaf 1 Samenstelling raad
Artikel 8 - Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden
Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie bestaande uit drie raadsleden in. De commissie onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden. Indien van toepassing wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt.
Artikel 9 – Benoeming wethouders
Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. Deze onderzoekt of de benoeming van de kandidaat-wethouder voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b eerste en 41c, eerste lid, van de wet en vraagt van de kandidaat-wethouder een verklaring omtrent het gedrag vragen als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.
Paragraaf 2 Voorbereiding Raadsvergaderingen
Artikel 11 – Oproep en bekendmaking
Aan de agenda opgesteld door het presidium kunnen, zo het presidium het nodig oordeelt, als aanvulling onderwerpen worden toegevoegd. Een aanvulling en de desbetreffende stukken worden tenminste tweemaal vierentwintig uur voor het houden van de vergadering digitaal gepubliceerd. De leden van de raad worden expliciet geattendeerd op later toegevoegde of aangepaste stukken.
Artikel 16 – Aantal spreektermijnen en spreektijd
Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.
Artikel 17 – Beraadslaging - Het voeren van het woord
De volgorde wordt doorbroken wanneer een raadslid een voorstel van orde wil indienen. De voorzitter van de raad verleent aan dat raadslid het woord en laat het bepaalde in het vorige lid buiten toepassing. De leden kunnen hierop in korte bewoordingen reageren na daartoe van de voorzitter van de raad verlof te hebben gekregen.
Artikel 20– Spreekrecht burgers
Na de opening van de vergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over uitsluitend geagendeerde onderwerpen, mits het betreffende onderwerp niet geagendeerd is geweest in een openbare vergadering. Uitzondering hierop is een onderwerp dat geagendeerd is geweest in een openbare vergadering, maar dat na die vergadering het besluit ingrijpend is gewijzigd naar het oordeel van het presidium.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.
Artikel 22 - Stemming; procedure hoofdelijke stemming
Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De voorzitter deelt mede bij welke lid van de raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen tot het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
Artikel 25 - Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Artikel 26 - Staking van stemmen over personen
Indien de stemmen staken bij een herstemming of een tussenstemming als bedoeld in artikel 25, beslist terstond het lot. De griffier schrijft daartoe de namen van hen, tussen wie de loting plaatsvindt, op briefjes van dezelfde grootte en kleur, welke hij op dezelfde wijze gevouwen in de daartoe bestemde bus doet, waarna de voorzitter van de raad één van de briefjes daaruit neemt.
Na afloop van de stemmingen als bedoeld in de artikelen 24, 25 en 26 worden de uitgebrachte stembriefjes door de griffier vernietigd.
Paragraaf 5 Besloten raadsvergaderingen
Artikel 30 - Toepassing reglement op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 32 - Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding op te heffen dan wel niet te bekrachtigen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Paragraaf 6 - Bevoegdheden en instrumenten raadsleden
Artikel 35 - Initiatiefvoorstel
Deze voorstellen worden, nadat het college van burgemeester en wethouders in de gelegenheid is gesteld wensen en bedenkingen te uiten, op de agenda van de eerstvolgende of daaropvolgende commissievergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende commissievergadering geplaatst, tenzij het een initiatiefvoorstel betreft dat uitsluitend betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad.
Artikel 36 – Inspraak en Uitspraak
Op de agenda van elke raadsvergadering wordt het punt Inspraak en Uitspraak voor raadsleden opgenomen. Hiervoor is per vergadering maximaal 20 minuten beschikbaar. Indien vragen door gebrek aan tijd niet kunnen worden beantwoord, zal de beantwoording binnen een week schriftelijk plaatsvinden. De beantwoording is openbaar. Het raadslid dat vragen wil stellen, meldt dit -onder vermelding van de vraag uiterlijk om 12.00 uur op de dag voor de vergadering bij de griffier.
Het agendapunt "Inspraak en Uitspraak" is bedoeld voor het aan het college en/of de burgemeester stellen van vragen met een actueel en urgent karakter welke vragen zich lenen voor directe en korte beantwoording. In dit kader dienen zowel het stellen van een vraag als het geven van het antwoord niet langer dan één minuut elk te duren.
Artikel 37 – Technische vragen
Indiening van technische vragen vindt plaats via de griffier uiterlijk 9.00 uur op de maandag voorafgaand aan de raadsvergadering die op donderdag plaatsvindt. De beantwoording ervan vindt plaats via de griffier uiterlijk 17.00 uur op de woensdag voorafgaand aan de raadsvergadering die op donderdag plaatsvindt.
Artikel 39 - Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd in het door de griffier geleverde format. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Indien sprake is van vragen waarvan moet worden aangenomen dat ofwel de vragen ofwel de beantwoording ervan vertrouwelijke informatie bevat zal openbaarmaking achterwege blijven.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 21 dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan, via de griffier, gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord. De termijn van beantwoording bedraagt maximaal 21 dagen.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, bij de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 21 dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan, via de griffier, gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord. De termijn van beantwoording bedraagt maximaal 21 dagen.
Paragraaf 7 Lidmaatschap van een Gemeenschappelijke Regeling
Artikel 43 – Lidmaatschap van een Gemeenschappelijke Regeling
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de gemeentesecretaris, die door de raad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur of dagelijks bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de wet gemeenschappelijke regelingen, doet schriftelijk verslag over zaken die in het algemeen of dagelijks bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Het verslag wordt zo spoedig mogelijk gestuurd aan de griffier. Het presidium agendeert de verslagen in de eerstvolgende commissie- dan wel raadsvergadering. Nadere bespreking van dit verslag kan de voorzitter van de raad verwijzen naar de oordeelsvormende commissie.
HOOFDSTUK III. VERGADERING BEELDVORMENDE EN OORDEELSVORMENDE COMMISSIES
Paragraaf 1 Taken en samenstelling
De voorzitter van beeldvormende en oordeelsvormende commissies is – naast hetgeen hem in deze verordening of op grond van de wet is opgedragen – belast met:
Iedere fractie in de raad heeft het recht maximaal drie commissieleden te benoemen. Kandidaat-commissieleden dienen te voldoen aan de eisen van het lidmaatschap van de raad. De artikelen 15 en 28 van de wet zijn op commissieleden van overeenkomstige toepassing. Het door de raad benoemde commissielid, ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissies conform het bepaalde in de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden.
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de commissieleden in handen van de voorzitter de volgende eed (verklaring en belofte) af: “Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot commissielid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de wet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als commissielid naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!” (Dat verklaar en beloof ik!)“
Aan de agenda opgesteld door het presidium kunnen, zo het presidium het nodig oordeelt, als aanvulling onderwerpen worden toegevoegd. Een aanvulling en de desbetreffende stukken worden tenminste tweemaal vierentwintig uur voor het houden van de vergadering digitaal gepubliceerd. De leden van de raad en commissies worden expliciet geattendeerd op later toegevoegde of aangepaste stukken.
Artikel 50 – Het voeren van het woord
De volgorde wordt verbroken wanneer een raadslid of commissielid een voorstel van orde wil indienen. De voorzitter verleent aan dat raadslid of commissielid het woord en laat het bepaalde in het vorige lid buiten toepassing. De leden kunnen hierop in korte bewoordingen reageren na daartoe van de voorzitter verlof te hebben gekregen.
Insprekers kunnen maximaal vijf minuten het woord voeren. Zij maken zich bekend bij de griffie uiterlijk om 12.00 uur op de dag voor de commissievergadering. De inspreker vermeldt daarbij zijn naam, adres, telefoonnummer en het onderwerp of de onderwerpen waarover de inspreker het woord wil voeren. Als de aanwezigheid van insprekers mogelijk leidt tot tijdsoverschrijding zoals omschreven in artikel 6 lid 4 kan de voorzitter de inspreektijd limiteren.
HOOFDSTUK IV. BESLOTEN VERGADERINGEN VAN COMMISSIES
Artikel 55 – Opheffen geheimhouding
Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.