Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alphen aan den Rijn

Coffeeshopbeleid Alphen aan den Rijn 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlphen aan den Rijn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingCoffeeshopbeleid Alphen aan den Rijn 2019
CiteertitelCoffeeshopbeleid Alphen aan den Rijn 2019
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 13b van de Opiumwet
  3. artikel 174 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-10-2019Nieuwe regeling

15-10-2019

gmb-2019-254264

Tekst van de regeling

Intitulé

Coffeeshopbeleid Alphen aan den Rijn 2019

De burgemeester van Alphen aan den Rijn,

gelet op artikel 174 Gemeentewet, artikel 13b Opiumwet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Besluit:

1. vast te stellen het “Coffeeshopbeleid Alphen aan den Rijn 2019”;

2. dat dit besluit in werking treedt één dag na bekendmaking.

 

Inhoudsopgave

 

1. Inleiding 3

2. Landelijk drugsbeleid 3

3. Lokaal drugsbeleid 4

4. Juridisch kader 4

5. Gedoogvoorschriften 6

6. Toelichting gedoogvoorschriften 8

7. Volksgezondheid 12

9. Afhaalshops/ - loketten 12

10. Handhaving 13

11. Inwerkingtreding 14

BIJLAGE 1: Handhavingsmatrix 15

 

1. Inleiding

 

Dit coffeeshopbeleid van de gemeente Alphen aan den Rijn bevat een lokale uitwerking van een groot aantal hoofdpunten van het landelijke coffeeshopbeleid. Coffeeshops zijn alcoholvrije horecagelegenheden waar handel in en gebruik van softdrugs wordt gedoogd.

De hoofddoelstellingen van het landelijke en lokale cannabisbeleid zijn de handhaving van de openbare orde en de bescherming van het woon- en leefklimaat. Daarnaast is ook de bescherming van de volksgezondheid in relatie tot het drugsgebruik een belang dat aan het gemeentelijke coffeeshopbeleid ten grondslag ligt.

 

De gemeente Alphen aan den Rijn kent sinds 1997 coffeeshopbeleid. In 2000 is dit beleid gewijzigd naar aanleiding van veranderde regelgeving en nieuwe regionale afspraken. In aanloop naar de herindeling van de voormalige gemeenten Rijnwoude, Boskoop en Alphen aan den Rijn is in 2013 het coffeeshopbeleid aangepast.

Vanwege ontwikkelingen in het landelijk drugsbeleid is het wenselijk om het huidige coffeeshopbeleid te actualiseren. Het onderhavige beleid wijkt inhoudelijk niet af van het huidige beleid (2013). De ervaringen met dit beleid zijn zodanig positief dat er geen reden tot inhoudelijke aanpassing bestaat.

 

Het onderhavige beleid is alleen van toepassing op de gedoogde coffeeshops. Voor de handel in drugs vanuit niet-gedoogde verkooppunten zijn de “Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Alphen aan den Rijn 2014” van toepassing.

 

2. Landelijk drugsbeleid

 

Het Nederlandse drugsbeleid steunt op twee pijlers: de bestrijding van overlast en criminaliteit en de bescherming van de volksgezondheid.

 

Per 1 januari 2013 geldt het zogenaamde ingezetenencriterium. De Rijksoverheid wil met het landelijke coffeeshopbeleid een einde maken aan het ‘open-deur-beleid’ van de coffeeshops. Dit om overlast en criminaliteit die verband houden met coffeeshops en de handel in verdovende middelen tegen te gaan. Coffeeshops moeten kleiner en meer beheersbaar worden gemaakt. De aantrekkingskracht van het Nederlandse drugsbeleid op gebruikers afkomstig uit het buitenland moet worden teruggedrongen.

 

In het regeerakkoord van het huidige kabinet “Vertrouwen in de Toekomst” (d.d. 10 oktober 2017) is wet- en regelgeving aangekondigd ten behoeve van uniforme experimenten met het gedoogd telen van wiet voor recreatief gebruik. Deze regelgeving is inmiddels deels gereed en er zijn tien gemeenten geselecteerd waar het experiment wordt uitgevoerd. Naar verwachting start het experiment in 2020.

Doel van de experimenten is om te bezien of en hoe op kwaliteit gecontroleerde wiet gedecriminaliseerd aan de coffeeshops toegeleverd kan worden (gesloten coffeeshopketen) en wat de effecten hiervan zijn. De experimenten worden onafhankelijk geëvalueerd, waarna het kabinet beziet wat het te doen staat.

 

Het landelijke kader van het gedoogbeleid bestaat uit de Opiumwet en de Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie (OM). In artikel 3 van de Opiumwet staat het verbod op de verkoop van hennepproducten. Deze producten staan gespecificeerd op Lijst II van dezelfde wet.

De basis van het gedoogbeleid is de Aanwijzing Opiumwet van het OM. Onder strenge voorwaarden, die in de Aanwijzing staan beschreven, wordt er niet strafrechtelijk opgetreden tegen de verkoop van hennepproducten die op Lijst II staan. Deze voorwaarden gelden voor alle coffeeshops in Nederland. Het is niet mogelijk om als gemeente in het coffeeshopbeleid hiervan af te wijken. De voorwaarden worden ook wel aangeduid als AHOJGI-criteria. Wel is het mogelijk om als gemeente aanvullende voorwaarden te stellen.

Deze nota bevat de lokale uitwerking van het landelijke coffeeshopbeleid.

 

3. Lokaal drugsbeleid

 

Momenteel hanteert de gemeente een maximumbeleid van twee coffeeshops voor de gehele gemeente. Dit maximum is bij vaststelling van het coffeeshopbeleid in 1997 tot stand gekomen gelet op de regionale uitgangspunten van terugdringing, spreiding van het aantal coffeeshops over de gehele regio en het voorzien in een bepaalde behoefte door de toen al gevestigde shops. Conclusie was dat er geen plek was voor meer dan de al gevestigde coffeeshops in onze gemeente (nl. twee). In de daaropvolgende jaren is geen noodzaak tot uitbreiding van het aantal coffeeshops ontstaan.

 

De twee coffeeshops beschikken over een gedoogverklaring waarin o.a. voorschriften zijn opgenomen over de AHOJ-criteria uit de Aanwijzing Opiumwet.

 

Mede onder invloed van het rijksbeleid kunnen de doelstellingen van het coffeeshopbeleid als volgt geformuleerd worden:

1. het beschermen van het woon- en leefklimaat tegen de negatieve effecten van de exploitatie van coffeeshops;

2 . het bestrijden en voorkomen van de handel in soft- en harddrugs vanuit niet-gedoogde verkooppunten en straathandel;

3. de bescherming van de volksgezondheid tegen het gebruik van drugs in zijn algemeenheid en in het bijzonder voor jeugdigen onder de 18 jaar.

 

4. Juridisch kader

 

Het primaire belang van gemeenten om de vestiging van coffeeshops te regelen is gelegen in de bescherming van het woon- en leefklimaat en in de bescherming van de volksgezondheid. Hoewel dit laatste primair een taak en verantwoordelijkheid van de rijksoverheid is en is geregeld in de Opiumwet.

 

4.1 Bevoegdheid burgemeester

Op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een aan hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid. Op basis van artikel 174 Gemeentewet is de burgemeester belast met het toezicht op openbare inrichtingen, zoals coffeeshops, en met de uitvoering van verordeningen die betrekking hebben op dat toezicht. Hieruit volgt dat de bevoegdheid om tegen de vestiging van coffeeshops op te treden en ten aanzien hiervan beleid te voeren expliciet bij de burgemeester ligt.

 

4.2 Artikel 13b Opiumwet

Artikel 13b Opiumwet, ook wel de Wet Damocles genoemd, geeft de burgemeester de bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen indien in een lokaal of woning drugs worden verhandeld of aanwezig zijn.

 

4.3 Exploitatievergunning APV

Op grond van artikel 2:28 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is het verboden een horecabedrijf te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. Ook voor het schenken van alcoholvrije dranken is een exploitatievergunning nodig.

Een exploitatievergunning alleen is echter niet voldoende om softdrugs te kunnen verkopen. Hiervoor is tevens een gedoogbeschikking nodig.

 

4.4. Wet Bibob

De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) geeft bestuursorganen handvatten om bedrijven aan een toets te onderwerpen om te voorkomen dat een vergunning voor het plegen van strafbare feiten zal worden gebruikt of zal worden gebruikt om uit strafbare feiten verkregen voordelen te benutten (witwassen van zwart geld).

 

4.5 Aanwijzing Opiumwet / AHOJ-G criteria

De Aanwijzing Opiumwet heeft betrekking op de opsporing en de vervolging van personen die delicten uit de Opiumwet begaan. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de bestuurlijke en strafrechtelijke aspecten van het gedoogbeleid ten aanzien van coffeeshops.

De grondslag van het gedoogbeleid ligt volgens de Aanwijzing in een afweging van belangen waarbij het belang van handhaving moet wijken voor een hoger belang, nl. het belang van de openbare orde en de volksgezondheid (scheiding der markten van soft- en harddrugs).

In de Aanwijzing zijn de zogenaamde AHOJG-criteria opgenomen.

 

AHOJGI-criteria:

A - geen affichering: dit betekent geen enkele vorm van reclame anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit;

H – geen harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs voorhanden mogen zijn en/of verkocht worden;

O – geen overlast: onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshops, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten;

J – geen verkoop aan jeugdigen en toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop: gelet op de toename van het cannabisgebruik onder jongeren is gekozen voor een strikte handhaving van de leeftijdsgrens van achttien jaar;

G – geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (=5 gram). Onder transactie worden begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper;

I – geen toegang tot de coffeeshop voor anderen dan ingezetenen van Nederland van achttien jaar of ouder.

 

5. Gedoogvoorschriften

 

Aan het gedogen van de verkoop van softdrugs zijn de onderstaande voorschriften verbonden. Deze voorschriften zijn niet limitatief. In het kader van de openbare orde en veiligheid, en de volksgezondheid kunnen aanvullende voorschriften worden gesteld of kan een beperking van de openingstijden worden opgelegd. Ook na afgifte van de gedoogbeschikking kunnen aanvullende voorschriften worden gesteld. De burgemeester is bevoegd om gemotiveerd van de voorschriften af te wijken.

 

Een gedoogverklaring geldt in beginsel voor een periode van drie jaar en wordt alleen afgegeven aan een natuurlijk persoon of een N.V., B.V. of v.o.f. die eenvoudig herleidbaar is tot een natuurlijk persoon.

De gedoogverklaring is persoonsgebonden, locatiegebonden en niet overdraagbaar.

 

Bij wijziging van één of meer van de volgende onderdelen dient een nieuwe aanvraag voor een gedoogbeschikking en een nieuwe aanvraag voor het schenken van alcoholvrije dranken te worden ingediend:

- wijziging exploitant;

- wijziging beheerder;

- wijziging rechtsvorm;

- wijziging (inrichting) van het pand.

 

Vier maanden voor de afloop van de gedoogbeschikking dient een nieuwe aanvraag te worden ingediend. Wanneer de aanvraag later wordt ingediend, loopt de aanvrager het risico dat de procedure niet is afgerond voor de afloop van de gedoogbeschikking.

 

Onder de volgende voorwaarden wordt de vestiging van coffeeshops in Alphen aan den Rijn gedoogd:

 

Maximum:

1. Het totaal aantal coffeeshops in de gemeente Alphen aan den Rijn bedraagt maximaal twee.

 

Toegang:

2. De coffeeshop is alleen toegankelijk voor meerderjarige ingezetenen van Nederland. (= I-criterium uit de Aanwijzing Opiumwet);

 

Vestigingscriteria:

3. De coffeeshop mag niet gevestigd zijn binnen 350 meter loopafstand van een school voor voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs;

4. De directe omgeving van de coffeeshop mag niet uit bebouwing bestaan die uitsluitend of in overwegende mate is bestemd of wordt gebruikt voor bewoning;

5. Een coffeeshop moet dermate gesitueerd zijn dat maatschappelijke controle mogelijk is;

6. Een coffeeshop moet dermate gesitueerd zijn dat controle door toezichthoudende instanties mogelijk is;

7. Een coffeeshop kan slechts gevestigd worden in een pand met een horecabestemming;

 

Criteria inzake activiteiten / gedragingen:

8. De coffeeshop dient zich te onthouden van reclame / affichering dan wel andere activiteiten waardoor mensen ongewild met de softdrugshandel kunnen worden geconfronteerd (A-criterium uit de Aanwijzing Opiumwet).

9. Er mogen geen harddrugs worden verkocht in of vanuit de coffeeshop en/of aanwezig zijn in de coffeeshop (H-criterium uit de Aanwijzing Opiumwet).

10. Door de coffeeshop mag geen overlast veroorzaakt dan wel een zodanige ernstige aantasting van het woon- en leefklimaat in de directe omgeving van de coffeeshop, dat de gedoogsituatie niet langer kan voortduren (O-criterium uit de Aanwijzing Opiumwet).

11. Het is verboden in de coffeeshop en/of de aangrenzende ruimte (binnen het gehele pand) een handelsvoorraad softdrugs van meer dan 500 gram aanwezig te hebben (G-criterium uit de Aanwijzing Opiumwet).

12. Het is niet geoorloofd vanuit de coffeeshop of in de directe omgeving daarvan doch in relatie tot de coffeeshop criminele activiteiten te ondernemen.

13. Exploitant en in de inrichting werkzame personen hebben een doorverwijsplicht naar de verslavingszorg en hebben een aantoonbare actieve rol richting verslavingszorg.

14. Er mogen geen softdrugs worden verkocht in de vorm van etenswaar (zoals bijvoorbeeld spacecake).

15. In de inrichting mag geen alcoholhoudende drank aanwezig zijn.

16. Tijdens de openingstijden van de inrichting dient in de directe omgeving van de inrichting toezicht te worden gehouden ter voorkoming van overlast;

17. Dagelijks dient na sluiting van de inrichting de directe omgeving ervan te worden gereinigd.

 

Inrichtingseisen:

18. De inrichting dient van 23:00 uur tot 10:00 uur voor het publiek gesloten te zijn met uitzondering van de zaterdag en zondag waarvoor een sluitingstijd geldt van 0:00 uur tot 10:00 uur;

19. De inrichting mag niet voorzien zijn van een terras.

 

Exploitant en personeel:

20. Er mogen alleen personen werkzaam zijn conform de vergunningaanvraag en de aanvraag voor de gedoogbeschikking. De namen van leidinggevenden en personeel moeten zijn genoemd op de gedoogbeschikking of in een bijlage bij deze beschikking;

21. Er dient altijd een leidinggevende aanwezig te zijn in de coffeeshop tijdens de openingstijden;

22. Er dient altijd een actuele lijst van het personeel ter inzage te liggen voor de toezichthouders van gemeente en politie.

23. Exploitant en personeel mogen niet van slecht levensgedrag zijn, waaronder in ieder geval wordt verstaan een crimineel verleden.

24. Tijdens de opening dient er tussen 16:00 en 20:00 uur minimaal 1 portier aanwezig te zijn. De in de inrichting werkzame portier of ander beveiligingspersoneel dienen te voldoen aan het gestelde in de Wet Particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.

25. Exploitant en in de inrichting werkzame personen dienen te beschikken over een bewijsstuk van een instelling op het gebied van de verslavingszorg, waaruit blijkt dat zij beschikken over voldoende kennis van en inzicht in het gebruik van softdrugs en de daaraan verbonden risico’s van verslaving.

 

Boekhouding:

26. Verkoop in consignatie (d.w.z. het namens een ander verkopen van softdrugs voor diens rekening) is niet toegestaan.

 

Overige:

27. Op een voor de bezoekers duidelijke plaats in de inrichting dient een rek te worden geplaatst met daarin voor de bezoekers gratis mee te nemen foldermateriaal van het Voorlichtingsbureau drugs en het Consultatiebureau van Alcohol en Drugs waaronder folders over de gevolgen van het gebruik van drugs. In de inrichting dient op een voor de bezoekers duidelijke plaats posters geplaatst te worden waarin gewezen wordt op de gevolgen van het gebruik van drugs;

28. Er dient een exemplaar van de gedoogbeschikking in de inrichting aanwezig te zijn.

29. Er dient een exemplaar van de exploitatievergunning in de inrichting aanwezig te zijn.

 

6. Toelichting gedoogvoorschriften

 

Gedoogcriterium 1: maximaal twee coffeeshops

Argumenten voor het handhaven van het huidige maximum van twee zijn:

- het relatief grote aantal bezoekers1 dat de beide coffeeshops trekt, rechtvaardigt de aanwezigheid van in ieder geval twee coffeeshops;

- door eventuele sluiting van (een van) de coffeeshops zal de illegale handel waarschijnlijk toenemen (ook in het licht van het relatief grote aantal bezoekers);

- de aanwezigheid van coffeeshops brengt onomstotelijk criminele activiteiten met zich mee (de zogenaamde achterdeurproblematiek). Dit wil de gemeente niet stimuleren;

- Het gebruik van softdrugs brengt risico’s voor de volksgezondheid met zich mee. Ook dit wil de gemeente niet stimuleren;

 

Op grond van bovenstaande argumenten en voor het nastreven van de eerder geschetste doelstellingen van het beleid wordt een maximumaantal coffeeshops van twee noodzakelijk geacht. Dit houdt in dat binnen de gemeente Alphen aan den Rijn maximaal twee gedoogbeschikkingen worden afgegeven voor het exploiteren van een coffeeshop.

 

Gedoogcriteria 2: toegang

De coffeeshop is alleen toegankelijk voor meerderjarige ingezetenen van Nederland.

De controle van bovenstaande punten op juistheid is een verantwoordelijkheid van de coffeeshophouder.

De invoering van het ingezetenencriterium leidt ertoe dat buitenlandse toeristen geen softdrugs meer kunnen kopen in de Nederlandse coffeeshops. Het effect hiervan op de Alphense coffeeshops is naar verwachting zeer gering, aangezien hier niet of nauwelijks sprake is van drugstoerisme.

 

Gedoogcriteria 3 t/m 7: vestiging

De coffeeshop mag niet gevestigd zijn binnen 350 meter van een school voor voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs. Dit om de zichtbaarheid van coffeeshops voor scholieren te verkleinen. Om de afstand te meten geldt de reëel af te leggen afstand te voet over de openbare weg tussen de voordeur van de coffeeshop tot de hoofdingang van de school.

De invoering van dit afstandscriterium heeft geen gevolgen voor de twee huidige coffeeshops in Alphen aan den Rijn. Indien na invoering van het beleid een nieuwe school wordt gevestigd op een afstand van minder dan 350 meter loopafstand van de coffeeshop kan deze geen softdrugs meer verkopen.

 

De vestiging van een coffeeshop kan leiden tot aantasting van het woon- en leefklimaat. Dit is met name het geval in een woonbuurt, bijvoorbeeld vanwege parkeer- en verkeeroverlast en rondhangende bezoekers. Vandaar dat coffeeshops geweerd worden uit woonbuurten. Sociale controle ten aanzien van coffeeshops is van groot belang om eventuele signalen van misstanden te kunnen aanpakken. Vestiging op een afgelegen industrieterrein ligt daarom niet voor de hand. Daar komt bij dat dit voor de coffeeshops zelf geen veilige situatie is.

Naast sociale controle is het uiteraard van belang voldoende toezicht te houden vanuit overheidsinstanties. De gemeente voert hierbij de regie. Het toezicht wordt in de praktijk uitgevoerd door de politie in samenwerking met gemeentelijke toezichthouders, Belastingdienst en andere instanties (voor zover nodig).

Een coffeeshop kan tenslotte alleen gevestigd worden in een pand met een horecabestemming. Een coffeeshop valt onder categorie II “middelzware horeca”.

 

Gedoogcriteria 8 t/m 17: gedragingen en activiteiten

Het is de coffeeshop niet toegestaan om reclame te voeren. Dit om ongewenste confrontaties met de handel in softdrugs te voorkomen. Iedere activiteit die dient om de aandacht op de verkoop van softdrugs te vestigen en te bevorderen alsmede het op enigerlei andere wijze wervend optreden om daarmee de aandacht op de inrichting te vestigen, bijvoorbeeld door middel van het plaatsen van advertenties of het verspreiden van (folder)materiaal is verboden. Van dit verbod is uitgesloten een summiere naamsaanduiding op de coffeeshop van waaruit direct dan wel met ondersteuning van onderschrift of logo blijkt dat in de inrichting softdrugs worden verkocht.

 

Door de coffeeshop mag geen overlast veroorzaakt dan wel het woon- en leefklimaat in de directe omgeving aangetast worden. Als er sprake is van een aantasting in zodanige mate dat ernstige overlast ontstaat dan kan de gedoogsituatie niet langer voortduren.

Onder overlast dan wel aantasting van het woon- en leefklimaat wordt onder andere verstaan (niet limitatief) parkeer- en verkeersoverlast rond de coffeeshop, geur- en/of geluidhinder vanuit de coffeeshop of van klanten, vervuiling in of nabij de coffeeshop, rondhangende klanten voor en/of in de omgeving van de shop. Ook criminele activiteiten, als geweldsincidenten, heling of vuurwapenbezit worden beschouwd als onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat.

 

Gedoogcriteria 18 en 19: inrichtingseisen

Voor coffeeshops zijn strikte openingstijden vastgesteld om aantasting van het woon- en leefklimaat door overlast van aan- en afrijdende auto’s en bezoekers te voorkomen. De openingstijden zijn van zondag t/m donderdag 10:00 tot 23:00 uur en op vrijdag en zaterdag van 10:00 en 0:00 uur.

Indien daar aanleiding toe is, kan de burgemeester de sluitingstijden bijstellen voor een individuele coffeeshop.

 

Gedoogcriteria 20 t/m 25: exploitant en personeel

Er mogen alleen personen werkzaam zijn conform de vergunningaanvraag en de aanvraag voor de gedoogbeschikking. De namen van deze personen moeten zijn genoemd op de gedoogbeschikking of in een bijlage bij deze beschikking. Wijzigingen in het personeelsbestand moeten onverwijld doorgegeven worden aan de gemeente.

Er dient altijd een actuele lijst van het personeel ter inzage te liggen voor de toezichthouders van gemeente en politie.

 

Exploitant en personeel mogen niet van slecht levensgedrag zijn. Er is in ieder geval sprake van slecht levensgedrag als er sprake is van een crimineel verleden verband houdende met drugshandel, heling, fraude, geweldsdelicten en/of handel in en bezit van (vuur)wapens.

De beoordeling van slecht levensgedrag heeft betrekking op alle strafbare feiten (overtredingen en misdrijven) gepleegd door betrokkene en alle veroordelingen en transacties gedurende de afgelopen 10 jaar.

 

De coffeeshops ontvangen dagelijks een groot aantal bezoekers. Om dit bezoek ordelijk te laten verlopen en de aantasting van het woon- en leefklimaat te beperken dient er tijdens de piekuren, van 16:00 tot 20:00 uur, minimaal 1 portier aanwezig te zijn. Deze portier, en eventueel ander beveiligingspersoneel, dient te voldoen aan het gestelde in de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.

 

Exploitant en in de inrichting werkzame personen dienen te beschikken over een bewijsstuk van een instelling op het gebied van de verslavingszorg, waaruit blijkt dat zij beschikken over voldoende kennis van en inzicht in het gebruik van softdrugs en de daaraan verbonden risico’s van verslaving. Brijder verslavingszorg verzorgt bijvoorbeeld een training voor coffeeshophouders en -personeel waarbij o.a. onderwerpen als beroepshouding, risico’s van cannabisgebruik, herkennen van problematisch cannabisgebruik en wet- en regelgeving, aan de orde komen.

De coffeeshophouders kunnen met de gemeente overleggen over de vraag welke vorm van educatie voldoet. De gemeente bepaalt uiteindelijk of er aan de gedoogvoorwaarde is voldaan.

 

Gedoogcriteria 26: boekhouding

De Belastingdienst constateert dat steeds vaker verkoop in consignatie plaatsvindt in coffeeshops om aan de plicht van de Belastingdienst om overschrijding van de handelsvoorraad (500 gram) te ontkomen. De Belastingdienst is namelijk verplicht om overschrijding van de handelsvoorraad te melden bij het Openbaar Ministerie.

Door de Belastingdienst wordt aan coffeeshopondernemers gevraagd een inkoopadministratie per soort, per hoeveelheid bij te houden. Deze vastlegging op grond van artikel 52 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) is met name gelet op het ontbreken van inkoopfacturen van groot belang voor de controle van de administratie. Wordt dit niet bijgehouden, dan is sprake van een onvolledige administratie met behoorlijke fiscale correcties als mogelijk gevolg.

Wanneer bij een bedrijfsbezoek of boekenonderzoek de ondernemer wordt verzocht dit deel van de administratie te overleggen, dan raakt de ondernemer in de problemen omdat hieruit regelmatig een overschrijding zal blijken (veel coffeeshops hebben immers meer dan 50 klanten per dag).

Gevolg hiervan kan zijn dat de inkoop- en voorraadlijsten niet worden overlegd waarbij een beroep wordt gedaan op zelfincriminatie. Een ander gevolg kan zijn dat de ondernemer zijn bedrijfsvoering wijzigt. Gesteld wordt dan bijvoorbeeld dat de softdrugs middels een consignatieovereenkomst geleverd worden. Met betrekking tot deze levering wordt niets vastgelegd, het betreft immers goederen van derden. Controle is dan niet mogelijk.

Verkoop in consignatie is daarom niet toegestaan.

 

Gedoogcriteria 27 t/m 29: overig

Er dient voldoende voorlichtingsmateriaal aanwezig te zijn in de coffeeshop.

Een exemplaar van de gedoogbeschikking dient te allen tijde aanwezig te zijn in de inrichting teneinde controle (van o.a. de lijst van medewerkers) mogelijk te maken.

Op grond van artikel 2:28 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is het verboden een horecabedrijf te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. Ook voor het schenken van alcoholvrije dranken is een exploitatievergunning nodig.

 

Hoofdstuk 7 Volksgezondheid

Een belangrijke insteek van het Nederlandse drugsbeleid is bescherming van de volksgezondheid. Het drugsgebruik onder Nederlanders is het afgelopen decennium nagenoeg gelijk gebleven.

Landelijk wordt de aanpak van drugsproblematiek vanuit het gezondheidsaspect voortgezet waarbij nadrukkelijk de aandacht wordt gericht op de jeugd. Middelengebruik op jonge leeftijd vergroot het risico op verslaving, is schadelijk voor de hersenen, die nog in ontwikkeling zijn, en kan leiden tot verminderd denkvermogen, concentratiestoornissen, schooluitval en werkeloosheid. Het risico hierop is groter naarmate er op jongere leeftijd mee wordt gestart. Bij kwetsbare jongeren maakt overmatig middelengebruik vaak deel uit van een bredere problematiek zoals psychosociale en gedragsstoornissen, frequent schoolverzuim en crimineel gedrag. Daarom is het belangrijk dat op tijd gesignaleerd wordt, dat bij jongeren sprake is van problematisch middelengebruik en snel hulp wordt geboden.

Uiteraard geldt een en ander ook voor andere gebruikers. Daarom wordt in de gedoogverklaring verplicht gesteld dat exploitant en personeel een actieve verwijsplicht hebben richting verslavingszorg en dat al het personeel beschikt over voldoende kennis en inzicht heeft op het gebied van drugsgebruik en de daaraan verbonden risico's van verslaving. Dit moeten zij kunnen aantonen met behulp van een bewijsstuk van een instelling voor verslavingszorg.

 

Bij de gedoogde coffeeshops is het leveren van goede kwaliteit uitermate belangrijk. De onderlinge concurrentie is groot en bij het niet voldoen aan de kwaliteitseisen kan de burgemeester de zaak sluiten. Coffeeshops hebben belang bij een positief imago en zullen geen drugs verkopen aan jongeren of andere risicovolle drugs slijten.

Bij de illegale handel valt deze regulering weg; kwaliteitseisen zijn niet of minder relevant en jongeren zal niet gevraagd worden naar hun legitimatie. Op die manier is de kans aanwezig dat gebruikers geconfronteerd worden met kwalitatief slechte drugs met alle gezondheidsrisico’s van dien. Dit vormt een extra reden, naast de overlast die illegale (straat)handel met zich mee brengt, om deze handel strikt aan te pakken.

 

9. Afhaalshops/ - loketten

 

De richtlijn van het College van Procureurs-generaal van het OM spreekt over het onder strikte voorwaarden gedogen van verkoop van softdrugs in alcoholvrije horecagelegenheden. Dit impliceert dat verkoop van softdrugs door coffeeshopexploitanten vanuit een loket aan de straat niet is toegestaan. Wel is het mogelijk de coffeeshop zodanig in te richten dat sprake is van een loket in de inrichting, waarbij het mogelijk is om al dan niet naast het loket een verblijfsmogelijkheid te bieden. Coffeeshops zonder verblijfsmogelijkheid worden ook wel afhaalshops genoemd.

Deze vorm van exploitatie is toegestaan in Alphen aan den Rijn mits de locatie dit toelaat, d.w.z. dat er voldoende parkeergelegenheid in de directe omgeving moet zijn en het karakter van de straat geschikt is voor dergelijke verkeersbewegingen.

Als blijkt dat door de afhaalshop overlast ontstaat die direct te relateren is aan de exploitatievorm kan de burgemeester nadere voorschriften hieraan stellen, bijvoorbeeld door een verbod van een afhaalshop op de betreffende locatie.

Een afhaalshop is een coffeeshop en maakt dus onderdeel uit van het gedoogde maximumaantal coffeeshops.

Ook voor afhaalshops geldt dat ze zowel over een gedoogbeschikking als een exploitatievergunning dienen te beschikken.

 

10. Handhaving

 

Voor een goede naleving van het beleid is regelmatige controle en een strikte handhaving noodzakelijk. De partners van de lokale driehoek (burgemeester, officier van justitie, korpschef politie) hebben afspraken gemaakt over een goede afstemming en een geïntegreerde inzet van het strafrechtelijk en bestuursrechtelijk instrumentarium.

De gemeente is primair verantwoordelijk voor het toezicht op en de controle van de coffeeshops. Met als doel om te controleren of coffeeshops de aan hen gestelde eisen in de gedoogbeschikking en exploitatievergunning naleven. Deze controles worden uitgevoerd door de politie, eventueel in gezamenlijkheid met partners zoals de Belastingdienst en gemeente. De controles vinden onregelmatig en onaangekondigd plaats.

De bestuurlijke aanpak van overtredingen is vastgelegd in een handhavingsmatrix. Dit betreft een richtlijn. In ernstige of spoedeisende gevallen kan hiervan worden afgeweken, bijvoorbeeld in geval van cumulatie van overtredingen of zeer ernstige aard van de overtredingen of omstandigheden.

 

In de handhavingsmatrix wordt weergegeven op welke wijze tegen overtredingen van de gedoogcriteria wordt opgetreden. Niet naleving van sommige gedoogcriteria zal leiden tot directe sluiting, in andere gevallen wordt eerst een schriftelijke waarschuwing afgegeven. Een waarschuwing gegeven voor overtreding van één of meer van de gedoogcriteria geldt ook als waarschuwing voor elk van de andere gedoogcriteria.

De geldigheidsduur van een waarschuwing is vijf jaar. Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven kan de burgemeester altijd gemotiveerd van het geven van een waarschuwing afzien en direct tot sluiting overgaan.

 

De burgemeester kan ook andere sluitingstijden vaststellen indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven.

 

11. Inwerkingtreding

 

Het “Coffeeshopbeleid gemeente Alphen aan den Rijn 2019” zal in werking treden op de dag volgende op de dag van de bekendmaking ervan.

 

Aldus besloten op 15 oktober 2019,

 

De burgemeester van Alphen aan den Rijn,

mr. drs. J.W.E. Spies

BIJLAGE 1: Handhavingsmatrix

De politie is primair belast met de controle op de gedoogvoorschriften. Bij niet-naleving van de voorschriften zal een bestuurlijke maatregel volgen. De burgemeester is hiertoe bevoegd op grond van de Gemeentewet, Opiumwet en/of Algemene Plaatselijke Verordening.

Afhankelijk van de ernst en de mate van de overtredingen van de gedoogvoorschriften zal gelijktijdig door politie en/of Openbaar Ministerie worden opgetreden.

Onderstaande matrix wordt gehanteerd voor de bestuursrechtelijke handhaving van het coffeeshopbeleid voor gedoogde coffeeshops.

De burgemeester behoudt zich het recht voor om, indien de aard van de omstandigheden daartoe aanleiding geven, gemotiveerd van het gestelde in deze matrix af te wijken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan cumulatie van overtredingen of een zeer grove overtreding van de voorschriften.

Een waarschuwing gegeven voor overtreding van één of meer van de gedoogcriteria geldt ook als waarschuwing voor elk van de andere gedoogcriteria.

De geldigheidsduur van een waarschuwing is vijf jaar.

Voorschrift

1e overtreding

2e overtreding

3e overtreding

4e overtreding

Gedoogcriterium 1: maximumaantal

Sprake van een illegaal verkooppunt. Beleidsregels artikel 13b Opiumwet van toepassing

 

 

 

Gedoogcriterium 2: meerderjarige ingezetenen

Dit criterium wordt niet actief gehandhaafd aangezien drugstoerisme hier niet voorkomt

 

 

 

Gedoogcriterium 3:

350m afstand scholen

Einde gedoogstatus

 

 

 

Gedoogcriterium 4:

niet in woonomgeving

Geen vestiging mogelijk

 

 

 

Gedoogcriterium 5:

Maatschappelijke controle

Geen vestiging mogelijk

 

 

 

Gedoogcriterium 6:

toezicht mogelijk

Geen vestiging mogelijk

 

 

 

Gedoogcriterium 7:

Horecabestemming

Geen vestiging mogelijk

 

 

 

Gedoogcriterium 8:

Geen affichering

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting voor 3 maanden

Sluiting voor 12 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 9:

Geen harddrugs

Sluiting voor onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

 

 

 

Gedoogcriterium 10:

Geen overlast

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting 3 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 11:

Max. 500g handelsvoorraad

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting 3 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 12:

Criminele activiteiten

Sluiting voor 3 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting voor onbepaalde

tijd en einde gedoogstatus

 

Gedoogcriterium 13:

Doorverwijsplicht verslavingszorg

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting 3 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 14:

Geen softdrugs in vorm van

etenswaar

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting 3 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 15:

Geen alcohol

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting 3 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 16:

Toezicht omgeving

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting 3 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 17:

Reinigen omgeving

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting 3 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 18:

Openingstijden

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting 3 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 19:

Geen terras

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting 3 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 20:

Personeel conform aanvraag

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting 3 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 21:

Aanwezigheid leidinggevende

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting 3 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 22:

Actuele lijst personeel

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting 3 maanden

Sluiting 12 maanden

Sluiting onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 23:

Slecht levensgedrag

a: exploitant of leidinggevende – sluiting voor onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

 

 

 

 

b: overig personeel – schriftelijke waarschuwing

Sluiting voor 3 maanden

Sluiting voor 12 maanden

Sluiting onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 24:

Portier

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting voor 3 maanden

Sluiting voor 12 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 25:

Cursus verslavingszorg

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting voor 3 maanden

Sluiting voor 12 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 26:

Consignatie

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting voor 3 maanden

Sluiting voor 12 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 27:

Voorlichting verslavingszorg

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting voor 3 maanden

Sluiting voor 12 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd en einde gedoogstatus

Gedoogcriterium 28: aanwezigheid gedoogbeschikking

Schriftelijke waarschuwing

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting 3 maanden

Sluiting 6 maanden

Gedoogcriterium 29:

Exploitatievergunning

Schriftelijke waarschuwing

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting 3 maanden

Sluiting 6 maanden

 


1

Rond de 100 bezoekers per coffeeshop per dag.