Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019 (Verordening rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019) |
Citeertitel | Verordening rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-11-2019 | 28-03-2019 | nieuwe regeling | 01-10-2019 | 2019-010872 |
[Dit besluit zal in 2 verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Provinciaal Blad zal artikel I en III verwerkt worden.]
Bekendmaking van het besluit van 1 oktober 2019- zaaknummer 2019-010872 tot vaststelling van een regeling
Gedeputeerde Staten van Gelderland
Gelezen het voorstel d.d. 18 september 2019, zaaknummer 2019-010872;
Gelet op de artikel 158 Provinciewet, de artikelen 2:2.10 leden 1 en 2, 2:3.2, 2:3.3 lid 2 en 2:3.5 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
Vast te stellen de Regeling tot invoering van de Verordening rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019
Vastgesteld wordt de Verordening rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019, luidende:
Verordening rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019
Gedeputeerde Staten van Gelderland
Gelezen het voorstel d.d. 18 september 2019, zaaknummer 2019-010872;
Gelet op de artikel 158 Provinciewet, de artikelen 2:2.10 leden 1 en 2, 2:3.2, 2:3.3 lid 2 en 2:3.5 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
Vast te stellen de Regeling tot invoering van de Verordening rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019
Artikel 2 Ter beschikking gestelde auto
Gedeputeerde Staten stellen ten laste van de provincie een auto voor gemeenschappelijk gebruik of een auto op afroep van een daartoe door de provincie gecontracteerde vervoerder ter beschikking aan de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden.
Artikel 3 Informatie- en communicatievoorzieningen
Voor de informatie- en communicatiemiddelen die door de provincie ter beschikking worden gesteld, ondertekenen de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden een door Gedeputeerde Staten opgestelde bruikleenovereenkomst.
Hoofdstuk 3 De procedure van declaratie en betaling
Artikel 7 Rechtstreekse facturering aan de provincie
De Commissaris van de Koning en de gedeputeerden dragen ten behoeve van het vergoeden van kosten, die voor vergoeding door de provincie in aanmerking komen, zorg voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de provincie.
In bijzondere gevallen waarin deze verordening niet voorziet of waarin de toepassing van deze verordening naar het oordeel van Gedeputeerde Staten tot een onredelijke uitkomst leidt, wordt, binnen de grenzen zoals die zijn gesteld in het Besluit en de Regeling, door Gedeputeerde Staten naar billijkheid beslist.
Het Besluit verhoogd vacatiegeld voor commissieleden, niet zijnde statenleden, van enkele bijzondere commissies wijzigt als volgt:
Voor de commissie Rechtsbescherming, de Klachtencommissie Intimidatie en de Plaatsingsadviescommissie geldt dat de leden en plaatsvervangend leden een vergoeding genieten van 250% en de voorzitters en plaatsvervangend voorzitters een vergoeding genieten van 300% van het in artikel 2.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers bedoelde bedrag per bijgewoonde vergadering.
Indien een vergadering als bedoeld in het eerste lid een half uur langer duurt dan vier uren, wordt, in aanvulling op de vergoeding bedoeld in het eerste lid, voor de aanwezige voorzitter een vergoeding van 175% van het in artikel 2.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers bedoelde bedrag toegekend. Voor ieder lid of plaatsvervangend lid dat bij de vergadering aanwezig was, bedraagt deze vergoeding 125% van het in artikel 2.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers bedoelde bedrag.
In de artikelen 2, 3, eerste en tweede lid, 4, eerste en tweede lid, 6, 7, eerste en tweede lid, 8, eerste en tweede lid, 9, 10, eerste en tweede lid en 11 wordt “artikel 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden“ telkens vervangen door: artikel 2.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Gedeputeerde Staten van Gelderland
John Berends
Commissaris van de Koning
Henrice Wittenhorst
plv. Secretaris
Gepubliceerd te Arnhem
namens Gedeputeerde Staten van Gelderland,
Madelon Verholen
Afdelingsmanager Personeel en Organisatie
TOELICHTING BIJ DE VERORDENING RECHTSPOSITIE COMMISSARIS VAN DE KONING EN GEDEPUTEERDEN GELDERLAND 2019
Uniformering van de landelijke regelingen
Tot 28 maart 2019 was de rechtspositie van de decentrale politieke ambtsdragers in allerlei verschillende AMvB’s en ministeriële regelingen vastgelegd. Met ingang van 28 maart 2019 zijn het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit commissaris van de Koning en het Rechtspositiebesluit gedeputeerden vervangen door één nieuwe besluit: het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdrager (hierna: het Besluit).
Ook de ministeriële regelingen waarin een aantal rechtspositionele zaken verder wordt uitgewerkt, zijn gebundeld in één nieuwe regeling. De Regeling rechtspositie staten- en commissieleden en de Regeling rechtspositie gedeputeerden zijn vervangen door de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers (hierna: de Regeling).
In het Besluit en de Regeling zijn veel elementen van de rechtspositie van decentrale politieke ambtsdragers al uitputtend geregeld. Ook is de herziening gebruikt om de rechtspositie van alle decentrale politieke ambtsdragers, dus ook die van gemeenten en waterschappen, te uniformeren.
Op enkele onderdelen geven het Besluit en de Regeling nog ruimte om op provinciaal niveau bepaalde keuzes te maken of nadere regels te stellen. De ruimte om onderwerpen bij provinciale verordening naar eigen inzicht te regelen, is wel afgenomen na de inwerkingtreding van het Besluit en de Regeling.
Wat is er landelijk al geregeld?
Het volgende overzicht geeft een beeld van de belangrijkste onderwerpen die in het Besluit en de Regeling al uitputtend zijn geregeld voor de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden:
De reiskostenvergoeding, inclusief het woon - werkverkeer 1 ;
In de Verordening rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019 (hierna: de Verordening) is ervoor gekozen om onderwerpen die al uitputtend zijn geregeld in het Besluit of de Regeling, niet ook op te nemen in de Verordening. Voor een compleet beeld van de rechtspositie van de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden zullen zowel het Besluit en de Regeling alsook de Verordening geraadpleegd moeten worden.
Voor de volgende onderwerpen zijn in de Verordening nadere regels gesteld of keuzes gemaakt:
In de Verordening zijn verder ook artikelen opgenomen over het gebruik van het parkeerterrein van de provincie en over het declareren van kosten die voor vergoeding in aanmerking komen.
Artikel 2Ter beschikking gestelde auto
In artikel 2 van de verordening is bepaald dat de dienstauto’s door de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden gemeenschappelijk worden gebruikt. Deze keuze sluit aan bij de algemene Gelderse praktijk van vóór 28 maart 2019. Het gevolg van deze keuze is dat de dienstauto’s alleen voor zakelijke doeleinden kunnen worden gebruikt. Onder zakelijk gebruik wordt verstaan: dienstreizen, woon-werkverkeer en reizen i.v.m. aan het ambt verbonden nevenfuncties. Het gebruik van de dienstauto op deze wijze heeft geen fiscale gevolgen voor de Commissaris van de Koning of de gedeputeerden.
Al het woon - werkverkeer, ook als het niet direct aansluit aan een dienstreis, valt onder het zakelijk gebruik. Omdat het bezoeken van een partijpolitieke bijeenkomst niet valt onder zakelijk gebruik, kan een partijpolitieke bijeenkomst niet met de dienstauto worden bezocht.
Omdat soms ook een beroep moet worden gedaan op taxivervoer, is in de verordening ook de auto op afroep opgenomen.
Artikel 3 Informatie- en communicatievoorzieningen
Artikel 2:3.2 van het Besluit schrijft helder voor dat de informatie- en communicatieapparatuur, inclusief de benodigde abonnementen, ter beschikking worden gesteld aan de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden. Uit de Nota van Toelichting bij het Besluit blijkt dat het gaat om noodzakelijke informatie- en communicatieapparatuur.
Het is niet langer mogelijk om een vergoeding te verstrekken voor het gebruik van eigen informatie- en communicatieapparatuur.
Voor de administratie is het nog wel nodig om vast te leggen welke faciliteiten ter beschikking zijn gesteld. Voor die vastlegging is de bruikleenovereenkomst zeer geschikt. Om die reden is artikel 3 opgenomen in aanvulling op wat al in het Besluit is geregeld.
Artikel 4 Vergoeding kosten scholing
Artikel 2:3.3 lid 2 van het Besluit geeft aan Gedeputeerde Staten de mogelijkheid om nadere regels te stellen over de scholing van de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden.
Een onderscheid is gemaakt tussen scholing die door of vanwege de provincie in het provinciaal belang is georganiseerd en scholing waaraan de Commissaris van de Koning of een gedeputeerde in verband met de vervulling van de functie op eigen initiatief wil deelnemen. In het laatste geval zijn er aanvullende voorwaarden gesteld (inhoudelijke informatie over de cursus, congres etc. en een kostenspecificatie).
Voor de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden geldt dat artikel 2:2.11 van het Besluit een aparte voorziening biedt voor loopbaanoriëntatie. Kosten die in voor loopbaanoriëntatie worden gemaakt, vallen dus niet onder de scholingskosten.
Scholing is functiegericht als zij beoogt de voor de functie benodigde vakkennis en vaardigheden te verwerven dan wel actueel te houden. Onder deze scholingskosten worden verstaan de cursus- en lesgelden, de kosten van het studiemateriaal, examen- en diplomakosten en de aanschafkosten van verplicht gesteld studiemateriaal. De reis- en verblijfkosten ontbreken in deze opsomming omdat die al voor vergoeding in aanmerking komen op grond van 2:2.9 van het Besluit. Het betreft hier immers een zakelijke reis.
Er kunnen bij provinciale verordening nadere regels worden gesteld over het maximale bedrag dat aan scholing kan worden besteed. Voor 28 maart 2019 waren de scholingskosten niet aan een financieel maximum gebonden en is ook niet gebleken dat er in de praktijk behoefte bestaat aan een dergelijk maximum. Die lijn wordt nu voortgezet.
Artikel 5 Bedrijfsgeneeskundige zorg
Dit artikel bevat de uitwerking van artikel 2:3.5 van het Besluit. De provincie heeft de bedrijfsgeneeskundige zorg al geregeld voor haar ambtenaren. De meest eenvoudige vorm om de bedrijfsgeneeskundige zorg voor de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden in te richten, is om aan te sluiten bij wat er al is geregeld voor de ambtenaren.
Artikel 7 t/m 9Procedure van declaratie en betaling
Voor de uitoefening van het politieke ambt moeten bestuurders niet het eigen inkomen hoeven aan te spreken. Een adequate vergoedingssystematiek is daarom van belang. Waar er functionele uitgaven zijn, verdient het aanbeveling terughoudend te zijn met een financieringswijze waarin de bestuurder deze uit eigen middelen vooruitbetaalt en de provincie ze terugbetaalt. Eigen middelen en publieke middelen moeten zoveel mogelijk gescheiden worden gehouden. Vanuit die overweging heeft het de voorkeur de kosten direct in rekening te brengen bij de provincie. Aan de mogelijkheid om zo nodig declaraties in te dienen zal echter behoefte blijven bestaan.
In de Verordening zijn drie manieren voor het doen van uitgaven opgenomen voor de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden. Ook wordt een duidelijke volgorde aangebracht in die drie manieren voor het doen van uitgaven. De voorkeursvariant is rechtstreekse facturering aan de provincie (artikel 7). Als dat niet mogelijk is, kan de uitgave worden gedaan met een provinciale creditcard, als men daarover beschikt (artikel 8). Alleen als de betaling niet op die manieren kan gebeuren, kan de betaling uit eigen middelen worden gedaan en vervolgens gedeclareerd bij de provincie (artikel 9). Met deze aanpak wordt zo veel als mogelijk vermeden dat privémiddelen (moeten) worden gebruikt voor zakelijke uitgaven.
Een zakelijke reis kan ook met het openbaar vervoer worden gemaakt. In dat geval bepalen het Besluit en de Regeling dat de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer worden vergoed. BZK heeft aangegeven dat het vergoeden van deze kosten ook kan gebeuren door een openbaar vervoer abonnement ter beschikking te stellen.