Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
WerkSaam Westfriesland

Beleidsregel Bestuurlijke boete WerkSaam Westfriesland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWerkSaam Westfriesland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregel Bestuurlijke boete WerkSaam Westfriesland
CiteertitelBeleidsregel Bestuurlijke boete WerkSaam Westfriesland
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp
Externe bijlageToelichting beleidsregel Bestuurlijke boete

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 18a van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-201904-08-2020wijziging

10-10-2019

bgr-2019-806

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Bestuurlijke boete WerkSaam Westfriesland

 

Inleiding

De inlichtingenplicht is een van de belangrijkste plichten voor mensen die bijstand aanvragen of ontvangen. Hierbij gaat het vooral om het doorgeven van alle zaken die van invloed kunnen zijn op het recht op en de hoogte van de uitkering. WerkSaam moet een bestuurlijke boete beoordelen bij het niet nakomen van de inlichtingenplicht van cliënten.

 

Als iemand deze inlichtingenplicht niet nakomt (denk hierbij aan het niet verstrekken van informatie over betaald werk of over een woonsituatie of het niet inleveren van gevraagde bankafschriften) dan moet WerkSaam een boete overwegen.

 

Daarnaast kan in die situaties ook sprake zijn van een beëindiging en terugvordering van de bijstand. Afhankelijk van de situatie van de cliënt wordt de hoogte van de boete bepaald. In sommige gevallen kan WerkSaam er voor kiezen om een schriftelijke waarschuwing te geven.

 

 

Het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland;

 

gezien het advies van de cliëntenraad van WerkSaam Westfriesland van 23 september 2019;

 

gelet op artikelen:

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 18a van de Participatiewet

  • artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

  • artikel 1 en 2 boetebesluit sociale zekerheidswetten;

  • beleidsplan WerkSaam Westfriesland.

 

b e s l u i t :

  • de beleidsregel bestuurlijke boete WerkSaam Westfriesland van 14 juni 2018 te wijzigen. De titel en tekst na wijziging luiden als volgt:

 

Beleidsregel bestuurlijke boete

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • 1.

    Cliënt: persoon die een uitkering ontvangt of ontving van WerkSaam Westfriesland op grond van de wet.

  • 2.

    Benadelingsbedrag: het bedrag aan uitkering dat als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenplicht teveel is ontvangen (art. 18a, lid 1, Participatiewet).

  • 3.

    Bijstandsnorm: de hoogte van de uitkering waar de cliënt recht op heeft.

  • 4.

    Boete: een opgelegde geldstraf voor het niet nakomen van de inlichtingenplicht (art. 18a, lid 1, Participatiewet en art. 20a, lid 1, IOAW/IOAZ).

  • 5.

    Fictieve draagkracht: het inkomen boven de beslagvrije voet zonder correcties voor verhoogde zorg- of woonlasten.

  • 6.

    Inlichtingenplicht: een regel om alle zaken die van invloed kunnen zijn op het recht en de hoogte van de uitkering door te geven aan WerkSaam.

  • 7.

    Reële draagkracht: het inkomen boven de beslagvrije voet met correcties voor verhoogde zorg- of woonlasten.

  • 8.

    WerkSaam: het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland

     

Artikel 2. Schriftelijke waarschuwing in plaats van boete

  • 1.

    WerkSaam ziet af van een bestuurlijke boete en volstaat met het geven van een schriftelijke waarschuwing als:

    • a.

      de overtreding van de inlichtingenplicht niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag of het benadelingsbedrag niet hoger is dan € 150,00, of

    • b.

      de cliënt die onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt of op andere wijze een wijziging van omstandigheden niet direct heeft gemeld, uit eigen beweging alsnog, binnen 60 dagen nadat de inlichtingen hadden moeten worden verstrekt, de juiste inlichtingen verstrekt. Dit moet zijn gedaan voordat de overtreding is geconstateerd, tenzij de cliënt deze inlichtingen heeft verstrekt in het kader van toezicht op de naleving van een inlichtingenverplichting.

  • 2.

    Als cliënt binnen 24 maanden weer de inlichtingenplicht overtreedt zonder benadelingsbedrag, dan kan niet meer worden volstaan met een waarschuwing.

  •  

Artikel 3. Berekening bestuurlijke boete

  • 1.

    Als de maximale boete minder is dan € 340,00 volgt WerkSaam de boeteprocedure licht.

  • 2.

    Als de maximale boete meer is dan € 340,00 volgt WerkSaam de boeteprocedure zwaar.

  • 3.

    Heeft het gedrag niet geleid tot een benadelingsbedrag en is een schriftelijke waarschuwing niet voldoende, dan bedraagt de boete € 150,00.

  • 4.

    De boete bedraagt:

    • a.

      100% van het benadelingsbedrag als de inlichtingenplicht opzettelijk is overtreden.

    • b.

      75% van het benadelingsbedrag als sprake is van grove schuld ten aanzien van de overtreding van de inlichtingenplicht.

    • c.

      50% van het benadelingsbedrag als geen sprake is van opzet of grove schuld ten aanzien van de overtreding van de inlichtingenplicht.

    • d.

      25% van het benadelingsbedrag als sprake is van verminderde verwijtbaarheid ten aanzien van de overtreding van de inlichtingenplicht.

 

Artikel 4. Vaststellen fictieve draagkracht

  • 1.

    De hoogte van de boete wordt afgestemd op de mate van verwijtbaarheid, zodat deze binnen de gestelde termijn kan worden voldaan:

    • a.

      opzet: voldoening boete mogelijk binnen 24 maanden.

    • b.

      grove schuld: voldoening boete mogelijk binnen 18 maanden.

    • c.

      geen opzet/geen grove schuld: voldoening boete mogelijk binnen 12 maanden.

    • d.

      verminderde verwijtbaarheid: voldoening boete mogelijk binnen 6 maanden.

  • 2.

    Als cliënt geen actuele gegevens over zijn/haar financiële situatie verstrekt, vindt geen matiging van de hoogte van de boete plaats op basis van de fictieve draagkracht.

 

Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze gewijzigde beleidsregel treedt in werking op 1 oktober 2019.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: beleidsregel bestuurlijke boete WerkSaam Westfriesland.

 

Vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 10 oktober 2019,

De voorzitter, D. te Grotenhuis

De directeur, M.J. Dölle