RIOOLAANSLUITINGEN IN BESTAANDE GEBIEDEN
Het betreft hier rioolaansluitingen voor panden die nog niet zijn
aangesloten op de riolering of die pas zijn gebouwd in een reeds langer
bestaand gebied. Het betreft zowel vrij verval- als druk en
vacuümriolering.
Voor alle rioolaansluitingen worden de werkelijk gemaakte kosten in
rekening gebracht.
Voor de aanleg van rioolaansluitingen gelden de volgende regels:
1. Aanvraag
- ·
Een rioolaansluiting moet worden aangevraagd door middel van het
formulier “aanvraag rioolaansluitingen”. Dit formulier is
verkrijgbaar bij de gemeente of te downloaden van de
gemeentelijke website.
- ·
Het formulier moet bij de gemeente worden ingeleverd. De
aanvrager ontvangt schriftelijk bericht op de aanvraag. Wanneer
toestemming wordt verleend voor de aanleg van de riolering wordt
tevens een raming van de kosten toegestuurd.
2. Aantal
- ·
Bij een gemengd stelsel wordt één aansluiting per pand
aangelegd.
- ·
Bij een gescheiden stelsel worden twee aansluitingen per pand
aangelegd (DWA (vuil water) en RWA (regenwater)).
- ·
Bij gebleken noodzaak, ter beoordeling aan de gemeente, kunnen
in overleg meerdere aansluitingen op de riolering worden
gemaakt. Deze extra aansluiting(en) worden tegen werkelijk
gemaakte kosten in rekening gebracht.
3. Maatvoering
- ·
Een aansluiting voor huishoudelijk of bedrijfsmatig gebruik zal
met een diameter van ø 125 mm. worden aangelegd zowel voor DWA
als RWA afvoer.
- ·
In overleg kan voor een afvoer voor bedrijfsmatig gebruik worden
gekozen voor een aansluiting met een diameter van ø 160 mm of
meer.
4. Materiaalgebruik
- ·
Voor de aanleg wordt gebruik gemaakt van kunststof
leidingen.
- ·
De aansluiting wordt aangelegd inclusief ontstoppingsstuk
(grijs) bij een gemengd stelsel en voor een RWA afvoer en een
controleput (bruin) voor een DWA afvoer. Het ontstoppingsstuk
en/of de controleput komen net over de erfscheiding op
particulier terrein te liggen.
5. Uitvoering
- ·
De aansluiting op het hoofdriool en het leggen van het
leidingwerk op gemeentegrond inclusief straatwerk wordt
uitgevoerd door een door de gemeente aan te wijzen aannemer.
- ·
Het ontstoppingsstuk en/of de controleput worden door de
gemeente ingemeten. Deze meetgegevens worden aan de bewoner
verstrekt.
- ·
Het grondwerk op particulier terrein ter hoogte van het
ontstoppingsstuk en/of controleput dient open te blijven totdat
de inmeting en de controle van het werk door de gemeente heeft
plaatsgevonden.
6. Betaling
·De geraamde kosten moeten worden voldaan vóórdat met de werkzaamheden
wordt begonnen.
Aan de hand van eenheidsprijzen van de aannemer zal vooraf een zo exact
mogelijke raming worden gemaakt van de kosten. Als de werkzaamheden zijn
afgerond zal op basis van werkelijk gemaakte kosten worden afgerekend.
- ·
In de aanlegkosten zijn ook de kosten voor de benodigde
aanpassingen ten aanzien van lichtmasten, straatmeubilair en de
groenvoorzieningen inbegrepen.
- ·
Voor alle rioolaansluitingen worden twee manuur eigen kosten van
een civieltechnisch medewerker in rekening gebracht voor het
toezicht en het in behandeling nemen van de aanvraag.
- ·
Periodiek zal bij aannemers prijsopvraag voor het aanleggen van
riolering worden gedaan.
7. Beheer
- ·
Bij storingen moet de bewoner het ontstoppingsstuk en/of
controleput zelf opengraven om te constateren of de verstopping
zich op gemeentegrond of op eigen grond bevindt.
- ·
Wanneer er water in het ontstoppingsstuk en/of de controleput
staat, zit er waarschijnlijk een verstopping ion het
gemeenteriool. In dat geval zijn de kosten van het verhelpen van
de storing voor de gemeente. Staat er geen water in, dan zijn de
kosten voor de bewoner.
8. Bijzondere omstandigheden
·Als er sprake is van bijzondere omstandigheden kan gemotiveerd van het
bovenstaande worden afgeweken.
RIOOLAANSLUITINGEN BINNEN NIEUW AAN TE LEGGEN GEBIEDEN
Dit zijn rioolaansluitingen die op een bestaande riolering worden
aangesloten, veelal van bouwrijp gemaakte bestemmingsplannen of daar
waar gebruik is gemaakt van uitleggers die liggen tot aan de erfgrens
van de woning. Hiervoor worden geen extra kosten in rekening gebracht.
De kosten worden verrekend met de grondprijs. Voor de aanleg gelden de
volgende regels:
1. Aanleg
·De rioolaansluiting wordt gelijktijdig met het woonrijp maken
aangelegd. De rioolaansluiting hoeft niet apart te worden
aangevraagd.
2. Aantal
- ·
Bij een gescheiden stelsel worden twee aansluitingen per pand
aangelegd (DWA (vuil water) en RWA (regenwater)).
- ·
Bij gebleken noodzaak, ter beoordeling aan de gemeente, kunnen
in overleg meerdere aansluitingen op de riolering worden
gemaakt.
6. Betaling
·Er worden geen kosten in rekening gebracht. Het aanleggen van de
uitleggers en het ontstoppingsstuk en/of controleput is reeds verrekend
in de grondprijs.
De onderdelen 3. Maatvoering, 4. Materiaalgebruik, 5. Uitvoering 7. Beheer en 8. Bijzondere omstandigheden van de beleidsregels inzake rioolaansluitingen in bestaande gebieden zijn onverkort van toepassing op rioolaansluitingen binnen nieuw aan te leggen gebieden.