Organisatie | Uithoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels voor subsidiëring ten behoeve van de instandhouding van gemeentelijke monumenten Gemeente Uithoorn 2019 |
Citeertitel | Subsidieregeling Monumenten gemeente Uithoorn 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-10-2019 | Nieuwe regeling | 08-10-2019 | 2019-064879 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Uithoorn;
overwegende dat de gemeente in het algemeen belang het lokale cultureel erfgoed wil behouden;
overwegende dat de gemeente objecten of gebieden die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde aanwijst als gemeentelijk monument;
overwegende dat de kosten van instandhouding, in het bijzonder het onderhoud en de restauratie, van gemeentelijke monumenten hoger kunnen zijn dan de kosten voor instandhouding van niet monumentale gebouwen, vanwege de hogere eisen aan architectonische uitwerking, materiaalgebruik en detaillering;
overwegende dat subsidie wordt gegeven ter compensatie van deze hogere kosten en het feit dat de monumenten worden aangewezen in het algemeen belang;
gelet op artikel 2, lid 1 en 2 van de Algemene subsidieverordening Uithoorn 2012;
Artikel 2: Algemene Subsidieverordening Uithoorn 2012
De nadere regels voor subsidiëring ten behoeve van de instandhouding van gemeentelijke monumenten vloeit voort uit artikel 2, lid 1 en 2 van de “Algemene Subsidieverordening Uithoorn 2012”. Deze verordening is van overeenkomstige toepassing op de regeling, tenzij daarvan nadrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 5: De subsidieverlening
Het college kan op aanvraag van de eigenaar van een gemeentelijk monument subsidie verlenen als tegemoetkoming in de kosten die naar diens oordeel noodzakelijk zijn voor de instandhouding (subsidiabele kosten voor onderhoud en restauratie) van het monument. Voor gemeentelijke monumenten waarvan alleen specifieke beschermenswaardige onderdelen zijn beschermd geldt de subsidie alleen om deze onderdelen te herstellen of te conserveren. Hiermee wordt afgeweken van het bepaalde in artikel 9, sub e van de Algemene Subsidieverordening Uithoorn 2012;
De subsidie voor woonhuizen en boerderijen zonder agrarische functie bedraagt 25% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 5.000,00. De subsidie voor boerderijen met een agrarische functie , kerken, molens, gemalen en overige monumenten bedraag 25% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 10.000,00.
Artikel 8: Verplichtingen van de subsidieontvanger
Het college kan bij het verlenen van subsidie aan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot:
Artikel 9: Beslissing op de aanvraag
Indien de aanvraag wordt ingediend na het aflopen van de inzendtermijn als bedoeld in artikel 4, lid 1, meldt het college binnen vier weken na de indiening aan de aanvrager dat de aanvraag opnieuw beoordeeld wordt in het volgende subsidiejaar, tenzij het subsidieplafond daardoor niet wordt overschreden. In dat geval wordt op de aanvraag beslist, waarbij de indieningsdatum in de plaats treedt van de datum als genoemd onder artikel 4, lid 1.
Artikel 10: Voorlopige toekenning subsidie
Als voldaan is aan de vereisten zoals gesteld in artikel 4, lid 3 en artikel 5 en er zijn geen weigeringsgronden bepaalt het college de voorlopige hoogte van de subsidie en de voorwaarden waaraan de werkzaamheden moeten voldoen.
Artikel 11: Start van de werkzaamheden
Met de uitvoering van de werkzaamheden mag niet worden begonnen voordat het college op de aanvraag heeft beslist. Het college kan de eigenaar op diens verzoek toestemming geven om vooruitlopend op de te nemen beslissing omtrent de subsidieverlening met de werkzaamheden te starten. Deze toestemming kan niet eerder worden verleend dan nadat de subsidiabele kosten zijn vastgesteld.
Artikelsgewijze toelichting Nadere regels voor subsidiëring ten behoeve van de instandhouding van gemeentelijke monumenten Gemeente Uithoorn 2019
Deze verordening is van toepassing op subsidieaanvragen voor instandhoudingswerkzaamheden aan beschermde gemeentelijke monumenten, die beogen de monumentale waarden in stand te houden. Alleen eigenaren van beschermde gemeentelijke monumenten kunnen in aanmerking komen voor een subsidie. Eigenaren van rijksmonumenten kunnen geen aanspraak maken op een gemeentelijke subsidie op basis van deze verordening. Hiervoor zijn aparte financieringsmogelijkheden zoals belastingaftrek en restauratiehypotheken bij het Nationaal Restauratiefonds.
De termen subsidieverlening, subsidievaststelling en subsidieplafond zijn ontleend aan de Algemene wet bestuursrecht (Awb) die een afzonderlijke titel bevat (titel 4.2: artikelen 4:21 tot en met 4:80) over subsidies. Het subsidieplafond is het bedrag dat ten hoogste voor subsidieverstrekking beschikbaar is. Het is noodzakelijk dat dit bedrag expliciet vast te stellen. Hierdoor wordt een open-einde-regeling voorkomen. Wel is er een instellingsreserve voor niet-bestede gelden in het subsidiejaar.
Het enkele feit dat een begrotingspost zou worden overschreden door subsidieverstrekking is volgens jurisprudentie onvoldoende reden om een subsidie te weigeren. De Awb bepaalt echter dat een subsidie moet worden geweigerd voor zover daardoor het subsidieplafond zou worden overschreden (artikel 4:25 Awb).
Het wettelijk systeem houdt verder in dat de subsidieverlening plaatsvindt voordat de subsidiabele activiteit plaatsvindt. Daardoor ontstaat een aanspraak op uitbetaling na voltooiing van de activiteit. De subsidievaststelling geschiedt op de aanvraag van de aanvrager nadat hij de activiteit heeft gereedgemeld. Als aan de gestelde voorschriften is voldaan volgt de vaststelling van de subsidie en de uitbetaling van het bij de subsidieverlening in het vooruitzicht gestelde bedrag. Er kan geen hoger bedrag worden betaald dan is bepaald bij de subsidieverlening. Als de werkelijk kosten lage uitvallen dan verwacht wordt het definitieve subsidiebedrag dienovereenkomstig verlaagd.
De Algemene Subsidieverordening Uithoorn 2012 regelt een aantal onderwerpen, zodat deze niet meer in afzonderlijke subsidieregelingen behoeven te worden opgenomen. In deze verordening wordt aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid toegekend subsidieregels vast te stellen.
Op een aantal (formele) punten wordt echter afgeweken van de verordening , onder andere voor wat betreft de indieningstermijn, en de over te leggen bescheiden ten behoeve van subsidieverlening- en vaststelling.
Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast op basis van de desbetreffende begrotingspost en met inbegrip van de instellingsreserve. Dit wordt gepubliceerd in de lokale krant en op de website. Eigenaars worden op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om subsidie aan te vragen. De wet schrijft voor dat daarbij tevens verdeelcriteria worden vermeld voor het geval het beschikbare budget ontoereikend is om alle aanvragen te honoreren. Deze criteria moeten bij de beoordeling van de aanvragen zodanig worden toegepast dat een eventuele afwijzing een toetsing door de bestuursrechter kan doorstaan.
Gedurende 3 maanden (van 1 maart tot 1 juni) kunnen aanvragen worden ingediend. Na sluiting van de indieningstermijn is het mogelijk de aanvragen in onderling verband te beoordelen en het beschikbare budget zo doelmatig mogelijk in te zetten.
Wat de gemeente Uithoorn betreft, vormt duurzaamheid/energieneutraal bouwen steeds meer een structureel element van het bestuurlijk besluitvormingsproces. Om die reden is de mate van toepassing van energiebesparende maatregelen als criterium opgenomen. Tevens kunnen voor duurzame monumentenadviezen gericht op energiebeparende maatregelen subsidie verstrekken, onder de voorwaarde dat de energiebesparende voorzieningen binnen twee jaar na verstrekking van de subsidie zijn uitgevoerd.
In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de stukken die nodig zijn voor de beoordeling van de subsidieaanvraag. Gezien de aard van deze subsidieregeling worden andere bescheiden verzocht dan die op basis van de algemene subsidieverordening overgelegd moeten worden.
Het over te leggen inspectierapport is een waardevolle bron voor de beoordeling of en zo ja, in welke mate aan de verdeelcriteria van artikel 3. wordt voldaan.
De gemeente Uithoorn heeft een erfgoedcommissie (MOOI Noord-Holland Erfgoedcommissie). Deze commissie adviseert burgemeester en wethouders over aanvragen om een omgevingsvergunningen die betrekking hebben op het beschermde dorpsgezicht en de beschermde monumenten. Met het instellen van deze subsidieregeling krijgt de commissie eveneens de taak te adviseren over aanvragen om subsidieverlening.
Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in artikel 4, lid 1 worden de ontvankelijke aanvragen gebundeld voorgelegd aan de Erfgoedcommissie. Hierdoor kunnen de aanvragen goed onderling worden vergeleken en getoetst aan de verdeelcriteria. De toekenning of afwijzing van subsidie wordt gemotiveerd.
In dit artikel wordt de hoogte van de toe te kennen bedragen geregeld. Voor monumenten waarvan niet het gehele pand zijn beschermd, maar alleen delen daarvan, geldt de subsidie alleen voor de instandhouding en restauratie en het behoud van de in de redengevende omschrijving specifiek benoemde beschermenswaardige onderdelen van de monumenten.
In dit artikel worden de kosten benoemd die in ieder geval subsidiabel zijn. De overige subsidiabele kosten (genoemd in artikel 1. sub g.) worden bepaald op basis van de in artikel 2 genoemde verdeelcriteria en - indien vereist - het inspectierapport.
Herhaalde aanvragen zijn onwenselijk. Er moeten zoveel mogelijk eigenaren aan bod kunnen komen. Door te bepalen dat er een bepaalde termijn tussen subsidieaanvragen voor hetzelfde onderdeel van het gemeentelijke monument in acht genomen moeten worden wordt herhaling voorkomen.
Met het stellen van deze weigeringsgronden wordt een doelmatige aanwending van de beschikbare middelen bevorderd. Door te bepalen dat de subsidiabele kosten van enige omvang zijn wordt versnippering van het budget beperkt.
In dit artikel is de informatieplicht van de aanvrager geregeld. Deze is verplicht alle informatie te verschaffen zoals genoemd in artikel 4, lid 3 en medewerking te verlenen aan in opdracht van het college te houden onderzoeken. Hierbij dient uiteraard rekening gehouden te worden met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Te laat ingediende aanvragen kunnen alsnog worden gehonoreerd als het subsidieplafond dit nog toelaat. Anders worden deze afgewezen. Daarbij wordt de toezegging gedaan dat de aanvraag opnieuw wordt beoordeeld in het nieuwe jaar.
Op basis van een ontvankelijke aanvraag wordt het voorlopige subsidiebedrag bepaald.
Met deze bepaling wordt voorkomen dat de aanvrager activiteiten uitvoert die niet subsidiabel zijn.
Na tijdige voltooiing van de werkzaamheden meldt de subsidieontvanger dit, waardoor hij het college vraagt de subsidie definitief vast te stellen. Aan de hand van de over te leggen nota’s wordt gecontroleerd wat de werkelijke kosten zijn.
Door de aanvrager moet aannemelijk worden gemaakt dat het gevraagde voorschot op korte termijn noodzakelijk is om onvermijdelijke uitgaven te kunnen doen, waartoe hem anders de middelen ontbreken en waarvoor niet langs een andere weg een oplossing kan worden gevonden.
Het gaat hier in feite om een hardheidsclausule. Hierop kan een beroep worden gedaan indien toepassing de voorschriften van deze subsidieregeling zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard. In gevallen waarin de regeling niet voorziet of onduidelijk is, besluit het college.
De inwerkingtreding van deze nadere regels is gekoppeld aan de datum van bekendmaking. De bekendmaking moet op grond van artikel 142 van de Gemeentewet plaatsvinden tenminste acht dagen voor de in werking treding.