Organisatie | Halderberge |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Halderberge |
Citeertitel | Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Halderberge |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
vervangt Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Halderberge 2018
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-11-2019 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 24-10-2019 |
De raad van de gemeente Halderberge;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 augustus 2019;
gezien het amendement van mevrouw C.A. van Domburgh - Leerves;
- de artikelen 95 tot en met 99 van de Gemeentewet;
- hoofdstuk 3, afdelingen 3.2 en 3.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
- hoofdstuk 3 van de Regeling decentrale politieke ambtsdragers;
- Circulaire Introductie bij gemeenten van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers van 28 november 2018 met bijlagen;
- aanvulling op de Circulaire invoering rechtspositiebesluit 18-02-2019
1. de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Halderberge vast te stellen;
2. de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Halderberge 2018, zoals vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 18 juni 2018, in te trekken.
Artikel 1. Definitiebepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;
b. griffier: de griffier als bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;
Artikel 3. Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie
1. Aan een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 120,00 per maand.
2. Aan een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van ten hoogste € 120,00 per maand.
Artikel 4. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente
1. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed:
a. de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;
b. bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.
2. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed.
3. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.
4. Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.
5. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.
Artikel 5. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden
1. Een raadslid wordt eenmaal per jaar een bedrag toegekend ter hoogte van het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden voor één maand, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarmee het raadslid voorzieningen kan treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op een raadslid dat is benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, op grond van artikel X12 van de Kieswet.
Artikel 7. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden.
1. Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie, als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.
2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.
3. De raad beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.
Artikel 9. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden.
1. Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld, als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
2. Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.
Artikel 10. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel.
1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Artikel 12. Betaling en declaratie van onkosten.
1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:
a. betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur of,
b. betaling vooruit uit eigen middelen.
3. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.
4. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 2 maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.
5. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen 2 maanden na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.
Artikel 13. Intrekking oude verordening
De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Halderberge 2018, zoals vastgesteld in de raad in zijn vergadering van 18 juni 2018, wordt ingetrokken.