Hoofdstuk 3 Procedureregels
Artikel 3 Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts
- 1.
Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist en jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder, als en voor zover de instantie waarnaar is doorverwezen van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is.
- 2.
Na een verwijzing zoals bedoeld in het eerste lid, legt het college de te verlenen individuele voorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vast in een beschikking.
- 3.
Jeugdigen en ouders kunnen zich rechtstreeks wenden tot een overige voorziening.
Artikel 4 Toegang jeugdhulp via de gemeente
- 1.
Jeugdigen en ouders moeten een hulpvraag schriftelijk of per e-mail melden bij het college.
- 2.
Het college bevestigt de ontvangst van de melding van hulpvraag schriftelijk of, indien de melding per e-mail is gedaan, per e-mail. Na de melding van hulpvraag volgt een onderzoek.
- 3.
Het college wijst de jeugdige en ouders voor het onderzoek, bedoeld in het vierde tot en met zevende lid, op de mogelijkheid gebruik te maken van gratis cliëntondersteuning.
- 4.
Het onderzoek bestaat in ieder geval uit een keukentafelgesprek met de jeugdige en/of ouders.
- 5.
De jeugdige en/of ouders verschaffen het college alle gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover de cliënt redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.
- 6.
Als de jeugdige en/of ouders genoegzaam bekend zijn bij het college, kan het college in overeenstemming met de jeugdige en/of ouders afzien van het gesprek als bedoeld in het vierde lid.
- 7.
Het college zorgt voor schriftelijke verslaglegging van het onderzoek. Nadat het onderzoek is afgerond, verstrekt het college aan de cliënt een verslag van de uitkomsten van het onderzoek. Opmerkingen of latere aanvullingen van de cliënt worden aan het verslag toegevoegd.
- 8.
Het college informeert de jeugdige en/of ouders over de mogelijkheid om een aanvraag als bedoeld in het negende lid in te dienen.
- 9.
Een aanvraag voor een individuele voorziening wordt door of namens een cliënt schriftelijk of per e-mail ingediend bij het college. De aanvraag voor een individuele voorziening kan worden ingediend bij het college d.m.v. het inleveren van het ondertekende verslag zoals bedoeld in lid zeven.
- 10.
Het college kan een adviseur om advies vragen, als het dit van belang acht voor de beoordeling van de melding van hulpvraag dan wel aanvraag om een individuele voorziening.
- 11.
In spoedeisende gevallen beslist het college na een melding van hulpvraag onverwijld tot verstrekking van een tijdelijke individuele voorziening in afwachting van de uitkomst van het onderzoek, bedoeld in het vierde tot en met zevende lid.
Hoofdstuk 6 Kwaliteit
Artikel 8 Kwaliteitseisen
- 1.
De kwaliteitseisen voor individuele voorzieningen in natura, zoals voortvloeien uit de wet en het Besluit Jeugdwet en de inkoop, gelden ook voor de jeugdhulp die met een persoonsgebonden budget wordt ingekocht.
- 2.
In afwijking van het eerste lid, gelden de volgende kwaliteitseisen bij jeugdhulpverlening via persoonsgebonden budget door een persoon uit het sociaal netwerk:
- a.
de persoon is in het bezit van een verklaring omtrent gedrag (VOG);
- b.
de persoon verleent verantwoorde hulp, waaronder wordt verstaan hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of ouder;
- c.
de kwaliteit van de voorziening moet voldoende zijn om de gestelde doelen te kunnen realiseren. De geleverde voorziening wordt afgestemd op de persoonlijke situatie van de jeugdige of ouders en eventuele andere vormen van hulp en/of zorg in het gezin;
- d.
de persoon doet melding van iedere calamiteit of geweld die bij de verlening van jeugdhulp of bij de uitvoering ervan plaatsvindt;
- e.
de persoon stelt een cliëntondersteuner in de gelegenheid zijn taak uit te voeren.
- 3.
Bij jeugdhulpverlening door een professional, zowel in natura als via een persoonsgebonden budget, moet de professional gebruik maken van de meldcode voor huiselijk geweld of kindermishandeling.
- 4.
Bij jeugdhulpverlening via persoonsgebonden budget door een persoon uit het sociaal netwerk, moet deze persoon uit het sociaal netwerk contact zoeken met Veilig Thuis in geval van signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling.
Artikel 9 Prijs-kwaliteitsverhouding
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:
- a.
de aard en omvang van de te verrichten taken;
- b.
de voor de sector toepasselijke Cao-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie;
- c.
een redelijke toeslag voor overheadkosten;
- d.
een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg;
- e.
kosten voor bijscholing van het personeel.
Hoofdstuk 7 Herziening, intrekking, terugvordering en opschorting
Artikel 10 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
- 1.
Onverminderd artikel 8.1.4 van de wet kan het college een beslissing aangaande een individuele voorziening of persoonsgebonden budget beëindigen, wijzigen, herzien of intrekken als het college vaststelt dat:
- a.
de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;
- b.
de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of het persoonsgebonden budget zijn aangewezen;
- c.
de individuele voorziening of het persoonsgebonden budget niet meer toereikend is te achten;
- d.
de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele voorziening of het persoonsgebonden budget, of
- e.
de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het persoonsgebonden budget niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.
- 2.
Als het college een besluit op grond van het eerste lid, onderdeel a, heeft herzien of ingetrokken, kan het college de geldswaarde vorderen van de teveel of ten onrechte genoten individuele voorziening of het teveel of ten onrechte genoten persoonsgebonden budget.
- 3.
Een beslissing tot verlening van een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken als blijkt dat het persoonsgebonden budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
Artikel 11 Onderzoek besteding persoonsgebonden budget
Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde jeugdhulp, al dan niet steekproefsgewijs, de bestedingen van persoonsgebonden budgetten.
Hoofdstuk 8 Algemene en bijzondere bepalingen
Artikel 12 Meldingsregeling calamiteiten en geweld
Jeugdhulpaanbieders dienen calamiteiten en geweldsincidenten zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen 5 werkdagen gemeld te worden bij het afdelingshoofd maatschappelijke dienstverlening van de gemeente Zevenaar.
Artikel 13 Inspraak en medezeggenschap
- 1.
Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente, onder andere via de Participatieraad Zevenaar, bij de voorbereiding van het beleid betreffende jeugdhulp overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
- 2.
Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen, waaronder de Participatieraad Zevenaar, vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Hoofdstuk 9 Overige bepalingen
Artikel 14 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouders afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 15 Indexering
De in deze verordening genoemde bedragen, waarbij niet wordt verwezen naar bepalingen uit andere wet- en regelgeving, worden jaarlijks per 1 januari verhoogd of verlaagd aan de hand van de prijsontwikkeling op basis van de consumentenprijsindex (CPI) alle huishoudens van het Centraal bureau voor de Statistiek.
Artikel 16 Intrekking oude verordening en overgangsrecht
- 1.
De Verordening jeugdhulp gemeente Zevenaar 2016 én de Verordening jeugdhulp Rijnwaarden 2015 worden ingetrokken met ingang van 1 november 2019.
- 2.
Een cliënt houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van een van de in het eerste lid genoemde verordeningen, zoals die gold tot de inwerkingtreding van deze verordening, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken.
- 3.
Aanvragen die zijn ingediend voor inwerkingtreding van deze verordening en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld krachtens deze verordening.
- 4.
Op bezwaarschriften tegen een besluit op grond van een van de in het eerste lid genoemde verordeningen, wordt beslist met inachtneming van deze verordening.
Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 november 2019.
- 2.
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Jeugdwet gemeente Zevenaar’.