Beleidsregel Participatieplaatsen WerkSaam Westfriesland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie	WerkSaam Westfriesland
Organisatietype	Regionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regeling	Beleidsregel Participatieplaatsen WerkSaam Westfriesland
Citeertitel	Beleidsregel Participatieplaatsen
Vastgesteld door	dagelijks bestuur
Onderwerp	maatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 10a van de Wet werk en bijstand

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerkingtreding	Terugwerkende kracht tot en met	Datum uitwerkingtreding	Betreft	Datum ondertekening Bron bekendmaking	Kenmerk voorstel
22-10-2019			nieuwe beleidsregel	10-10-2019 bgr-2019-802

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Participatieplaatsen WerkSaam Westfriesland

Participatieplaatsen zijn een instrument voor de doelgroep uitkeringsgerechtigden van 27 jaar en ouder waarvan de kans klein is op inschakeling van het arbeidsproces. Daarbij is er op de langere termijn wel perspectief op reguliere arbeid. Op een participatieplaats wordt maximaal 2 jaar (met optie tot verlening tot 3 of uiterlijk 4 jaar) onbeloonde additionele werkzaamheden verricht. De werkzaamheden mogen niet leiden tot verdringing. Het moet gaan om een speciaal gecreëerde functie of een bestaande functie die alleen verricht kan worden met speciale begeleiding.

In deze beleidsregel staat uitgewerkt:

•
Voor welke personen deze beleidsregel van toepassing is.
•
De voorwaarden voor het toekennen van een participatieplaats.
•
Onder welke voorwaarden WerkSaam een premie verstrekt.

Het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland, gevestigd in Hoorn;

gezien het advies van de cliëntenraad van 23 september 2019;

gelet op artikel 10a en artikel 31, lid 2, sub j van de Participatiewet;

Omdat:

•
WerkSaam op basis van de Participatiewet verantwoordelijk is voor de begeleiding van cliënten naar werk.
•
Een passende voorziening wil bieden voor alle cliënten, ook degene die nog niet in staat zijn om betaalde werkzaamheden te verrichten.
•
Het wenselijk is om kaders vast te leggen over de voorwaarden.

b e s l u i t :

•
de beleidsregel Participatieplaatsen WerkSaam Westfriesland vast te stellen. De tekst is als volgt:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel betekent:

a.
Additionele werkzaamheden: Werkzaamheden die als doel hebben om weer aan het werk te komen en die niet mogen leiden tot verdringing.
b.
Cliënt: persoon die een uitkering ontvangt van WerkSaam Westfriesland op grond van de wet.
c.
Organisatie: bedrijf of instelling waar de cliënt de participatieplaats vervult.
d.
Participatieplaats: het re-integratie instrument dat bestaat uit het verrichten van onbeloonde additionele werkzaamheden gedurende maximaal 2 jaar.
e.
Premie: een geldbedrag dat wordt uitbetaald aan een cliënt om participatie te stimuleren.
f.
Startkwalificatie: een diploma op havo-, vwo- of mbo2-niveau.
g.
Verdringing:
- 1.
  oneerlijke concurrentie die aantoonbaar leidt tot vervanging van personen die werkzaamheden verrichten tegen ten minste het wettelijke minimum of het cao-loon door personen die dezelfde werkzaamheden verrichten zonder of tegen een lager loon.
- 2.
  oneerlijke concurrentie die aantoonbaar leidt tot slechtere werkomstandigheden van andere personen die voor dezelfde organisatie werkzaam zijn.
h.
WerkSaam: het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland.

Artikel 2. Voorwaarden voor het toekennen van een participatieplaats

Er is sprake van een participatieplaats als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a.
de additionele werkzaamheden zijn onderdeel van een door WerkSaam vastgesteld re-integratieplan, dat in overleg met de cliënt is gemaakt;
b.
de cliënt heeft een grote afstand tot de arbeidsmarkt en er is daardoor een kleine kans dat deze zonder inzet van de participatieplaats weer aan het werk komt;
c.
de werkzaamheden hebben als doel om weer aan het werk te komen;
d.
de duur van het traject is maximaal 2 jaar en kan 2 keer verlengd worden met een jaar;
e.
de begeleiding vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de organisatie.
f.
De cliënt ontvangt gedurende de uitvoering van de werkzaamheden een uitkering.

Artikel 3. Verplichtingen

1.
De cliënt maakt gebruik van de aangeboden werkzaamheden en begeleiding, scholing, opleiding of andere voorzieningen genoemd in het re-integratieplan.
2.
Het niet nakomen van de aan de participatieplaats verbonden verplichtingen kan leiden tot tijdelijke verlaging van de uitkering.

Artikel 4. Scholing

1.
WerkSaam biedt de cliënt die in het kader van een participatieplaats werkzaamheden verricht en niet over een startkwalificatie beschikt scholing of opleiding aan.
2.
Scholing wordt alleen aangeboden als het de kansen op de arbeidsmarkt van de cliënt vergroot. De coach geeft binnen 6 maanden na startdatum van de participatieplaats een advies en verwerkt dit in het re-integratieplan.

Artikel 5. Premie

1.
De cliënt ontvangt na een periode van 6 maanden een premie van EUR 150,00 als de activiteiten in een volledige periode van 6 maanden zonder onderbreking zijn uitgevoerd.
2.
Als de werkzaamheden niet een volledige periode van 6 maanden hebben voortgeduurd, vervalt het recht op de premie.
3.
Ziekteverzuim gedurende de in het eerste lid bedoelde periode van 6 maanden van minder dan 50% van de totale afgesproken duur wordt niet als onderbreking van de werkzaamheden aangemerkt.
4.
Indien de cliënt in de periode waarin hij recht heeft op een participatiepremie ook een vrijwilligersvergoeding ontvangt, komt de cliënt niet in aanmerking voor een participatiepremie.
5.
De organisatie rapporteert minimaal eens per 6 maanden aan WerkSaam of de cliënt heeft voldaan aan zijn/haar verplichtingen.
6.
De beoordeling of de cliënt in aanmerking komt voor de premie wordt uitgevoerd door WerkSaam.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 10 oktober 2019.

De voorzitter, D. te Grotenhuis

De directeur, M.J. Dölle