Organisatie | Zederik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Procedureverordening tegemoetkoming in planschade |
Citeertitel | Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Zederik |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-11-2009 | 03-04-2020 | nieuwe regeling | 02-11-2009 Het Kontakt, 12 november 2009 | Onbekend | |
10-11-2009 | Onbekend | 02-11-2009 Het Kontakt | Onbekend |
Onderwerp:Procedureverordening voor advisering tegemoetkomingin planschade gemeente Zederik.
gelezen het voorstel van het college van 24 september 2009;
gelet op artikel 150 van de Gemeentewet en artikel 6.7 van de Wet ruimtelijke ordening, gelezen insamenhang met artikel 6.1.3.3 van het Besluit ruimtelijke ordening;
vast te stellen de volgende Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeenteZederik:
Verordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Zederik.
Artikel 2 Opdrachtverstrekking
Binnen twaalf weken na het verstrijken van de termijnen als bedoeld in artikel 6.1.3.1 van het besluitverstrekt het college aan één of meerdere adviseurs gezamenlijk, opdracht om ter zake van een aanvraagadvies uit te brengen, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6.1.3.1 van het besluit of aanartikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 3 Adviseur of adviescommissie
Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur,van oordeel is, dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege inkomensderving ener, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheidwordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig is op hetgebied van accountancy of van financieel economische bedrijfsvoering.
Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur,van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege waardeverminderingvan een onroerende zaak en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoeftebestaat aan extra deskundigheid wordt door het college een tweede adviseur aangewezendie deskundig is ter zake van de waardering van onroerende zaken en van waardeverminderingdaarvan als gevolg van een planologische verslechtering.
Artikel 5 Betrokkenheid aanvrager en andere belanghebbenden bij aanwijzing adviseur of adviescommissie
De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden alsbedoeld in artikel 6.4a lid 2 en lid 3 van de wet kunnen binnen twee weken na de mededelingals bedoeld in lid 1 schriftelijk en voldoende gemotiveerd een verzoek tot wraking van één ofmeerdere adviseurs bij het college indienen.
Artikel 6 Werkwijze adviseur of adviescommissie
De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie organiseert één of meerdere hoorzittingen,waar de aanvrager en de in lid 2 bedoelde ambtelijke vertegenwoordiger(s) in degelegenheid worden gesteld de aanvraag toe te lichten, onderscheidenlijk de voor de adviseringover de aanvraag relevante informatie te verschaffen, dan wel een standpunt van degemeente over de aanvraag aan de adviseur of de adviescommissie kenbaar te maken.Eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeldin artikel 6.4a lid 2 en lid 3 van de wet worden eveneens in de gelegenheid gesteld hunstandpunt kenbaar te maken.
Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de adviescommissie binnen zestienweken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan degemeente, aan de aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganen en aan debelanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a lid 2 en lid 3 van de wet. De adviseur of devoorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met eendaarbij aan te geven termijn met ten hoogste vier weken verlengen.