Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit tot aanwijzing plaatsen betaald parkeren en toepassing wielklem |
Citeertitel | Besluit tot aanwijzing plaatsen betaald parkeren en toepassing wielklem |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Besluit tot aanwijzing plaatsen betaald parkeren en toepassing wielklem |
Externe bijlage | Bijlage RIS304490 |
Wijziging bijlage geldend vanaf 1 april 2020
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2020 | 01-07-2020 | wijziging | 04-02-2020 | RIS304490 DSB/2020.22 | |
01-10-2008 | 01-04-2020 | nieuwe regeling | 02-09-2008 | RIS157423 DSB/2008.789 |
Het college van burgemeester en wethouders
gelet op artikel 2 van de Parkeerverordening 1992 en de artikelen 9 en 10, tweede lid van de Verordening parkeerbelastingen 2008;
- de gemeenteraad middels een aangenomen motie het college verzocht heeft de vergunninggebieden Duindorp (17) en Scheveningen (43) samen te voegen;
- uit het draagvlakonderzoek voor de Hellingweg een ruime meerderheid voor invoering betaald parkeren blijkt te zijn;
- uit de evaluatie van de invoering betaald parkeren Haven- Staten- Geuzenkwartier de meest gehoorde klacht ‘het drielandenpunt’ is, welke hiermee opgelost wordt;
- uit de draagvlakpeiling in Duindorp een ruime meerderheid voor de uitbreiding van de parkeerregeling is;
- bij nader inzien wordt afgezien van de invoering van een parkeerregeling voor marktkooplieden aan de Groot Hertoginnelaan, zoals voorzien in het wijzigingsbesluit van 5 november 2019 (RIS303836);
a. het “Wijzigingsbesluit tot aanwijzen plaatsen betaald parkeren en toepassing wielklem per 1 april 2020”, vast te stellen conform bijlage I “Plaats en tijdstip betaald parkeren per 1 april 2020” en te bepalen dat de plaatsen en tijdstippen genoemd in de bijlage waarop tegen betaling van parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdelen a en b, van de Verordening parkeerbelastingen 2008, mag worden geparkeerd;