Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening bedrijveninvesteringszone Dierenselaan/Apeldoornselaan Den Haag 2020 |
Citeertitel | Verordening bedrijveninvesteringszone Dierenselaan/Apeldoornselaan Den Haag 2020. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | 5/2019 |
Externe bijlage | Raadsvoorstel |
Geen
Uitvoeringsovereenkomst 2020-2024 Bedrijveninvesteringszone Dierenselaan/Apeldoornselaan e.o.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | Nieuwe regeling | 17-10-2019 | RIS303499 |
De raad van de gemeente Den Haag,
gezien het voorstel van het college van 17 september 2019,
- de Wet op de bedrijveninvesteringszones en
- de Uitvoeringsovereenkomst 2019 gesloten tussen de gemeente Den Haag en de Vereniging BIZ Dierenselaan/Apeldoornselaan e.o.;
besluit vast te stellen de Verordening bedrijveninvesteringszone Dierenselaan/Apeldoornselaan Den Haag 2020:
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Hoofdstuk II Belastingbepalingen
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid of veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
De BIZ-bijdrage wordt gedurende een periode van 5 jaren jaarlijks geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen en niet in gebruik zijnde als geldautomaat of bestemd zijn voor de openbare dienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard.
Voor de toepassing van het tweede lid wordt:
gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De BIZ-bijdrage wordt geheven naar een vast bedrag per onroerende zaak.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in twaalf gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Het college verleent de vereniging jaarlijks een voorschot op de subsidie. Het voorschot bedraagt 90% van het voor dat jaar te verlenen subsidiebedrag.