Organisatie | Waterschap Vechtstromen |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming voorzitter waterschap Vechtstromen |
Citeertitel | Besluit van het algemeen bestuur van het waterschap Vechtstromen houdende regels over de op te stellen aanbeveling inzake de herbenoeming van de voorzitter ((Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming voorzitter waterschap Vechtstromen) |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 46 van de Waterschapswet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-11-2019 | nieuwe regeling | 16-10-2019 | B2019/2950 |
Het algemeen bestuur van het waterschap Vechtstromen;
gezien het advies d.d. 24 september 2019;
gelet op artikel 46, eerste en derde lid Waterschapswet, en artikel 5, tweede en derde lid Reglement van orde algemeen bestuur Vechtstromen 2017;
vast te stellen de Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming voorzitter waterschap Vechtstromen.
De vertrouwenscommissie en haar leden, de secretaris-directeur, de ambtelijke ondersteuning en – in voorkomend geval - de externe adviseur verstrekken geen inzage in de stukken, noch enige informatie over de stukken, of over het verhandelde in de vergadering aan de leden van het algemeen bestuur die geen zitting hebben in de vertrouwenscommissie, noch aan anderen.
Artikel 7. Ontbinding vertrouwenscommissie
De vertrouwenscommissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgend op de dag van bekendmaking van het Koninklijk Besluit waarmee in de herbenoeming van de watergraaf is voorzien.
De voorzitter van de vertrouwenscommissie en de secretaris-directeur dragen er zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 7 alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de op grond van artikel 36 van de Archiefwet door het algemeen bestuur aangewezen archiefbewaarplaats.
De voorzitter van de vertrouwenscommissie en de secretaris-directeur dragen er zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de voorzitter van de vertrouwenscommissie.