Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Pijnacker-Nootdorp

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent de vertrouwenscommissie 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePijnacker-Nootdorp
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent de vertrouwenscommissie 2019
CiteertitelVerordening vertrouwenscommissie 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 61 van de Gemeentewet
  2. artikel 61a van de Gemeentewet
  3. artikel 61c van de Gemeentewet
  4. artikel 86 van de Gemeentewet
  5. artikel 84 van de Gemeentewet
  6. artikel 147 van de Gemeentewet
  7. artikel 149 van de Gemeentewet
  8. artikel 15 van de Archiefwet 1995
  9. artikel 31 van de Archiefwet 1995
  10. artikel 9 van het Archiefbesluit 1995
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-10-2019nieuwe regeling

17-10-2019

gmb-2019-259949

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent de vertrouwenscommissie 2019

De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

 

gezien het voorstel van het presidium van 09 september 2019;

 

gelet op artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;

 

gelet op de Circulaire benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeester van de minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

 

 

besluit:

Vast te stellen de Verordening vertrouwenscommissie 2019

ONDERDEEL A: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel A.1 Samenstelling commissie voor benoeming en herbenoeming

  • 1.

    De commissie bestaat uit maximaal 1 lid per fractie leden, door de raad uit haar midden benoemd.

  • 2.

    Indien de gemeenteraad niet heeft bepaald wie voorzitter van de commissie is, kiest de commissie deze uit haar midden.

Artikel A.2 Ambtelijke ondersteuning

De raadsgriffier is secretaris en de plv. raadsgriffier is plv. secretaris van de commissie en levert ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

Artikel A.3 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste de helft van het aantal leden dit noodzakelijk acht(en). De commissie vergadert slechts indien meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering. De voorzitter roept de volgende personen schriftelijk tot de vergadering op:

    • a.

      de leden van de commissie;

    • b.

      de sollicitanten naar het ambt van burgemeester, elk voor zover met de betreffende sollicitant een gesprek plaats heeft;

    • c.

      de burgemeester, voor zover met hem een gesprek plaats heeft.

  • 3.

    De in het tweede lid bedoelde oproeping geschiedt ten minste 3 werkdagen voorafgaand aan de vergadering. Indien bijzondere omstandigheden een spoedige bijeenkomst van de commissie vergen kan van de in de eerste volzin van dit lid bedoelde termijn worden afgeweken doch geschiedt de oproeping ten minste 24 uren voorafgaand aan de vergadering.

Artikel A.4 Stemming

De commissie besluit over de vaststelling van een concept aanbeveling bij meerderheid van stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Indien de stemmen staken, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden de verschillende meningen in het in artikel A.5 bedoelde verslag opgenomen.

Artikel A.5 Verslag

  • 1.

    De commissie brengt over haar werkzaamheden ter voorbereiding op het doen van een aanbeveling schriftelijk een verslag van bevindingen uit aan de gemeenteraad en aan de commissaris van de Koning.

  • 2.

    Het verslag van bevindingen dat de commissie uitbrengt aan de raad en de commissaris van de Koning bevat in ieder geval:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

    • b.

      een concept aanbeveling met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie.

Artikel A.6 Geheimhouding

  • 1.

    Op alle informatie van de commissie rust ingevolge de wet de verplichting tot geheimhouding, welke zich uitstrekt tot eenieder die van de informatie kennis draagt.

  • 2.

    De vergaderingen van de commissie zijn ingevolge de wet besloten. De voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht.

  • 3.

    Stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van “geheim” door de voorzitter en de secretaris ondertekend en verstuurd. Stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van “geheim” gezonden aan de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering. De secretaris ziet er op toe dat de vertrouwelijkheid in deze procesgang wordt gegarandeerd.

  • 4.

    Aan degenen die geen lid zijn van de commissie wordt ingevolge de wet geen informatie verstrekt omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek.

  • 5.

    De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 6.

    De geheimhoudingsplicht blijft ingevolge de wet ook in het geval de commissie wordt ontbonden van kracht.

Artikel A.7 Archivering

  • 1.

    De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat na afronding van de benoeming, de herbenoeming en de klankbordgesprekken alle archiefbescheiden onverwijld in een envelop worden verzegeld en gerubriceerd als "geheim", en worden geplaatst in de daartoe aangewezen archiefruimte.

  • 2.

    De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, wordt opgesteld voor archiefbescheiden waarvoor de wettelijke termijn verstreken is. In deze verklaring wordt melding gemaakt van het besluit tot toepassing van artikel 15, eerste lid sub a, van de Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid, tot de archiefbescheiden 75 jaar oud zijn.

ONDERDEEL B: BEPALINGEN INZAKE DE BENOEMING

Artikel B.1 Adviseur

  • 1.

    De gemeenteraad kan één of meer wethouders en de gemeentesecretaris als adviseur toevoegen aan de commissie.

  • 2.

    De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie. Artikel A.3, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel B.2 Informatie over en gesprek met sollicitant

De secretaris nodigt namens de voorzitter sollicitanten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft daarbij de voorzieningen die nodig zijn ter bescherming van de privacy van de sollicitant. Elk overleg met derden, in welke vorm dan ook, is uitgesloten.

Artikel B.3 Bijzondere bepalingen inzake verslaglegging

  • 1.

    De commissie brengt van haar bevindingen verslag uit aan de raad en aan de commissaris van de Koning.

  • 2.

    Het in artikel A.5 bedoelde verslag van bevindingen wordt in ieder geval vergezeld van de conceptaanbeveling van twee personen.

Artikel B.4 Ontbinding

Lopende een procedure tot benoeming is ontbinding van de commissie uitsluitend mogelijk met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien.  

ONDERDEEL H: BEPALINGEN INZAKE DE HERBENOEMING

Artikel H.1 Adviseur

  • 1.

    De gemeenteraad kan één of meer wethouders en de gemeentesecretaris als adviseur toevoegen aan de commissie.

  • 2.

    De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie. Artikel A.3, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel H.2 Informatie over en gesprek met de burgemeester

  • 1.

    De commissie maakt vooraf aan de burgemeester kenbaar op basis van welke informatiebronnen zij zich een oordeel zal vormen over het functioneren van de burgemeester. Daarbij baseert zij zich in ieder geval op de profielschets en de wettelijke taken van de burgemeester.

  • 2.

    Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad, de commissaris van de Koning en de burgemeester te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt dat bij het verslag van bevindingen wordt gevoegd.

Artikel H.3 Bijzondere bepaling inzake verslaglegging

  • 1.

    Het in artikel A.5 bedoelde verslag van bevindingen wordt in ieder geval vergezeld van een concept-aanbeveling inzake de herbenoeming.

  • 2.

    Indien ter zake van het functioneren van de burgemeester afspraken zijn gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden deze expliciet in het verslag van bevindingen vermeld.

Artikel H.4 Ontbinding

Lopende een procedure tot herbenoeming is ontbinding van de commissie uitsluitend mogelijk met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat de burgemeester bij Koninklijk besluit is herbenoemd.

ONDERDEEL K: BEPALINGEN INZAKE DE KLANKBORDGESPREKKEN

Artikel K.1 Samenstelling commissie

  • 1.

    Het presidium is belast met het organiseren van het klankbordgesprek met de burgemeester. Het presidium wijst vier leden uit haar midden aan die het klankbordgesprek voorbereiden en voeren.

  • 2.

    Indien het presidium niet heeft bepaald wie voorzitter van de commissie is, kiest de commissie deze uit haar midden.

Artikel K.2 Ambtelijke ondersteuning

De raadsgriffier is secretaris en de plv. raadsgriffier is plv. secretaris van de commissie en geeft uit dien hoofde ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

Artikel K.3 Aantal

  • 1.

    De commissie houdt in ieder geval eens in de twee jaar met de burgemeester een klankbordgesprek over het functioneren.

  • 2.

    Indien de commissie dan wel de burgemeester de wens daartoe kenbaar maakt, houdt de commissie tussentijds een klankbordgesprek.

Artikel K.4 Voorbereiding en inhoud

  • 1.

    De commissie maakt voorafgaand aan de klankbordgesprekken aan de burgemeester kenbaar bij wie zij informatie zal inwinnen over het functioneren van de burgemeester.

  • 2.

    De commissie beschouwt het functioneren van de burgemeester in elk geval aan de hand van de profielschets en aan de wettelijke taken van de burgemeester. Tevens betrekt de commissie hierbij het verslag van en de afspraken uit het vorige klankbordgesprek.

Artikel K.5 Bijzondere bepalingen inzake het verslag

  • 1.

    Alvorens het verslag vast te stellen, krijgt de burgemeester de gelegenheid te reageren op het concept.

  • 2.

    Het verslag wordt getekend door de voorzitter van de commissie en de burgemeester.

  • 3.

    Raadsleden kunnen het verslag inzien. Het verslag wordt niet openbaar gemaakt. Een afschrift van het verslag wordt gezonden aan de commissaris van de Koning.

ONDERDEEL S: SLOTBEPALINGEN

Artikel S.1 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel S.2 Ontbinding en wijziging van de samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie blijft in stand zolang zij niet wordt ontbonden.

  • 2.

    De samenstelling van de commissie kan tussentijds worden aangepast.

Artikel S.3 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 17 oktober 2019.

drs. B.S.M. Sepers

griffier

mw. F. Ravestein

voorzitter

TOELICHTING VERORDENING VERTROUWENSCOMMISSIE

Uit de Gemeentewet vloeit de verplichting voort ter voorbereiding op de aanbeveling inzake de benoeming en herbenoeming van de burgemeester een vertrouwenscommissie in te stellen. Daartoe is een gemeentelijke verordening op de vertrouwenscommissie noodzakelijk. Er is gekozen voor een modulaire opbouw. De verordening is voor zowel de benoeming, herbenoeming als de klankbordgesprekken.

 

De verordening is als volgt opgebouwd:

  • 1.

    Algemene bepalingen (artikelnummers beginnend met letter A)

  • 2.

    Bepalingen inzake benoeming (artikelnummers beginnend met letter B)

  • 3.

    Bepalingen inzake herbenoeming (artikelnummers beginnend met letter H)

  • 4.

    Bepalingen inzake klankbordgesprekken (artikelnummers beginnend met letter K)

  • 5.

    Slotbepalingen (artikelnummers beginnend met letter S)

 

In onderdeel A zijn algemene bepalingen opgenomen die voor alle activiteiten van de vertrouwenscommissie van belang zijn. In de onderdelen B en H zijn bepalingen opgenomen die specifiek betrekking hebben op de betreffende voor te bereiden aanbeveling (benoeming resp. herbenoeming). In onderdeel S zijn slotbepalingen opgenomen, die evenals onderdeel A van toepassing zijn ongeacht de uit te voeren taak. Onderdeel K bevat bepalingen voor het voeren van klankbordgesprekken door de vertrouwenscommissie.

 

ONDERDEEL A

 

Samenstelling (artikel A.1)

De commissie bestaat uitsluitend uit leden van de raad waarbij het aan de gemeenteraad is al dan niet elke

fractie in de commissie vertegenwoordigd te doen zijn. Verlies van het raadslidmaatschap betekent automatisch het einde van het lidmaatschap van de commissie. Tijdelijke vervanging is vanwege het bijzondere karakter van de procedure, waarin geheimhouding centraal staat, ongewenst. Wel kan de samenstelling van de commissie tussentijds worden aangepast (zie artikel S.2).

 

Ambtelijke ondersteuning (artikel A.2)

Ambtelijke ondersteuning wordt door de raadsgriffier geleverd, en eventueel door de plv. raadsgriffier als

plaatsvervangend secretaris. De griffie is de ambtelijke ondersteuning van de gemeenteraad en daarmee ook voor deze bijzondere commissie. Ambtelijke ondersteuners hebben in de commissie geen stemrecht. De gemeentesecretaris wordt niet aangewezen als plv. secretaris van de commissie. De gemeentesecretaris kan aangewezen worden als adviseur van de commissie (zie artikel B.1 en H1).

 

Vergaderingen (artikel A.3)

Het moment van vergaderen moet vroegtijdig bekend zijn zodat de leden van de commissie en de andere genodigden in staat zijn gehoor te geven aan de oproeping ter vergadering. Als er sprake is van een situatie die een spoedige bijeenkomst van de commissie vereist, kan een kortere termijn van oproeping worden ingesteld.

 

Stemming (artikel A.4)

Met betrekking tot de stemming streeft de commissie naar unanimiteit. Kan een minderheid zich niet vinden in de uitkomst, dan wordt die in het verslag op passende wijze tot uitdrukking gebracht.

 

Verslag (artikel A.5)

Het is van belang er zorg voor te dragen dat het verslag voldoende onderbouwing bevat van de visie van de

commissie, nu de gemeenteraad op basis van het verslag van bevindingen besluit over de aanbeveling. Als

stelregel geldt dat het hele verloop van de procedure zowel procedureel als inhoudelijk in het verslag van bevindingen zijn weerslag krijgt. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en secretaris van de commissie.

 

Geheimhouding (artikel A.6)

De geheimhoudingsplicht voor de vertrouwenscommissie vloeit rechtstreeks voort uit artikel 61c van de Gemeentewet. De geheimhoudingsplicht omvat alle informatie, niets uitgezonderd: hetgeen tijdens de vergadering is gewisseld, de stukken (de in artikel A.5 bedoelde verslagen inbegrepen) en alle andere informatie die langs welke weg ook de commissie bereikt. De geheimhoudingsplicht strekt zich uit tot de leden van de commissie, alsmede tot degenen die ambtelijke ondersteuning verlenen en, indien van toepassing, de adviseur. Vanwege de gevoeligheid van de informatie, alsmede vanwege de mogelijke strafrechtelijke consequenties van de schending van deze plicht, wordt aan het begin van de vergadering door voorzitter van de vergadering op de geheimhoudingsplicht gewezen. De geheimhoudingsplicht brengt onder meer met zich dat aan raadsleden die geen zitting (meer) hebben in de commissie en aan anderen geen inzage in, of informatie omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek wordt verstrekt.

 

Archivering (artikel A.7)

Het verdient aanbeveling dat de secretaris van de commissie tijdig overleg pleegt met de beheerder van de

archiefbewaarplaats als deskundige op dit terrein over de te volgen werkwijze. Er zijn twee fasen te onderscheiden. “Overbrenging” is de uiteindelijke formele overdracht van archiefbescheiden naar de archiefbewaarplaats in de zin van artikel 12 van de Archiefwet 1995. Met het oog op de geheimhouding onder de Gemeentewet wordt aangeraden de stukken niet vervroegd formeel over te brengen naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, maar pas na de wettelijke termijn van 20 jaar. Tot dat moment moeten de archiefbescheiden worden geplaatst in een archiefruimte van de gemeente. Om de geheimhouding te borgen, is het advies om een afspraak te maken met de beheerder van de archiefbewaarplaats (meestal de gemeentearchivaris) dat de archiefbescheiden al wel worden geplaatst in de (op grond van artikel 31 van de Archiefwet 1995 door burgemeester en wethouders aangewezen) gemeentelijke archiefbewaarplaats. De archiefbewaarplaats doet in deze dan dienst als archiefruimte.

 

ONDERDEEL B

Toevoegen van een adviseur (artikel B.1)

Het is niet verplicht een of meer van de wethouders of gemeentesecretaris als adviseur aan de commissie toe te voegen, maar dit wordt wel wenselijk geacht. Wordt hij daaraan toegevoegd dan zijn de bepalingen inzake de oproeping ook op die wethouder en gemeentesecretaris van toepassing. Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

 

Informatie over en gesprek met de sollicitant (artikel B.2)

Ingevolge artikel 61, vierde lid, van de Gemeentewet wordt door tussenkomst van de commissaris van de

Koning de door de commissie nodig geachte informatie verschaft. Gezien de belangen van alle betrokkenen is de procedure om tot een aanbeveling inzake de benoeming te komen, door de wetgever geheim verklaard. Dat betekent ook dat de commissie er voor moet zorgen dat bij de correspondentie en gesprekken die met de sollicitanten worden gevoerd in het kader van de aanbeveling inzake de benoeming, de privacy gewaarborgd is. Hierbij dient onder meer gedacht te worden aan de plaats en het tijdstip van de gesprekken.

 

Bijzondere bepalingen inzake verslaglegging (artikel B.3)

Artikel A.4 bevat de algemene bepalingen inzake de verslaglegging. Ten aanzien van benoeming dient bepaald te worden dat dit verslag in ieder geval wordt vergezeld van een conceptaanbeveling van twee personen. Na de vaststelling van de aanbeveling door de raad, wordt slechts de naam van de als eerste aanbevolen kandidaat openbaar gemaakt.

 

Ontbinding (artikel B.4)

Uit artikel S.2 volgt dat de commissie in stand blijft zolang zij niet wordt ontbonden. Wordt er voor gekozen de commissie te ontbinden dan kan dit niet zolang er sprake is van een lopende procedure inzake de benoeming.

 

ONDERDEEL H

Toevoegen van een adviseur (artikel H.1)

Het is niet verplicht een of meer van de wethouders en gemeentesecretaris als adviseur aan de commissie toe te voegen, maar dit wordt wel wenselijk geacht. Wordt hij daaraan toegevoegd dan zijn de bepalingen inzake de oproeping ook op die wethouder en gemeentesecretaris van toepassing. Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

 

Informatie over en gesprek met de burgemeester (artikel H.2)

De informatiebronnen die de vertrouwenscommissie gebruikt bij het komen tot een aanbeveling inzake de herbenoeming dienen voor de burgemeester vooraf helder te zijn. De bevindingen die de commissie doet, dienen met de burgemeester besproken te worden. Als vertrekpunt zijn in ieder geval relevant de profielschets bij benoeming en de wettelijke taken van de burgemeester, te weten zijn voorzitterschap van raad en college en zijn taken als eenhoofdig orgaan, in het bijzonder zijn verantwoordelijkheid voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. En verder zijn eventuele portefeuille als lid van het college.

 

Bijzondere bepaling inzake verslaglegging herbenoeming (artikel H.3)

Artikel A.5 bevat de algemene bepalingen inzake de verslaglegging. Van belang is dat de commissie met een concept voor de aanbeveling inzake de herbenoeming komt, waarop de raad over de aanbeveling heeft te besluiten. Eventuele afspraken over het functioneren van de burgemeester dienen volstrekt helder te zijn.

 

Ontbinding (artikel H.4)

Uit artikel S.2 volgt dat de commissie in stand blijft zolang zij niet wordt ontbonden. Wordt er voor gekozen de commissie te ontbinden dan kan dit niet zolang er sprake is van een lopende procedure inzake de herbenoeming.

 

ONDERDEEL K

Samenstelling (artikel K.1)

Het presidium ziet toe op het plannen en opstarten van de klankbordgesprekken. Hiervoor wijst het presidium vier leden aan die het klankbordgesprek voorbereiden en het gesprek voeren. De commissie bestaat uitsluitend uit leden van het presidium, de burgemeester uitgezonderd. Tijdelijke vervanging is vanwege het bijzondere karakter van de procedure, waarin geheimhouding centraal staat, ongewenst. Wel kan de samenstelling van de commissie tussentijds worden aangepast (zie artikel S.2). Aan deze commissie kunnen geen adviseurs worden toegevoegd.

 

Ambtelijke ondersteuning (artikel K.2)

Ambtelijke ondersteuning wordt door de raadsgriffier geleverd, en eventueel door de plv. raadsgriffier als

plaatsvervangend secretaris. De griffie is de ambtelijke ondersteuning van de gemeenteraad en daarmee ook voor deze bijzondere commissie. Ambtelijke ondersteuners hebben in de commissie geen stemrecht.

 

Aantal (artikel K.3)

Geadviseerd wordt in ieder geval jaarlijks het functioneren van de burgemeester te bespreken, als opmaat naar de herbenoeming. Vaak vindt een eerste 100-dagengesprek plaats. Ook daarvoor geldt dan deze verordening.

 

Voorbereiding en inhoud (artikel K.4)

Een goed klankbordgesprek valt of staat met een goede voorbereiding. De commissie bepaalt daarom de

informanten en deelt dit mee aan de burgemeester. Als vertrekpunt zijn in ieder geval relevant de profielschets bij benoeming en de wettelijke taken van de burgemeester, te weten zijn voorzitterschap van raad en college en zijn taken als eenhoofdig orgaan, in het bijzonder zijn verantwoordelijkheid voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. En verder zijn eventuele portefeuille als lid van het college.

Van al deze gesprekken worden verslagen opgemaakt. Die verslagen vormen de basis voor het volgende klankbordgesprek.

 

Bijzondere bepalingen inzake het verslag (artikel K.5)

Het verslag kan bondig en beknopt zijn, ook puntsgewijs. Wel is van belang dat het verslag een goed beeld

geeft van het gesprek en de gemaakte afspraken, zodat degenen die het volgende klankbordgesprek voeren alsmede de commissaris van de Koning zich een goed beeld daarvan kunnen vormen. Daarom is het van belang ook de sfeer te schetsen, waarin het gesprek plaatsvond. De raadsleden die niet hebben deelgenomen aan de klankbordgesprekken moeten op enig moment kennis kunnen nemen van het verslag omdat het immers een

 

aanloop is naar besluitvorming over een aanbeveling tot herbenoeming, en het gesprek over de herbenoeming plaatsvindt tussen de commissaris en raad als geheel en niet slechts de leden van de raad die de klankbordgesprekken hebben gevoerd. Wat in het klankbordgesprek gewisseld wordt, behoort tussen de raad en de burgemeester te blijven. Dat maakt dat het verslag dat van dat gesprek gemaakt wordt niet openbaar wordt gemaakt (vgl. artikel 61c van de Gemeentewet).

 

ONDERDEEL S

Onvoorziene gevallen (artikel S.1)

Dit artikel treft een voorziening inzake de bevoegdheid van de commissie in gevallen waarover bij verordening

geen regeling is getroffen en de bevoegdheidsverdeling niet uit een andere norm voortvloeit.

 

Ontbinding van de commissie (artikel S.2)

De commissie blijft in stand zolang zij niet wordt ontbonden. Wordt er voor gekozen de commissie te ontbinden dan kan dit niet zolang er sprake is van een lopende procedure inzake de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming; daar is in de onderdelen B en H een voorziening voor getroffen. In geval de commissie een permanente status heeft, kan de samenstelling tussentijds worden aangepast, bijvoorbeeld indien het wenselijk wordt geacht de klankbordgesprekken in een kleinere kring te voeren.