Organisatie | Assen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut Gemeente Assen 2019 |
Citeertitel | Treasurystatuut gemeente Assen 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2018 | Nieuwe regeling | 20-12-2018 |
In artikel 13 van de Financiële verordening gemeente Assen, vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 21 december 2017, is bepaald dat de raad een treasurystatuut vaststelt. Dit conform artikel 212 van de gemeentewet.
In de Wet financiering decentrale overheden (Wet FIDO), die in werking is getreden op 1 januari 2001, worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de financieringsfunctie door decentrale overheden. De Wet FIDO definieert de financieringsfunctie als het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het houden van toezicht op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De gemeente Assen onderkent het belang van een verantwoord en adequaat beheer van haar financiële middelen. Zij probeert haar activiteiten op het gebied van financiering op een transparante wijze in te richten.
Voor u ligt het Treasurystatuut gemeente Assen 2019. In dit statuut, dat een geactualiseerde versie betreft waarmee wij het bestaande statuut in overeenstemming hebben gebracht met de geldende financiële verordening gemeente Assen, hebben wij de bestuurlijke en ambtelijke infrastructuur van de financieringsfunctie van de gemeente Assen vastgelegd. Bij het opstellen van het statuut hebben wij rekening gehouden met de bepalingen in de Gemeentewet, de Wet FIDO, de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (RUDDO), de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (UFDO), Besluit Leningvoorwaarden Decentrale Overheden (BLDO), Wet HOF, Regeling schatkistbankieren decentrale overheden, de Mededingingswet en de Staatssteun-en mededingingsregels uit het EU-verdrag.
2.1 Algemene begrippen treasury:
Wet FIDO: Wet Financiering Decentrale Overheden; stelt regels voor het te voeren financiële beleid bij decentrale overheden.
RUDDO: Regeling Uitzetting Derivaten Decentrale Overheden; stelt regels voor het uitzetten van gelden in de vorm van belegging in waardepapieren en het aangaan van transacties in financiële derivaten.
UFDO: Uitvoeringsregeling Financiering Decentrale Overheden; regelt de bepalingen omtrent kasgeldlimiet en renterisiconorm.
BLDO: Besluit Leningvoorwaarden Decentrale Overheden; stelt regels voor het aangaan van geldleningen in euro’s en hoofdsom niet onderhevig aan enige vorm van indexatie.
Wet HOF: Wet Houdbare Overheids Financiën; nationale wetgeving inzake beheersing van de Europese begrotingsdoelstellingen zoals afspraken omtrent de ontwikkeling van het EMU-saldo en EMU-schuld.
Regeling Schatkistbankieren decentrale overheden: regels ter uitvoering van het verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden (Regeling schatkistbankieren decentrale overheden).
Staatssteun- en mededingingsregels uit het EU-verdrag (artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, VWEU): Europese regels op het gebied verstrekken van staatssteun.
Mededingingswet: nationale wetgeving die eerlijke concurrentie garandeert. De wet verbiedt prijsafspraken, marktverdeling, etcetera.
Treasuryfunctie: De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's.
Treasurydeelfuncties: De treasuryfunctie bestaat uit drie deelfuncties: risicobeheer, financiering en kasbeheer.
Treasuryactiviteiten: Gerubriceerd naar deelfuncties zijn de treasuryactiviteiten:
intern liquiditeitsrisicobeheer
Treasurybeleid:Het treasurybeleid bestaat uit de uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie ter uitvoering van de treasuryfunctie.
Treasurybeheer: Het treasurybeheer is de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de kaders van het treasurystatuut. De uitvoering is gebaseerd op de treasuryparagraaf in de begroting.
Treasurystatuut: Het document, waarin de gemeente haar treasurybeleid heeft vastgelegd.
Paragraaf financiering: De paragraaf vormt een onderdeel van de concernbegroting en -rekening. In de begroting wordt het voorgenomen beleid voor treasury verwoord, terwijl in de rekening de verantwoording aan de orde komt.
2.2 Begrippen van de treasurydeelfuncties:
AA-Rating: Graadmeter voor de mate van kredietwaardigheid van geldnemers. De genoemde rating van AA geeft aan heel betrouwbaar;
Derivaten: Verhandelbare contracten met als onderliggende
waarde een geldlening (of belegging) Het voordeel van derivaten is dat zij
ingezet kunnen worden tegen specifieke renterisico’s
Financiering: Het aantrekken en uitzetten van financiële middelen. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;
Financiële instelling: Een organisatie die als kernactiviteit het aantrekken, transformeren en distribueren van financiële middelen heeft;
Financieringsplanning: Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven voor een periode van minimaal vier jaar;
Geldstromenbeheer: Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten doelmatig te beheren zowel binnen de organisatie als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);
Huisbankier: De Bank Nederlandse Gemeenten
Kasbeheer: Het rekeningenbeheer en beheer van de financiële posities met een looptijd tot 1 jaar Hierbij ligt de focus vooral op het
beheer van de dagelijkse geldstromen en saldi op rekening courant van de gemeente;
Kasgeldlimiet: Het bedrag dat op grond van de Wet FIDO met kort geld (< 1jaar) mag worden gefinancierd, teneinde effecten van hogere rentes bij herfinanciering van de korte schuld of bij consolidatie van korte naar lange schuld te begrenzen;
Koersrisico: Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door koersontwikkelingen;
Kredietrisico: De risico's op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) kunnen nakomen van de verplichtingen door de tegenpartij door insolventie (onmacht om te betalen) of faillissement;
Liquiditeitenbeheer: Al die activiteiten die leiden tot het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;
Liquiditeitenplanning: Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven tot een jaar ;
Liquiditeitsrisico: De risico's van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en de investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;
Onderhandse lening: Lening waarbij de voorwaarden in onderling overleg met de geldgevende partij kunnen worden vastgesteld;
Prudent karakter: Uitzettingen hebben een prudent karakter wanneer in ieder geval aan twee aspecten is voldaan, te weten voldoende kredietwaardigheid van de tegenpartij en een beperkt marktrisico van de instrumenten van uitzetting;
Publieke taak: Gemeenten kunnen uitsluitend leningen aangaan, middelen uitzetten en garanties verlenen voor de uitoefening van de publieke taak. De Wet FIDO geeft aan het begrip publieke taak een beperkte invulling. Bankachtige activiteiten, bijvoorbeeld het aantrekken en uitzetten van middelen met als doel het genereren van inkomen, worden volgens de Wet FIDO in elk geval niet tot de publieke taak van een gemeente gerekend en zijn verboden. Overigens is het de gemeenteraad die het kader van de publieke taak bepaalt.
Renterisico: Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen;
Renterisiconorm: Het op grond van de Wet FIDO vastgestelde maximum van het totaal van de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen van vaste geldleningen, met als doel het budgettaire risico van rentestijgingen te maximaliseren;
Rentetypische looptijd: Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;
Rentevisie: Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;
Risicobeheer: Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-) resultaten tegen financiële risico's;
Saldobeheer: Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;
Uitzetting: Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.
3.1 Het treasurybeleid van de gemeente dient tot:
a. Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;
b. Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen financiële risico's, zoals rente-, koers-, krediet-, liquiditeits- en valutarisico's;
c. Het minimaliseren van interne en externe verwerkingskosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
d. Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet FIDO respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit statuut.
4.1 Algemene uitgangspunten risicobeheer
a. Bij het aantrekken en verstrekken van leningen of garanties door de gemeente uit hoofde van de publieke taak wordt vooraf informatie ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.
b. De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen binnen de kaders van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden, de staatssteun- en mededingingsregels uit het EU-verdrag (artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, VWEU) en de Mededingingswet worden uitgevoerd;
a. De kasgeldlimiet wordt niet overschreden.
b. De renterisiconorm wordt niet overschreden.
c. Nieuwe leningen en uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeiten- c.q. financieringsplanning;
d. De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening en uitzetting worden zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;
e. De gemeente stelt een rentevisie op en actualiseert deze visie eens per jaar bij de begroting;
f. In tijden van relatief lage rente zal, indien vervroegde aflossing mogelijk is en financieel voordeel oplevert, tot conversie van relatief dure leningen worden overgegaan;
g. Binnen de kaders gesteld onder 4.2, c en d, streeft de gemeente naar spreiding in de rentetypische looptijden van leningen en uitzettingen.
a. De gemeente beperkt de koersrisico's op uitzettingen uit hoofde van treasury door daarbij uitsluitend van de volgende producten gebruik te maken: rekening courant, spaarrekeningen, daggeld, deposito's, obligaties, onderhandse leningen en garantieproducten.
b. Tevens beperkt de gemeente de koersrisico's door, zoals aangegeven onder 4.5, de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeiten- c.q. de financieringsplanning.
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten:
a. Uitzettingen vinden uitsluitend bij Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen en passend binnen de regeling schatkistbankieren decentrale overheden;
b. Bij het verstrekken van leningen en garanties uit hoofde van de publieke taak, worden zoveel mogelijk zekerheden bedongen.
Bij het aantrekken van financieringsmiddelen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
a. Financieringsmiddelen worden uitsluitend aangetrokken voor de uitoefening van de publieke taak;
b. Het aantrekken van financieringsmiddelen wordt uitsluitend gedaan met inachtneming van de voorwaarden onder hoofdstuk 4 Risicobeheer;
c. Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken om het renteresultaat te optimaliseren;
d. Voor het aantrekken van financieringsmiddel zijn alleen onderhandse leningen toegestaan;
e. De gemeente vraagt een offerte aan minimaal vier financiële instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken;
f. Voordat de gemeente overgaat tot het accepteren van een offerte met de gunstigste voorwaarden, met in achtneming van effectief rentepercentage, provisie, kosten enzovoort moeten er twee geldige offertes beschikbaar zijn zodat een goede vergelijking mogelijk is.
g. Bij het bepalen van de condities van de aan te trekken leningen wordt rekening gehouden met de condities van bestaande contracten.
h. Beslissingen tot financiering worden genomen op basis van de totale financieringspositie (integrale financiering) waarbij de mogelijkheid van projectfinanciering is toegestaan na goedkeuring van de gemeenteraad.
i. Derivaten worden uitsluitend gebruikt ter beperking van financiële risico’s en afgesloten bij een instelling die voldoet aan art. 2 en/of een effecteninstelling die onder toezicht staat van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (Richtlijn 93/22/EEG) en na goedkeuring van de gemeenteraad.
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer geldt het volgende uitgangspunt:
a. Uitzettingen worden uitsluitend gedaan met inachtneming van de voorwaarden onder hoofdstuk 4 Risicobeheer.
b. Er worden geen (hypothecaire) leningen (of garanties daarvan) verstrekt aan personeel en politieke ambtsdragers van de gemeente.
De gemeente beoogt het realiseren van gunstige, minimaal marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Met in achtneming van de Wet op het financieel toezicht gelden hiervoor de volgende uitgangspunten:
a. Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen van een AA rating;
c. Financiële instellingen (krediet-, beleggings- en effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen in Nederland of in een ander EER-lidstaat op basis van geharmoniseerde wet en regelgeving onder toezicht te staan.
d. Tussenpersonen dienen geregistreerd te zijn bij de Autoriteit Financiële Markten en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.
Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt:
a. Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en op de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om de verplichtingen tijdig na te komen.
b. Het betalingsverkeer wordt zoveel als mogelijk elektronisch uitgevoerd bij de huisbankier.
6.2 Saldo- en liquiditeitenbeheer
Voor het saldo- en liquiditeitenbeheer gelden de volgende richtlijnen:
a. De gemeente streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen een saldi- en rentecompensatiecircuit bij de huisbankier;
b. Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat dan kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken;
c. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen, krediet in rekening-courant;
d. Bij het aantrekken en uitzetten van middelen zijn de onder hoofdstuk 4 Risicobeheer genoemde voorwaarden van toepassing;
e. De gemeente vraagt prijsopgaves op bij minimaal twee financiële instellingen alvorens middelen worden aangetrokken met een looptijd korter dan één jaar;
f. Voordat de gemeente overgaat tot het accepteren van een offerte met de gunstigste voorwaarden, met in achtneming van effectief rentepercentage, provisie, kosten enzovoort moeten er twee geldige offertes beschikbaar zijn zodat een goede vergelijking mogelijk is.
g. Indien er geen twee geldige offertes beschikbaar zijn is het mogelijk om een kasgeldlening aan te trekken met een looptijd van maximaal 1 maand zodat een nieuwe uitvraag kan worden opgestart en kan worden voldaan aan punt f.
7. Organisatie van de financieringsfunctie en interne controle
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de financieringsfunctie van de gemeente staan in de onderstaande tabel gedefinieerd.
In onderstaande tabel zijn de bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven en de daarbij benodigde autorisatie.
Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer | ||
Aantrekken van gelden via onderhandse leningen, Uitzetten van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak |
De paragraaf financiering wordt door burgemeester en wethouders jaarlijks in de begroting en jaarrekening opgenomen en -als onderdeel hiervan - aan de gemeenteraad voorgelegd.
In de paragraaf financiering wordt gerapporteerd over de inrichting van de treasuryfunctie, algemene beleidslijn, beleidsinvulling dienstjaar, rentebeleid, toepassing kasgeldlimiet en renterisiconorm, beheersing van het koers-, krediet-, liquiditeits- en financieringsrisico en overige ontwikkelingen die van belang zijn voor de beoordeling van het treasurybeleid.
De realisatie van het treasurybeleid zoals weergegeven bij de renteuitkomsten wordt eveneens opgenomen in begroting en jaarrekening, alsmede in de gemeenterapportages.
Gegevens met betrekking tot significante (wijzigingen in) verwachtingen omtrent tijdstip en omvang van toekomstige betalingen en ontvangsten worden gemeld aan de treasurer, conform de richtlijnen die hieromtrent worden vastgelegd.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2018
M.L.J. Out, voorzitter
I. Rozema, griffier
In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid van de gemeente op hoofdlijnen vastgelegd. Het statuut geeft weer binnen welke richtlijnen en limieten de doelstellingen van het treasaurybeleid dienen te worden gerealiseerd.
Een richtlijn is een bindend voorschrift voor een handelswijze die gevolgd moet worden en een limiet is een type richtlijn die een uiterste grens aangeeft. Een belangrijk deel van de limieten en richtlijnen is bepaald door de Wet FIDO. Met behulp van de limieten en richtlijnen wordt het risicoprofiel van de gemeente bepaald, waarbinnen de treasuryactiviteiten dienen te worden uitgevoerd.