Organisatie | Zevenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2019 | 01-12-2020 | Nieuwe regeling | 09-10-2019 |
Het college wijst de cliënt en zijn mantelzorger voor het onderzoek, bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet, op de mogelijkheid gebruik te maken van gratis cliëntondersteuning.
De cliënt verschaft het college alle gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover de cliënt redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De cliënt verstrekt in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Hoofdstuk 3 Maatwerkvoorzieningen
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:
voor zover de cliënt de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie of de problemen bij het zich handhaven in de samenleving naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen.
Een cliënt met ernstige psychische, psychiatrische of psychosociale problemen kan in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening beschermd wonen indien hij naar het oordeel van het college niet zelfstandig kan wonen en zich niet op eigen kracht kan handhaven in de samenleving, ook niet met ambulante ondersteuning. Dit kan het geval zijn indien de inwoner:
Hoofdstuk 4 Persoonsgebonden budget
Artikel 15 Hoogte van het persoonsgebonden budget
De hoogte van een persoonsgebonden budget voor onderhoud en reparatie bedraagt:
per jaar 5,6% voor niet-elektrische rolstoelen of vervoersvoorzieningen, 4,4% voor elektrische rolstoelen of elektrische vervoersvoorzieningen voor volwassenen en 7,8% voor elektrische rolstoelen of vervoersvoorzieningen voor kinderen van het persoonsgebonden budget voor de voorziening en wordt uitbetaald nadat een factuur of offerte is ingeleverd.
Indien van toepassing wordt dit bedrag verhoogd met € 62,40 per jaar voor WA-verzekering voor elektrische voorzieningen.
De hoogte van een persoonsgebonden budget voor:
een woningaanpassing in plaats van verhuiskosten bedraagt maximaal € 4.000,00. In plaats van een persoonsgebonden budget voor verhuiskosten zoals genoemd onder c, kan een persoonsgebonden budget als tegemoetkoming in de kosten van woningaanpassing worden verstrekt ter hoogte van de verhuiskosten op voorwaarde dat hiermee een adequate aanpassing in de huidige woning wordt gerealiseerd conform een door het college opgesteld programma van eisen;
In afwijking van het zevende en negende lid is de hoogte van een persoonsgebonden budget voor begeleiding groep en kortdurend verblijf, indien deze wordt geboden door een persoon uit het sociaal netwerk, gelijk aan de maximale hoogte van de tegemoetkoming per kalendermaand voor een hulp uit het sociaal netwerk zoals opgenomen in artikel 2ab van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015, tenzij op basis van het budgetplan van de cliënt kan worden volstaan met een lager persoonsgebonden budget.
Artikel 20 Prijs-kwaliteitverhouding
Hoofdstuk 7 Herziening, intrekking, terugvordering en opschorting
Artikel 21 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Als het college een beslissing op grond van artikel 2.3.10, eerste lid, onder a van de wet heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten persoonsgebonden budget.
De cliënt, die (mede)eigenaar is van een woning, aan wie krachtens deze of een eerdere verordening een woonvoorziening is toegekend die leidt tot waardestijging van de woning:
de onder a bedoelde eigenaar dient bij verkoop van de woning binnen 10 jaar na de aanpassing de kosten van de woonvoorziening, minus de afschrijvingskosten en eigen bijdrage dan wel eigen aandeel in de kosten, terug te betalen aan de gemeente Zevenaar, indien de aanpassing heeft geleid tot waardevermeerdering van de woning;
Hoofdstuk 10 Cliëntenparticipatie
Artikel 25 Inspraak en medezeggenschap
Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente, onder andere via de Participatieraad Zevenaar, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen van de gemeente, waaronder de Participatieraad Zevenaar, vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Hoofdstuk 11 Overige bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
De in deze verordening genoemde bedragen, waarbij niet wordt verwezen naar bepalingen uit andere wet- en regelgeving, worden jaarlijks per 1 januari verhoogd of verlaagd aan de hand van de prijsontwikkeling op basis van de consumentenprijsindex (CPI) alle huishoudens van het Centraal bureau voor de Statistiek.
Artikel 28 Intrekking oude verordening en overgangsrecht
Een cliënt houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van een van de in het eerste lid genoemde verordeningen, zoals die gold tot de inwerkingtreding van deze verordening, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken.