Organisatie | Steenbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening afvalstoffenheffing Steenbergen 2020 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing Steenbergen 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | verordening afvalstoffenheffing |
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2019.De datum van de heffing is 1 januari 2020
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-11-2019 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 07-11-2019 | BBM1901040 |
De raad van de gemeente Steenbergen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2019;
artikel 147 van de Gemeentewet
15.33 van de Wet milieubeheer;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Steenbergen 2020.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting als bedoeld in artikel 4 bedraagt, indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar, bij de aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door:
In afwijking van het eerste lid geldt zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.