Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Uitgeest

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Uitgeest
Officiële naam regelingReïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2007
CiteertitelReïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpoverig

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt de Reintegratieverordening Wet werk en bijstand, vastgesteld bij Raadsbesluit van 27-01-2005, nummer 05/09.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147, lid 1
  2. Wet werk en bijstand, art. 7
  3. Wet werk en bijstand, art. 8
  4. Wet werk en bijstand, art. 10, lid 2
  5. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, art. 34
  6. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, art. 35
  7. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, art. 36
  8. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 34
  9. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 35
  10. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 36

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200719-04-2012nieuwe regeling

21-12-2006

De Uitgeester, 03-01-2007

nummer 06/121

Tekst van de regeling

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2007

Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit d.d. 21 december 2006, nummer 06/121, in werking getreden met ingang van 1 januari 2007; per die datum is de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand, vastgesteld bij Raadsbesluit van 27 januari 2005, nummer 05/09 ingetrokken.

Gebaseerd op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7 en 8 en 10 tweede lid van de Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers.

Hoofdstuk 1: algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en in de Algemene wet bestuursrecht (hierna te noemen WWB en AWB).

  • 2

    Deze verordening verstaat onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand (hierna te noemen: WWB);

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van Uitgeest;

    • c.

      de gemeente: de gemeente Uitgeest;

    • d.

      uitkeringsgerechtigden: personen met een uitkering ingevolge de WWB, de IOAW of de IOAZ;

    • e.

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • f.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • g.

      ANW-ers: personen met een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet die als werkzoekenden zijn geregistreerd bij het Centrum voor werk en inkomen;

    • h.

      niet-uitkeringsgerechtigden (hierna te noemen: Nuggers): personen die als werkzoekenden zijn geregistreerd bij het Centrum voor werk en inkomen en die geen uitkeringsgerechtigden zijn;

    • i.

      doelgroep: uitkeringsgerechtigden, ANW-ers, Nuggers, alsmede personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet;

    • j.

      voorziening: een voorziening als bedoeld in artikel 7 eerste lid onder a van de wet, deze verordening en het beleidsplan als bedoeld in artikel 3 eerste lid van deze verordening;

    • k.

      algemeen geaccepteerde arbeid: iedere vorm van betaalde arbeid, niet zijnde werk in het kader van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en werk dat gewetensbezwaren oproept.

    • l.

      UWV-er: persoon die ingevolge artikel 30 lid 1 onderdeel b Wet SUWi, voor de reintegratie onder de verantwoordelijkheid van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) valt.

Hoofdstuk 2: beleid en financiën

Artikel 2 Opdracht college

  • 1

    Het college biedt de doelgroep ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en, voor zover het college dat noodzakelijk acht, een voorziening gericht op die arbeidsinschakeling. Artikel 40 eerste lid van de wet is van overeenkomstige toepassing.

  • 2

    Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij wordt gekeken of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van de cliënt, het meest doelmatig is met het oog op arbeidsinschakeling.

  • 3

    Het college draagt zorg voor voldoende diversiteit in het aanbod aan ondersteuning en voorzieningen.

  • 4

    Het college kan een voorziening zelf uitvoeren.

Artikel 3 Beleidsplan

  • 1

    De gemeenteraad stelt ter nadere uitvoering van deze verordening jaarlijks een beleidsplan vast, waarin beleidsprioriteiten worden aangegeven, alsmede de hoogte en wijze van financiering.

  • 2

    Het college zendt eenmaal per jaar aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het beleid.

Artikel 4 Aanspraak op ondersteuning

  • 1

    De doelgroep heeft aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2

    Het college doet een aanbod voor een in lid 1 bedoelde voorziening, dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze verordening, het in artikel 3 genoemde beleidsplan en daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten.

  • 3

    Het college kan, in overleg met het uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), UWV-ers een voorziening aanbieden.

  • 4

    Geen recht op ondersteuning bestaat indien:

    • a.

      sprake is van een voorliggende voorziening welke naar de mening van het college in voldoende mate bijdraagt aan de reïntegratie van de aanvrager;

    • b.

      de Nugger of ANW-er beschikt over een startkwalificatie als vastgesteld in het artikel 3 lid 1 van deze verordening genoemde beleidsplan.

Artikel 5 Verplichtingen van de cliënt

  • 1

    De uitkeringsgerechtigde aan wie door het college een voorziening wordt aangeboden, is verplicht hiervan gebruik te maken.

  • 2

    De persoon die gebruik maakt van een voorziening is gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de Wet structuur uitvoering werk en inkomen, deze verordening, alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

  • 3

    Indien een uitkeringsgerechtigde die gebruik maakt van een voorziening niet voldoet aan het gestelde in het tweede lid, kan het college de uitkering verlagen conform hetgeen hierover is bepaald in de Maatregelenverordening.

  • 4

    Als een persoon die gebruik maakt van of gebruik heeft gemaakt van een voorziening zijn verplichtingen als bedoeld in het tweede lid van dit artikel niet nakomt of niet is nagekomen, kan het college de door hem, in het kader van die voorziening ten behoeve van deze persoon gemaakte kosten terugvorderen.

Hoofdstuk 3: voorzieningen

Artikel 6 Algemene bepalingen over voorzieningen

  • 1

    In het beleidsplan als bedoeld in artikel 3 wordt vastgelegd welke voorzieningen het college kan aanbieden, alsmede de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

  • 2

    Het college kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en deze verordening, aan een voorziening nadere verplichtingen verbinden.

  • 3

    Het college kan een voorziening beëindigen indien:

    • a.

      de persoon die van de voorziening gebruik maakt zijn verplichting als bedoeld in artikel 9 lid 1 onder a van de wet niet nakomt;

    • b.

      de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van de wet;

    • c.

      de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze voorziening;

    • d.

      naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan arbeidsinschakeling.

  • 4

    Bij uitvoeringsbesluit kan het college, met in achtneming van de voorzieningen bedoeld in het in artikel 3 genoemde beleidsplan, nadere regels stellen. Deze regels kunnen in ieder geval betrekking hebben op:

    • a.

      de voorwaarden waaronder een voorziening wordt aangeboden;

    • b.

      de weigeringsgronden bij het aanbieden van voorzieningen;

    • c.

      de intrekking of wijziging van de subsidieverlening of -vaststelling;

    • d.

      de aanvraag van en de besluitvorming over subsidies en premies;

    • e.

      de betaling van subsidies en het verlenen van voorschotten;

    • f.

      het vragen van een eigen bijdrage;

    • g.

      overige criteria voor het aanbieden van voorzieningen en het verstrekken van subsidies.

Artikel 7 Inkomstenvrijlating

  • 1

    De uitkeringsgerechtigde die arbeid in deeltijd heeft of aanvaardt waarmee een inkomen wordt verworven dat minder bedraagt dan de voor de uitkeringsgerechtigde van toepassing zijnde norm, ontvangt vrijlating van inkomsten uit arbeid zoals bedoeld in artikel 31 tweede lid onder o van de wet waarbij het percentage wordt bepaald op 25% van deze inkomsten en het maximumbedrag genoemd in artikel 31 tweede lid onder o van de wet.

  • 2

    Deze inkomensvrijlating vindt alleen plaats als de aanvaarde arbeid onderdeel uitmaakt van een traject gericht op arbeidsinschakeling zoals bedoeld in artikel 6 onder b van de wet.

  • 3

    De uitkeringsgerechtigde die een kostenvergoeding voor vrijwilligerswerk ontvangt heeft recht op de extra wettelijke vrijlating boven op de reguliere wettelijke vrijlating indien het vrijwilligerswerk naar oordeel van het college deel uitmaakt van een traject gericht op arbeidsinschakeling zoals bedoeld in artikel 6 onder b van de wet.

Artikel 8 Premies en onkostenvergoeding

  • 1

    Het college kan premies als bedoeld in artikel 31 tweede lid onder j van de wet verlenen die tot doel hebben de arbeidsinschakeling te bevorderen.

  • 2

    Het college stelt ten aanzien van de verstrekking van premies nadere regels vast met betrekking tot:

    • a.

      de activiteiten waarvoor premie kan worden verstrekt en wie daarvoor in aanmerking komt;

    • b.

      de hoogte van de premie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;

    • c.

      de aanvraag van een premie en de besluitvorming daarover;

    • d.

      de voorwaarden waaronder een premie wordt verstrekt;

    • e.

      de weigeringsgronden voor een premie;

    • f.

      de verplichtingen voor de premieontvanger;

    • g.

      de vaststelling van de premie;

    • h.

      andere mogelijke uitvoeringsaspecten van deze premies.

  • 3

    Het college stelt nadere regels vast ten aanzien van de verstrekking van onkostenvergoedingen in verband met de deelname aan een voorziening.

Hoofdstuk 4: slotbepalingen

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2007”.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007.