Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Uitgeest

Maatregelenverordening WWB 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Uitgeest
Officiële naam regelingMaatregelenverordening WWB 2007
CiteertitelMaatregelenverordening WWB 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpoverig

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt 'Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004', vastgesteld bij raadsbesluit van 27-01-2005, nummer 05/08.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1
  2. Wet werk en bijstand, art. 18

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200719-04-2012nieuwe regeling

21-12-2006

De Uitgeester, 03-01-2007

nummer 06/120

Tekst van de regeling

MAATREGELENVERORDENING WWB 2007

Verordening vastgesteld bij Raadsbesluit van 21 december 2006, nummer 06/120, in werking getreden met ingang van 1 januari 2007, onder gelijktijdige intrekking van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004, vastgesteld bij Raadsbesluit van 27 januari 2005, nummer 05/08.

Deze verordening regelt bij welke gedragingen de bijstand wordt verlaagd en wat de hoogte van die verlaging is.

Gebaseerd op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;

Hoofstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      WWB: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders van Uitgeest;

    • c.

      bijstand: algemene en bijzondere bijstand;

    • d.

      belanghebbende: de persoon die bijstand ontvangt.

  • 2

    Voor zover niet anders bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de WWB en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Opdracht college

  • 1

    Het college besluit tot het opleggen van een maatregel in een individueel geval met inachtneming van de bepalingen van deze verordening.

  • 2

    Het college kan nadere regels vaststellen voor de uitvoering van deze verordening.

Hoofdstuk 2 De ernst van het feit

Artikel 3 Tekortschieten

De bijstand wordt eenmalig met € 50,00 verlaagd wanneer de belanghebbende naar het oordeel van het college is tekortgeschoten in het verstrekken van de inlichtingen of in het verlenen van de medewerking als bedoeld in artikel 17 van de WWB.

Artikel 4 Ernstig tekortschieten

De bijstand wordt eenmalig met € 100,00 verlaagd wanneer de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortgeschoten is in:

  • a.

    het naar vermogen verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid;

  • b.

    het meewerken aan een voorziening die in het kader van de WWB wordt aangeboden of die, gezien aard en doel gelijk is te stellen met een WWB voorziening;

  • c.

    het betonen van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan;

  • d.

    zijn gedrag jegens het college en haar ambtenaren.

Artikel 5 Maximering

  • 1

    Als het recht op algemene bijstand over de maand waarover de maatregel wordt toegepast minder bedraagt dan de in de artikelen 3 en 4 vastgestelde verlaging, blijft de verlaging beperkt tot dat recht.

  • 2

    Als de maatregel betrekking heeft op bijzondere bijstand kan het college, in afwijking van het bepaalde in de artikelen 3 en 4, besluiten de maatregel te beperken tot een deel van de bijstand.

Artikel 6 Zeer ernstig tekortschieten

  • 1

    De bijstand wordt gedurende een halve maand met het volledige recht op bijstand over die maand verlaagd wanneer de belanghebbende naar het oordeel van het college zeer ernstig is tekortgeschoten in één of meer van de in de artikelen 3 en 4 genoemde opzichten.

  • 2

    Van zeer ernstig tekortschieten als bedoeld in het eerste lid is in elk geval sprake als vaststaat of redelijkerwijs is aan te nemen dat:

    • a.

      het beroep door belanghebbende op algemene bijstand gedurende meer dan een maand het gevolg is van dier handelen of nalaten;

    • b.

      de belanghebbende middelen heeft verzwegen waarmee hij gedurende meer dan één maand in zijn levensonderhoud kon voorzien;

    • c.

      de belanghebbende zich in zijn gedrag jegens het college schuldig heeft gemaakt aan een misdrijf als bedoeld in het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht.

Hoofdstuk 3 De mate van verwijtbaarheid

Artikel 7 Weging van het gedrag

  • 1

    Het college kan de maatregel, gelet op de mogelijkheden van de belanghebbende en zijn gezin en de omstandigheden waaronder het verwijtbare handelen of nalaten plaatsvond, hoger of lager dan als bepaald in de artikelen 3, 4 en 6 vaststellen.

  • 2

    Bij de verhoging of verlaging als bedoeld in het eerste lid houdt het college rekening met eerdere gedragingen in het jaar voorafgaand aan het besluit waarin wordt vastgesteld dat de belanghebbende tekortschoot in één of meer van de in de artikelen 3, 4 en 6 bedoelde opzichten.

Hoofdstuk 4 De omstandigheden van persoon of gezin

Artikel 8 Weging van de gevolgen van de maatregel

  • 1

    Het college kan de maatregel, gelet op de omstandigheden de belanghebbende en zijn gezin, hoger of lager vaststellen dan met toepassing van de vorige artikelen.

  • 2

    Het college houdt bij het besluit tot opleggen van een maatregel rekening houden met latere gedragingen van de belanghebbende in overeenstemming met zijn verplichtingen ingevolge de WWB.

Hoofdstuk 5 Het uitvoeren van de maatregel

Artikel 9 Uitvoering

De uitvoering van het besluit tot opleggen van een maatregel vindt plaats op de betaling van de bijstand over de maand, volgend op de bekendmaking van de maatregel, maar niet later dan een jaar na de bekendmaking.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 10 Voorziening door college

Het college beslist in gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

Artikel 11 Afwijking bij uitvoering door SVB

In afwijking van het bepaalde in deze verordening zijn de SVB Beleidsregels inzake het opleggen van een maatregel ingevolge de WWB van toepassing op de belanghebbende die op grond van een mandaatsbesluit een bijstandsuitkering van de Sociale Verzekeringsbank ontvangt of heeft ontvangen.

Artikel 12 Citeerartikel en inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening wordt aangehaald als: Maatregelenverordening WWB 2007.

  • 2

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007 onder gelijktijdige intrekking van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 zoals deze is vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 februari 2004.

Artikel 13 Overgangsregeling

Het college legt een maatregel naar aanleiding van een gedraging van voor 1 januari 2007 op, op grond van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004, tenzij de nieuwe verordening gunstiger is voor de belanghebbende.